Column Maarten Siffels MP 11-2008
Gisteravond thuis en vanmorgen de foto’s al online. Het resultaat van het inmiddels legendarische “weekend met de mannen”, dat dankzij de aanéénsluiting van Koninginnedag en Hemelvaartdag dit jaar vijf dagen duurde. Vijf dagen ongegeneerd vegen in Zwarte Woud en Vogezen, motorrij-paradijzen binnen een dag rijafstand. Wat doe je zo op en maak je zo mee, tijdens dit hengstenbal?1. Veel humor. En dan vooral van de simpele soort. Veel over seks natuurlijk, maar ook veel over Suzuki. Schijnt het Japanse woord voor schelvis te zijn. Dus de twee Suzuki-rijders in het gezelschap hebben alle mogelijke variaties met visolie wel gehoord. Wat mij weer herinnerde aan een ander weekend, toen ik hoorde dat een kameel in staat is zijn neusgaten onafhankelijk van elkaar te sluiten. Ja, met de mannen onderweg leer je nog eens wat. 2. Eindeloze tankstops. Ten eerste moet je natuurlijk tanken op het ritme van de kleinste tank (en de prijs gaat naar… Ducati!), ten tweede op het ritme van de kleinste blaas. We waren dit jaar met zijn negenen. En boven een stuk of vier neemt de tijd, nodig voor een tankstop, kwadratisch toe. Altijd is er, op het moment dat acht man hun helm alweer op hebben, toch eentje die ontdekt dat de aandrang groter is dan hij dacht en dat hij het onmogelijk met droge laarzen tot de volgende stop gaat redden. 3. Een goed gesprek met de Franse politie. Komend uit Saverne springt er ineens een man uit een tunneltje, die heftig gebarend aangeeft dat ik moet stoppen. Blijkt een politieagent te zijn. Hun busje staat aan de andere kant van het tunneltje, bij Saverne ben ik door de Lasergun gemeten op 132. Mocht daar 90. De rest van de groep rijdt, stijf de andere kant op kijkend, met 85 voorbij. De agent vraagt nog of ik ze ken.”Wie? Die? Nog nooit gezien”. De rekening bedraagt 90 euro, graag ter plaatse af te rekenen. Tijdens de formaliteiten vraag ik de agent, die de curieuze maillot van de Franse motorpolitie aan heeft, wanneer ze nou eens fatsoenlijke motorkleding krijgen. ’s Zomers rondtijden in een onderbroek van Superman, paardrijlaarzen en een overhemdje met korte mouwen, da’s toch geen voorbeeld voor andere motorrijders! Hij kijkt wat ongelukkig. Vindt het hemdje blijkbaar wel stoer. Er is leren kleding besteld, zegt hij, vorig jaar. Maar geleverd is het nog niet. Met daarbij zo’n mooi Frans schouderophalen. Prettige dag verder nog. En dat ik moet oppassen. Bij 50 km te snel mogen ze meteen het rijbewijs innemen.Bij de volgende kruising staat de groep me op te wachten. De boete hebben we uit de lunchpot betaald. Mooi, die kameraadschap. 4. Een arts op de motor. Op vrijdag pakken we een stukje Zwitserland mee. Met een lief klein pasje, de Passwang. Bovenop drinken we nog een kop koffie met prachtig uitzicht over het aangeharkte Zwitserse dal. Een paar bochten verder gaat het mis. Combinatie van koude banden, knijpende rechterbocht en asfalt met gaten waardoor het voorwiel gaat stuiteren. De Ducati-rijder merkt pas dat het mis is gegaan als hij zichzelf van het asfalt mag plukken. Met de Duc is het over en uit. Wat staat hij er treurig bij, de spiksplinternieuwe 1098 S Tricolore. Het voorwiel heeft al glijdend nog net een puntje van een muurtje gepakt en heeft nu de vorm van een driehoek. De onderste kroonplaat is door midden gescheurd, de vork is tegen het frame geslagen en kuip toont meterslange glijsporen. Door gekluns van de ANWB duurt het drie uur voordat de motor door een Zwitserse garagist met aanhanger wordt opgehaald. Intussen is al een andere motorrijder gestopt. Hij blijkt arts te zijn. De onfortuinlijke Ducatist wordt ter plaatse onderzocht. Niks gebroken, alleen een stijve schouder van het vallen. Dank u, dokter.5. Nieuwe bochten, nieuwe grenzen. Je gaat er iedere keer beter van rijden, van zo’n weekendje bochtenparadijs. Ik merk het aan mezelf, ik merk het aan de anderen. Beter door de bocht heen kijken, minder schakelen, minder remmen, iedereen weet wel hoe het eigenlijk moet. Maar als je het een paar dagen bocht na bocht doet, lijkt het wel alsof je elke ochtend beter begint dan je de avond ervoor bent gestopt. En lekker nergens anders aan denken, natuurlijk. Niet aan je werk, niet aan je vrouw, niet aan Albert Heijn. Alleen maar aan de volgende bocht. Kan ik die nog beter nemen dan de vorige?Maarten Siffels