Column Maarten Siffels MP 01-2008
Vrijwel alle motorliefhebbers werden dinsdag 17 december 2007 opgeschrikt door de berichtgeving rond de studie van de Europese verkeersveiligheidsorganisatieETSC. In alle kranten en radio- en tv-programma’s werd gemeld dat motorrijdersachttien keer meer kans hebben op een dodelijk verkeersongeval dan automobilisten.Motorrijders vormen 16 procent van de verkeersdoden, terwijl ze slechts verantwoordelijk zijn voor 2 procent van de afgelegde kilometers.Van zo’n bericht krimpt mijn maag altijd weer samen. Net als elke andere motorrijderweet ik dat onze hobby niet van gevaar ontbloot is. Maar diep in mijn hartwil ik dat eigenlijk helemaal niet weten. Ik wil gewoon genieten van de motor enniet stilstaan bij die zwarte keerzijde. Tegelijkertijd kan ik me altijd geweldig kwaadmaken over de tendentieuze strekking van deze nieuwsberichten, want het heleverhaal achter motorongevallen wordt vrijwel nooit verteld. Als je als motorrijder bijeen ongeval betrokken bent, sta je al met 1-0 achter. Simpelweg omdat iedereen ervanuit gaat dat we onverantwoordelijke gekken zijn, die alleen maar volgas rijden.Liefst door de bebouwde kom.Laat ik beginnen de hand in eigen boezem te steken: de motor is een uitdagend vervoersmiddel,die bovendien nogal wat rijvaardigheid vereist. En we rijden allemaalwel eens te hard en schatten ook wel eens een verkeers- of wegsituatie niet 100%juist in. En dan kan het gemis aan kreukelzone en het instabiele karakter direct gevolgenhebben. Dat laatste zorgt er meteen voor dat we als motorrijders doorgaanserg bewuste weggebruikers zijn.Het is echter een feit dat in ruim de helft van de motorgevallen de schuld bij een anderepartij ligt en dat is meestal een automobilist. Daags na dat ETSC-rapport wasop diverse nieuwssites te lezen dat een 33-jarige motorrijder gewond was geraaktbij een verkeersongeval op de Hooglandseweg bij Hagestein, omdat een tegemoetkomende26-jarige automobiliste een auto voor haar wilde inhalen en daarbij detegemoetkomende motorrijder totaal over het hoofd had gezien. Met een frontaleaanrijding tot gevolg. De motorrijder moest onder meer met een gebroken pols naarhet ziekenhuis, terwijl de automobiliste een proces-verbaal kreeg voor gevaarlijkrijgedrag…Dit is nu precies een schrijnend voorbeeld van wat er mis is in ons verkeer. We zijnals motorrijder zodanig in de minderheid dat andere weggebruikers ons helemaalniet meer zien. Ze houden absoluut geen rekening met ons en kijken fi naal langsons heen, als ze een voorrangsweg opdraaien, als ze afslaan of als ze gaan inhalen,zoals in het bericht hierboven. De ETSC meldde in het bewuste rapport ook datnaast Scandinavië (weinig verkeer!) met name Zwitserland een veilig motorland is.Nu mag ik daar zelf ook graag rijden en op een mooie zomerdag zie je er ook meermotoren dan auto’s op de weg. Daar weet dus iedereen dat er motorrijders zijn,daar ben je een ‘volwassen’ groep op de weg en daardoor gebeuren er dus relatiefminder ongelukken.We zullen beter zichtbaar moeten worden. Persoonlijk hou ik niet van felgelehesjes, zwaailampen of andere opvallende zaken, ik denk dat de oplossing meergezocht moet worden in de perceptie van andere weggebruikers. Betrek het motorrijden(en eigenlijk geldt hetzelfde voor vrachtwagens en landbouwvoertuigen) inde rijopleiding van automobilisten. Confronteer iedereen in zijn rij-opleiding metandere vormen van verkeer: meerijden op de motor, in een vrachtwagen, op eentrekker. Dan krijg je een idee hoe die andere partij het verkeer ervaart en wat deproblemen van die andere partij zijn.Pieter van Vollenhoven riep als voorzitter van de nationale veiligheidsraad al eensdat motorrijders de beste verkeersdeelnemers zijn, omdat ze zich bewust zijn vanhun kwetsbaarheid en daardoor ver vooruit kijken en goed anticiperen. Motorrijderszijn dus de beste automobilisten; laat de overheid daar eens iets nuttigs mee doen!Eric Bulsink