+ Plus

Column Maarten Siffels 13-2009

Motorrijders in de dop: hou Frans in je pakket. Ik weet, het is verleidelijk om die complexe taal met interessante vervoegingen als ‘subjonctif’ en ‘passé simple’ er zo snel mogelijk uit te donderen. Maar ooit komt de dag dat je door een woest aantrekkelijke Franse politieagente luid wordt uitgelachen, vanwege je roestige of niet-bestaande Frans…Mij is dat begin mei gebeurd. Net voor de Rijn, in de buurt van Colmar. We waren met een groepje onderweg. Lekker vlot door de Vogezen gestuurd, richting Rijn en Duitsland. Bij een voorrangsweg moesten we links af. Het was druk geworden, het liep al richting spitsuur. Ik reed voorop. Toen er een gaatje in het verkeer kwam, trokken we op. In mijn spiegel zag ik de anderen komen (dacht ik). Een paar kilometer verder was ik echter alleen met Edwin over en bij een rotonde bleven we wachten. Na een minuut of vijf keerden we om, net toen er een ambulance met blèrende sirene voorbij kwam. Slecht voorteken! Terug bij het kruispunt bleken alle Franse hulpdiensten ter plaatse. Brandweer, ambulance én politie. De laatste vertegenwoordigd door drie vrouwelijke agenten. Van een prettig genre, dat we in Nederland in uniform zelden zien. Knapper, slanker, en Franser vooral. O ja, en er lag ook nog een motor op de grond. Jannes, de berijder, zat al in de ambulance waar hij werd onderzocht. Hij was min of meer blind achter zijn maat aangereden toen die links af ging. En waar die nog wel voor een auto langs kon, werd Jannes frontaal geraakt. Gelukkig viel de snelheid van de auto mee en had hij via een fraaie noodsprong zelfs nog boven op de motorkap gestaan. Maar voor de zwarte Suzuki was het einde verhaal. Die lag in losse kuipdelen verspreid over het Franse asfalt.. Omdat ik van de groep het beste Frans spreek, kon ik Jannes helpen met vertalen. Ze waren allerliefst, de Franse agentes. Bezorgd, geïnteresseerd en vervolgens keihard, want er moest wel een ‘amende’ geïncasseerd worden. Een boete van negentig euro, wegens geen voorrang verlenen aan het verkeer op een voorrangsweg. Graag ter plaatse afrekenen.Kon het niet minder, vroeg ik nog. Kijk eens hoe die motor erbij ligt. Willen jullie die jongen dan helemaal ruïneren? De hoofdagente (door mij Babette gedoopt) bleek onvermurwbaar. Haar collega’s (nog in opleiding hoorden we later) keken bewonderend toe. Aah, die Babette, zo professioneel, zo wilden zij later ook worden. Intussen was de sleepdienst gearriveerd. De chauffeur sprak Duits en Frans, dus het werd nog gezellig multilinguaal. Hij was een bekende van hoofdagent Babette. Een goede blijkbaar, want toen auto en motor opgeladen waren, wisselden ze van die Franse ‘bonjour-kusjes’ uit. Even later kregen we de papieren terug, samen met het reçu voor de boete. Wijzend op de vertrekkende sleepdienst vroeg ik de hoofdagente of we nu ook gingen ‘baiser’. Dat was het moment waarop ze heel erg moest lachen. En haar collega’s ook. Ook al waren ze in uniform, ineens was het gewoon een groep giechelmeiden. ‘Baiser’, legden ze me nog nasnikkend uit, was heel erg ordinair. Een ‘bise’, dat moest het zijn, of een ‘bisou’. Thuis heb ik het opgezocht. De ‘bise’ of ‘bisou’ staat inderdaad voor een kusje, een flinke smakkerd op zijn best. ‘Baiser’ blijkt gewoon all the way, samen onder de dekens. En aan kinderen maken was onze kruispuntrelatie nog niet toe, dus ik begreep hun vrolijkheid. Met Edwin achterop zijn we verder gereden. De volgende dag ging hij met trein naar huis. Inmiddels is de blauwe plek op zijn been bijna weg en heeft hij alweer een verse Suzuki. En geleerd dat je altijd zélf moet kijken, hoop ik. Een paar weken later kwam mijn Frans trouwens nog eens goed van pas. Op het circuit van Croix liep ik langs de toilettenwagen toen daaruit een vreselijk Frans gevloek opsteeg. Ik verstond een heleboel niet, maar wel ‘merde’ en ‘putain’. Daarna kwam een volzin die eindigde met ‘papier, s’il vous plaît’. De vragende hand die boven het toilethokje uitstak, sprak boekdelen. De overvloedige dankbaarheid, nadat ik een rol papier uit een ander hokje in de hand drukte ook. Ach ja, wij motorrijders moeten elkaar een beetje helpen. Ook in Frankrijk.Leuke agentes daar trouwens. Alleen het sanitair is minder.Maarten Siffels

Lees meer over

Suzuki

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...
Alpenmasters 2024 (3) – Finale

Alpenmasters 2024 (3) – Finale

19 september, 2024

Bij de Alpenmasters is het als bij een EK of WK voetbal: iedereen wil uiteindelijk door naar de finale. Acht ...
Alpenmasters 2024 – Crossovers

Alpenmasters 2024 – Crossovers

5 september, 2024

De crossover-klasse is de snelste ‘groep’ in deze Alpenmasters 2024. De GSX-S1000GX levert 152 pk, de BMW S1000XR ...