Column Maarten Siffels 09-2010
Op een druilerige zaterdagochtend treffen wij elkaar op een parkeerplaats in het midden des lands. Zo’n stuk of acht knoestige mannen en ikzelf, klaar om de elementen te trotseren. Die elementen vallen overigens wel mee. Behalve een verdwaald regenvlaagje blijft het de hele dag droog. Veel oudere RSV-en, een paar Tuono’s en een lekker knetterende RS 250, die al bij de derde bocht op de Lekdijk rechtdoor gaat. ‘’Hij liep op één cilinder en daardoor was ik afgeleid”, aldus de boomlange berijder. Tussen de plaggen onderaan de dijk komt het RS-je zonder omvallen tot stilstand. Samen sjorren we motor en berijder weer naar boven. Dit alles als onderdeel van mijn persoonlijke Aprilia-experience. Als nieuwbakken RSV mille-rijder vier ik de lente door me eens flink in het Aprilia-gebeuren te storten. Eerst ben ik lid geworden van het forum van de ARA (de Aprilia Riders Association) op www.aprilia-riders.nl. Heb daar ook nog een (in mijn ogen) zinnige vraag gesteld: “hoe krijg je de achterrem werkend?” Daar is een uitgebreide lijst met reacties op gekomen. Dank u, Aprilia-fans. Ik hang nu een dag of twee een doos met doppenset aan het rempedaal. En inderdaad, dan doet de rem het weer een week. Simpel en zuinig. Als tweede Aprilia-ervaring rij ik mee in de eerste ARA-clubrit van dit jaar, zie boven. Bij de koffiestop blijken de Aprilia-rijders zwijgzame mannen, die vooral veelbetekenende blikken wisselen. Tussendoor laten ze hun staalgrijze ogen over de groene velden dwalen. ‘’Grote cilinders’’, zie je ze denken, ‘’harde klappen. Fijn achterremmetje vandaag.’’ Het zijn mannen die hun machines van binnen en buiten kennen, dat merk je aan alles. De keuze voor de Aprilia is duidelijk met het hart gemaakt. Liefde, dat zie ik als ze een eeltige hand over het zadel laten dwalen. Passie, dat voel ik als ze met hun knuisten een korte roffel aan de V-twin weten te ontlokken. ‘’Je bent wat je rijdt’’, riep Enzo Ferrari in 1958 al. En daar is nog niks aan veranderd. Twee recente Duitse onderzoeken naar hersenactiviteit ondersteunen die stelling alleen maar. Bekende auto- en motormerken zorgen volgens die onderzoeken voor verhoogde activiteit in de mediale prefrontale cortex. Dat is het gebied in de hersenen waar zelfkennis zit en waar we aan zelfreflectie en zelfwaardering doen. Simpel gezegd gebeurt er van alles in de prefrontale cortex als we ‘Ducati’ denken, terwijl het bij ‘Hyosung’ angstig stil blijft. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat de auto of motor een communicatiemiddel is met een symbolische betekenis. Met je motorkeuze laat je zien hoe je in de wereld staat: eigenzinnig, zakelijk, stijlvol of sportief. Op zich niets nieuws natuurlijk, dat roepen we van BMW-autorijders al jaren. Zakelijke aso’s met kleine je-weet-wels, hoewel die rol een beetje door Audi lijkt te worden overgenomen. En voor BMW-motorrijders gold dat het saaie, avontuurloze mannen waren die niet konden sleutelen. Auto- en motorrijders van het Beierse merk waren duidelijk niet dezelfde groep. Interessant is dan ook om te zien hoe het merk BMW bezig is door aanbod en aanwezigheid bij motorraces z’n symbolische waarde te veranderen.Voelen we bij Hyosung dan helemaal niks? Toch wel, alleen ergens anders in de hersenen. Bij proefpersonen die plaatjes zagen van de zogenaamde ’value brands’(merken die veel waarde voor je geld bieden) werd vooral activiteit in de neo cortex gemeten. Dat is het deel van de hersenen waar de zaken beredeneerd worden en waar onze zintuiglijke indrukken verwerkt worden. Dit zijn constant veranderende zaken, reden waarom de ‘value brands’ zich telkens weer moeten bewijzen, afhankelijk van onze veranderende inzichten en behoeften. Dat hoeven de merken die aanknopen bij traditie (MV Agusta) of sportiviteit uitstralen (KTM) veel minder. Die grijpen dieper aan in onze hersenen, die zitten meteen bij het oerinstinct. Wat natuurlijk, ook al in de oertijd, alles te maken had met het vinden van de ideale partner. Dwars door alle berenvellen heen moest je precies dat mannetje of vrouwtje vinden dat juist die signalen gaf, die bij jou prefrontaal lekker aan kwamen. Mijn knoestige mannen van de ARA hoeven duidelijk niet verder te zoeken. Als ze aan het eind van de rit weer naar huis rijden, klinkt het gestamp van de V-twins een beetje als het gegrom van de holenbeer. En zie ik daar in de ondergaande zon niet net een mammoet voorbij komen?