BMW K1 Treffen
Hij zag het levenslicht als toonbeeld van het moderne motorrijden, verwerd daarna een lastig te verkopen winkeldochter om zich uiteindelijk te ontpoppen tot een zeer geliefd verzamelobject. Het moge duidelijk zijn, de BMW K1 is een motor van uitersten. Dat er op een zonnige ochtend in de Achterhoeks liefst 22 stuks voor de deur van Motor Hotel Meddo staan, mag dan dus best bijzonder genoemd worden.
Geen enkele motorfiets wist zoveel te weeg te brengen in 1988 als de BMW K1. Nog voordat het eerste exemplaar de straat aanraakte, werd de motor al uitgeroepen tot ‘Motorfiets van het Jaar’. Een feit dat door de marketingmensen van BMW gretig werd omarmt. Helaas voor hen, bleek het geen recept voor succes. Sterker nog, eenmaal op het circuit bleef er niets van overeind. De Duitse superbike met zijn topvermogen van 100 pk en royale rijklaargewicht van 258 kilo moest iedere vorm van concurrentie aan zich voorbij laten gaan. Iets dat in de talloze vergelijkingstest van destijds met dikke letters onderstreept werd.
Pas boven de 6.000 tpm komt de motor namelijk echt op gang. En heel lang kun je daar niet van genieten, want bij exact 9.170 tpm is het alweer gedaan. Niet vreemd dus dat het begin van het einde zich in 1991 al aandiende voor dit rijdende stukje vernuft. BMW presenteerde toen de K100RS. Een motor die, op het aerodynamische kuipwerk na, nagenoeg identiek was maar alles net iets beter deed. En waar – heel belangrijk voor BMW-publiek – eenvoudig twee zijkoffers aan gehangen konden worden. Twee jaar later, in 1993, was het dan echt zo ver: BMW zette met een laatste productieserie van 100 stuks kanariegele, onder de naam Ultima verkochte, K1’s een streep door het aerodynamische wonderkind. Daarmee kwam de eindscore op een magere 6.921 verkochte machines. Wereldwijd.
Ook op de tweedehandsmarkt wist de K1 lange tijd geen koper te vinden. Getuige de ruime opkomst op de K1-dag in Meddo, is dat tegenwoordig wel anders. Je zou haast kunnen beweren dat de gekuipte Duitser bezig is met een soort tweede jeugd. En de fans, die in Meddo aanwezig zijn, ook. De reden hierachter is dat de rijder, die destijds geen 26.000 gulden op de bank had staan, de motor nu voor een veel interessanter bedrag kan kopen. Daardoor kunnen plots een hele hoop jongens- en meisjesdromen alsnog in vervulling gaan. Kijkende naar de vele blije gezichten is dat zeker gelukt. Tel daarbij op dat het aantal machines – gezien de tegenvallende verkoopcijfers – beperkt is, en je hebt een succesformule in handen. Niet zo zeer voor BMW uiteraard, maar wel voor de verzamelaar. Zo ook voor de uit Groenlo afkomstige Huub Wellink (59) die dit jaar de organisatie voor het jaarlijkse K1-uitje op zich heeft genomen. “Waarom ik een K1 heb? Omdat ik alle viercilinders van BMW wil hebben en daar hoort de K1 natuurlijk ook bij. Ik kocht mijn eerste K in 2008 en ondertussen is dat aantal al gegroeid tot boven de twintig. Je kunt dus rustig stellen dat ik fan ben. Waarom? Omdat het een geweldige machine is.” Een mening die overduidelijk gedeeld wordt. En niet alleen door Nederlanders, blijkt in Meddo, waar ook flink wat Duits wordt gesproken. De oosterburen zijn namelijk ook goed vertegenwoordigd en er zijn zelfs twee Spaanse fans aanwezig. Die laatsten overigens zonder K1. “Helaas kwamen we er vlak voor ons vertrek achter dat één van onze motoren niet lekker liep”, legt de uit Noord-Spanje afkomstige Salvador Illerías uit. “Maar ja, we wilden dit treffen ook echt niet missen. Dus zat er niets anders op dan snel in de auto te stappen en deze kant op te komen. Gelukkig hebben we het allemaal gered.”
De twee Spanjaarden zijn niet de enigen die zonder volledig gekuipte viercilinder naar de Achterhoek zijn gekomen. “Er hebben zich ook een aantal mensen aangemeld die zelf geen K1 rijden, maar er wel fan van zijn”, legt Huub uit. “Die zijn natuurlijk ook van harte welkom.” Als rond 11.00 uur alle ruim veertig aanwezigen hun koffie op hebben, is het tijd voor de tocht. “We hebben ervoor gekozen een mooi rondje Achterhoek te rijden,” vertelt Huub naderhand. De door voorrijder Harm, neef van Huub, geplande route was een groot succes. “Het was een prachtige route en we hadden prachtig weer. Beter kon niet. Naderhand hebben we bij het beginpunt nog lekker samen gegeten en wat gedronken. Mooier kan niet”, aldus een zeer vrolijk gestemde Huub. “Zo hoor je een dertigste verjaardag te vieren.” Waar de K1 volgend jaar september zijn 31e verjaardag viert, is nog niet bekend. Wil je erbij zijn, dan doe je er goed aan het forum van www.bmwk.nl in de gaten te houden.
Thomas Rich (51)
Toen de K1 voor het eerst gepresenteerd werd door BMW was ik te jong en de motor echt veel te duur. Hij kostte toen meer dan 20.000 Duitse marken. Maar ja, dat design was toch wel heel speciaal. Dus sprak ik met mezelf af dat ik ooit een K1 moest bezitten. Die jongensdroom kwam een aantal jaar geleden uit toen ik er weer tegenaan liep. Bij toeval zag ik een K1 staan en werd het warme gevoel dat ik destijds had weer aangewakkerd. Dus ben ik aan het zoeken geslagen om uiteindelijk deze K1 voor een schappelijke prijs op de kop te tikken. En net als heel veel anderen hier, is het niet bij die ene gebleven. Al is mijn verzameling met drie stuks best beschaafd. Ik hoop nu nog dat mijn zoon er net zo gek van wordt als ik. Tot op heden is dat niet gelukt. Hij houdt het liever bij een Japanse motor.
Manfred Klein (60)
Ik kocht twaalf jaar geleden mijn eerste K1. Niet zo zeer vanuit een jongensdroom, maar meer uit interesse voor de legende. Deze motor is tijdloos, hij blijft mooi. En eerlijk is eerlijk, BMW heeft een prachtige machine in elkaar gezet. Misschien wel te goed en was hij tijdens de lancering de tijd al ver vooruit. Zelf heb ik drie jaar geleden besloten een span aan mijn K1 te laten zetten. Een logische keuze, aangezien mijn vrouw en ik al heel lang spannen rijden. Daar begonnen we al mee toen de kinderen nog klein waren. Die gingen eerst mee in de bak, om nu zelf met een span te rijden. Het virus is dus overgeslagen.
Klaas Hielkema (73)
Moet je luisteren, toen ik tien jaar geleden voor het eerst een K1 zag had ik géén idee wat voor motor het was. En ik rij als sinds mijn achttiende motor. Ondertussen heb ik er vijftien staan en ben ik bezig met de zestiende. Om het moment dat BMW de motor lanceerde, was ik namelijk veel te druk met het runnen van mijn eigen zaak en mijn kinderen om op dat soort zaken te letten. Je mag dus gerust concluderen dat ik een late instromer ben. En van het een komt het ander. Nadat ik de eerste K1 bij Wim ter Braake in Nijeveen kocht, zag ik dat er zes kleuren waren. Dus wilde ik graag alle uitvoeringen hebben. Vervolgens is het ook een soort investering geworden. Een nette K1 brengt nu namelijk tussen de 4.500 en 5.500 euro op. Bij de bank krijg je toch niks meer, dus dan kan je het geld beter investeren in een mooie K1.