+ Plus

Belgian Classic TT Gedinne

Het lijkt wel of er tegenwoordig meer classic-races zijn dan races met moderne motoren. De hang naar die goeie ouwe tijd en de nostalgie van de stratencircuits zo groot dat de classic-races moeten dringen om een plekje op de kalender. Een van de meest bijzondere evenementen op dit gebied is altijd in augustus, in het Belgische Gedinne. Daar kun je de sfeer van veertig jaar geleden opsnuiven: de ‘Belgian Classic TT’ is een reis terug in de tijd.
“Net als vroeger….” zei Jacky Buytaert vorig jaar toen hij met zijn Honda replica-CR750 terugkwam van de parade voor klassieke motoren op het circuit van Gedinne in het Belgische Henegouwen. Buytaert – die dit jaar opnieuw zijn zeventiger jaren Honda uit de garage haalt om in Gedinne het gas opentrekken – doelde daarmee niet alleen op de motorfiets, maar ook op de hele entourage in Gedinne. ‘Toen’ is voor Buytaert de jaren zeventig, waarin hij met een Dholda samen met de Fransman Jean Luc tot twee keer toe de 24 Uren van Luik op zijn naam schreef. Als je in Gedinne – dit jaar op 25 en 26 augustus – rondloopt, is het inderdaad alsof je in een tijdmachine bent gestapt. Het rennerskwartier staat vol met caravans en busjes, hier en daar zelfs een tent. En het rennerskwartier is in een weiland. Het lijkt op de rennerskwartieren van de stratencircuits van de NMB-races in de jaren zeventig, toen er nog volop werd geraced in Limburg en Noord-Brabant. En in België op Chimay en Gistel… De motoren staan onder een partytent of gewoon voor een busje. Stuk voor stuk fraai klassiekers, sommige helemaal opgebouwd, andere in half ontklede staat omdat er nog aan gewerkt wordt. Veel viertakten: Norton’s, Triumph’s, FN’s, Sarolea’s, Gillet’s, Rudge’s, maar ook tweetakten als de Suzuki’s T20 en T500, gillende Kawasaki 500 cc driecilinders en natuurlijk Yamaha’s. Maar allemaal van voor 1972, want dat is de regel: alle motoren moeten minimaal 40 jaar oud zijn. Wat dat betreft zijn deze races dus veel ‘klassieker’ dan bijvoorbeeld de Bikers’ Classics op Francorchamps waar tegenwoordig juist steeds meer motoren van na 1972 lijken rond te rijden. En waar vind je tegenwoordig nog een circuit dat bestaat uit openbare wegen die voor één weekend afgesloten worden? Met een biertent in de binnenbocht, afzetting van plastic lint en publiek direct achter de strobalen, die d emotoren bijna aan kunnen raken. En waar is de kassa nog een tuintafeltje met een geldkistje? In Gedinne dus. Zelfs de prijs is van vroeger: 10 euro voor twee dagen, inclusief toegang tot het rennerskwartier… Traditioneel was Gedinne het toneel van een ‘gewone’ race, maar in 2006 werd die voor het laatste gereden. Een week erna stond de eerste Belgian Classic TT op het programma, georganiseerd door de Classic Racing Motorcycles Belgium. De CRMB is een club van klassieke liefhebbers en werkt samen met de Belgische motorsportbond BMB, onder meer op het vlak van het technische reglement voor de races met oude motoren. “De aanleiding voor die race in 2006 was het 20-jarige bestaan van die CRMB”, aldus Yves Campion, bestuurslid van de CRMB en fan van Belgische Gillet-motoren: “Vanaf 1986 reden de klassiekers hier al in het bijprogramma van de gewone wegraces, maar de animo werd steeds groter zodat het een zelfstandig evenement werd. Tegenwoordig trekken de races in Gedinne op twee dagen zo’n 300 deelnemers uit binnen- en buitenland en de races voor moderne motoren zijn er niet meer. Het circuit is niet meer geschikt voor de pk-monsters van tegenwoordig. Voor de klassiekers van voor 1972 is het circuit kennelijk nog aanvaardbaar qua veiligheid.” Het circuit waar men nu rijdt – op de heuvel net buiten Gedinne – is overigens al het derde circuit van Gedinne. Vanaf 1947 wordt er al geraced, eerst op een circuit in de stad zelf, met de start en finish bij het station. Tussen 1959 en 1976 lagen de races stil, daarna hervatte men de organisatie op een ander stratencircuit en sinds 1987 rijdt men op de huidige baan. Jean-Pierre Capel, voorzitter van de CRMB en zijspanracer over die eerste organisatie: “We hadden eigenlijk het geld er niet voor. We waren maar een kleine club en hadden weinig in kas. Het budget voor de races was toen 30.000 euro, maar we hebben geluk gehad die eerste keer: het publiek en de rijders waren tevreden en we hebben wat kunnen verdienen. Zo ontstond de Belgian Classic TT als zelfstandig evenement, ook al moeten we het circuit nu helemaal voor deze classic-races opbouwen en kunnen we niet meer meeliften op de organisatie van die moderne races. We moeten dus zelf het circuit afzetten en beveiligen. We doen er veel aan om het circuit veilig te maken met strobalen en banden.” Net als de rijders komen de toeschouwers tegenwoordig uit alle windstreken. Naast Belgen veel Nederlanders, Fransen en Britten. Vorig jaar stak de Engelse journalist Frank Melling de loftrompet over Gedinne: “De gouden eeuw van de motorracerij is levend en wel in de Ardense bossen!” schreef hij toen in The Daily Telegraph. Hij noemde de races een unieke kans om terug te gaan in de tijd. “Wat Gedinne zo speciaal maakt is dat het 100% puur wegracen is met nauwelijks een hint van modernisme. In dat opzicht is het evenement twee generaties verwijderd van de moderne imitatie van klassiek racen. Je zou je hier terug kunnen wanen in 1955.” Melling haalde aan dat toeschouwers overal kunnen komen en op een paar centimeter van een draaiende Norton Manx of een Matchless G50 GP kunnen staan. Bijna nergens anders kun je inderdaad zo dicht bij de actie komen. Op sommige plaatsen razen de oude motoren op een meter van je vandaan. “Er zijn twee manieren om naar Gedinne te kijken. Een is: het is extreem gevaarlijk en ieder verstandig mens in een auto zou hier in de regen heel voorzichtig rijden, vanwege de hobbelige, smalle asfaltstrook afgezet met prikkeldraad. De andere visie is dat Gedinne hart en ziel is van motorracen. Zelfs vergeleken met de TT van het Eiland Man behoort het Belgisch evenement niet zozeer tot een ander tijdperk, maar tot een andere sterrensysteem.” Melling reed de afgelopen jaren zelf met een Norton Manx in Gedinne. Niet alleen voor d ebezoeker, ook voor de rijders is het vooral de gezelligheid en sfeer die telt. Zelfs voor coureurs die ‘vroeger’ nooit echt gekend hebben. Zoals Bram Van Hengel, nog geen dertig, bij de vorige editie zei: “De sfeer is leuk en het is één grote familie. Iedereen komt hier voor de fun.” Van Hengel reed met een Suzuki 250 cc uit 1969. Toen die motor op de markt kwam, moest hijzelf nog geboren worden. Voor Norton-rijder Michel Degueldre is het stratencircuit van Gedinne ook een deel van de charme. “Het is hier zoals toen. Op dergelijke banen reden ze indertijd ook met deze motoren.” Ten slotte: waarom heten de races Belgian Classic TT? Jean-Pierre Capel: “De komt van Engelse zijspanrijders. Gedinne had jarenlang een internationale zijspanrace en toen zeiden de Engelse rijders altijd al over dit circuit: ‘het lijkt hier wel wat op de TT van Man: een smal, snel en bochtig stratencircuit. Call it the Belgian TT’. Vandaar…” [[kaderstuk]] ZELF NAAR GEDINNE De omgeving van Gedinne (op de grens van de Belgische provincies Henegouwen en Luxemburg) is voor motorrijders een fraai reisdoel. Het is een minder bekend deel van de Ardennen. Om in Gedinne te komen neem je komend vanuit Antwerpen de E19 naar Brussel en vervolgens de E411 richting Namen-Luxemburg. Neem voorbij Namen de afrit Houyet en hou die plaats aan. Je wordt er getrakteerd op een paar kilometers puur bochtenplezier. Volg vervolgens Beauraing en Gedinne. Vanuit Maastricht neem je de snelweg naar Luik en vandaaruit de E42 Verviers – Francorchamps. De leukste routes zijn dan Stavelot, Vaux-havanne, Erezee, Hotton, Marche-en-Famenne, Rochefort, Wellin en Gedinne. Of via Stavelot, Vielsalm, La Roche-en-Ardenne, Marche-en-Famenne, Rochefort, Wellin en Gedinne. De omgeving van Gedinne leent zich voor lekker bochten pakken, vooral langs de Semois van de Franse grens tot in Bouillon (langs Poupehan en Corbion) en dan vanuit Bouillon via Dohan en Mortenan naar Bertrix.

Gerelateerde artikelen

Eerste Test Honda X-ADV

Eerste Test Honda X-ADV

14 november, 2024

Bijna tien jaar na zijn introductie is de X-ADV nog altijd een unieke verschijning. Ligt de concurrentie te slapen ...
Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...