Bandentest Dunlop Roadsmart IV
Stilstand is achteruitgang. Of in het geval van banden een in letterlijke zin minder snelle vooruitgang dan de nieuwere concurrentie. En omdat de derde generatie Roadsmart van Dunlop alweer uit 2016 stamt, leek het de Franse fabrikant wel tijd voor een update. Op en rond het eigen testcircuit in Mireval voelden wij de nieuwe Roadsmart IV aan de tand!
‘De zeer kleine verschillen in de drie testonderdelen maken duidelijk dat er hier geen echte verliezers zijn. De huidige generatie toerbanden staat op een extreem hoog niveau.’ Een mooi compliment voor alle deelnemers aan de 2021 (sport-)toerbandentest (zie MotoPlus 7/2021) en desondanks een hard gelach voor de Roadsmart III. Die gaf met een totaal van 310 weliswaar slechts tien punten toe op de winnaar, maar bezette daarmee ‘slechts’ de vijfde van in totaal zes plaatsen. Dat wil je natuurlijk niet in het belangrijkste bandensegment op motorgebied, daar wil je vooraan staan. Om even aan te geven hoe belangrijk het sporttoersegment is voor een bandenfabrikant: van de twintig best verkochte motoren in Europa, zitten er zeventien in de doelgroep van de Roadsmart. Dan heb je het toch over een significant punt van de bandentaart.
Terug naar de Roadsmart III. Die deed het eigenlijk op alle fronten best goed, maar excelleerde buiten zijn lichtvoetigheid nergens echt. Met name op nat wegdek nam de nieuwere concurrentie toch wel afstand, ondanks dat ook de nat weer eigenschappen van de III an sich best prima waren. Die grip onder natte omstandigheden was daarom een van de speerpunten bij de ontwikkeling van de Roadsmart IV, aldus Dunlop productmanager Dimitri Talboom. ‘Een van de’ inderdaad, als allrounder op rubbergebied moet een sporttoerband namelijk niet alleen op verschillende rij-dynamische vlakken overtuigen, maar ook nog eens op een heel breed scala aan motorfietsen. Een Yamaha MT-07 of Kawasaki Z900 is namelijk net zo goed een potentiële kandidaat, als een BMW R1250GS of Suzuki GSX-S1000GT.
Uiteraard vormde de Roadsmart III het uitgangspunt bij de ontwikkeling van de IV, die op verschillende fronten werd aangepast. Veel onderhuidse nieuwe technologieën, maar ook zichtbare, zoals het nieuwe profiel. Meest in het oog springende verschil aan de voorzijde is het ononderbroken patroon van de in breedte variërende hoofdgroeven. Ook overlappen de groeven elkaar nu niet meer en is er sprake van een doorlopend profiel, waar het profiel van de drie nog bestaat uit elkaar opvolgende, identieke secties. Daarnaast kent de IV een grotere land/sea-ratio (14,2 tegenover 13,5%), ofwel het aandeel groef op het loopvlak is groter geworden, wat resulteert in een verbeterde afvoer van water.
Achter is het profiel eveneens aangepast, waarbij de hoofdgroeven nu een ‘slingerende’ beweging maken voor een optimale grip op nat wegdek onder verschillende hellingshoeken. En ook hier is de land/sea-ratio vergroot, en wel van 10,3 naar 12,6%. Daarnaast kan de Roadsmart IV een beroep doen op een geheel nieuwe compound, die bestaat uit een nieuwe mix van vier componenten, waarin het aandeel silica (houdt het rubber ook op lagere temperaturen soepel, goede voor de natte grip) niet geheel onverwacht is toegenomen.
De constructie van de IV is eveneens onder handen genomen, zo is op de voorband nu voor het eerst de ‘single cord jointless belt-technologie’ toegepast. De naam zegt het al, de koordlaag wordt gevormd door een enkele draad die aan één stuk rond de band is gewikkeld. Het betreft een doorontwikkeling van de bestaande jointless belt-technologie, die op de achterband wordt toegepast. Hier zijn drie draden eerst gebundeld alvorens ze rond de band worden gewikkeld. Bij de single-cord variant is het ook echt één enkele draad.
Eveneens nieuw is de Jointless Tread-technologie, die op voor- en achterband is toegepast. Kort door de bocht betreft het een naadloos loopvlak, dat enigszins vergelijkbaar is met de jointless-belt technologie. Alleen wordt hierbij het loopvlak in losse ‘banen’ rond de gordellaag gewikkeld, alvorens de band wordt gevulkaniseerd. Van voor en achterband is ook het contour, met name in het schouderbereik, iets aangepast waardoor onder meer het contactvlak tussen de 7° en 30° hellingshoek een stukje groter is geworden.
Resultaat van alle inspanningen zijn volgens Dunlop onder meer sterk verbeterde prestaties op nat wegdek, constante rijeigenschappen gedurende de volledige levensduur, de beste handling in het sporttoersegment en een uitstekende balans tussen prestaties en levensduur.
Over de levensduur kunnen we niet echt zinvolle uitspraken doen, maar een eerste kennismaking op Dunlop’s eigen testcircuit in het Zuid-Franse Mireval moet in ieder geval uitsluitsel geven over de prestaties van de nieuweling op verschillende fronten. Naast een reguliere praktijktest op de openbare weg (van 175 km), staan er in de middag nog een drietal ‘workshops’ op het testcomplex te wachten, te weten handling lage snelheid, handling nat wegdek en handling hoge snelheid.
De praktijktest begint in het zadel van een Kawasaki Z900RS, die is voorzien van de Roadsmart IV in SP-versie, bedoeld voor lichtere, iets meer sportieve motoren. Daarnaast is er ook een GT-versie, waarvan de achterbandconstructie zich onderscheidt van de SP door een tweede karkaslaag van rayon.
Hoewel Zuid-Frankrijk, laat het kwik zich nog niet van z’n meest zonnige kant zien. In de vroege ochtend is het nog redelijk frisjes, maar die temperatuur lijkt van weinig invloed op het rubber, dat gevoelsmatig snel op bedrijfstemperatuur is. De IV wekt meteen vertrouwen met zowel grip als feedback. Op de doorgaans smalle enkelbaanswegen, her en der voorzien van de nodige vochtige plekken en voorzien van allesbehalve lakenstrak asfalt, is de grip uitstekend. Nooit heb je het idee de controle te verliezen op de soms onvoorspelbare ondergrond. Insturen doet de band niet overdreven lichtvoetig, maar wel makkelijk en bovendien ook heel voorspelbaar. Hij rolt heel gelijkmatig af, om het maar zo te zeggen. Zowel in kort kap- en draaiwerk, als snelle lange doordraaiers acteert het rubber op hoog niveau en staat zichzelf niet het kleinste uitstapje toe.
De GT-versie, achtereenvolgens op een Honda NT1100 en Suzuki GSX-S1000GT, toont een vergelijkbaar karakter. Prima feedback, fijne rechtuitstabiliteit, een makkelijk, voorspelbaar stuurkarakter en uitstekende handling op zowel lage als hoge snelheid. Met name bij het uitaccelereren lijkt het rubber zich echt in het asfalt vast te bijten en wordt iedere millimeter verdraaiing van het gashendel omgezet in voorwaartse drang. Kort door de bocht: als sporttoerband beheerst hij beide disciplines meer dan goed!
Op het testcomplex wordt ’s middags afgetrapt met de handling op lage snelheid, waarbij de IV kan worden vergeleken met zijn voorganger. De III blijft overigens net als de Roadsmart II nog gewoon leverbaar (de hele Roadsmart-range dekt daarmee zo’n beetje het volledige matenspectrum af). Op een Kawasaki Z900 wordt een lage-snelheidsparcours tweemaal gerond met een snelheid van tegen de 20 km/uur: eerst met de III, daarna met de IV. Om kort te gaan, hier zijn er nauwelijks merkbare verschillen.
Dat is op nat wegdek wel anders. De ‘wet track’ wordt in totaal met vier motoren gedurende meerdere rondes gerond. Twee Suzuki GSX-S950’s en twee BMW R1250R’s, waarvan er een van de Roadsmart III is voorzien en de ander van de IV. Uiteraard is het eerst een kwestie van gewenning en vertrouwen opbouwen, doen we achter een voorrijder, daarna gaat het zelfstandig op pad. De Roadsmart IV valt daarbij ten opzichte van de III in positieve zin op, omdat hij zich bij accelereren en remmen veel meer laat belasten. Tractiecontrole en ABS zijn lang zo druk niet als op de motorfiets die op de III staat. Ook de zijdelingse grip is veel beter, wat je met name merkt in de snelle 180° slinger waar het dashboard een opvallend hogere maximum snelheid toont. Vertrouwen is onder natte omstandigheden het toverwoord en dat biedt de IV hier volop.
Rest enkel nog de handling op hoge snelheid, en daarvoor staat het reguliere testcircuit ter beschikking. De dienstfietsen: Kawasaki Ninja 1000SX, Suzuki GSX-S1000GT en BMW S1000XR. Tijdens de ochtendsessie op de openbare weg werd er al een weinig bescheiden tempo op na gehouden, nu kan het mes echt tussen de tanden voor het testen van het sport-aspect. Het testtraject biedt daarbij een ruime variatie aan bochten, van flauw en extreem snel, tot krap en langzaam, evenals wisselbochten. Alle belangrijke rij-dynamische aspecten komen hier samen. Daarbij laat de Roadsmart IV eigenlijk hetzelfde beeld zien als in de ochtend. Hij stuurt makkelijk in, laat zich levendig omgooien, een oprichtmoment kent ‘ie niet of nauwelijks en grip en stabiliteit is onder alle omstandigheden je deel. Weinig te wensen nog eigenlijk!
Conclusie
Een goede sporttoerband ontwikkelen is misschien wel de grootste uitdaging voor een bandenfabrikant. Geen enkele andere band moet immers zoveel eigenschappen tegelijk verenigen. Betrouwbaar in de regen, makkelijk te hanteren op lage snelheid, optimale stabiliteit en grip op hoge snelheid en dat alles gecombineerd met een lange levensduur en extreem breed scala aan motorfietsen waarop ‘ie dienst moet kunnen doen. Onder de streep is de nieuwe Roadsmart IV gewoon een zeer geslaagde doorontwikkeling van de ook al goede III. Heeft op bijna alle belangrijke fronten een (flinke) stap voorwaarts gezet en toont zich als een rasechte allrounder. De concurrentie kan zich alvast de borst natmaken!