Alpenmasters 2024 – Mid Sports
Clip-ons en een haarspeldbochten-eldorado klinkt op het eerste gezicht niet als een combinatie die veel rijplezier zal brengen. Of toch wel? De Honda CBR650R en Suzuki GSX-8R zullen laten blijken of een volle kuip en een voorwiel georiënteerde zitpositie ook geschikt zijn voor lekker sturen in de Alpen.
Mid Sports, de niet zo extreme sportmotoren. Dus niet de supersports of superbikes die kant-en-klare circuitfietsen zijn, maar sportieve motoren met minder lage stuurhelften en duidelijk minder dan duizend cc en tweehonderd pk. De motoren hier maken een spagaat tussen sport en normaal straatgebruik. Het zijn de Honda CBR650R, nieuw dit jaar met E-Clutch, en de nieuwe Suzuki GSX-8R met als sterk ingrediënt onder andere het motorblok dat ook te vinden is in de Alpenmasters-kampioen van vorig jaar, de V-Strom 800DE.
Dat ze goed geschikt zijn voor dagelijks gebruik is te danken aan het feit dat ze niet compromisloos sportief zijn. Het eerste voorbeeld daarvan is goed zichtbaar, namelijk de plaatsing van de stuurhelften. De CBR heeft ze ter hoogte van de bovenste kroonplaat zitten, de Suzuki zelfs ver daarboven. Terwijl je op de Honda nog merkbaar voorovergebogen zit over de 15,4 liter grote/kleine tank, zit je op de Suzuki nog een stuk meer ontspannen.
Dat is in het normale leven op straat een wezenlijk voordeel en maakt de omgang met de Suzuki speels gemakkelijk, iets wat het sturen in al die krappe hairpins rondom de Stelvio echt goed doet. Geen haarspeldbocht is te krap en geen weg te slingerend. Dankzij een ontspannen zit met dito nekhouding heb je uitstekend overzicht en geen pijnlijke nekspieren na een dag passen rijden. Juist hier, waar de ene bocht na de andere volgt en de wegen vaak erg smal zijn, is een vooruitziende blik belangrijk. En dat gaat op de Suzuki moeiteloos, waarvan het rijplezier profiteert.
Rijplezier heb je ook op de Honda, maar daarop moet je veel bewuster insturen en je hele lichaam laten meewerken om de ideale lijn te pakken. Al meer zoals een supersport dus. Interessant hierbij is dat zowel de CBR650R als de GSX-8R op Dunlop Roadsport 2 staan, elk in een speciale versie. Terwijl de Suzuki op zijn ‘X’-versie gemoedelijk en gemakkelijk op één oor te leggen is, naar wens gewillig een krappere of wijdere lijn volgt en een vertrouwenwekkende stabiliteit heeft, heb je voor hetzelfde tempo op de Honda meer aandacht nodig. Zijn ’N’-Dunlops lijken liever rechtuit te gaan dan vederlicht af te draaien. Alleen een vaste hand aan het stuur en een resolute stuurimpuls brengen de Honda van zijn rechte lijn af. Jammer. Met zijn rijklare gewicht van slechts 212 kilo heeft hij ook in de Alpen eigenlijk een prima basis als bochtenvreter. Het rijwielgedeelte en gevoelsmatig vooral de banden werken echter niet zo mee. Zodoende gaat de 205 kilo lichte Suzuki er gemakkelijk voorbij.
Naast een goed uitgebalanceerd rijwielgedeelte en de betere banden profiteert de Suzuki op deze bergwegen sterk van zijn motorblok. De 776 cc grote paralleltwin met 270°-krukas trekt simpelweg overal en altijd met passende, direct oproepbare punch. Zelfs als de Suzuki stapvoets moet afdraaien en het toerental nog maar net boven stationair ligt, volstaat een korte draai aan het gashendel om de snelheid rukvrij te laten toenemen. De tweecilinder met zijn 83 pk is een blok voor alle situaties, ook hier in de Alpen.
Hier heeft de 649cc-viercilinder van de CBR650R het moeilijker. Met zijn 95 pk heeft hij weliswaar meer topvermogen, maar hij moet wel flink toeren draaien om op te schieten. Die 95 pk komt pas vrij bij 12.000 toeren, helemaal onderin heeft hij weinig fut. Zodra het toerental in het middengebied aankomt, krijgt de CBR650R het beter naar zijn zin. Op brede bergwegen met wijdere bochten is dit een bruikbare vermogenskarakteristiek, maar hoe smaller de wegen en hoe krapper de bochten, hoe meer het een nadeel wordt. Daarbij kan zelfs de E-Clutch hem niet verder helpen, omdat de Suzuki met zijn up/down quickshifter net zo moeiteloos schakelt.
Het sterke punt van de CBR650R komt echter nog. Wie alsmaar bergop rijdt, moet uiteindelijk ook weer omlaag. Wat de Honda bij het ankeren uit zijn remsysteem en ABS weet te halen, verdient applaus. De 310mm-schijven in het voorwiel en het antiblokkeersysteem zonder instelmogelijkheden leveren bergaf met twee personen absolute topwaarden. Geen enkele motor in deze 2024-editie van de Alpenmasters komt aan de vertraging van de CBR650R. Een top-remsysteem dat elke remactie voor een hairpin tot een genot maakt! De Suzuki komt met zijn hardware van eveneens twee 310mm-schijven in het voorwiel en zijn ABS-regelelektronica niet helemaal aan deze uitstekende remprestaties. Gemiddeld bereikt hij bij de remproef op de hobbelige afdaling vanaf 75 km/uur een kleine 2,5 meter later de 25 km/uur. Wat overigens nog steeds een goede waarde is.
Duizend haarspeldbochten later rollen de Honda en de Suzuki het tankstation binnen. Tankpistool erin en vervolgens een lach op ons gezicht. Met een bescheiden 1 op 20,4 na 100 kilometer bochtenpret blijkt de CBR650 mooi zuinig. De Suzuki is met 1 op 21,3 zelfs nog iets zuiniger. Daarmee halen beide motoren op deze paswegen zo’n 300 kilometer op een tank. Da’s ruim voldoende voor een lekkere dag sturen in de Alpen zonder voortdurend aan bijtanken te hoeven denken. Dat allebei deze ‘milde’ sportmotoren de mix van klimmen en afdalen en krappe en ruime bochten aankunnen staat buiten kijf. Dat de Suzuki zich op dit terrein lekkerder voelt, is na deze testdag echter wel duidelijk. Met de GSX-8R met zijn fijne motorblok heb je ook in de Alpen een heerlijke fiets, terwijl de CBR650R zich lekkerder voelt in ruimere bochten, en bij het uitaccelereren van de krappe hairpins kan hij een zekere kortademigheid niet verhullen. Hij gedraagt zich in die opzichten nog iets meer als een pure supersport. Daarmee gaat de winst in dit duel naar de Suzuki, die met zijn al bijna sporttoerder-achtige opzet onderstreept dat sportmotoren en Alpenmasters wel degelijk een match kunnen zijn.
Conclusie
De Suzuki levert als sportieve middenklasser een zeer overtuigend totaalpakket in deze Alpenmasters. Kritiekpunten zijn er niet. De Honda mist daarentegen wat gewilligheid in de bochten en wat meer punch bij lage toerentallen. Absoluut fantastisch is echter zijn topwaarden leverende remsysteem.