+ Plus

Alpenmasters 2023 (2) – Mid Adventures Europa

Wat is de oplossing voor slechte wegen? Lange veerwegen! En dat is wat zowel de Aprilia Tuareg 660 als de KTM 890 Adventure R in royale mate hebben. Aangezien bij beide ook de zitpositie klopt voor bergwegen, hebben ze goede papieren voor een topklassering, of zelfs de zege in de Alpenmasters 2023. Of dat er in de praktijk ook uit komt, moet blijken in een duel op en rond de Stelvio. Slechts één van de twee gaat door naar de finale.

Krap, krapper, Stelvio. Er zijn maar weinig Alpenpassen waar de weg zich in zulke krappe en steile haarspeldbochten omhoog slingert als op deze pas op de grens van Zwitserland en Italië. Een goed blikveld vanuit het zadel en een zeker aanvoelende balans in de motor bepalen of het rijplezier met elke hoogtemeter toeneemt of juist via de steile afgronden spreekwoordelijk keldert. Wat helpt om het overzicht te behouden, is een hoog stuur – zoals deze Aprilia en KTM dat hebben. Beide motoren mikken met hun tweecilinderblokken, grof geprofileerde banden, lange veerwegen en relatief lage rijklare gewichten van 207 kilo (Tuareg 660) en 214 kilo (890 Adventure R) op het avontuurlijk ingestelde motorvolk. Vandaag een rit naar Valkenburg, morgen de Stelvio en overmorgen de woestijn in. Met deze twee motoren wil je alles kunnen doen. Het risico van zo’n universele inzetbaarheid is natuurlijk dat je een motor krijgt die alles wel kan, maar niks echt goed.

Bij de zitpositie is er in elk geval geen probleem. Ja, een zithoogte van 885 millimeter bij de Tuareg en een toepasselijke 890 bij de Adventure R is al bijna een klimoefening te noemen, maar doordat noch de tanks, noch de motorblokken je knieën wijd uit elkaar duwen en ook de zadels smal van vorm zijn, komen zelfs rijders met kortere benen wel met hun voeten aan de grond. Het hoge en op ideale afstand van de rijder geplaatste stuur van de Aprilia geeft een majestueuze zithouding. Je hebt op de ranke Italiaan meteen het gevoel van ‘volgooien die 18-liter-tank en laat de hairpins maar komen!’
Op de KTM staat het stuur lager. In het Oostenrijkse Mattighofen hebben ze echter de goede gewoonte om verstelbare ergonomie hoog op de prioriteitenlijst te zetten. De bovenste kroonplaat van de Adventure R heeft drie montageposities voor de asymmetrische stuurklemmen. Iedereen kan daarmee wel een goede stuurpositie voor zichzelf vinden.

Daar waar het voor je armen op beide motoren goed geregeld is, wordt van je achterste wat meer tolerantie gevraagd. De eendelige zadels scoren met hun smalle vorm weliswaar goed qua benodigde beenlengte, maar qua comfort moet je je verwachtingen niet al te hoog stellen. Dat geldt vooral voor de 890 Adventure R, met zijn tamelijk harde zadel, stugge vering en zijn Mitas Enduro Trail-banden met de eigendemping van uitgedroogd eikenhout. De KTM vraagt zodoende meer van je zitvlak dan je in de meeste gevallen lief is.

De Pirelli Rally STR’s op de Aprilia hebben meer absorptievermogen, en bovendien heeft de Tuareg vering die ook bij toeristisch tempo de klappen van de ondergrond effectief weghoudt van de rijder. Dat zorgt ervoor dat je op de Aprilia veel meer ontspannen aankomt op de top van de pas. Overigens mag duidelijk zijn dat allebei deze motoren niet aan het zitcomfort van dikke adventures als de Ducati Multistrada V4 of BMW R1250GS komen. Bij de twee lichtere adventures in dit duel is er duidelijk voor gekozen om ook in het terrein echt goed uit de voeten te kunnen, en daarvoor is bewust wat super-de-luxe reiscomfort ingeleverd. Het comfort van de sofa thuis halen ze beide duidelijk niet.

Dat geldt zoals gezegd vooral voor de KTM. De vering van de Adventure R is weliswaar volledig instelbaar, maar is hoe dan ook qua aanspreekgedrag aan de harde kant. Echt mooi vloeiend en gevoelig reageren op de hobbels doet hij niet, en het ver opendraaien van de dempingsschroeven verandert dat karakter niet wezenlijk. Pas als je een stevig tempo rijdt, gaat de vering echt goed werken en wordt hij zelfs comfortabeler. Dit blijft een typisch kenmerk van KTM. Dat moet je liggen natuurlijk. De Tuareg doet dit alles een stuk vloeiender. Met de zachte pootafdruk van een roofkat tast hij de ondergrond af, waarbij effectief gebruik wordt gemaakt van de royale 240 millimeter veerweg die hij voor en achter heeft – precies evenveel als de KTM overigens. En dat zonder dat de Aprilia bij een snelle rijstijl in de problemen komt. Een goed gekozen progressie op het einde van de veerweg smoort alle potentiële deining of doorslaan in de kiem.

Op het motorische front slaat de balans, die tot dusver zo duidelijk richting Italië uitsloeg, echter voorspelbaar richting Oostenrijk uit. De 659cc-paralleltwin in de Tuareg stamt af van die in de RS660 (100 pk) en de Tuono 660 (95 pk). Voor deze adventure-toepassing heeft Aprilia het blok teruggetuned tot 80 pk (wat nog steeds fors is voor een zes-en-een-half-tweecilinder), en hem in ruil daarvoor nog gemakkelijkere omgangsvormen gegeven. De twin met zijn 90°-V-twin-ontstekingsintervallen (270°-450°) hangt wondermooi aan het gas, zowel onderin, in het middengebied als bovenin, en reageert altijd levendig op een draai aan het gashendel. Vergeleken met de 889cc-KTM en veel andere motoren in deze Alpenmasters 2023-competitie zijn de acceleratiecijfers in de hoogste versnelling bergop en op grote hoogte echter duidelijk minder vlot, en zit hij wat dat betreft in het onderste derde deel van het deelnemersveld. Da’s niet zo gek, de meeste motoren in deze competitie hebben meer tot veel meer cc’s. Pas als de toerentellernaald boven de 5.000 komt, gaat de Aprilia serieus trekken. In hairpins rij je echter liever niet zo hoogtoerig, dan is een flinke punch van helemaal onderuit wel lekker. Daar komt bij dat de versnellingsbak tamelijk grof schakelt, je moet het pedaal resoluut bedienen, anders gebeurt er niks.

Op de KTM gaat het heel anders. De duidelijk grotere 889cc-twin heeft logischerwijs meer punch van onderuit, maar hij schakelt met zijn quickshifter ook een stuk lichter. Op- en terugschakelen (dankzij automatisch tussengas) gaat zo gemakkelijk en snel dat je voor de lol extra gaat schakelen. En dan is er nog het blok zelf. Helemaal onderin, zo tussen stationair toerental en 2.500 toeren, heeft hij het nog niet helemaal naar z’n zin qua netjes rondlopen, maar daarboven reageert de paralleltwin met zijn 75 graden verzette kruktappen (waardoor hij dezelfde ontstekingsintervallen heeft als de 75°-V-twins van KTM, 285°-435°) heel welgemanierd op de commando’s van je rechterhand. Hij levert daarbij bovendien forse prestaties. Of je nou een steile krappe hairpin moet nemen van onderuit of volgas doorhaalt naar hoge toerentallen, de KTM stormt altijd op gretige wijze vooruit.

Ook qua uitrusting overtreft de KTM de Aprilia, wat gezien het prijsverschil van zo’n 3.900 euro (en met de Aprilia in standaardkleuren zelfs 4.600 euro!) ook niet zo gek is. Wel heeft ook de Aprilia uitgebreide instelbare elektronica aan boord qua tractiecontrole en motormappings, maar het in lengterichting verstelbare stuur van de 890 is echt een pluspunt, net als de royale gereedschapset en de verstelbare stuurhendels. Als je bagage mee wilt nemen, geven de brede duohandgrepen en het bagagerek achterop goede vastsjorpunten. Bij de Aprilia is er meer gekeken naar de vormgeving, standaard zijn er geen duohandgrepen aanwezig. Dat oogt fraai, maar is daardoor minder geschikt voor transporttaken (als accessoire zijn er wel bagagerekken met duohandgrepen leverbaar, en uiteraard ook koffers). Zo gaat het verder met veel kleinigheden, die tezamen de KTM uiteindelijk een flinke voorsprong geven op het praktijkonderdeel.

Nek-aan-nek gaat het vervolgens bij de remmen, waarbij beide motoren ondanks hun smalle grofprofielbanden geen steken laten vallen. Alles bij elkaar wint de zeer goedmoedige en handelbare Aprilia een plekje in ons hart bij dit duel van middenklasse-adventures, maar de KTM pakt ondanks de stugge vering ruimschoots de zege op punten, dankzij zijn sterkere (grotere) motor, de royale uitrusting en veel praktische kanten. De 890 Adventure R gaat daarmee door naar de finale van de Alpenmasters 2023!

MotoPlus-conclusie
De Aprilia kun je zonder enige terughoudendheid aanbevelen aan vrienden die in deze prijsklasse een terreinvaardige adventure zoeken. Hij kan bijna alles en is een fijne reisgenoot voor alle bergridders. De KTM is een feller type. Zijn vering vraagt iets meer tolerantie (of meer tempo) van de rijder, terwijl het motorblok zeer levendig en krachtig is en daarmee een dikke duim omhoog krijgt. De 890 Adventure R is ook praktisch en royaal uitgerust, echt een motor voor avonturiers op en naast het asfalt.

Gerelateerde artikelen

Vergelijkingstest 3 power nakeds

Vergelijkingstest 3 power nakeds

3 oktober, 2024

Deze naked bikes behoren tot de sterkste motoren die je gewoon in de winkel kunt kopen. Dat is echter slechts een ...
Alpenmasters 2024 (3) – Finale

Alpenmasters 2024 (3) – Finale

19 september, 2024

Bij de Alpenmasters is het als bij een EK of WK voetbal: iedereen wil uiteindelijk door naar de finale. Acht ...