Alabama, Verenigde Staten
Bij een liveoptreden van de band Lynyrd Skynyrd tijdens het Holland International Blues Festival in Grolloo, zing ik luidkeels mee met één van hun meest bekende nummers: Sweet Home Alabama! Niet wetende dat ik een paar maanden later op een Harley-Davidson door diezelfde mooie Amerikaanse staat zou rijden…
De enerverende reis begint in de stad Birmingham, op een half uur vliegen van Atlanta in het noorden van de staat Alabama. Onze gids voor de komende dagen is David Haynes, schrijver van het boek ‘Motorcycling Alabama: 50 Ride Loops through the heart of Dixie’. Een boek over de mooiste B-wegen van de staat, en dat zullen we de komende dagen merken.
David is een stoere zestiger met een slank postuur, hij kauwt op zijn woorden waarna deze er even later uitrollen in een dialect dat ik enkel ken uit de film Forrest Gump. Ik verwachtte hem op een oude klassieke Harley, maar tot mijn verbazing komt hij aanrijden op een moderne BMW GS Adventure. Een geweldige motor, maar motorrijden in Amerika doe je voor mijn gevoel toch het liefst op een vette Harley. Die staan voor ons gezelschap dan ook klaar, mijn rode Street Glide voor de komende dagen glimt vol trots in de zon. De groep bestaat uit twee Brazilianen, twee Duitsers en een Fransman. Harry, Iris en ik vertegenwoordigen Nederland.
Onze eerste stop, nog in Birmingham, is het welbekende Barber Motorsports Museum. Het museum staat in het Guinness World Records boek als ‘s werelds meest uitgebreide motorfiets museum. Er staan meer dan 1.600 tweewielers van de afgelopen 100 jaar, van de hier obligate Harley-Davidsons en Indians tot Honda’s. Alles prachtig uitgestald in stellages of hangend aan het plafond. Daarnaast is er ook een zeldzame Lotus- en Ferrari-collectie. Dit allemaal naar het idee van George W. Barber, telg uit een familie die in de vorig eeuw een fortuin vergaarde als de grootste melkproducent van de staat Alabama. Achter het museum bevindt zich ook nog een officieel racecircuit, waar de oude George (inmiddels ver in de 70) nog elke week rondscheurt. Op dit circuit wordt de Grand Prix van Alabama gereden, maar ook komen jaarlijks in oktober zo’n 80.000 mensen samen voor het Barber Vintage Motorcycle Festival. Als je na het bezoek aan het museum geen zin in motorrijden krijgt, dan is er iets serieus mis met je. Met een brede glimlach nestel ik me in het zadel van de Street Glide, waarna de dikke twin tot leven wordt gewekt. Op pad!
De staat Alabama kun je eigenlijk in drie gebieden verdelen: in het noorden de bergen en bossen, in het midden de landbouwgebieden en in het zuiden de parelwitte stranden aan de Golf van Mexico. Dat de staat zijn naam van ‘Cotton State’ eer aandoet, zien we al vrij snel als we onze motoren langs de uitgestrekte katoenvelden sturen. Het meeste katoen is net in oktober geoogst en ligt nog in grote balen op het veld te drogen. Wat overblijft zijn kilometerslange vlaktes met her en der nog wat bolletjes katoen, die bijna als sneeuwvlokken over de weg waaien en in het struikgewas langs de weg blijven hangen. Later in de week zien we in de hogere gedeeltes gelukkig nog wel de prachtige witte velden. Nadat we over de Coosa Rivier zijn gereden, komen we in het kleine plaatsje Talladega, waar we lunchen bij Fincher’s Real Delight. Een plek waar klaarblijkelijk alle locals komen lunchen, gekleed in spijkeroverall en met all american baseball petjes, al dan niet achterstevoren op het hoofd. De muren hangen vol met zwartwit foto’s en vintage Coca-Cola reclames. Het lijkt echt alsof de tijd hier al 50 jaar stil heeft gestaan. Een vriendelijke serveerster komt onze lunch opnemen en vertelt dat ze bekend zijn om hun catfish (meerval) en garnalen, gefrituurd, gekookt of op de barbecue. Daaraan blijkt geen woord gelogen!
Het landschap verandert van landbouw naar bosgebied en dat kan ook haast niet anders, want we rijden in Calhoun County aan de uitlopers van het grote Appalachen gebergte. Vanaf hier is het ook nog maar een klein stukje rijden naar de beroemde Smokey Mountains in Tennessee, de staat die aan de noordgrens van Alabama ligt. Tot onze grote verassing rijden we dwars door een gebied met de meest prachtige herfstkleuren. Het is een explosie van geel, rood, oranje, paars, na elke bocht weer een nieuw pallet aan kleuren. Ik had hier in Alabama niet verwacht een heuse ‘Indian Summer’ aan te treffen. Normaal gesproken is het hier te droog en vallen de bladeren bruin gekleurd van de bomen. Het heeft echter vorige week veel geregend, met dit kleurenspektakel als resultaat. Een gelukje, zelfs de lokale bevolking is op pad om dit moois te aanschouwen. Onze rit komt in Cheaha State Park letterlijk tot een hoogtepunt, wanneer we op het hoogste punt van Alabama onze motoren parkeren. Het uitzicht over de uitgestrekte bossen bij Mount Cheaha is werkelijk grandioos. In de avond praten we na aan de bar van de Historic Peerless Saloon in Anniston, de ‘oldest operating saloon in Alabama’. Het etablissement opende haar deuren al in 1899 en zo kleurrijk als het vandaag buiten was, zo levendig ging het er hieraan toe in vroegere dagen, met beneden een bar en boven een bordeel. Het verhaal gaat dat de hoerenmadam van weleer op de steile trap naar boven is doodgeschoten en dat haar geest hier nog altijd rondwaart…
Op weg naar Huntsville rijden we vlak voor Fort Payne zo’n 37 kilometer aan bochten over de prachtige Little River Canyon Parkway. Stijl omhoog volgt de ene haarspelbocht de volgende op. Met een beetje weemoed kijk ik naar David, die voor me rijdt en zijn GS soepeltjes naar boven stuurt. De Harley Street Glide is een fantastische motor, maar scherpe u-bochten draaien is een uitdaging en vergt veel meer inspanning van mens en machine. Samen rijden we omhoog in een prachtige cadans van afremmen, terugschakelen, bocht inkijken, bocht insturen, slepende rem er soms bij en weer gas geven en opschakelen. Om een paar seconden later dezelfde handelingen weer te herhalen. En ondertussen goed opletten op de grote hoeveelheid (gladde) herfstbladeren op de weg. Bovenaan gekomen geven David en ik elkaar een high five en al napratend blijkt dat we deze geconcentreerde manier van rijden allebei als een soort meditatie ervaren. Zo mooi kan motorrijden zijn.
Vervolgens wisselen de bossen zich af met landbouwgebied en verlaten katoenvelden. De woningen en boerderijen zijn of prachtig onderhouden ofwel krakkemikkige houten witte huisjes, vaak met een schommelstoel op de veranda en altijd met minimaal drie verroeste auto’s op het erf. Het valt ook op dat er veel leegstand is. Maar niet als we Weiss Lake oversteken, een groot meer met veel vakantiewoningen en overal watersport mogelijkheden. Net als Guntersville Lake ontstaan na aanleg van een dam in 1939. Het noorden van Alabama is wat dat betreft een walhalla voor buitensport liefhebbers.
Als we stoppen om te tanken en koffie te drinken, die – zo te proeven – al uren staat te pruttelen op een warmhoudplaatje, stopt er een Ford pick-up truck voor de deur met de achterklep open. Achter in deze bak ligt een net geschoten hert, het past er nog maar net in. Drie mannen in camouflagekleding stappen uit, geweren steken uit het geopende raam en ze gaan naar binnen om te lunchen. Het jachtseizoen is nog maar net geopend en ze hebben gelijk raak geschoten. Niet voor de sport, maar om de vriezers vol te gooien zodat ze de winter doorkomen met voedzaam hertenvlees.
Iedereen kent wel het Kennedy Space Center in Florida en het Space Center in Houston. Minder bekend, maar daarom niet minder indrukwekkend, is het U.S. Space & Rocket Center in Huntsville. Deze vroegere katoenstad heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het Space Program en de Apollo 11 raket (die de eerste succesvolle vlucht naar de maan maakte). In het museum vind je naast een spaceshuttle ook een Apollo 16 capsule, een Saturn V en zijn er diverse films over de ruimtevaart te zien.
Wanneer we ontbijten bij Cracker Barrel, een keten die in heel Noord-Amerika vestigingen heeft, word ik aangesproken door een oudere man, gestoken in leren jas en motorlaarzen. “We’re y’all from?”, vraagt hij met duidelijk zuidelijke tongval. Hij vindt het geweldig dat we zijn land bezoeken. Trots meldt de oldtimer: “I’m sixtynaaain and still ridin’”. Dergelijke ontmoetingen zijn kenmerkend voor het reizen door de zuidelijke staten van Amerika. Eigenlijk niets dan leuke contacten en gesprekken met de lokale bewoners. En lekker eten in typische vintage ingerichte bars, saloons en restaurants!
Bij Decatur steken we de Tennessee rivier over en komen steeds dichterbij Florence. En daarmee ook steeds dichter bij de legendarische Muscle Shoal Studio’s, een bezoek waar ik als muziekliefhebber naar uitgekeken heb. Ik moet mezelf dwingen de aandacht bij het motorrijden te houden, tot we eindelijk voor 3614 Jackson Highway staan. Hier is in de vorige eeuw muziekgeschiedenis geschreven! Na Motown in Detroit en het STAX Museum in Memphis ben ik nu eindelijk op deze historische plek aan de Tennessee, door de indianen ‘zingende rivier’ genoemd, om de twee muziekstudio’s te bezoeken: Muscle Shaols in Florence en de FAME Studio’s in Sheffield. Over de geschiedenis kun je boeken vol schrijven, tussen 1961 en 1973 werd hier prachtige soulmuziek geproduceerd door oprichter Rick Hall en zijn studiomuzikanten ‘The Swampers’ genaamd. Niemand verwachtte dat dit blanke musici waren, omdat ze prachtige soulmuziek maakten, maar dat deden ze wel degelijk. Het leverde ze later zelfs een contract met Atlantic records op. Waar Muscle Shoals nu een museum is, wordt er bij FAME nog steeds muziek gemaakt en opgenomen, zo verteld Spencer die ons rondleidt. Spencer is 27 jaar, heeft halflang haar, een kop dampende koffie nonchalant in de hand, studentenbrilletje op de neus, vergeeld T-shirt aan en een houding die de indruk wekt dat hij iets anders heeft gerookt dan een standaard sigaretje. Niets is echter minder waar, hij blijkt weliswaar zwaar verslaafd, maar dan wel aan het maken van muziek. De jongen blijkt tot 4 uur in de ochtend in de studio te hebben gezeten. Zijn leven en werk omschrijft hij als ‘too cool to go to school’, de ene na de andere aanstekelijke anekdote over onder meer Aerosmith en Kid Rock rolt over de tong. Zijn enthousiasme en muziekhart werkt aanstekelijk en het wordt een dag om niet snel te vergeten. Al was het alleen al omdat ik aan dezelfde piano heb gezeten waar, mijn muzikale held Bob Seger een aantal van zijn hits schreef.
Op de terugweg naar Birmingham rijden we door het uitgestrekte Bankhead National Forest, wanneer we plotseling voor een zogenaamde ‘covered bridge’ staan. Deze houten overkapte bruggen werden voornamelijk tussen 1825 en 1875 gebouwd, de overkapping was er vooral om de brug te beschermen tegen sneeuw, regen en algeheel verval. In het noorden van Alabama zijn nog een aantal van deze opvallende bouwwerken te vinden, die overigens wel betere tijden lijken te hebben gekend. Wanneer ik er doorheen rijd, kijk ik dwars door de spijlen op de stromende rivier.
Terug in Birmingham draai ik de reis nog eens een keer in mijn gedachten af. De trip door Alabama heeft me veel meer gebracht dan ik verwacht had. Wat een heerlijke afwisselende omgeving met veel historie en mooie wegen. En dat hadden we niet intenser kunnen ervaren dan op de motor. Ja, Sweet Home Alabama heeft mij veel zoets gebracht. Alabama, i’ll be back!