30 Jaar geleden: Hartog’s TT-winst
Het miezerige weer, het toverdrankje van Barry Sheene, de Zilvervloot over het circuit; het zijn de verhalen die elke motorsportliefhebber zich moeiteloos herinnert. Op 25 juni 1977 won Wil Hartog als eerste Nederlander een 500 cc-GP tijdens de Dutch TT. Hartogs verhaal is bekend, hier de verhalen van zij die er bij waren – of er bij hadden willen zijn. Hoe Wil Hartog een huwelijk redde, hoe een manneke een vent werd en hoe de Albert Heijn zijn slager hield…
Mijn liefde voor de TT in Assen begint in het jaar 1972. Toen mocht ik voor het eerst mee naar de TT, ik was 9 jaar. Mijn vader was een echte TT-ganger. In de tijd dat ik dus mee mocht, mocht hij het personenbusje van zijn baas gebruiken om naar Assen te gaan. De hele buurt wist waar wij die laatste zaterdag in juni naar toe zouden gaan, en zo raakte het busje elk jaar weer vol met buren, vrienden, familie en zelfs vreemden mochten mee als er nog plaats was.
Een busje vol, een man of tien: daar gingen we dan. Ik voor het eerst, mijn broer ging voor de tweede keer mee dat jaar. Om 03:00 uur vertrokken we helemaal vanuit Oudkarspel, een dorpje vlakbij Alkmaar. We moesten immers op tijd zijn, want de races begonnen al vroeg!
De nacht ervoor konden we natuurlijk niet slapen van de spanning, maar dat mocht de pret niet drukken. Om 06:00 uur zaten we op het talud bij Duikersloot/Mandeveen. Deze plek is een beetje onze tuin geworden door de jaren heen. Na al die jaren is dat nog steeds ons plekje!
En natuurlijk hebben wij ook Wil Hartog zien winnen in 1977. Wat was dat toch prachtig mooi! Ik stond met mijn neus tegen het hek aangedrukt, mijn fotocamera – mijn eerste! – startklaar om Wil Hartog op de foto te nemen. En nou…. de foto’s waren gelukt, hoor, alleen was bijna niet te zien wie er op de foto’s stonden. Met een vergrootglas kwamen we er uit. Wil was natuurlijk goed zichtbaar in zijn witte pak!
Ik ben nog steeds een groot van Wil. Een geweldige man, ik heb hem diverse keren de hand mogen schudden. Heerlijk, zoals hij nog steeds kan vertellen. En klasse dat hij nog steeds dat mooie witte pak aan kan!
Mijn broer en ik gaan nog steeds elk jaar naar Assen. Tegenwoordig starten we om 06:00 uur onze motoren en gaan, via de route die onze pa altijd al reed, richting circuit. Rond half 9 zitten we dan weer op ‘ons plekje’ op het talud. Bij het restaurant waar ik als 9-jarige voor het eerst kwam, doen we nog steeds ons bakkie koffie op de heenweg en terug stoppen we daar weer om wat te eten. Al weer 35 jaar lang.
Ruud Ameling, Oudkarspel.
Jeugdtrauma
Ik ben inmiddels de 40 gepasseerd en de TT heb ik al meer dan 30 keer bezocht. Slechts één keer moest ik verstek laten gaan – mijn vader kon niet en ik was pas 12, dus alleen gaan was geen optie. En dat was in 1977…. Uitgerekend in dat jaar won mijn grote idool Wil Hartog de TT…! Dat is een soort “jeugdtrauma” geworden. Uiteindelijk heb ik dat trauma verwerkt door in 2002 een boekwerkje annex biografie over Wil te schrijven, ter ere van – toen – het feit dat het 25 jaar geleden was dat hij de Asser TT won. Door dat schrijven van het boek en de vele reacties van lezers werd de pijn 25 jaar na dato verzacht. Maar het jeugdtrauma was pas echt verwerkt toen ik in het zadel van Wil’s TT fiets mocht plaatsnemen…! Het 30-jarig jubileum van Wils overwinning zal me dan ook geen pijn meer doen…
Marc van den Tweel
Jan de Hartog
Zeventien jaar oud was ik destijds en al een trouwe TT-bezoeker. Vanaf mijn achtste ging ik samen met mijn oom. ’s Ochtends heel vroeg stapten we op de fiets vanuit Assen centrum naar het circuit om vervolgens een plekje aan het hek bij de Bedeldijk uit te zoeken.
In 1977 echter had ik een vakantiebaantje bij Albert Heijn op de vleesafdeling, want er moest geld op de plank komen voor een nieuwe FS1 cilinder, 16 mm-carburateur en een "dikke" hogedrukuitlaat voor mijn Yamaha-brommer. Tijdens het sollicitatiegesprek bij de grootgrutter werd mij gevraagd wanneer ik op vakantie ging, waarop ik antwoordde: “ik hoef geen vakantie, als ik op de dag van de TT maar vrij ben”. “Da’s geen enkel probleem….wanneer kan je beginnen?”
Na drie weken bikkelen in de slagerij van Albert Heijn werd mij door de bedrijfsleider één dag voor de TT medegedeeld: “Even over morgen…..je moet morgen gewoon werken. D’r is al iemand anders vrij.” En weg was de man. De stoom kwam uit mijn oren! Het liefst had ik hem gelijk door de gehaktmolen gedraaid.
Voordat dat hij zijn kantoortje had bereikt, had ik hem ingehaald en heb hem geconfronteerd met de gedane belofte tijdens het zogenaamde sollicitatiegesprek. Hij mompelde nog zoiets van “sorry, het is niet anders”. Ik heb mijn witte slagerjas uitgetrokken en heb die op zijn bureau gegooid en geroepen “zoek voor de rest van de vakantie maar een andere gek, mij zie je niet weer….. De groeten”. Met een knal gooide ik de deur dicht.
Net toen ik mijn Yamaha had aangeduwd (de kickstarter had ik in al mijn frustratie al aan gort getrapt) kwam de bedrijfsleider naar buiten gerend en riep: “oké, oké, je bent vrij morgen, maar wil je maandag alsjeblieft terugkomen?”
Zaterdag zat ik met een big smile langs de baan en zag Wil Hartog winnen. Geweldig, wat een feest! Toen we ‘ s maandag voor aanvang werk een bakkie koffie zaten te drinken, kwam de gluiperd weer langs en probeerde quasi geïnteresseerd te informeren of Jan de Hartog had gewonnen….
Bert Molema, Zuidlaren
Gek van geluk
Dertig jaar geleden alweer en ik weet het nog zo goed alsof het vorige week was.
Het was mijn derde TT en ik was 13 jaar toen. De eerste keer dat ik Wil Hartog heb zien winnen was in Oldebroek op een Yamaha. Vanaf dat moment was ik een Hartog-fan en ik ben het nog steeds. Het moment dat Hartog de kopstart had genomen werd ik gek. Totdat Estrosi voorbij kwam. Toen die ten val kwam, werden we weer gek van geluk. De TT van 1977 was voor mij de mooiste en meest emotionele TT ooit. Ik kijk de wedstrijd nog regelmatig en elke keer weer kippenvel. Vorig jaar zijn we met de Suzuki Bandit Club ook in het Hartog Museum geweest. We hadden Wil ook gevraagd om te komen die dag. Ik mocht van Wil ook nog even op de oude Suzuki RG 500 MK 2 plaatsnemen en ik voelde me bijna ook een TT winnaar!
Tonnie v.d Haar, Apeldoorn
Feest!
Op 25 juni 1977 was het mijn eerste bezoek aan de TT van Assen. Mijn vader was precies één jaar daarvoor op hele jonge leeftijd (38) gestorven en het was dus een beetje een rare dag.
Een goede kennis, die wist dat ik helemaal gek was van motoren, vroeg of ik mee ging naar Assen, ik had zoiets van: ach ja, waarom niet. Nou, toen is het virus goed toegeslagen.
Op een Suzuki T500 tweecilinder naar Assen, ik zie daar de Witte Reus winnen en een féést! Niet normaal! Toen ik op mijn achttiende mijn rijbewijs haalde, heb ik ook een Suzuki gekocht. Ik wilde een wit pak met de bekende rood wit blauwe bies. Het werd me afgeraden in verband met het vies worden. Het werd toen een Cecotto-replica.
Na jaren van motorrijden en plezier kwam hier een abrupt eind aan door een zwaar ongeval. We zijn er goed bovenop gekomen, mijn vrouw en ik, maar het motorrijden was voorbij. Onze zoon wordt op 26 juni 18 en alles al heeft gekocht, behalve de motor. Ik ga wel mee met hem naar de races, maar mis toch het oude tweetaktgeluid. Eigenlijk zou de jeugd de Witte Reus nog een keer moeten zien rijden en het geluid van toen moeten horen….
Dertig jaar na dato wordt onze zoon 18 en hij is dan op de TT van Assen. Gaaf, hè?
Bennie Braak, Almelo
Zakie aan een hakie
Ik was als kind al fan van Wil. In 1977 was ik 20, maar het was al mijn achtste TT. We zaten met twaalf man sterk uit het dorp bij het Meeuwenmeer, zoals altijd. Twee, drie jongens gingen met de motor, de rest – waar ik bij hoorde – ging met de auto. We hadden een speciale Hartog-vlag opgehangen en zénuwachtig dat we waren voor de 500 cc-race! Toen Wil de laatste ronde in ging, was het hek van de dam. De finishvlag viel en ik wou over het hek klimmen. Maar een vriend wilde mij terugtrekken en, ja hoor, ik bleef met m’n geval op het hek steken. Dat was even behoorlijk pijnlijk! Gelukkig heb ik er niets aan over gehouden. Dankzij de overwinning van Wil was het toch mijn leukste TT. Jan Jonker, Nijkerk
Manneke werd man
Zomer 1977 was ik via een uitzendbureau werkzaam voor een installatiebedrijf. Op donderdagmiddag werd er onder de schaft gesproken over de aanstaande TT. Ik was 16 jaar en had al veel over de TT gehoord, maar had nog nooit een motorrace in het echt gezien. De eigenaar van het bedrijf had hele wilde verhalen over de nacht van Assen en over de TT op zaterdag. De goede man zag dan ik twinkelende oogjes kreeg van deze verhalen. Hij stelde voor dat ik maar eens mee moest gaan, want daar zou je pas een echte vent van worden. Ik belde mijn ouders (ja, zo ging dat toen nog) om te vragen of ik mee mocht en na enig heen en weer gepraat mocht ik mee. Volgens mijn baas was een slaapzak en een groot stuk plastic voldoende om mee te nemen. En in de regenachtige nacht in de Strubben snapte ik dat een groot stuk plastic een soort primaire TT-levensbehoefte is.
Er ging in Assen een wereld voor me open. Van de nacht weet ik – gezien het feit dat het leuk is om een ventje van zestien meer te drinken te geven dan goed voor hem is – niet zo veel meer af. De TT dag zelf was – afgezien van de kater – natuurlijk geweldig. In die tijd had men nog een dagvullend program van 50 cc tot de 500 cc-kanonnen. Van de 500 cc race weet ik nog dat er in het begin wel strijd was, maar na het vallen van Christian Estrosi werd het toch wel heel erg duidelijk dat Hartog de TT zou winnen als hij er op bleef zitten. Wat een sfeer! Iedereen was door het dolle heen en had dagen later nog last van het gehele bovenlijf door dat gezwaai met de programma boekjes. Werkelijk, ik wist niet wat ik meemaakte en ik was door de carnaval in het zuiden best wel wat gewend.
Mijn toenmalige werkgever heeft mij ’s avonds keurig thuisgebracht met de mededeling dat ik de volgende maandag niet meer hoefde te komen, omdat er geen elektricien in mij schuilde. Echt erg vond ik dat niet, want wat had ik een weekend gehad! Ik was vrijdags vertrokken als een manneke en zaterdagavond terug gekomen als een vent die getuige was geweest van een van de mooiste TT’s ooit.
André van Rodijnen, Etten-Leur
Geen tijd voor de wc
Als 17-jarige jongen was ik er bij in 1977 met mijn vader, mijn oom en twee neven. Wij zijn er nu nog steeds, de vaste kern bij de TT. Na een hele wandeling kwamen we weer aan op ons vaste stekkie aan de Veenslang. Lekker vroeg om een mooi plekkie uit te zoeken en ons te vermaken met andere bezoekers, eten, drinken, en wat al niet. De uren vlogen om.
We vermaakten ons ook door af en toe naar de Stekkenwal te lopen, daar waar de rijders toen nog tijdens de opwarming ’s ochtends bleven staan. Eén keer stond Randy Mamola daar ook. Aangezien mijn tante helemaal gek van hem was, wilden we graag een handtekening. Hij stond echter te ver weg. Toen hebben we zelf maar een handtekening op het toegangsbiljet gezet. Die zit nog steeds in de map van mijn tante………
Wat me nog heel sterk is bijgebleven van de 500 cc-race van 1977 was het enthousiaste commentaar bij de bliksemstart van Wil en het enthousiaste publiek en de ondraaglijke spanning. Vooral toen Estrosi Wil inhaalde en een overwinning dus verloren leek… Wat hebben we gejuicht – tegen de gedragscode van het altijd supersportieve publiek in – toen Estrosi onderuit ging zodat Wil weer aan de leiding kwam! Wat een geweldig feest en vooral die spanning! We konden allemaal wel tig keer naar de wc, maar dat deed je toch maar niet….
De spanning werd de laatste ronden alleen maar erger. Iedereen stond als een gek te juichen, heel erg indrukwekkend. Het mondde uit in een waar volksfeest toen Wil na een prachtige laatste ronde als winnaar over de eindstreep kwam en zijn fameuze ereronde inzette. Assen stond op zijn kop! Prachtig, ons motorsporthart bonkte bijna uit ons lijf….
Johan Kamminga, Groningen
Hartog redt huwelijk
In 1973 was ik in het huwelijksbootje gestapt. Dat betekende voor mij het einde van een acht seizoenen lange racecarrière. In die tijd leerde ik ze allemaal kennen: Cor de Boer, Nico van de Zande, Cees van Dongen, Rob Bron en natuurlijk Wil Hartog. Wil viel vooral op door zijn witte outfit, maar nog meer om zijn professionele uitstraling. Hij kwam altijd koel en beheerst over alsof hij de regie volkomen in de hand had. Vooral zijn stuurmanskunst dwong bewondering af. Zelden of nooit viel hij van zijn fiets. Op 8 juni 1977 kochten wij ons eerste huis dat flink aan verbouwing toe was en daarom zat een bezoek aan TT er absoluut niet in. Als ik toch zou gaan, betekende dat meteen echtscheiding! Was het een dreigement? Daar gokte ik maar op, want ik ben toch geweest met een kameraad van me. We zaten op de Veenslang en we zagen ze full-speed voorbij komen. Zo heb ik mijn grote idool de TT zien winnen. Dankzij de overwinning van Wil is het niet tot een echtscheiding gekomen. Tot op de dag van vandaag zijn we nog steeds bij elkaar en hebben inmiddels drie volwassen gezonde kinderen. Zonder die overwinning was mijn leven heel anders verlopen! Hans van Gessel, Spijk
Witte Reus of Bruine Draak
De TT hield tot en met 1976 voor mij in dat je ’s morgens om vier uur je bed uitrolde en als een speer ongewassen op de fiets sprong naar de A28. Tussen de Lichtmis en Waanders zaten wij dan op het talud bij een viaduct naar de eindeloos voorbij razende colonne motoren te kijken. Aan het begin van de avond volgde eenzelfde ritueel.
Mijn vader was duidelijk in zijn opvatting over de TT na al mijn jarenlange gezeur. “Roel, jij moet eerst van de basisschool af zijn, want een jongen van 12 hoort niet op de TT!” En dan was ik alsnog op de goodwill van mijn broers aangewezen, want mijn vader zou daar niet met Racende Roeltje naartoe gaan. In 1977 was ik dus naar het voortgezet onderwijs “gepromoveerd”. Al mijn talent en vaardigheden had ik vroeg in het voorjaar al aangewend om mijn beide ‘Big Brothers’ te manipuleren. Ik moest en zou mee naar die TT.
Zaterdagmorgen 25 juni, half vier uit bed. De krentenbolletjes en kadetjes ruim voorzien van een stevige laag echte boter, een fles frisdrank, enkele droge worsten en een baal doppinda’s; dat was mijn rantsoen voor mijn eerste keer! Daar zat Roel dan op 13-jarige leeftijd, nog steeds op het talud, maar nu wel eersterangs langs de baan in plaats van langs de A28. Eindelijk werd mijn lange wachten beloond. De 500cc was natuurlijk een verhaal apart. Onvoorstelbaar, kippenvel op je armen toen ze voorbij kwamen. Ik heb mij echt de ogen uitgekeken, maar ja, wat konden die Nederlanders daarin presteren? De Witte Reus leek op een bruine draak, want hij had diarree, hadden we gehoord. Nou, alsof hij aan de grasbrokken was geweest uit eigen drogerij! Hij ging als een speer.
Fantastisch, wat een machtige ereronde. Daar sta je dan tussen als klein piepeltje van 13 jaar. Mijn eerste TT zal ik nooit meer vergeten. Met dank aan Wil Hartog, mijn broers en vooral mijn vader die wel inzag dat dit virus alléén zo behandeld kon worden!
Roel Poolman, Rouveen
Baaldag
Ik was op 25 juni 1977 19 jaar en helemaal gek van de TT. In de voorgaande jaren was ik steeds naar de TT geweest met mijn vader, ooms, neven en ook al een keer met vrienden op de brommer. Ik zou ook weer gaan op 25 juni, maar net die zaterdag moest ik op voor mijn autorijbewijs. Ik reed op zaterdagmorgen af kreeg een – mijns inziens onterechte – ingreep en zakte dus. Daarna zat ik dus vervolgens thuis om via de radio de triomf van Wil Hartog mee te maken. Oh wat baalde ik, gezakt voor mijn rijexamen en dan ook nog een Nederlander die de 500cc van de TT wint en ik was er niet bij!
Later dat jaar kon ik Wil persoonlijk de hand schudden op zijn grasdrogerij in Abbekerk. Ik hield aan een vakantie een vriendin over uit Noord-Holland en op een zaterdag of zondag was er op de grasdrogerij een open dag en daar ben ik toen met die vriendin heen gegaan. Dat maakte het missen van die TT nog enigszins goed. Luuk de Vries, EerbeekPlaats hier uw tekst