Fischerei Hafen Rennen
Op een paar uitzonderingen na zijn wegraces op straatcircuits van de meeste racekalenders verdwenen. Strengere veiligheidseisen en weinig animo van de coureurs om te rijden op de vaak smalle en gevaarlijke circuits zijn hier de oorzaak van. De stratencircuits waarop nog wel geracet wordt, hebben daardoor bijna een heldenstatus verworven. In Nederland hebben we natuurlijk nog Hengelo en Oss, maar internationaal spreken natuurlijk vooral de TT op het Isle of Man, de race in Scarborough (Engeland) en Macau (China). Maar ook Duitsland heeft zo een klassieker: de Fischereihafen Rennen in Bremen.
‘Laut-Roh-Echt, The great German Road Race!’ Met die kreet poogt de organisatie hun wedstrijd in Bremerhafen, op nog geen twee uurtjes rijden van Groningen, net even avontuurlijker te laten lijken. Rond het 2.670 meter lange circuit in de zeehaven van Bremen wordt in één week tijd een complete stad opgebouwd zo lijkt het wel. En dat zoiets geen eenvoudige klus is, beaamt organisator Hinrich ‘Hinni’ Hinck: “Vergeet niet dat het circuit midden in een druk industriegebied ligt en dat de aangrenzende bedrijven geen hinder mogen ondervinden van onze voorbereidende activiteiten. De wedstrijden zelf worden altijd in het pinksterweekeinde gehouden, als alle bedrijven gesloten zijn.”
Dat het allemaal last-minute werk is, wordt al snel duidelijk wanneer er op de eerste racedag nog volop wordt gebouwd aan tribunes en afzettingen. Maar hoe flauw het ook mag klinken: de Duitse Gründlichkeit voorziet in een ordentelijke sfeer waarbij elk probleempje snel en doelmatig wordt opgelost. De sfeer rond ‘das Rennen’ is opmerkelijk gemoedelijk en vooral het gegeven dat er maar liefst vier rennerskwartieren zijn – waartoe het publiek vrij toegang heeft – geeft meer het idee van een groot relaxed motortreffen dan van een wedstrijd met veel stress. Naast alle wedstrijdrijders komen er ook veel handelaren en kooplui af op het evenemnt. Daarvoor heeft de organisatie een zogenaamde Händler-mile opgezet, waar zij hun motoren, onderdelen, accessoires en prullaria te koop aanbieden. Maar ook meerdere grote motorimporteurs pakken hier groots uit!
De vier rennerskwartieren stromen snel vol; de laatkomers onder de raceteams vinden vervolgens nog een plekje in de vele straatjes en stegen op het industrieterrein aan de haven. Vroeger was de bijnaam voor de Grand Prix ‘het Continental Circus’ en deze Fischereihafen Rennen brengt de herinnering daaraan op de een of andere manier weer tot leven. Leuk is bijvoorbeeld dat je de coureurs tussen het publiek door naar de start kunt zien rijden. En dat ze na afloop hun overwinning vieren met een vette burn-out tegenover de tent waar je bier en curryworst kunt kopen.
Toch is de geur van brandend rubber niet overheersend, want de Fischereihafen staat zoals de naam al zegt voor vis, heel veel vis. Nooit geweten dat er op zo’n relatief klein gebied zoveel visverwerkende bedrijven hun ‘Brot’ kunnen verdienen. De geur van vis dringt hier door tot in je porieën!
Ondanks dat alle bedrijven de deuren gesloten hebben en de meeste vissersboten tijdens de Pinksterdagen aan de wal lijken te liggen, komt er toch nog eentje binnenvaren in rennerskwartier 4. Het is een Chinese trawler met een lading vis aan boord, die gelost wordt. De matrozen hebben echter duidelijk meer interesse in de races dan in de pallets met vis. Dat is ook niet zo raar, want er wordt maar liefst in elf klassen geracet, van regelrechte klassiekers uit de vijftiger jaren tot en met hagelnieuwe superbikes. En alle klassen zitten bomvol met ruim 40 deelnemers; de passie voor het straatracen overheerst ook hier! Daarbij lijkt meedoen voor velen belangrijker dan winnen, want waar een aantal teams het etiket ‘professioneel’ verdient, blijkt dat voor veel anderen nog een gekoesterde droom. Op het circuit vertaalt dat zich in enorme snelheidsverschillen. Maar voor de 20.000 toeschouwers (!) maakt dat niets uit: spektakel werd er aangekondigd en spektakel willen ze ook zien. En ze worden niet teleurgesteld, want vanaf het eerste startschot word hun geduld rijkelijk beloond.
Hoewel het een echte Duitse wedstrijd is, staan er toch zeven nationaliteiten aan de start. Daaronder – uiteraard – ook een aantal Nederlanders, dat kan natuurlijk bijna niet anders aangezien Bremerhafen om de hoek ligt.
Michael Hofman (36) uit Nieuwegein rijdt er voor de tweede keer: “Ik vind het straatracen te gek. Vooral de sfeer hier is geweldig. Het lastige aan dit circuit zijn de zogenaamde ‘broodjes’ die de organisatie op het asfalt heeft neergelegd om kunstmatige bochten te creëren. Het circuit lijkt wel wat op dat van de races in het Belgische Oostende. Daarnaast is het snelheidsverschil tussen de rijders onderling erg groot, wat het hier erg spannend maakt!” Michael, die met een BMW S1000RR en een Kawasaki ZX6R voor het FC Moore International Team rijdt, is inmiddels een ervaringsdeskundige, want hij heeft ook al op het Isle of Man gereden, zowel in de Manx Grand Prix als de Southern 100.
Een jong gezicht op het circuit is dat van Jochem van den Hoek. De 24-jarige inwoner van Werkendam is voor de eerste keer op de Fischereihafen Rennen, maar heeft zijn twijfels: “Er zijn volgens mij teveel klassen, waardoor de tijd tussen de races wel heel erg krap is. Het circuit vind ik wel mooi, maar erg krap. En het snelheidsverschil onderling is érrùg hoog. Ik weet ik niet zeker of ik hier volgend jaar wel weer wil rijden.” Toch weet hij met zijn BNR-Yamaha R1 goed vooraan te finishen.
Een veteraan in het Nederlandse kamp is de 40-jarige Olaf Romijn, die al rijdt sinds 1997 en sinds 2005 deelneemt aan de IRRC-wedstrijden. “Van alle stratencircuits vind ik Hengelo het leukste,” zegt hij stellig. “Dit circuit hier in Bremen doet mij wel aan het oude circuit in Oss denken, maar voor de Superbikes vind ik het hier veel te hobbelig. Daarom hou ik het hier bij een CBR600, daar kan ik goed mee uit de voeten.” Dat resulteert in een keurige vijfde plaats.
Enfant Terrible in dit gezelschap is de 27-jarige Erik Plucker, die alles zelf doet. We treffen hem dan ook fanatiek sleutelend aan in het rennerskwartier. Geen mooie tent of grote vrachtwagen, maar geheel in stijl met een oude bus en een kleedje onder zijn motor. En zijn Ducati 996SPS ziet er goed gebruikt uit. “Ik vind de baan erg mooi, maar het snelheidsverschil is veel te groot, waardoor het er soms best wel link aan toe gaat. Toch gaat mijn hart open bij dit soort evenementen. Ik zou erg graag een keer op het Isle of Man willen racen. De plannen zijn er, maar ja, de kosten…” Erik werd in 2013 Nederlands kampioen in de 3D-cup op een Biggelaar-Ducati. In Bremerhafen werd hij vijfde in een klasse die werd gedomineerd oud-IDM-rijders; een prestatie van formaat!
Zoals Jochem van den Hoek al zei is het programma inderdaad krap en is er dus geen tijd voor oponthoud. Niet lullen maar racen, is hier het motto. Geen tijd is er dus voor pauzenummers of een lokale hoempapaband. Het ene moment sta je te kijken naar zeer professioneel geprepareerde motoren met kundige coureurs, nog geen tien minuten later wordt het circuit beheerst door omgebouwde Honda CX500’s en zelfs iemand met een oude Hercules wankel voorzien van racestuur. De variatie is enorm; nooit geweten dat het echt mogelijk is met een 35 jaar oude Honda zo’n snelle rondetijd neer te zetten, dat zelfs jongens met een R1 er jaloers van worden! Eigenlijk schieten woorden haast te kort om dit unieke evenement te beschrijven; het beste kun je het als raceliefhebber – en vooral stratencircuit-liefhebber – eens zelfs gaan bekijken. De 57e editie vindt dit jaar plaats op 8 en 9 Juni (Pinksteren). Op www.fischereihafen-rennen.de vind je alle aanvullende informatie.