Dolf’s Domein
Dieudonnée heeft de aaibaarheidsfactor van een assertieve eekhoorn en is telg uit een oud Waals geslacht van industriëlen en motards. Oudoom Victor was zelfs de eerste Waal die zich dood reed tegen een Hollandse caravan. Ooit was ze een wilde meid, tegenwoordig echter noemt men haar wat excentriek.
Maar we houden oprecht van haar en haar allemaal wat vreemde kennissen als Walter W, de Boxer Whisperer en Doctor Zenn. Al tijdens ons eerste glas komen er nog twee motards de oprijlaan van het château op. Het zijn de ongelooflijke Ambrosius X. T. Biermantel, algemeen deskundoloog en gekend docent aan een befaamde Waalse ‘Unief’, en de onwaarschijnlijke, reeds genoemde Walter W., voormalig Vlaams geheim agent. De ultieme symbiose tussen 007 en Lambiek, Vlaanderens master of many disguises ook. Vandaag echter is Walter W. als zichzelf, daarom herkent niemand hem ook. Ambroos zet zijn walmende moto, een 1935 Rudge Ulster met vol radiale bronzen vierklepskop, tegen de eeuwenoude kastanje in het kasteelpark. De massieve geleerde smoort de frêle Dieudonnée bijkans in zijn machtige armen. Er klinkt geluid van natte kussen. Het gerucht gaat dat Ambroos de vader is van Dieudonnée’s dochter, de Brusselse Euro Intrigante Ghislaine met verbijsterende, flessengroene ogen. Dieudonnée ontworstelt zich aan de houdgreep en wijsvingert beringd naar de moto van Walter W. ”Keskesessa? Donnemwalesklee!” Walter W. sterft liever dan dat hij Waals spreekt. “’t Is ‘nen moto dieë kik moe’ testen voor den Dienst. En ‘ier zijn de sleutels!” Dieudonnée pakt haar door Andy Warhol beschilderde helm en verdwijnt uit beeld. “’t Is nog altijd ‘nen wild meiske”, zucht Ambrosius vertederd. Het wordt steeds later, maar over Dieudonnée maken we ons geen zorgen. Nog later: met groot licht raast de Vlaamse Geheim Agentenmotor weer de oprijlaan op. Dieudonnée is gepikeerd, haar polssieraden fonkelen en rinkelen nijdig. “Ik ging naar Luxemburg stad om wat kleding en medicijnen te halen. Kom ik terug bij de motor om de spullen in de koffers te doen, zie ik dat er apparaten in zitten! Natuurlijk heb ik Dieter gebeld, die heeft ze er subiet uit gevijsd*.” Maar dan in rap Waals. De kofferdeksels vertonen laksporen van iets te dicht gepasseerde auto’s. De kleding zit in tasjes van chique mode huizen en de medicijnen zijn het soort drugs dat Dieudonnée al vanaf haar veertiende snoept. Jawel, die Dieudonnée was vroeger ‘nen wilde! Het verhaal gaat zelfs dat Ambrosius de vader is van…ho…dat hadden we al gehad. En dat dochter Ghislaine verbijsterende, flessengroene ogen heeft? Ook al gezegd? Excuses. Het is immers al laat. En dertig jaar oude calvados maakt rozig. Dieudonnée kalmeert. Neemt een glas, verdwijnt even beschaafd uit beeld en komt moreel herbewapend stralend terug. Het werd aanzienlijk later. Die avond had de Vijand Vlaanderen met groots gemak binnen kunnen vallen. Want Walter W. was weerloos. Alhoewel? Dat weet je nooit bij Walter W.
*Vijzen is goed Vlaams voor ‘schroeven’