Allroadtour door de Pyreneeën
Begin mei werkte het weer niet mee en moest mijn geplande allroad-trip door de Pyreneeën worden afgelast vanwege regen en zelfs sneeuw. Begin augustus volgde er een herkansing. Opnieuw werden we drijfnat, maar nu van het zweet! Het kwik steeg namelijk tot bijna veertig graden. Toch was het volop genieten tijdens dit Spaanse avontuur: in vier dagen reden we van Lloret de Mar naar Andorra en terug, een trip van 850 kilometer.
Marcel Davids is al ruim zestien jaar actief als voorrijder van groepen endurorijders in de Noord-Spaanse provincie Catalunya. Met name in het voor- en najaar gidst hij groepen offroadrijders vanuit Lloret de Mar door het Spaanse achterland van de Costa Brava, waar nog volop ruimte is om met een enduromotor te rijden. Niet voor niets wonen in deze regio heel veel enduro-, rally-, en trialtoppers, van veelvoudig trialwereldkampioen Toni Bou tot Josep Garcia, ’s werelds beste endurorijder van dit moment. Daarnaast wonen er ook veel wegracers in deze regio, tot en met onze eigen Collin Veijer aan toe. Catalunya is dus erg motorminded en dat maakt het ook zo lekker om hier je motor de sporen te geven. Waar je in Nederland (te) vaak met gebalde vuisten wordt begroet, werden we deze allroadweek zelfs op een mooie singletrack in de bergen vriendelijk gegroet door een groepje wandelaars. Wat een verademing! Leven en laten leven staat hier in Spanje nog hoog in het vaandel.
Met al zijn offroad-ervaring – hij kent de regio na al die jaren als zijn broekzak – kreeg Marcel Davids de laatste tijd veel vraag naar iets meer gematigde allroad-ritten: wat minder heftig, wat minder met stenen bezaaide paden in de bergen, maar juist wat meer doorgaande gravelwegen en bospaden die ook met een tweecilinder goed te doen zijn. Met af en toe best een beetje uitdaging, maar wel op stukken die te overzien zijn.
Inmiddels is deze Allroad Adventure Tour uitgekristalliseerd tot een vierdaagse trip, die je echter ook als vijfdaagse trip kunt boeken, voor als het tempo wat lager ligt of als je halverwege een extra rustdag wilt inplannen. In grote lijnen voert de route vanuit Lloret de Mar via Girona, Olot en La Seu d’Urgell naar Andorra, om van daaruit ‘onderlangs’ via Berga en Vic terug naar de kust te gaan. Dat is een rit van ongeveer 850 kilometer, met dagetappes van tussen de 200 en 230 kilometer. “Die lengte maakt het toch best pittig, vergis je daar niet in”, waarschuwt Davids. “De verdeling asfalt-offroad zal ongeveer veertig-zestig procent zijn. Er zitten heel mooie, bochtige asfaltwegen in, maar ook stevige stukken offroad met slingerende bospaden waar je nog geen 40 km/u gemiddeld haalt. Reken dus op minimaal zes rijuren per dag in gevarieerd terrein, dus rijervaring met een zware allroad is wel nodig. Het is geen beginnerstripje. Ook je motor dient trouwens op zo’n trip berekend te zijn. Ik adviseer dus de montage van goede terreinbanden met mousse-binnenbanden tegen het lekrijden op de stenen. Benzine is geen probleem, want in principe tanken we elke 200 kilometer. Je 35-liter-tank helemaal tot de rand toe volgooien, is dus ook niet nodig, want dan maak je het jezelf alleen maar lastig. We rijden deze trip als groep, met een vaste voor- en narijder, plus minimaal zes deelnemers. Daarnaast is er een volgauto voor de bagage, zodat iedereen lekker licht en zonder koffers kan rijden. Ook gaat er een aanhanger mee voor eventuele pechgevallen.”
De zon brandt al behoorlijk fel als we hartje zomer voor een herkansing van dit Spaanse avontuur opstappen. De endurotrips van Marcel Davids liggen in het zomerseizoen altijd stil en een inmiddels behoorlijk volgeboekt najaar zorgt ervoor dat we bij uitzondering toch een keer in het zomer-hoogseizoen op pad gaan. Dat is met een allroad trouwens minder een probleem, omdat we met deze trip toch meer doorgaande paden rijden en minder last hebben van wandelaars en fietsers.
Om erin te komen, rijden we – drie man sterk – eerst de fraaie kustweg naar Tossa de Mar, om daar linksaf te buigen, het binnenland in, langs Girona en Olot. Doel van die dag is de regio rond Camprodon, het bergdorpje dat bekend is van de vele WK-trialwedstrijden die er zijn verreden. Na ruim 200 kilometer bospaden afgewisseld met stukjes asfalt – gelukkig zorgen de bossen deze eerste dag voor veel verkoelende schaduw – bereiken we ons hotel in Mollo. Gids Marcel heeft ons de hele dag al een verkoelende duik in het zwembad in de hoteltuin beloofd. Dat zwembad ziet er in de verschroeiende hitte inderdaad zo aantrekkelijk uit dat we amper tijd hebben om de helm af te zetten en de crosslaarzen uit te trekken voor we een duik nemen!
De volgende ochtend starten we wat eerder vanwege de hitte, maar wij zijn niet de enigen die zich klokslag zeven uur melden in de ontbijtzaal. De vele wandelaars en racefietsers die hier ook overnachten, staan ook allemaal al startklaar in het ochtendgloren.
We reizen alle drie met minimale bagage: een korte broek, slippers, zwembroek, een paar T-shirts en wat onderbroeken. Daarbij heb ik wat ouder ondergoed en dito shirts meegenomen, die elke avond nat bezweet in een prullenbak verdwijnen. Dat ruimt lekker op! Voor we ’s ochtends vertrekken, vullen we nog wel even de camelback, want die watervoorraad is broodnodig. Gelukkig verkopen ze in Spanje bij vrijwel elk tankstation ook zakken met ijsblokjes. Onderweg kopen we dus regelmatig zo’n zak, waarvan we de inhoud verdelen over onze drie drinkzakken, zodat we weer een paar uur lekker koel water kunnen drinken.
De route voert de tweede dag naar het westen, langs de Frans-Spaanse grens richting Andorra. We gaan vandaag ook meer de hoogte in, waar de temperaturen gelukkig ook wat lager liggen, al is de begroeiing hier veel minder. We laten de bossen namelijk achter ons en krijgen daar fraaie vergezichten op kale berghellingen voor terug. Soms kun je het pad kilometers vooruit volgen langs een bergkam. Ook passeren we regelmatig een kudde koeien of zelfs wilde paarden, maar die beesten laten zich niet afschrikken door een motor, zeker niet als je er even in een gematigd tempo voorbij rijdt.
Het aantal dorpjes dat we doorkruisen, neemt ook af en het is al ver in de middag als we in Martinet een dagmenu als lunch gebruiken. Op de minder toeristische plekken kun je – net als de Spanjaarden zelf – als lunch vaak voor een euro of twaalf een prima dagmenu gebruiken, zo lekker dat je er je vingers bij aflikt. Wel oppassen met de graag geschonken wijn trouwens, want zeker als het zo warm is, maakt zo’n lunch toch vaak slaperig. Net als bij offroad-rijden moet je ook op een dikke allroad altijd goed gefocust blijven, want een foutje is zo gemaakt. Misschien moet je op een allroad zelfs nog wel meer opletten, want je hebt de neiging iets passiever te rijden. Het hoge gewicht van een allroad vraagt op een pad met stenen echter juist extra oplettendheid en spierkracht!
Niet ver na de lunch rijdt reisgenoot Erik de voorband van zijn omgebouwde KTM 500EXC-F lek op een scherpe steen. Later zal blijken dat de door zijn dealer gemonteerde ‘dikke’ binnenband in het voorwiel helemaal niet extra dik is, maar daar hebben we op dat moment niets aan. Met een busje Finilec proberen we de motor in elk geval rijdend te houden. Veel fiducie heb ik nooit in die busjes ‘purschuim’, maar we kunnen in elk geval even verder. In het kader van ‘een goede buur is prima, maar een verre vriend is ook bijzonder handig’ bel ik toch maar even met Johan van de Wal, de voormalige enduranceracer, zijspancrosser en motordealer uit Vianen, die inmiddels alweer 25 jaar in Andorra woont. We laten onze geplande slaapplek in La Seu d’Urgell voor wat die is, rijden Andorra in en slapen die nacht in het door Johans dochter Marian en schoonzoon Bas gerunde Aparthotel La Tulipa, waar kleinzoon en chef-kok Andre ons een heerlijk diner voorschotelt. Johan regelt ook een nieuwe (nu wel dikke!) binnenband voor ons, die hij vervolgens op z’n oude dag eigenhandig moeiteloos monteert.
Het onverwachte weerzien met Johan en zijn vrouw Jopie is geweldig, maar na een avondje herinneringen ophalen moeten we de volgende dag weer vroeg uit de veren en verder. Daarbij bedenkt organisator Marcel ter plekke dat deelnemers hier eventueel mooi een rustdag zouden kunnen inplannen: na twee intensieve dagen even uitblazen en eventueel gaan shoppen in Andorra, waar je – mede door het belastingvrije klimaat – voor heel scherpe prijzen bijvoorbeeld motorspullen kunt kopen.
Dat uitblazen zit er voor ons niet in: na een stukje asfalt vanaf Seu draaien we bij Organya het bos in en volgen er een paar pittige uurtjes voor we uiteindelijk op een camping bij Fornols even een koude cola absorberen en bij Tuixen eindelijk weer asfalt onder wielen krijgen. Het is opnieuw een bloedhete dag en met het stijgen van het kwik voel je ook de energie uit je lijf wegvloeien. Op het dorpspleintje van Gosol tanken we weer even wat energie met een snelle lunch, waarna we een uurtje verderop in Berga ook de motoren van frisse benzine voorzien. Bij Borreda brengen we onze derde nacht door in een hotel annex camping met – gelukkig – ook een zwembad. Daar waren we aan toe!
De vierde en laatste dag staat er nog 227 kilometer op de planning voor we weer terug zijn in Lloret de Mar. Die vierde dag wordt meteen de kers op de toch al niet slechte taart: de route is heel afwisselend en lekker doorgaand, wat met deze hoge temperaturen ook fijn is. We rijden met een ruime boog om Vic en laten de open, wijde vlaktes achter ons. In de bossen bij Viladrau scoren we nog eenmaal een dagmenu-lunch, waarna we snel verder gaan met kilometers maken: na vier dagen schitterend allroad-rijden lonkt de finish bij Lloret de Mar met een koude cola en een fris zwembad. Veel mooier dan rijden in Catalunya achter een gids aan die de regio op zijn duimpje kent, wordt het niet voor een allroad-rijder!