Column Nico Perk – Motorduivels
Motorrijders krijgen door de goegemeente betrekkelijk vaak en makkelijk een stempel opgedrukt. Negatieve verhalen hebben daarbij ook nog een lang leven. Op verjaardagfeestjes of aan de borreltafel weet altijd wel iemand zich die ene figuur te herinneren die zich met doodsverachting op een motor door het verkeer bewoog!
En hoe vaker men zo’n verhaal vertelt, hoe hoger de snelheid van deze ‘motorduivels’ wordt ingeschat. ‘Motorduivels’ is overigens ook de favoriete betiteling voor ons in sommige TV-programma’s. Die herkauwen nog steeds schaamteloos beeldmateriaal waarin de boetebedragen nog in guldens vermeld worden: door die oude beelden eindeloos te herhalen houdt de betreffende omroep lekker goedkoop onze negatieve imago in stand.
Gemakshalve negeert men ook dat motorrijders ten opzichte van andere weggebruikers op verschillende terreinen veel beter scoren. Wij rijden niet met telefoons en andere digitale apparatuur in onze handen en kunnen daardoor meer aandacht aan het verkeer schenken. Wij gooien geen lege flessen, blikjes, etensresten, hamburgerverpakkingen, drank- en ijsbekers en weet ik veel wat nog meer uit het zijraam. Al die rotzooi moet regelmatig door de wegbeheerders verwijderd worden en daar betalen we ook nog een keer aan mee.
Het kan echt anders en dat heb weer eens als prettige tegenstelling ondervonden. Bij een recent bezoek aan Canada viel me op dat vrijwel iedereen zich daar op een vrij relaxte manier door het verkeer bewoog, ook als het wat drukker was. Men liet medeweggebruikers rustig invoegen of even voorgaan. Wat vooral opviel was het ontbreken van bumper- of achterlichtklevers. In bijna 4.000 gereden kilometers heb ik dat niemand zien doen. En motorrijders kregen ook ruimte genoeg op de weg om ongehinderd van de spreekwoordelijke A naar B te rijden.
Na de terugkomst op Schiphol was de confronterende realiteit dat ik binnen een paar kilometer op de A4 me weer helemaal ‘thuis’ voelde door het gedrag van sommige medeweggebruikers (voornamelijk automobilisten). Die hebben waarschijnlijk allemaal een kamikaze-rijopleiding gehad en menen dat ook te moeten demonstreren. Het resultaat van dit soort domme acties bereikt ons dagelijks via de verkeersmededelingen. Het lijkt wel een nationale sport: “Wie veroorzaakt de langste file?” De hiermee gepaard gaande economische en persoonlijke narigheid wordt kennelijk geaccepteerd als iets wat er nu eenmaal bij hoort.
Maar gelukkig heeft motorrijden nog altijd veel leuke kanten. Zo zag ik onderweg op Vancouver Island in Victoria een Canadese bijouterieverkoper met een zelfgebouwde zijspancombinatie. Het was een complete mobiele marktkraam op basis van een Suzuki GS400 uit 1981, met onderdelen van een GS500 uit 1994. Beide uitlaten zijn samengevoegd aan de linker zijde. De verbindingen met het zijspan waren via kogelgewrichten scharnierend gemaakt, zodat de motor in bochten een ‘natuurlijke’ hellinghoek kon maken, zodat de motor dus rijdt alsof je op een solomotor zit. Net als het Flexit-zijspan van ruim tien jaar geleden. En zelf bouwen is kennelijk geen enkel probleem in Canada en deze Shahn Torontow kan met dit handige zijspan zijn hele toko makkelijk op elke gewenste plek neerzetten. Het is ook een leuke ervaring om met iemand uit een ander werelddeel dezelfde motortaal te kunnen spreken. Daar hebben wij geen EEG of Verenigde Naties voor nodig. Dat gaat onder motorrijders gewoon vanzelf!
Nico Perk
Nico Perk was sinds 1997 actief binnen de Motorrijders Actie Groep, waarvan de laatste acht jaar als voorzitter. Een functie die hij in 2013 hefet neergelegd. Nico hield al die jaren een straffe vinger aan de pols als het ging om Europese en nationale wet- en regelgeving voor motorrijders en zaken als de Motor-APK en de motorvriendelijke vangrails. Als kritisch volger van de politiek zal Nico de MotoPlus-lezers vanaf nu regelmatig in een column bijpraten.