GP Wegrace Australië en Thailand
De strijd om de MotoGP-wereldtitel ontwikkelt zich tot een intens duel tussen uitdager Jorge Martin en titelhouder Pecco Bagnaia. In drie opeenvolgende wedstrijden, de Sprint in Australië en de Grand Prix op zondag en de daaropvolgende Sprint in Thailand zag Bagnaia zijn achterstand op zijn rivaal groeien tot 22 punten. Met een beheerste negende overwinning van het seizoen in Buriram maakte hij weer vijf punten goed. Marc Marquez speelde beide weekends meer dan een bijrol.
Want de overwinning in de Australische Grand Prix, zijn derde overwinning van het jaar, was een ouderwetse, vond ook Marc Marquez zelf. Marquez domineerde niet, maar kwam van een dertiende plaats na een volledig mislukte start toen zijn weggegooide tear-off op de grid op miraculeuze wijze onder zijn achterband terecht kwam en een ‘rolling burn-out’ veroorzaakte. Na een paar bochten was de achtvoudig wereldkampioen al zesde en vijf ronden verder zat hij aan het achterwiel van tweede man Pecco Bagnaia. Toen die in de razendsnelle Stoner Corner prachtig binnendoor stuurde bij leider Jorge Martin, zat Marquez op de eerste rang. En toen Martin direct counterde, dook Marquez in het gaatje dat Bagnaia liet vallen. De Italiaan moest daarna lossen en finishte op tien seconden van de winnaar. Vooraan was duidelijk dat Marquez het vertrouwen en de snelheid had om voor de winst te gaan. Vijf ronden voor de finish remde hij later dan Martin in de langzame Miller Corner.
Op het rechte stuk heroverde Martin de leiding, maar met een harde block pass in andermaal Miller Corner zette Marquez de iets behoedzamere WK-leider definitief aan de kant. Marquez reed niet alleen zijn elf jaar oude ronderecord uit de boeken, ook kon eindelijk een streep door zijn racerecord uit 2015. Marquez’ nieuwe racetijd was 46 seconden sneller; alle negentien finishers waren sneller dan destijds – mede dankzij het nieuwe asfalt en ondanks het schrappen van de volledige vrijdagochtendtraining vanwege harde regen en wind.
“Bij de eerste bocht, zag ik Marini, een Yamaha en véél rijders voor me. Geen idee waar ik was, maar ver achterin”, lachte Marquez. Hoewel het weggooien van een tear-off op de grid eigenlijk ‘not done’ is, had hij geen keus, legde de 62-voudig MotoGP-winnaar uit. Een grote geplette insect beperkte zijn zicht. Om Martin volgens hem na een foutje zijn achterband probeerde te sparen, besloot Marquez voor het maximale te gaan. Die aanpak werkte. “Met de aero die we tegenwoordig hebben, kun je dit niet doen op stop & go-circuits. Hier, waar je maar weinig rempunten hebt, kun je volgen. Dat is één van mijn sterke punten. Achter Martin zat ik heel erg op m’n gemak. Niet heel makkelijk, maar ik reed vloeiend en ik controleerde de afstand en ik wachtte tot die laatste ronden.” Het hele weekend had hij zich sterk gevoeld, gaf Marquez aan. “HardDit weekend zei ik ‘oké, nu ga ik risico’s nemen, omdat dit een circuit is waar ik kans heb op de overwinning. En dat deden we.”
Op het moment dat Marquez hem met een block pass aan de kant zette, schudde Martin het hoofd.
“Ik dacht ‘wauw, die is agressief’”, aldus Martin. Al vanaf de zesde ronde worstelde de Prima Pramac-rijder met zijn voorband. “Het was erg lastig. Ik wist dat hij iets extra’s had. Misschien niet qua snelheid, maar wel als het ging om de risico’s die hij wilde nemen en die ik bereid was te nemen. Natuurlijk wilde ik winnen, maar deze tweede plaats was voor mij helemaal oké.”
Voor Bagnaia was het weekend in Australië niet zijn beste na een glansrijke dubbel in Motegi. De titelverdediger vond ondanks wat verbeteringen na de warm-up maar moeilijk een competitieve set-up. “Ik had veel moeite om de machine goed af te draaien”, vertelde Bagnaia. “Na vijftien ronden was de voorband helemaal op. Om hetzelfde tempo vast te houden, moest ik toen meer met de achterband rijden. Maar die was in de laatste vijf ronden ook versleten.”
Door harde regen op het dak werden Pecco Bagnaia en ook Jorge Martin wakker op zondagochtend in Buriram – en dat na twee droge, hete dagen. De weersomslag was de opmaat voor een fascinerende regenrace. Met aanvankelijk Martin als leider, maar toen de Spanjaard te veel wilde, kwam hij naast de baan terecht, waarna polesitter Bagnaia en regenspecialist Marquez opschoven. Terwijl achter hem Brad Binder en later diens teamgenoot Jack Miller de druk hoog hielden, moest martin Bagnaia en Marquez laten gaan. Net na halverwege de race kon Marquez een wegglijdend voorwiel na verwoede pogingen niet meer redden. Meerdere malen had hij Bagnaia al geattaqueerd, maar steeds counterde de wereldkampioen met succes. Bagnaia won bijna drie seconden voor Martin zijn eerste regenrace. “Betere timing bestaat niet. Het was een dag om het verschil te maken en gelukkig hebben we het gedaan”, vertelde een dolgelukkige Bagnaia. Een matige warm-up op een natte baan noopte tot crisisoverleg binnen het team, vanwege een slecht gevoel bij het remmen. Dat de problemen werden opgelost was ‘alweer’, volgens Bagnaia, de verdienste van het team.
“Het was een hele lange stressvolle race. Ik voelde me meteen goed, maar ik zag ook dat Jorge heel erg aan het pushen was. Het leek me beter een paar ronden achter hem te wachten, zodat de achterband er klaar voor was.” Na Martins fout was de druk van de achtervolgende Marquez groot. “Marc pushte enorm hard. Ik probeerde van alles en toen hij crashte, waren we in die sector al 0,2 sneller. De pace was supersnel.” Marquez’ crash kreeg Bagnaia mee op een scherm naast de baan. “Ik verwachtte elke ronde wel een aanval. Ik hoorde elke ronde dat hij in bocht 11 zou komen, maar hij moest daar steeds iets wijd omdat ik ook laat remde. Daardoor kon ik steeds achterlangs kruisen.” Bagnaia beaamde dat winnen een must was. “Absoluut. Niet eens zo zeer voor het kampioenschap, maar vooral voor mijn eigen gevoel, voor het mentale. Voor mij, maar ook voor hem.”
Waar Bagnaia zijn negende race van het jaar won, werd Martin voor de negende keer tweede, waarvan vijf keer achter de Italiaan. Martin had het zwaar gehad, gaf hij toe. “Ik hoop dat niemand hoeft te voelen wat ik of Pecco voelen voor de race”, refereerde hij aan de druk die de twee voelen. “Op dit moment in het kampioenschap, met deze omstandigheden, dat is niet goed voor je. Maar ik was toch behoorlijk kalm. De race liep ook goed, maar ik merkte wel dat het gevoel niet zo goed was als in de warm-up. De machine gleed veel meer. Ik ging wijd en ik zag dat zij meer hadden dan ik. Ik probeerde wel bij te blijven, want misschien kon ik aan het eind nog een aanval inzetten. Maar op hetzelfde moment dat Marc crashte, was ik ook de voorkant kwijt. Ik ging wijd en kon ‘m opvangen, en vanaf dat moment probeerde ik het gat naar Brad en Pedro te managen, want zij kwamen er ook aan.” De bijna-crash was niet zijn enige geweest, gaf Martin toe. “Ik had de hele race een heleboel ‘momentjes’. Ik was er steeds klaar voor, en toen Marc over de voorkant weggleed, was ik er ook op voorbereid dat het mij ook kon gebeuren. Daarom kon ik ‘m opvangen. Als Marc niet was gevallen, zou het mij zijn overkomen. Dankzij zijn crash, kon ik anticiperen.”
De 43 minuten duurden erg lang, volgens Martin. “Die laatste ronden dacht ik ‘f**k, ik wou dat het droog was’. Voor mijn gevoel had ik op een droge baan wat meer dan Pecco, maar hij was super sterk. Hij is een groot kampioen. Hij is sterk in alle omstandigheden.”
De derde plaats kwam terecht bij Pedro Acosta bij wie op ook voor hem onverklaarbare wijze in de slotfase plotseling de snelheid goed genoeg was voor het podium. Eerder in de race liepen twee fouten nog net goed af. Om zijn eerste finish in vijf races te behalen, moest hij wel afrekenen met Jack Miller. “Dat was geweldig. We zijn dezelfde soort rijders. Hij raakte mij, ik raakte hem…. Maar er was respect, we wilden er geen rommeltje van maken”, beschreef de rookie het duel. “Het duurde een eeuwigheid”, vond Acosta. “Toen ik voor het eerst op het bord keek, stond er +16L (ronden,red.)… Ik dacht ‘kom op…’ Maar het was erg gaaf. Dit was ook een race zoals ik ‘m nodig had. Kalm blijven, denken aan de mappings, voelen hoe de baan veranderde…. Om weer eens te finishen na die moeilijke tijd, was heel belangrijk.”
Na zijn crash finishte Marquez alsnog als elfde, een seconde achter broer Alex – die in de verkenningsronde onderuit was gegleden – en drie plekken voor de ook gevallen Enea Bastianini. “We waren de snelste, maar niet de slimste”, meende hij. “Als ik iets meer geduld had gehad, was het misschien anders gelopen.” In zijn drang naar voren ramde Marquez nog oud-teamgenoot Joan Mir van de baan. De Honda-coureur, ‘super langzaam’, volgens Marquez, was witheet. Dat hij voor de actie één plek terug moest geven, snapte Marquez. Voordat hij dat deed, passeerde hij eerst de duidelijk langzamere Takaaki Nakagami – om de Japanner vervolgens weer voorbij te laten en opnieuw in te halen. De Stewards hadden Marquez’ geslepen strategie aanvankelijk gemist.