Nieuws

Sloperij Wegman

Wegman Motoren in Aalsmeer; je moet er geweest zijn om het te geloven. Een inkijkje in de bovenkamer van eigenaar Chris Wegman is al net zo boeiend. Tachtig jaar oud inmiddels, maar hij weet elke motorfiets en onderdeel blindelings te vinden.

Een bezoek aan Wegman Motoren stond al een tijdje op mijn verlanglijstje. Iedere keer als ik langs de Aalsmeerse motorzaak rij, schreeuwt het met motoren afgeladen erf mijn naam. Een klerezooi in de ogen van de een, een artistiek kunstwerk van motoren voor de ander. Al moet werkelijk iedere voor- en tegenstander de charme van de zaak toegeven. Dit is het kleine Gallische dorpje dat dapper stand houdt tegen het grote Romeinse Rijk. Dit is de laatste der Mohikanen. In een tijd van eenheidsworst-motorzaken, waarbij de motorfabrikanten de inrichting bepalen (waarvoor de motorhandelaar wel flink mag betalen) is dit de unieke eenling.

De motorsloperij is in de loop der decennia net als motorzaken ook enorm veranderd, maar niet hier aan de Aalsmeerderweg. Waar moderne sloperijen alle onderdelen minutieus en van alle kanten fotograferen, documenteren, labelen, poetsen, wegleggen op specifieke plaatsen en direct via het internet aan de hele wereld aanbieden, is dit old skool slopen. Een motorfiets wordt gesloopt – “demonteren moet ik tegenwoordig zeggen”, spot Chris Wegman – en op de juiste locatie gelegd. Dat die juiste locatie er voor een buitenstaander uitziet als een enorme berg gestorte onderdelen doet er niet toe. Wegman weet precies waar elk onderdeel ligt en waar hij het kan vinden. Als een klant een onderdeel ook maar een metertje verplaatst kan hij uren zoeken zonder het te vinden. De computer van Wegman, die nog altijd haarscherpe bovenkamer, werkt feilloos.

Helaas werkt het lichaam de laatste tijd iets minder mee. “Ik kan een hoop niet meer en dat doet me zeer, het is de laatste jaren hard gegaan.” Wegman loopt noodgedwongen met een stok, maar daarmee scharrelt hij wel handig door de dicht op elkaar geparkeerde motoren. De kippen en de geit scharrelen er eveneens. Afgelopen weekend reed Wegman zijn laatste rit op zijn geliefde Suzuki 750GT uit 1975. “Ik heb altijd een beetje mafkezerig gereden. Zo’n GT750 vertelt het hele verhaal. Als je dat rijdt ben je lekker bezig.” Met een enorme laag ducttape is het gashendel veel dikker gemaakt om nog knap gas te kunnen geven, maar met zijn rotte knieën en rechterarm gaat motorrijden niet meer. Het is geen enkele reden voor een traan, het is gewoon klaar. Bovendien heeft Wegman genoeg gereden in zijn leven. “Toen ik achttien was kocht ik voor 250 gulden een Adler waarmee ik Sterrendagen reed op Zandvoort. Er mocht hier vroeger in dit dorp op zondag echt niets, dus zat ik naast mijn ouders in de kerk met de nummerplaten van mijn Adler onder mijn jas verstopt. Op maandag onderschepte ik de krant en knipte er de uitslagen van de Sterrendagen uit. Natuurlijk duurde het niet lang voordat iemand tegen mijn vader vertelde dat ‘zijn zoon goed had gereden’. “ En goed rijden deed Wegman. Met zijn Adler die maximaal 140 km/uur liep, haalde hij zijn ster van honderd met een gemiddelde snelheid van 104 km/uur.

Als Wegman met pensioen gaat als rozenkweker begint hij zijn motorzaak. Waar anderen gaan genieten van het grote niets, start hij juist een nieuwe zaak. “Ik heb me mijn hele leven de kolere gewerkt in de rozen. Zeven dagen per week. Motoren zijn veel makkelijker, die zijn niet uitgebloeid in een weekend. In een klein hoekje van de kas ben ik begonnen met een paar motoren. Zin in pensioen had ik niet. Het is lekker om af en toe met iemand te praten en mijn vrouw is ook alweer achttien jaar overleden.”

Noem Wegman Motoren bij zijn eigenaar vooral geen sloperij: “Het is loop én sloop. Aan de ene kant heb je vijfhonderd lopers en aan de andere kant vijfhonderd slopers. Youngtimer Europeanen en Japanners en een paar echte klassiekers (Laverda, Moto Morini, Simplex, Adler, DKW, Puch) staan kriskras door elkaar heen, maar je zoekt tevergeefs naar Harley-Davidsons en Ducati’s. “In Amerika heb ik een keer gereden op een Harley en dat was meer dan genoeg. Ooit had ik een Ducati Paso 750. Je moest je knie in het frame frommelen, in de spiegel zag je alleen het kruis van je duopassagier, vermogen had het ding niet en remmen al net zo min. Wat een secreet van een ding. Ik heb hem omgeruild voor een motorfiets en die staat hier ook nog altijd.”
Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar de voorraad motoren neemt langzaam af. “Ik had allerlei klassiekers, maar omdat ik begin af te takelen ben ik die de laatste drie jaar beginnen te verkopen. Vroeger ging ik juist allerlei veilingen af om motoren te kopen. Ik haalde ze ook uit advertenties in kranten, motorbladen uit de ViaVia en motorzaken in de buurt. Ging ik ’s avonds met een trailer op pad om een motor te halen.”

De klanten van Wegman zijn divers. Aan mannen met dure motoren heeft hij niks weet hij uit ervaring: “Die komen alleen kijken.” Het zijn de mensen die vroeger een CB’tje hadden en er voor weinig geld weer eentje willen hebben, waaraan Wegman wel iets heeft. Jonge gasten komen ook vaak kijken. “Voor € 1.500,- hebben ze hier een mooie motor. Toch zie ik ze vaak verdwijnen naar een andere zaak waar diezelfde € 1.500,- alleen een mooi voorschotje is en waar ze de andere € 3.000,- kunnen financieren.” Voor dat laatste hoef je bij Wegman niet aan te kloppen. Onderhoud is ook iets van het verleden. “Een oliewissel doe ik nog wel eens, maar in het vervangen van een ketting en tandwielen heb ik geen zin meer. We zijn wel specialist in het ultrasoon reinigen van carburateurs.”

Om gedoe voor te zijn, monteert Wegman tegenwoordig een nieuwe accu in elke motor die hij verkoopt. “Dan zie je ze nooit meer terug. En ik geef drie maanden garantie. Als er iets stuk gaat, snor ik een onderdeel op wat ze wel even zelf op de motor moeten zetten.”
De nuchtere Wegman weet dat hij ooit moet stoppen. “Maar dan ben ik wel dood. Ik zat ooit vier maanden in een revalidatiecentrum en toen verkocht ik mijn spullen telefonisch. Mijn maatje Henk liep op de zaak rond en die stuurde ik telefonisch aan. Ik vertelde hem waar de motor exact stond, waar het kenteken lag, de sleuteltjes lagen, wat de bijzonderheden van de motorfiets waren. Ik weet altijd wat ik heb betaald en wat ik wil hebben.”

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...