Nieuws

De eerste GP-racer van Rossi

Racemonteur en voormalig coureur Guido Mancini had twee dochters en beschouwde zijn motoren soms ook als hun broers en zussen. In 1993, toen hij de framenummers van twee gloednieuwe 125 GP-prototypes die hij had ontworpen moest ponsen, eindigde de Italiaan de ene met de letters ‘LA’ en de andere met ‘LU’. Het stond voor hun namen: Laura en Luana. En wat een lot voor die raketten: dertig jaar geleden werd een ervan bereden door de toekomstige negenvoudig wereldkampioen Valentino Rossi voor zijn debuutseizoen in een Grand Prix nationaal kampioenschap.

“Valentino’s vader, Graziano, zelf een voormalig coureur en 250cc-GP-winnaar, wilde geen tijd verliezen en wilde dat Valentino wat ervaring opdeed met echte racemotoren, ook al was dat in hetzelfde jaar dat de jongen het 125 Sport Production kampioenschap won voor Cagiva. We kenden elkaar goed omdat we uit dezelfde omgeving kwamen en actief waren in hetzelfde kringetje, dus het was vanzelfsprekend om samen te werken en hem de kans te geven om op onze ‘zelfgemaakte’ motor te rijden”, herinnert Mancini uit Pesaro zich, een paar kilometer verwijderd van Tavullia, het geboortedorp van Rossi. Volgens hem waren er toen al glimpen van Rossi’s vaardigheden te zien: “Weet je, als je zijn naam in twee delen splitst, Va-lentino, betekent dat in het Italiaans ‘hij is traag’. Dus noemde ik hem Va-fortino, wat het tegenovergestelde betekent, ‘hij is snel’”.

Voor Rossi was de tijd die hij doorbracht met Mancini zeer vormend. De 15-jarige Italiaan had talent, dat was duidelijk, maar moest de basis leren, omdat hij een nieuwe ervaring tegemoet ging met een speciale motorfiets. “Onze motorfiets moest je zien als een onafhankelijke motorfiets met wat invloeden van Aprilia. Hij werd Sandroni genoemd naar de achternaam van de man die het project lanceerde en financierde. Hij kwam ook uit Tavullia, dus het was voor hem heel natuurlijk om een jonge en veelbelovende tiener uit dezelfde plaats een kans te geven. Het ontwerp van het chassis was van mij, hetzelfde gold voor de swingarm en nog wat andere onderdelen. Ik herinner me dat de kuip was gemaakt door iemand die boten maakte. Op sommige details begrepen we elkaar niet helemaal, dat was lastig. Er zat bijvoorbeeld een gat in het bovenste deel van de achterzijde, waardoor er lucht naar de uitlaatdemper moest stromen om hem te koelen, maar het gat was in de verkeerde richting gemaakt, waardoor het geen nut had. De Sandroni werd aangedreven door een 125cc Rotax-motor met roterende inlaat, die een andere vermogensafgifte had dan het blok met de membraankleppen zoals Valentino gewend was van de productie Cagiva Mito. Hij was nerveuzer en had een smallere powerband. Bovendien had onze motor ongeveer 10 of 15 pk meer en meer afstelmogelijkheden. Ik deed mijn best om onze 125 aan te passen aan Valentino’s behoeften, zoals het maken van kleine zaagsnedes aan het uiteinde van de voetsteunen, omdat hij klaagde dat zijn laarzen steeds weggleden. Ik heb hem ook de basisbeginselen van het omgaan met zo’n motor geleerd.” Een kolfje naar de hand van Mancini, want een paar jaar eerder had hij de Duitse GP in Hockenheim gewonnen als crewchief van 125-coureur Bruno Casanova, en hij was eerder zelf al eens nationaal Italiaans kampioen was geweest: in 1977 won hij de 50cc-klasse met een zelfgemaakt prototype genaamd Iprem.

“Mancini was een goede technicus”, zegt Giuseppe Sandroni, een zakenman en destijds eigenaar van het team, en ook bekend om zijn verzameling racemotoren, vooral de Benelli’s waar Renzo Pasolini in de jaren 60 op reed. “De prototypes werden bijna volledig ontworpen in zijn kleine werkplaats in Pesaro en geproduceerd met de hulp van enkele technici voor wat betreft het lassen van het frame. Ik richtte dit team destijds op vanwege mijn liefde voor motorracen en de goede economische omstandigheden in die tijd, waardoor mijn bedrijven, die overigens niet motorgerelateerd waren, erg goed draaiden. Ik kon dus flink investeren om het tempo van de Aprilia’s en de Honda’s, die voorop reden in de Italiaanse en Europese kampioenschappen, bij te benen. Weet je, ik was financieel heel gezond in die periode. Ik reed in een Ferrari naar de circuits en het team had topmateriaal.” Met geld kun je weliswaar geen kampioenschappen kopen, maar het kan wel helpen. En Rossi leek zich daar al op jonge leeftijd bewust van te zijn. In een video-interview die dat jaar tijdens het seizoen werd gemaakt, sprak hij als tiener al stellig: “Zonder geld kom je nergens, ook al ben verdomd snel.”

In dat interview stond Valentino naast zijn teamgenoot, de toen 24-jarige Manolo Omarini, die in 1994 een race won van het nationale kampioenschap op Mugello en ook Europees verband actief was. Binnen het team lag alle druk op hem, dus Rossi kon zich helemaal focussen op leren: “Ik herinner me de eerste keer dat we samen reden, het was een soort privétest, ik voorop en hij achter me, allebei op de Sandroni’s. Het was zijn eerste keer op die motor. Na een paar ronden begon ik te pushen en reed ik sneller dan tijdens mijn laatste raceweekend op datzelfde circuit, Misano. Valentino hield mijn tempo zonder problemen vast en probeerde me op een gegeven moment zelfs in te halen tijdens het remmen. We zaten allebei op de limiet en gingen wijd. En het was nog maar een test… Zodra ik terugkwam bij de pits zei ik tegen Mancini: deze jongeman heeft talent”, blikt Omarini terug. Enkele weken later, op datzelfde circuit, reden de twee teamgenoten de hele race van het Italiaans kampioenschap samen, strijdend voor een plek op het podium: “Toen de laatste ronde begon, wist ik dat hij het zou proberen om me in te halen, hoe dan ook. Op een gegeven moment draaide ik me om en toen was hij er niet meer. Hij had een mechanisch defect, dus ik pakte de derde plaats en Valentino viel uit.”

Dat seizoen racete Rossi met nummer 8, maar op sommige statische foto’s is hij te zien met het iconische 46. Dat was het nummer dat zijn vader Graziano gebruikte in 1979, toen hij zijn eerste GP won in de 250cc-klasse op een Morbidelli, een andere kleine fabrikant uit Pesaro die alleen raceprototypes maakte. Daarom werd een paar jaar geleden, tijdens de restauratie van Rossi’s Sandroni door monteur Elio Cappelli, besloten om het nummer te gebruiken dat Valentino meer dan 20 jaar lang droeg in het wereldkampioenschap. “De livery van deze 125, met de geblokte vlag en de Italiaanse kleuren, vertegenwoordigt helemaal de geest van een kleine groep enthousiastelingen en vakmensen die in zichzelf geloofden en op topniveau wilden vechten, wat perfect aansloot bij het karakter van Rossi”, zegt Luciano Sansovini, de man die de restauratie van de 125cc Sandroni coördineerde. “Het doel was niet alleen om de motor na tien jaar stilgestaan te hebben in de best mogelijke staat terug te brengen, maar ook om ermee te rijden tijdens klassiekerevenementen. Mensen zullen er misschien door geïntrigeerd raken en geïnteresseerd raken in deze toch wat onderbelichte pagina uit Rossi’s racegeschiedenis.”

In de carrière van negenvoudig wereldkampioen wordt 1994 vooral herinnerd vanwege de Italiaanse 125 Sport Production-kroon, terwijl het Sandroni-avontuur op de een of andere manier in de schaduw bleef of werd onderschat. Het was misschien geen cruciaal moment, maar het was wel Rossi’s eerste seizoen met een motorfiets met GP-specificaties en het was de ervaring die hem de basisbeginselen van GP-racen bijbracht. Het jaar daarop reed hij met een Aprilia in de Italiaanse en Europese kampioenschappen, en daarin behaalde hij de resultaten die voor hem de weg naar het wereldkampioenschap openden. De rest is geschiedenis.

Gerelateerde artikelen

Rij-impressie BMW M1000XR

Rij-impressie BMW M1000XR

17 oktober, 2024

Na de M1000RR en M1000R lanceerde BMW eerder dit jaar met de M1000XR een derde model in de exclusieve M-lijn. Vol ...
Vergelijkingstest 3 power nakeds

Vergelijkingstest 3 power nakeds

3 oktober, 2024

Deze naked bikes behoren tot de sterkste motoren die je gewoon in de winkel kunt kopen. Dat is echter slechts een ...
Direct meer lezen? Neem een jaarabonnement
  • Direct toegang tot het digitale archief met meer dan 350 magazines.
  • 24 uitgaven per jaar
  • Elke twee weken thuis in de bus
Direct toegang aanvragen
Een jaar MotoPlus voor slechts 55,-