Reportage mooie vakantiefoto’s maken
Dus je hebt een geweldige motorvakantie gehad, maar valt thuis bij het bekijken van de foto’s zelf al bijna in slaap, laat staan dat je publiek een beetje geboeid blijft. Toch is het maken van goede reisfoto’s helemaal niet zo moeilijk, aldus motorreisjournalist en fotografiegoeroe Dirk Schäfer (59). Met enkele tips van zijn hand gaan ook jouw foto’s van saai naar super!
Toen de digitale camera een kleine twintig geleden zijn intrede deed, betekende dat het einde van het vak van fotograaf. Zo klonk het althans uit veel kelen. Want, zo was de veronderstelling, wanneer je ongelimiteerd kunt knippen zonder de beperking van een maximum aantal foto’s zoals het geval bij de analoge fotorolletjes, kan iedereen wel een rake foto schieten. En deels klopt dat natuurlijk ook. Wanneer je maar genoeg foto’s maakt, zit er altijd wel een scherpe tussen immers. Maar een scherpe foto is niet per definitie ook een mooie, laat staan pakkende foto. Fotografie is echt een vak apart en zal dat ook altijd blijven. Een goede fotograaf maakt namelijk niet alleen een foto die die je interesse prikkelt, maar die ook in één beeld een groot deel van het verhaal erachter vertelt.
Precies dat was ook de reden waarom de openingsfoto van dit artikel me dertien jaar geleden wist te grijpen. Het was de opener van het laatste deel van de Via Mediterra reisverhalencyclus van reisjournalist Dirk Schäfer, die zo goed en kwaad mogelijk een reis rond de Middellandse Zee had gemaakt (die MotoPlus 1 t/m 5/20211). De foto vertelt je in één oogopslag wat het onderwerp is (motorreis), waar deze plaatsvindt (Griekenland) en leert je, dankzij het kapelletje op de voorgrond, ook nog iets over het belang van het geloof op de bewuste locatie. Bovenal is het echter een foto die de reislust aanwakkert, ook niet onbelangrijk.
Onder meer deze foto komt ter sprake wanner ik Dirk Schäfer thuis opzoek in het Duitse Essen. Kiekjes schieten kunnen we allemaal, het maken van echt goede foto’s die weten te inspireren, is een stuk uitdagender. “Met inachtneming van een paar grondbeginselen is het echter voor iedereen heel goed te leren”, aldus Schäfer, die meteen ook wil benadrukken dat het maken van een goede vakantiefoto echt niet afhankelijk is van dure apparatuur. “Wil je echt creatief aan de gang met optische zoom, scherptediepte, nachtfotografie, veel snelheid in beeld etc., dan ontkom je niet aan een goede camera met losse lenzen (objectieven red.). Maar ook met een redelijk doorsnee huis-tuin-en-keuken compactcamera kun je prima foto’s maken. Sterker nog, zelfs met de meeste actuele smartphones met tal van instelmogelijkheden kun je ongelooflijk mooie beelden maken. Wat ik wel iedereen kan aanraden is een statief of zogeheten gorilla-pod met flexibele poten. Zeker wanneer je rijbeelden van jezelf wilt maken, is het erg prettig dat je je camera stabiel kunt neerzetten en niet hoeft te goochelen met stenen of andere toevallig aanwezige middelen om je camera op te zetten. Statieven heb je bovendien in alle soorten en formaten, voor heel redelijke prijzen. Daar hoef je het dus niet voor te laten”
De basis van een goed beeld foto begint al met de keuze waarvoor je deze maakt. Beelden voor social media vereisen een andere benadering (bijvoorbeeld staande i.p.v. liggende foto, andere afmeting etc.) dan foto’s voor een fotoboek. In deze reportage beperken wij ons tot reguliere foto’s, die je bijvoorbeeld voor een fotoboek kunt gebruiken.
“Wanneer je zomaar lukraak knipt, missen foto’s vaak dynamiek, ogen saai. Vaak komt dat omdat er diepte mist, simpelweg omdat dit er ook niet in zit”, legt Schäfer uit. “Een dynamische foto bevat doorgaans drie elementen: een voorgrond, achtergrond en (hoofd)onderwerp.” Laten we de openingsfoto even als voorbeeld pakken, dan zie je hierop deze drie elementen duidelijk terug: kapelletje (voorgrond), bergen/weg/lucht (achtergrond) en motorfiets (onderwerp). Je ziet dus meteen al dat je onderwerp niet per sé heel erg prominent in beeld hoeft te zijn, het gaat om de totale compositie.
De basis heb je dan, alleen is daarnaast ook de opbouw/vlakverdeling van je beeld belangrijk. Wanneer je een klein beetje geïnteresseerd bent in fotografie, ben je ongetwijfeld bekend met het fenomeen ‘gulden snede’. Hiermee bepaal je de ideale beeldverhoudingen zoals die ook in de natuur en bijvoorbeeld architectuur voorkomt. Kort door de bocht gesteld komt het erop neer dat een asymmetrische beeldverdeling, in een verhouding van ongeveer twee staat tot drie, het meest tot de verbeelding spreekt. Daarvoor wordt het hoofdonderwerp, de motorfiets in het geval van de openingsfoto, uit het centrum van het beeld gehaald en in het bovenste- of onderste derde links of rechts gepositioneerd. De meeste camera’s en/of smartphones bieden tegenwoordig standaard de mogelijkheid tot het tonen van een raster in beeld, waarbij je je onderwerp dan alleen maar hoeft te positioneren op één van de vier snijlijnen in beeld. Daarbij moet je dan overigens wel rekening met het focuspunt van de camera. De meeste camera’s stellen standaard scherp op het midden van de foto, of in het geval van autofocus kiest de camera zelf waarop ‘ie scherp stelt. In die gevallen is het dan zaak om het focuspunt manueel vast te leggen op het punt waarop jij het onderwerp in gedachten hebt.
Naast deze gulden snede kun je ook gebruik maken van zogeheten leidende lijnen in je compositie. Deze lijnen voeren de ogen van een kijker van het ene naar het andere punt in de foto en brengen ook dynamiek in je beeld. Zie bijvoorbeeld de foto met ‘Route 66’ (pagina ??), waarop de lijnen van de weg je ogen automatisch naar de motorrijder geleiden.
Je merkt het al, voordat je überhaupt op de sluiterknop drukt, is er al een hele reeks voorbereidende werkzaamheden aan het maken van de foto’s voorafgegaan. Dat is namelijk wel iets dat je je moet beseffen, een goede foto maken kost voorbereiding en daarmee tijd. Zeker wanneer je ook gaat experimenteren met bijvoorbeeld sluitertijden en scherptediepte. Wanneer je zowel voor- als achtergrond scherp wilt, moet je fotograferen met een klein diafragma (bijvoorbeeld 16). Dit vereist echter meer belichtingstijd en dus een langere sluitertijd of hogere ISO-waarde. Wil je echter, zoals bijvoorbeeld bij een portret- of detailfoto, de achtergrond onscherp hebben, dan pak je een groot diafragma (bijvoorbeeld 3,5). Klein ezelsbruggetje hoe kleiner het getal, hoe groter het diafragma. Het nut van scherptediepte is dat het oog van de kijker naar het belangrijkste beeldelement wordt getrokken, oftewel het onderwerp knalt er lekker uit. Ook de brandpuntsafstand (of focus) van de lens is van invloed op de dieptescherpte. Een telelens bijvoorbeeld, heeft met hetzelfde diafragma en dezelfde afstand tot het object een geringere scherptediepte dan een groothoeklens.
Een ander belangrijk facet is natuurlijk de belichting. De twee uren voor zonsonder- en na zonsopgang bieden vanwege het zachte, warme licht de beste omstandigheden voor goede sfeerbeelden. Dat betekent uiteraard niet dat je op andere tijdstippen niet kunt fotograferen, alleen zul je dan doorgaans zelf middels spelen met de witbalans voor een goede belichting moeten zorgen.
Het is dus vooraf niet alleen zaak om te bepalen hoe je foto er precies uit moet komen te zien, maar ook om de camera alvast goed in te stellen. “Zeker wanneer je bijvoorbeeld rijfoto’s van jezelf wilt maken”, legt Schäfer uit, die zelf niet werkt met een afstandsbediening of een extra set helpende handen, maar heel eenvoudig rijfoto’s van zichzelf maakt middels de zelfontspanner. “Ik kijk vooraf waar ik moet rijden, stel daarop het focuspunt in, en bepaal vervolgens ook de sluitertijd, het diafragma en eventueel de ISO-waarde. Via de uitgestelde zelfontspanner stel ik de camera dan zo in dat ‘ie na een bepaalde periode een hele serie foto’s maakt, zodat ik zelf de tijd heb om naar de beoogde locatie te rijden. Het vergt een beetje oefening, maar op deze manier kun je prima opnames van jezelf maken.”
Verder is het ook vooral een kwestie van proberen, proberen en nog eens proberen. Experimenteer daarbij ook eens met de verschillende instellingsmogelijkheden. Maak meerdere foto’s van hetzelfde onderwerp, maar uit verschillende perspectieven en met verschillende sluitertijden, focuspunten, diafragma’s etc. en kijk vervolgens wat dat doet met je foto’s. En analyseer je eigen foto’s, probeer te achterhalen waarom het ene beeld je wel en het andere juist niet intrigeert. Want zoals met alles geldt ook voor het maken van foto’s: oefening baart kunst!