Interview Jorge Lorenzo
Het is al een vertrouwd beeld: drie Spanjaarden op het podium van de MotoGP. Een van hen wordt de wereldkampioen van 2013. Jorge Lorenzo is van het trio degene met de meeste ervaring op het gebied van wereldtitels – hij heeft er in de MotoGP al twee op zak. Dat geeft de titelverdediger vertrouwen: “De druk ligt niet bij mij.”
Ontspannen leunt Jorge Lorenzo achterover. Tijdens het gesprek kijkt hij een paar keer vragend naar Wilco Zeelenberg, die met een kopje espresso aan de overkant van de tafel zit, alsof hij bevestiging zoekt. Die krijgt hij in de vorm van een brede grijns of een knikje. Het gaat over zijn twee wereldtitels in de MotoGP. De eerste haalde hij in 2010, de tweede vorig jaar. Lorenzo vertelt dat de titel van 2010 hem emotioneel meer deed. “Iedere eerste keer is iets bijzonders natuurlijk. 2010 was overweldigend en heel emotioneel. Niet te vergelijken met mijn twee titels in de 250 cc. Maar toch was die van 2012 het leukst. Die titel gaf me meer voldoening. Gevoelsmatig heb ik daar veel harder voor moeten werken. Het lag allemaal veel dichter bij elkaar. Het was moeilijker. Misschien wel juist omdat ik weet hoe het is om wereldkampioen te worden.” Dit jaar is het opnieuw moeilijk, maar Lorenzo lijkt zich er niet heel erg druk over te maken. “Ik heb al twee titels. De druk ligt niet bij mij. Dat Marc Marquez er zo snel bij zit, verrast me niet. Maar hij kan wel eens te veel te snel willen. Ik herken wel wat van mezelf in mijn eerste jaar MotoGP: ik was ook zo gretig, maakte ook fouten. Ik denk niet dat Marc in zijn eerste jaar meteen wereldkampioen kan worden, maar een geduchte concurrent is hij zeker. Niet alleen voor mij, vooral ook voor zijn teamgenoot. Bij hem ligt de druk: Dani Pedrosa móet nu wereldkampioen worden. Hij heeft nog niks gewonnen. Als het aan mij ligt, blijft dat zo.” Weer die blik naar de overkant. Wilco Zeelenberg is belangrijk voor Jorge Lorenzo, dat merk je pas goed als ze samen aan tafel zitten. In 2010 werd de Nederlandse ex-coureur, goed voor honderd Grand Prix’, door Yamaha als teammanager van Lorenzo aangesteld, nadat onder zijn leiding Cal Crutchlow wereldkampioen Supersport was geworden. Zeelenberg twijfelde, vroeg aan zijn vrouw of zij het goed vond als hij ‘een jaartje’ van huis was. Zij vond dat hij zo’n kans niet mocht laten gaan en Zeelenberg zei ja. In zijn eerste ontmoeting trof Zeelenberg een opgewonden standje aan, met een lichte neiging tot arrogantie. In 2008 en 2009 wilde Lorenzo nog wel eens onstuimig zijn. Hij was te gretig, wilde te graag winnen en overspeelde daarbij vaak zijn hand. Maar hij zat wel al dicht bij de titel en in 2010 was hij een van de topfavorieten. De samenwerking tussen de twee was meteen succesvol. “Wilco brengt rust in de tent,” verklaart Lorenzo de verandering. “Hij zorgt ervoor dat ik niet meer aan alle details hoef te denken en me kan concentreren op het rijden.” Dat gaat ver. Zeelenberg grinnikt: “Jorge kan zich opwinden over de kleinste details. Hij is een ontzettende perfectionist. Alles moet kloppen. Toen hij een half uur voor de race in Qatar zijn telefoon kwijt was, was het dan ook dikke paniek. Dan hoort het dus ook tot mijn taken om op zoek te gaan naar zijn telefoon.” Doorgaans bestaat de taak van Zeelenberg uit coachen. Hij staat langs de baan om te kijken waar Lorenzo nog iets kan winnen, door een bocht net iets anders aan te snijden bijvoorbeeld. Hij is waar nodig intermediair tussen de coureur en de technische staf en denkt mee over welke racestrategie Lorenzo volgt. “Jorge kan goed aangeven wat hij voelt, maar weet vaak niet waardoor. Hij is niet heel technisch. Ik help dan zijn gevoel vertalen naar de crew. Dan is mijn eigen race-ervaring belangrijk. Nee, ik heb nog nooit op zijn racemotor gereden. Hou eens op zeg, ik ben 46. Daar begin ik niet meer aan hoor. Bovendien is het niet nodig: ik begrijp wat hij voelt en wat dat betekent voor de techniek.” Een groot deel van het werk van Zeelenberg is ook puur psychologie. “Bij Jorge is belangrijk dat alle scenario’s vooraf zijn doorgesproken. Verrassingen zijn altijd mogelijk, maar als je over alles hebt nagedacht en een strategie hebt, hoef je niet tijdens de race in paniek een plan-B te gaan bedenken. Dat schortte er in het verleden nog wel eens aan. Kijk, Jorge is niet iemand die je moet motiveren. Die moet eerder worden afgeremd. Naar mij luistert hij. Ik denk dat het werkt omdat ik niet zo’n heetgebakerde Spanjaard ben, maar een nuchtere Hollander.” Het opgewonden standje van een paar jaar geleden heeft geleerd zich te beheersen. Als hij zich nu nog eens boos maakt, zoals na het incident met Marc Marquez in de laatste bocht van de GP van Jerez, is er eerst (oog)contact met Zeelenberg. De Lorenzo van nu is een heel andere man dan die van een paar jaar geleden. De eerste wereldtitel deed hem al zichtbaar goed. Hij werd er een stuk aardiger door, sympathieker, rustiger. “Ik besefte dat ik mezelf vaak overschreeuwde uit onzekerheid,” bekent Lorenzo. “De titel was een bevestiging voor mij dat ik goed genoeg was. Daar was geen grote mond of stoere taal meer voor nodig.” Hij hield op met de toneelstukjes na een overwinning. Leuk hoor, die vlag planten om er Lorenzo’s Land van te maken, maar je krijgt er niet méér punten door. De oorlogvoering met Pedrosa hield ook op te bestaan. Ook daarvan besefte Lorenzo dat hij het niet nodig had. En de wereldtitel bracht financiële zekerheid. Op zijn vijftiende verjaardag reed hij zijn eerste Grand Prix: op de eerste dag dat het mocht. Dat was echter ook het moment dat zijn vader hem van school haalde om fulltime te racen. En dan? Wat zijn je perspectieven zonder opleiding? Het kampioenschap loste dat probleem grotendeels op: over zijn toekomst hoeft Lorenzo zich geen zorgen te maken. Ook dat gaf rust. Het leven van Jorge Lorenzo draait om motorsport. Hij doet er alles voor en is bereid er heel veel voor op te geven. Zo brak hij met zijn vader omdat die hem te veel beperkte en maakte hij een einde aan de relatie met zijn vriendin Eva Perello, omdat hij zich wilde focussen op het racen. Hij praatte er uitgebreid over met Zeelenberg, die racete terwijl hij getrouwd was en al kinderen had. “Iedereen doet het op zijn eigen manier,” zegt Zeelenberg. “Maar ik denk dat Jorge soms te streng is geweest voor zichzelf. Hij is nu losser, kalmer, meer ontspannen.” In 2010 kwam Lorenzo elke race aan de finish. Hij won negen wedstrijden en stond slechts twee keer naast het podium met twee vierde plaatsen. Dat leverde hem in zijn eerste jaar met Zeelenberg al de titel op. Zeelenberg gaf zijn pupil meteen een bijnaam: iRobot, omdat Lorenzo zulke belachelijk constante rondetijden kan rijden. Ronde na ronde kan hij op de limiet rijden in vrijwel identieke rondetijden. “Dan pas voel je hoe je machine reageert,” zegt Lorenzo, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Maar weinig coureurs rijden zo soepel als Lorenzo. Hij kan zijn motor in een hellingshoek leggen, waar andere coureurs slechts met bewondering over praten. Cal Crutchlow zegt er over: “Niemand begrijpt hoe hij het voor elkaar krijgt om keer op keer zo’n grote hellingshoek te maken. Hoe doet hij dat zonder te crashen? Als ik het één keer probeer, lig ik al onderuit. Hij doet het iedere ronde, het hele weekend en hij heeft niet eens in de gaten dat hij het doet. Jorge rijdt zo soepel dat je niet eens ziet dat hij remt.” Lorenzo lacht. “Aardig van Cal. Misschien ben ik daarom wereldkampioen en hij niet.” Maar hij kan het dus ook een heel seizoen, constant zijn. In 2012 won hij zes races, alle andere wedstrijden werd hij tweede – behalve dan in Assen en Valencia, toen hij door fouten van anderen ten val kwam. “Die tweede titel was een heel andere ervaring,” vertelt Lorenzo, 26 jaar inmiddels. “Ik ben een paar jaar ouder. Ik geniet meer van de leuke momenten. De ergste stress is er wel af.” Dat wil niet zeggen dat de gedrevenheid minder is geworden. Twee wereldtitels geven rust in het hoofd, maar van verzadiging is geen sprake. Dit seizoen is het vanaf het begin spannend. Lorenzo, Pedrosa en Marquez hebben al alledrie aan de leiding gestaan van het WK. Alledrie hebben ze races gewonnen. De TT van Assen wordt een cruciale race voor Lorenzo. Hij staat tweede in het kampioenschap, achter Dani Pedrosa én hij heeft nog wat goed te maken op de Drentse hei. Vorig jaar werd hij in de eerste bocht al van zijn Yamaha gekatapulteerd door Alvaro Bautista. “Dat heeft een paar dagen pijn gedaan,” zegt Lorenzo. “Mentaal meer dan fysiek. Ik was zo sterk vorig jaar in Assen. Ik stond aan de leiding van het kampioenschap en was in bloedvorm. De crash kostte me niet alleen die wedstrijd, maar ook een motorblok en een pijnlijke enkel die me de week erna ook hinderde. Ik ben blij dat er nu een strafsysteem is met puntenaftrek voor roekeloze acties; dat was zeker een actie die strafpunten had opgeleverd. Maar ja, die hadden ze dit seizoen ook al een paar keer kunnen en moeten geven, in mijn ogen. Nee, begrijp me niet verkeerd, ik wil niet de moraalridder uithangen. Maar ik ben zelf vaak genoeg hard gevallen en ik weet hoeveel pijn dat doet. Ik wil niet dat anderen crashen door iets wat ik doe en ik wil al helemaal niet crashen door de fouten van anderen. Je leert pas écht van fouten als je ervoor wordt gestraft. En als één sanctie niet helpt, moet er nog maar eentje volgen. Deze sport is te gevaarlijk om daar licht over te denken.” Natuurlijk gaat Lorenzo voor zijn derde titel. “Maar het heilige moeten is er af. Ik wil vooral mezelf verbeteren,” legt Lorenzo uit. “De afgelopen jaren heb ik dat gedaan door meer te calculeren. Ik denk beter na over risico’s. Als ik weet dat uit alle macht gaan voor eentiende verbetering me een crash kan kosten, doe ik het niet. Ik weet dat ik geen achttien races kan winnen en dat dat ook niet nodig is om wereldkampioen te worden. Ik denk beter na over waar mijn kracht en zwakte liggen. Wilco heeft daar erg bij geholpen. Als ik weet dat ik kan winnen, ga ik er 200 procent voor. Maar als ik voel dat het onbegonnen werk is, neem ik genoegen met een tweede of desnoods derde plaats. Laat anderen de fouten maar maken.” [[streamers]] “WILCO BRENGT RUST IN DE TENT. IK HOEF NU NIET MEER AAN ALLE DETAILS TE DENKEN EN KAN ME CONCENTREREN OP HET RIJDEN” “DE WERELDTITEL WAS EEN BEVESTIGING DAT IK GOED GENOEG WAS EN ER GEEN GROTE MOND OF STOERE TAAL MEER NODIG IS” [[bijschriften]] 1 Wilco Zeelenberg (rechts naast Lorenzo): “Jorge kan goed aangeven wat hij voelt, maar weet vaak niet waardoor. Hij is niet heel technisch en ik help hem dan zijn gevoel vertalen naar de crew.” 2 Marquez heeft de naam, Lorenzo de hellingshoeken… 3 Tijdens de TT van 2012 werd Lorenzo in de eerste bocht door Bautista van de baan geveegd: “Die crash kostte me niet alleen die wedstrijd, maar ook een motorblok en een pijnlijke enkel die me de week erna ook hinderde. Ik ben blij dat er nu dus een strafsysteem is met puntenaftrek voor dit soort roekeloze acties” 4 Om Lorenzo en teammaat Rossi te MotoGP’s laten rijden is een team van 21 personen actief. 5 In Catalunya belandde Lorenzo in de grindbak; heel even leken de gevolgen ernstig.