+ Plus

Reizen Zuidoost-Azi

Als er één regio op aarde in staat is om reizigers continu te inspireren op het gebied van avontuur en ontdekkingen, dan is het wel Zuidoost-Azië. Rijden door Thailand, Laos en Cambodja is simpelweg fascinerend, door de waanzinnige ongerepte natuur, het ‘onderhoudende’ wegennet, maar zeker ook dankzij het feit dat het navigeren met borden enkel in het Thais en Khmer op z’n zachtst gezegd nogal uitdagend is. Avontuur als uit een jongensboek, een droom voor motorrijders! Dat avontuur begint overigens al voordat er nog maar een meter gereden is. Met dank aan de Thaise havenautoriteiten. De douane laat ons namelijk vooraf behoorlijk zweten door de motoren, acht Tiger 800’s en drie Explorers, vast te houden. Deze zijn speciaal voor ons 17-daagse avontuur naar Bangkok verscheept, geen pakketje dat je zomaar even op de post doet en dus is er vooraf de nodige aandacht aan het papierwerk besteed. Volgens de havenautoriteiten blijkbaar niet genoeg, pas twee etmalen voor de eerste rijdag krijgen we het verlossende woord dat de batterij Tigers toch het land in mag. Toch stonden ook onze eerste dagen al in het teken van motoren, in Chonburi, een voorstad van Bangkok, staat namelijk de Triumph fabriek waar we tijdelijk ons kamp mochten opslaan. Uiteraard inclusief een rondleiding door de fabriek, waar men net was begonnen met het assembleren van de nieuwe Tiger 800. Een relaxt begin van onze rondreis door Zuidoost-Azië, die staat onder aanvoering van Edelweiss. Een internationale motorreisspecialist, iets dat je ook duidelijk terugziet in de samenstelling van de groep. Naast een Duitse en Italiaanse gids bevolken motorrijders uit Brazilië, Engeland, de Verenigde Staten, Italië en Oostenrijk onze groep, die op de voet wordt gevolgd door een Ford Ranger 4×4 bestuurd door de bijzonder kundige Mr. Bounmy. Niet de enige Mr. In de groep trouwens, Mr. BB, Mr. Bunny en Mr. Phouvanh zijn namelijk ook van de partij. Drie lokale gidsen, elk gespecialiseerd in hun eigen land, naast Thailand, zullen we namelijk ook Cambodja en Laos aandoen tijdens de trip. De eerste toerdag geeft direct al een aardige indruk van Azië: veel stadsverkeer, stof op straat, overal scooters, een tempel en Thaise kip. En laat ik vooral de hitte niet vergeten. Nog een mild temperatuurtje trouwens in vergelijking met wat de zon de volgende dagen voor ons in petto had. Voor vertrek wordt tijdens de briefing nog maar eens benadrukt dat het belangrijk is om voor het donker, dat wil zeggen uiterlijk zes uur, bij het hotel te zijn. Daarna is het simpelweg te gevaarlijk op de overdag al niet bijster veilige wegen: onoverzichtelijke bochten met trekkers die slechts 10 kilometer per uur rijden, zonder licht ook nog, scooters (uiteraard ook zonder verlichting) die je proberen in te halen aan de verkeerde kant, om nog maar te zwijgen over de talrijke honden, koeien en varkens op het asfalt. En ja, ook zonder verlichting. Behoorlijk enerverende eerste kilometers derhalve, de dag eindigt dan ook met een verfrissende duik in het zwembad van het hotel in Aranyaprathet, op een steenworp afstand van Poipet, de drukke grensovergang tussen Thailand en Cambodja. De wekker herinnert ons de volgende ochtend vroeg aan de intense dag die komen gaat. We moeten de grens met Cambodja over, voor een bezoek aan het grootste hindoe tempelcomplex ter wereld, Angkor Wat in Siem Reap. Dat betekent in alle vroegte richting douanekantoor, voor alle tourbussen uit Bangkok die ook koers zetten naar Angkor Wat arriveren en de wachttijd de pan uit rijst. En het moet gezegd worden, dat lukt aardig. Als we arriveren is er van een wachtrij nauwelijks sprake en in een mum van tijd staan we onder het afdak van de douane. Dan echter blijkt ons portie voorspoed voor de dag al op. Blijkbaar ontbreekt er nog een document met stempel, iets dat met enig onderhandelen nog kan worden opgelost, we mogen ook zonder het betreffende document door. Na het overhandigen van de kopietjes dan. Kopietjes van wat? Nou, van zo ongeveer alles, en uiteraard is er geen kopieermachine aanwezig. Op kopieermissie dus. En gelukkig, niet al te ver weg is er een winkeltje waar we alle benodigde formulieren kunnen dupliceren. Redelijk snel geregeld en eindelijk mogen motor en rijder door. Sleutelpassage in voornoemde zin is ‘motor en rijder’, enkel op hen is de hele procedure namelijk gericht, eventuele passagiers zijn voor het gemak buiten beschouwing gelaten en mogen dus niet door. Wat ze wel mogen? Achteraan aansluiten in de rij wachtenden die nog geen drie minuten geleden door de tientallen toerbussen zijn uitgespuugd. Maar goed, het blijft Azië, verbazingwekkend wat er met een glimlach en buitenproportionele fooi allemaal te regelen valt. Cambodja, we komen er aan! Aan de andere kant staat Mr. Bunny ons al op te wachten. Het halen van de visa neemt slechts een paar minuten in beslag en ook de laatste horde, de Cambodjaanse douane, is zo genomen. Een hele verlichting vergeleken met de Thaise kant van de grensovergang. Wachten en niet weten of het tien minuten of twee uur gaat duren, is vermoeiend. Zeker wanneer er iets indrukwekkends als Angkor Wat op het programma staat. Maar goed, we zijn blij wanneer we alle paspoorten en documentatie weer terug hebben, al heeft het uiteindelijk meer dan drie uur gekost om hemelsbreed nog geen tweehonderd meter af te leggen. Alle frustratie blijkt achteraf echter slechts een nietige fooi voor wat je ervoor terugkrijgt. Angkor Archaeological Park is niet moeilijk te beschrijven, het is meer dan alleen een tempel. Een plek met oude, bijna absurd mooie gebouwen die rijke geschiedenis en cultuur van het land tot tastbaar erfgoed maken. Het complex bestrijkt een gebied van 400 vierkante kilometer met daarop de restanten van zes eeuwen van het Khmer- of Angkor-rijk. Volgens de overlevering is het de grootste stad ter wereld voor de industriële revolutie. Gezien de grootsheid van het gebied best aannemelijk. De schemering doet al zijn intrede wanneer we Ta Prohm bereiken, de beroemde tempel die ook als decor diende voor de film Tomb Raider met Angelina Jolie (ook al zo’n indrukwekkend stukje natuur). De wortels van de jungle krullen er letterlijk om de oude ruïnes, wat resulteert in een prachtig, bijna absurdistisch beeld, nog versterkt door het licht van de invallende duisternis. Het verlaten van Angkor Wat betekent meteen ook het afscheid van de toeristische hectiek. We duiken het afgelegen gebied rond de Mekong rivier in, getekend met gravelwegen en kleine bamboe dorpen. Wanneer we stoppen komen direct de nieuwsgierige dorpsbewoners met hun kinderen aangelopen. Mr. Bunny weet te melden dat het voor veel van hen een eerste ontmoeting met farangs (buitenlanders) is. Op zich al bijzonder, zeker wanneer ze op motoren hun dorp aandoen. Juist op deze momenten realiseer je je hoe ver je eigenlijk van huis bent. Ver van je gewoonten, ver van de ontwikkelde wereld. Mooi om te zien hoe arm sommige mensen ook zijn, dit schijnbaar totaal geen invloed hoeft te hebben op het welzijn. De mensen zijn gelukkig, hun diepgewortelde glimlach verraadt alles. De grensoversteek van naar Laos verloopt een stuk soepeler dan die van Thailand naar Cambodja. Zelfs zo voorspoedig dat we bij de grensovergang zelf op zoek moeten naar de dienstdoende douanier, hopend hem niet te hoeven storen tijdens het kijken van een voetbalwedstrijdje of doen van een dutje. Na het uitwisselen van papierwerk, vergaren van de benodigde stempels en het wisselen van geld trekken we Laos in. Het land strekt zich van de Thaise bergen tot helemaal aan China. Rijdend in noordelijke richting valt ons oog op de Khone Falls, de grootste waterval van Zuidoost-Azië, gelegen in de Mekong. Een enerverend offroad pad brengt ons bij een merkwaardig, nogal roestig veerbootje, dat ons naar de Si Phan Don (4000 eilanden) brengt, terwijl de zon langzaam achter de horizon zakt. Na een overnachting op Don Khon Island gaan we aan boord van een andere, nog oudere veerboot en zetten wederom koers richting het noorden, meer precies in de richting van Savannakhet. Aan de andere kant van de rivier zien we de lichten van Thailand. Hemelsbreed zo dichtbij, terwijl beide landen qua cultuur en ontwikkeling toch zo sterk verschillen. Waar Thailand op toeristisch gebied een bijna ongekende groei doormaakt (vooral in het zuiden, zoals Phuket, Ko Samui, Ko Phangan, Ko Phi Phi), is Laos vooral de nichemarkt van het ecotoerisme. Kleine touroperators, vaak familiebedrijven, groeien razendsnel door reizen aan te bieden die verder gaan dan de verharde wegen naar de bekende toeristische trekpleisters. Bangkok ligt inmiddels al zo’n 1.600 kilometer achter ons. We bevinden ons bij de inspirerende Konglor grot. Kleine bootjes voeren ons door het zeven kilometer lange ondergrondse stelsel met aan het eind een klein dorpje met bamboe huisjes. De perfecte stop om wat te drinken. Als de nacht valt trekken we ons terug in de bungalows in het bos. De volgende dag voert ons naar Vientiane, hoofdstad van Laos. De stad presenteert zich als een mix tussen communistische gebouwen met boeddhistische invloeden. Onderweg stoppen we bij een tempel, waar onze lokale gids de weg op z’n duimpje kent. Hij heeft er zeven jaar als monnik doorgebracht, waarna ‘ie toch koos voor het gezinsleven. Niet uitzonderlijk trouwens, onze vorige gids, de immers lachende Mr. BB was in een vorig leven ook monnik. Die hield het echter slechts twee weken vol, afstand doen van alcohol en vrouwen bleek toch een iets te zware opgave. We verlaten Vientiane en rijden nog altijd verder richting noorden, tot eindelijk de eerste bergen zich aandienen. Een landschap dat de rest van de reis zal blijven begeleiden. Vang Vieng is een bekende plaats langs de ‘banana pancake trail’, een bekende backpacking route door Zuidoost-Azie. Waarom? Omdat een paar jaar geleden een boer besloot binnenbanden te verhuren waarmee je kon ronddobberen op de rivier. Een idee dat relatief snel uitgroeide tot een populaire backpackers attractie, helemaal toen er ook barretjes verschenen naast de rivier, waar goedkope drank werd verkocht. Mond-op-mond reclame en internet zorgden voor een soort sneeuwbaleffect, meer toeristen dus ook een constante toename in het aantal barretjes. Uiteindelijke stond tubing synoniem voor knetterlam worden, met navenant sociaal gestoord gedrag als gevolg. ‘Head first’ duiken in nog geen halve meter diep water mag in benevelde toestand dan als een heel goed plan klinken, de zwaartekracht denkt daar toch heel anders over. Dertig tot veertig (zwaar) gewonden per jaar vielen er. Tot de overheid er genoeg van had, de barretjes sloot en een avondklok instelde. Feestje is over dus? Niet voor ons. We hebben inmiddels al een aantal rivierdoorwadingen voor de kiezen gehad, die allemaal prima te doen waren. Bij de vierde verkijken we ons evenwel enigszins. De lokale bevolking heeft een dam gebouwd, zodat verkeer gedwongen wordt om hun brug te gebruiken. Dat uiteraard wel tegen betaling. Een vorm van chantage waar we niet in mee gaan. Als het drie keer is gelukt, dan vormt een vierde doorwading geen enkel probleem. Zo is de theorie althans, waarbij we achteraf gezien de bouwkundige kwaliteit van de dam lichtelijk onderschat hebben. Rainer gaat eerst en verzuipt bijna met motorfiets en al. Er zijn uiteindelijk vier man nodig om rijder en paard weer op het droge te krijgen. Lokale bevolking – toeristen: 1-0! Luang Prabang, een klein dorpje met een frans koloniaal tintje, is ons volgende doel. De avondmarkt trekt als een magneet aan onze vrouwelijke medereizigers, als worden ook enkele mannelijke deelnemers met tassen vol lokale spullen gespot. We zouden hier met gemak nog een dag langer kunnen vertoeven, er is zoveel te doen, we hebben echter nog een andere afspraak. Met de Chinese grens om precies te zijn. Op de weg erheen staan talloze kinderen te zwaaien, elk gesierd met een glimlach van oor tot oor. We voelen ons bijna als een rijdende attractie. Het is even confronterend als fascinerend om te zien hoe eenvoudig de mensen hier leven. Simpele huizen van bamboe, gebrek stromend water, aan sanitair, eigenlijk aan alles wat bij ons als eerste levensbehoefte wordt beschouwd. Toch lijkt iedereen tevreden met wat hij heeft, oogt gelukkig. In het rode licht van de zonsondergang, met uitzicht op de terrassen met rijstvelden nabij de Chinese grens, rijden we door tot de lichten van Luang Prabang het eind van onze dag markeerden. Dag twaalf vermeldt het logboek, het moment dat we weer terug richting Thailand gaan is gekomen. De grens tussen Houay Xai (Laos) en Chiang Khong (Thailand) moet worden geslecht per veerboot, de Mekong scheidt hier beide landen namelijk. Deze keer nemen de formaliteiten twee uur in beslag. De volgende ochtend rijden we naar de Gouden Triangel regio, waar Thailand, Laos en Birma samenkomen. Vanaf daar worden de wegen almaar kleiner, lopen langs scherpe richels en diepe afgronden. Onderweg passeren we diverse militaire checkpoints, waar we telkens zonder problemen zomaar door mogen rijden. Dit gebied is het epicentrum van de internationale opiumteelt. Ondanks dat de overheid er alles aan doet om het uit te roeien, wordt de plant nog altijd op grote schaal verbouwd. Het weer laat zich vandaag van een heel andere kant zien: gaf de thermometer nog geen paar dagen geleden een verzengende 38 graden aan, vandaag stopt het kwik bij een aangename 9°. Genieten geblazen, ook al omdat we nu eindelijk weer betere brandstof hebben kunnen tanken. Het bleek in Laos nagenoeg onmogelijk om brandstof te vinden met een octaangehalte waar de Tigers zich tevreden mee stelden, het spul was zo schraal dat de motoren constant stotterden en sputterden. Nu snorren ze echter weer als tevreden katten, zoals het hoort. De reis begint aardig op zijn einde te lopen, maar we zijn er nog niet. We worden op meer dan zevenhonderd bochten trakteert op weg richting Pai, waar we de nacht zullen doorbrengen in een luxe resort, met zwembad uiteraard. Een etablissement waar ik me best een paar dagen langer had kunnen vermaken, ware het niet dat de nieuwe dag ook een nieuwe route in petto heeft. Van het relaxte backpacking dorp Pai gaat het naar het nog stillere Mae Sariang, een oogverblindend mooi plaatsje. Geweldig wegdek ook, met duizenden bochten en geen verkeer. We zijn inmiddels al meer dan twee weken onderweg, het onafwendbare einde van de reis komt nu toch echt in zicht. Chiang Mai vormt de laatste stop van de enerverende trip en is via twee routes te bereiken. Een korte, voor diegene die in het plaatsje nog wat vrije tijd willen pakken, en een langere route die voornamelijk over het onverhard voert. Duurt langer, maar is ook des te avontuurlijker. Drie keer raden welke route het is geworden! Het ontdekken van Zuidoost-Azië op de motor blijkt een ervaring die voor altijd diep in het geheugen blijft gegrift. Er zijn nog slechts een handjevol plekken ter wereld waar ongerepte natuur, diepgewortelde cultuur, een rijke geschiedenis en ongepolijst avontuur zo hand in hand gaan als hier. Dat moet je koesteren. En bij voorkeur zelf ervaren, voor het te laat is! ________________________________________ [INFOKASTEN] THAILAND / ZUIDOOST-AZIË Ligging: Zuidoost-Azië Afstand vanaf Utrecht: +/- 9.200 km (Bangkok hemelsbreed) Buurlanden: Laos, Cambodja (oosten), Myanmar (voorheen Birma), Andamanse Zee (westen), Maleisië (zuiden ) en de Golf van Thailand (zuidoosten) Hoofdstad: Bangkok (Thailand), Vientiane (Laos) en Phnom-Penh (Cambodja) Oppervlakte: 513.120 km² (Thailand), 236.800 km² (Laos) en 181.035 (Cambodja) Inwonertal: 66 miljoen, 6,6 miljoen (Laos) en 14,9 miljoen (Cambodja) Hoogste punt: Doi Inthanon, 2.590 m (Thailand) / Phou Bia, 2.817 m (Laos) / Aoralberg, 1.771 m (Cambodja) Toeristische trekpleisters: Chiang Mai, Phuket, Ko Samiu, Bangkok, Luang Prabang, Champasak, Angkor Wat, Preah Vihear, Choeung Ek (killing fields), Sihanoukville, Phnom-Penh en legio indrukwekkende tempels en complexen. Taal: Thai (Thailand), Laotiaans (Laos) en Khmer (Cambodja) Schrift: Thai (44 medeklinkers, 11 klinkers), Laotiaans alfabet (33 medeklinkers, 28 klinkers) en Khmer alfabet Munteenheid: Baht (Thailand), Kip (Laos) en Riel (Cambodja) Tijdsverschil: 7 uur later Klimaat: Zuidoost-Azië kent een tropisch klimaat in combinatie met moessonwinden. Dat betekent warmte en een hoge luchtvochtigheid. Het gebied kent globaal genomen drie seizoenen: het hete seizoen (maart t/m mei), regenseizoen (mei/juni t/m oktober) en het overgangsseizoen. Landschap: Het noorden (Thailand en Laos) is bergachtig met regenwoud, rijstvelden en teakwouden, terwijl het toeristische zuiden (Thailand en delen van Cambodja) wordt gekenmerkt door tropische vegetatie. Daartussen bevindt zich het centrale laagland en het rivierengebied. Grootste rivier is de 4.909 kilometer lange Mekong rivier, die zowel door Thailand, Laos als Cambodja stroomt. Beste tijd: Afhankelijk van het gebied dat je gaat bezoeken. Laat je niet afschrikken door de term regenseizoen, het regent niet de hele dag, maar één á twee keer per dag kort maar hevig.. Wetenswaardigheden: de hier beschreven reis is een initiatief van Edelweiss Bike Travel. Het betreft een 17-daagse trip (met vijftien rijdagen), die begint in de Thaise hoofdstad Bangkok en vervolgens via Cambodja en Laos voert naar het in het noorden van Thailand gelegen Chiang Mai. In totaal rij je zo’n 4.500 km (gemiddelde dagetappes 320 kilometer) over redelijk tot goed begaanbare wegen. Bijzonder aan de reis is dat je niet rijdt op 125 of 200 cc Chineesjes, zoals doorgaans het geval, maar op volwassen Triumph Tigers. Daarbij heb je de keuze uit een zware Explorer 1200 of iets beter handelbare Tiger 800. November 2013 en januari 2014 staat de groepsreis weer op de agenda, prijzen beginnen bij € 4.430,- per persoon, dat is op basis van rijder met passagier en tweepersoonskamer. Rij je liever solo, dan beginnen de prijzen bij € 5.250,-. Info: www.edelweissbike.com Contact: www.asean-tourism.com

Lees meer over

Triumph

Gerelateerde artikelen