Dubbelinterview Jeffrey Herling – Dani
Al weer negentien jaar geleden zorgden 125 cc-coureur Pedro Tragter en het zijspanduo Eimbert Timmermans en Eric Verhagen voor twee Nederlandse motorcrosswereldtitels in één seizoen. Een unieke ‘once in a lifetime’ prestatie, leek dat. Totdat dit jaar MX2-topper Jeffrey Herlings en de inmiddels 37-jarige zijspanlegende Daniël Willemsen een minstens zo memorabele dubbelslag sloegen. De twee grootheden op noppenbanden hadden elkaar nog nooit ontmoet en kennen elkaar alleen ‘uit de bladen en van TV’. Samen kijken ze terug en blikken vooruit. Het cross-seizoen begint voor het eerst sinds zeer lange tijd met twee Nederlandse titelfavorieten in de verschillende klassen. Na het vertrek van MX2-wereldkampioen Ken Roczen naar de Amerikanse cross-competitie verwacht KTM van de toen nog 17-jarige Jeffrey Herlings uit het Brabantse Elsendorp niet minder dan dat hij voor het vijfde opeenvolgende oranje-feestje in de MX2-klasse zal zorgen. En hoewel Etienne Bax met Kaspars Stupelis een bakkenist van wereldklasse naast zich weet én over identiek materiaal als Daniël Willemsen beschikt, is die met zijn negen wereldtitels toch andermaal de te kloppen man in de zijspancrossklasse. De Lochemmer met de bijnaam ‘De Kannibaal’ gaat met de ervaren Haralds Kurpnieks aan de slag, maar de teneur is simpel: Willemsen gaat met iedereen naast zich in het zijspan hard! De wereldtop in de MX2-GP’s lijkt erg smal, vooral als de Yamaha-teamgenoten Zach Osborne en Arnaud Tonus zich blesseren in het voorseizoen. Tommy Searle is Herlings’ gevaarlijkste concurrent, maar al in de eerste GP in Valkenswaard krijgt de Brit al een forse draai om de oren van de Nederlandse zandspecialist. Vanaf de openingswedstrijd behoudt Herlings de leiding in het WK en hoewel zijn voorsprong van 41 punten na de GP Zweden slinkt tot 16 punten, geeft de Brabander de koppositie niet meer uit handen. Ook niet na technische tegenslag in Letland en een zwaar auto-ongeluk op de terugweg van de oppermachtig gewonnen Russische Grand Prix. In het Italiaanse Faenza – de 15e van in totaal 16 Grand Prix wedstrijden – maakt Herlings het karwei zeer overtuigend af: met zijn negende GP-overwinning haalt hij ook de MX2-wereldtitel binnen. De kampioenscampagne van Daniël Willemsen loopt via een heel ander traject, want al tijdens de eerste Grand Prix in Frankrijk breekt bakkenist Kurpnieks beide polsen en moet de regerende wereldkampioen dus op zoek naar een vervanger. Die vind hij in de 24-jarige Kenny van Gaalen en een week later wint het kersverse duo de Nederlandse GP in Oldebroek. Het is meteen de start van een indrukwekkende inhaalrace. Willemsen heeft niet alleen te maken met landgenoot Bax, maar ook met de Belgische oppositie van de neven Joris en Jan Hendrickx en Ben Adriaenssen. Na zes GP’s slaat weer het noodlot opnieuw toe voor Willemsen, als Van Gaalen een kruisband in zijn knie scheurt. “Je loopt dus de hele tijd achter de feiten aan, ook met de punten. En zonder goede bakkenist kan ik het niet redden”, aldus Willemsen. Totaal onverwacht meldt zijn Letse concurrent Lauris Daiders zich, nadat die op Facebook vernomen heeft over Willemsens tegenslag. Vanwege financiële problemen kan hij het seizoen met zijn met broer Janis niet afmaken en hij biedt aan bij Willemsen in de bak te gaan staan. Door pech van Bax en een maximale score van Willemsen zelf, neemt het nieuwe Nederlands/Letse koppel met nog drie GP’s te gaan de eerste plaats in het WK-klassement over. De ontknoping in het Duitse Rudersberg is een aanslag op de zenuwen, maar Willemsen houdt na elf GP’s een marge van vijf punten op Bax en wordt voor de tiende keer wereldkampioen, een unieke prestatie. Begin december gaat Herlings alweer ‘volle bak’, zoals hij zelf zegt in de voorbereiding op het komende seizoen. Herlings traint de hele winter vooral in Zuid-Europa. Als toprijder in een topteam hoeft hij zich ook nergens om te bekommeren. Alles wordt voor hem geregeld en hij hoeft in feite alleen maar op te stappen en gas te geven. Willemsen houdt zich in de maanden december en januari vooral bezig met de opbouw van zijn eigen WSP (Willemsen Sidecar Products) zijspan, dat is voorzien van een Duits 700 cc Zabel-tweetaktblok en concentreert de actieve voorbereiding voor het nieuwe seizoen in lange weekenden in februari: “Alle teamleden moeten ook nog gewoon werken, dus we nemen zo min mogelijk snipperdagen op.” Bovendien bouwt hij in de wintermaanden zijspannen voor de verkoop als constructeur van de WSP’s. Het runnen van dat bedrijf is een essentiële manier om zijn eigen seizoen mede gefinancierd te krijgen, verduidelijkt Willemsen. Dat is een totaal andere wereld dan die waarin Herlings springt en scrubt. En het zullen altijd wel uitersten van het mondiale spectrum blijven, verwacht Willemsen. “Ik denk dat het in de zijspancross nog wel honderd jaar gaat duren voordat we het ook zo voor elkaar hebben. Nee, dat gaat niet gebeuren, omdat onze sport en onze collega-sporters er te amateuristisch voor denken. Je redt dat niet met twee, drie professioneel denkende teams.” Die opmerking is het startpunt voor een ‘zoek de verschillen’-gesprek tussen twee Nederlandse motorcross-wereldkampioenen. Jeffrey, kun jij je voorstellen dat je alles zelf moet doen, je eigen motor moet opbouwen en onderhouden en in lange weekenden traint? Herlings: “Bij ons gaat het iets professioneler, denk ik. Ik heb wel in Spanje en Italië redelijke zijspanners zien trainen. Die jongens komen met een wat oude truck aan en moeten alles zelf doen. Ik kom aan in een auto aan met een koffer vol crosskleren. Opstappen, rijden en aan het eind van de dag laat je de monteur met het vieze werk zitten. Ik kan me niet voorstellen waar Daniël de motivatie vandaan haalt. Als het toch zo ongeveer je hobby is en dan nog zo veel reizen en al die dingen die je moet opofferen. Het kost alleen maar tijd en geld en je mist daardoor ook nog eens heel veel leuke dingen. Ik weet niet of ik het zo zou kunnen. Zeker niet zo lang en zeker niet als er geld bij moet en je bijna nooit thuis bent.” Willemsen: “In het begin regelde mijn vader nog bijna alles en wij stapten in de auto en reden mee. Vanaf 2000 trek ik zelf de kar. Wij hebben de periode meegemaakt dat je het jongste koppel bent van het veld en nu ben ik zo ongeveer de oudste. Die ook nog zelf de sponsors zoekt, het team managet en de techniek ontwikkelt. Zoals het nu is, is het zwaarder, maar de voldoening is wel groter. Zeker als je weer wereldkampioen wordt. Nu ben ik tien keer kampioen geworden en wat is dan het mooiste van die tiende wereldtitel? Ik heb een telegram gekregen van de koningin. En dan houdt het op. Naast natuurlijk sms’jes van sponsors en fans en wat aandacht in de pers. Dus waarom doe je het dan? Omdat je er zelf heel veel voldoening uit put, het moet dus uit jezelf komen. Zo’n telegram: natuurlijk vind ik dat leuk, maar dat ligt nu ergens onder in de kast en straks komt het vast wel in een plakboek terecht, maar daar zit niet meer aan.” Jeffrey: “Ik heb er ook één gekregen. Mij doet dat niet zo heel veel. Natuurlijk is het geweldig om zoiets te krijgen, maar het ging mij gewoon om de wereldtitel. Om aan te sluiten op Daniël, ik had het ook anders verwacht. Ik dacht dat als je wereldkampioen wordt, dan ben je de koning te rijk. Goed, het is fantastisch op dat moment, maar het wordt gewoon weer maandag en je stelt net zoveel voor als ieder ander mens.” Is het dan niet erg ontnuchterend? Willemsen: “Voor jezelf wel, want je bent zo met die competitie bezig, maar in je eigen beleving heb je het al een keer voor je gezien. ‘Het gaat goed, steeds beter, de concurrenten laten punten liggen’- en op het moment dat je het haalt is het: ‘yes’! Maar dan is het …. alsof je een stopje uit een luchtbed trekt, het loopt leeg en je kunt weer opnieuw beginnen.” Herlings: “Dat had ik ook. Het afgelopen seizoen ging het heel goed en heb ik veel GP’s gewonnen, maar ik leefde vanaf januari wel met een druk dat ik het niet zou gaan halen. Toen het lukte, viel er een druk weg. Maar er kwam ook meteen weer druk bij, want elke wedstrijd die ik nu rijd, verwachten mensen dat ik win. Omdat ik wereldkampioen ben. En als het niet lukt, zeggen ze ‘kijk die blaaskaak nou’. Richting volgend jaar wordt dat nog erger. Bij Daniël zullen ze misschien zeggen dat hij slecht gereden heeft als hij in 2013 geen wereldkampioen wordt en ik denk dat het bij mij ook zo zal gaan. Ik denk dat dat niet eerlijk is. Maar zo zijn de mensen.” Jij voelt dus ook echt die druk van buitenaf? Herlings: “Ja, ik wel. Er is ook veel geld mee gemoeid en ik werd betaald voor die wereldtitel. Er gebeurden zoveel dingen en je weet nooit wat er nog meer kan gebeuren. Ik heb dit jaar dat auto-ongeluk gehad, en zo. Maar uiteindelijk was het bij KTM toch gewoon zo dat ik wereldkampioen moest worden. Punt. Dan sta je negen maanden onder druk. Ik merk het nu al weer richting volgend jaar. Ik weet nu al weer dat ik op 1 maart er weer moet staan en dat ze weer hetzelfde verwachten. Ik zou niet nog eens twaalf jaar met die druk willen leven.” Willemsen: “Ik kan daar nog niet anders mee omgaan dan een jaar of tien geleden. Het komt regelmatig voor dat ik me in de truck sta om te kleden, dat we super hebben getraind en gereden, en dan toch zeg ‘ik heb eigenlijk helemaal geen zin’. Dat is de spanning. Die druk…. Moeilijk te omschrijven.” Herlings: “Dat heb ik dan niet. Ik heb altijd zin om te rijden. Maar als je in Lierop zo’n 20.000 mensen ziet staan die ook verwachten dat je wint, ja, dan is dat ook wel moeilijk. Ik weet nog wel dat ik achter het starthek stond en ook wist dat ik normaal gesproken zou kunnen winnen als ik niet het hout in zou vliegen. Maar ik ga niet zeggen dat ik daar wel even twee minuten voorsprong op de nummer twee pak. Het is altijd het doel om twee keer te winnen, maar ik weet dat zoiets op sommige banen echt heel erg moeilijk is. En dat ik op de zandbaan in Lierop faal als het niet lukt. Dat wordt volgend jaar nog erger.” Willemsen: “Er zijn mensen die je ook soms de hemel in prijzen. Maar als ik er zelf over moet praten…. Dat hoeft niet van mij. Mensen zullen niet uit mijn mond horen dat ik de beste ben.” Hoe belangrijk zijn tegenstanders om je te motiveren in een carrière? Willemsen: “Voor mij heel belangrijk. Met name om te blijven ontwikkelen en trainen. Ook op technisch gebied. Alle technische ontwikkelingen die wij zelf hebben gedaan, hebben ook voor onszelf kunnen behouden en dat heeft ook soms voorsprong gebracht. Als iemand dichterbij komt, moet je weer een tandje bijschakelen. Als ze me prikkelen, geef ik de volgende wedstrijd gewoon nog meer gas. Als ze dan in de weg zitten, kijk ik nergens na, haha! Kristers Sergis is in al die jaren mijn zwaarste tegenstander geweest. Vanaf 1996 tot hij stopte. Allemaal een-tweetjes. We hebben elkaar verscheidene keren geraakt, er waren protesten… In het begin waren we nog maatjes en kwamen we bij elkaar thuis. We trainden samen en zaten samen in de sauna. Maar die strijd verhardde al snel. Zeker toen ik in 1999 mijn eerste titel won en hem als tweevoudig wereldkampioen ontroonde met één puntje voorsprong. Hij tekende protest aan tegen mijn uitslag in de laatste GP en ging later zelfs in hoger beroep. Pas weken later was ik zeker van mijn eerste WK-titel, daarna gunden we elkaar het licht in de ogen niet. Zo’n tegenstander motiveert enorm.” Ik zie jou nog niet zo snel met Tommy Searle in de sauna zitten, Jeffrey. Herlings: “Nee, dat niet. Ik denk ook niet dat het mogelijk is om bevriend te zijn als je allebei voor hetzelfde doel strijdt. Ik was ook niet bevriend met mijn 2011-teamgenoot Ken Roczen, maar Jeremy Van Horebeek werd derde dit jaar, en wij waren wel twee, drie maanden bij elkaar in de winter. Dan deden we naast het rijden ook leuke dingen samen. Hij kon ook wel voor GP-overwinningen gaan, maar niet echt voor de titel. Dat maakte het toch anders. Hij gunde het mij ook. Met Roczen heb ik nooit problemen gehad, maar ik zou nooit zo maar naar hem in Duitsland rijden en hij zou ook geen bakkie koffie drinken bij thuis. Het was met Searle dit jaar wel overdreven. Ik denk dat hij er erg slecht tegen kon dat het ook in zijn laatste MX2-jaar (voor deze klasse geldt een leeftijdsgrens van 23 jaar, FW) weer geen wereldkampioen ging worden. Hij probeerde het mentaal te spelen, maar dat is hem niet gelukt. In Rusland had ik hem op een minuut gereden en dan zei hij nog dat hij de snelste man op de baan was. Wie probeer je dan voor de gek te houden? Jezelf misschien? Hij probeerde een kromme spijker nog recht te praten.” Hoe ga je in een seizoen met hoogte- en dieptepunten om met kritiek? Herlings: “Ik trek me niets aan van wat mensen zeggen of denken. Je hebt altijd mensen die voor of tegen je zijn. Misschien waren er dit jaar wel meer mensen tegen me dan voor me. Ik heb gewoon elke wedstrijd mijn best gedaan en uiteindelijk draait het maar om één ding: die wereldtitel. Die pakken ze me niet meer af. Wat er in Portugal is gebeurd (Herlings liet zich na de finish voor de camera weinig vleiend uit over de gelapte Mel Pocock, die hem in de weg reed, FW), vond het team niet zo leuk en daar heb ik ook een boete voor gekregen, die naar een goed doel is gegaan. Er zijn ook dingen gebeurd, waar ik zelf niets aan kon doen. Zoals het ongeluk in Rusland: ik zat op de achterbank toen de chauffeur onder een vrachtwagen reed. Ik zal niet ontkennen dat ik dingen beter had kunnen doen, zoals in Portugal. Maar iedereen die werkt, maakt fouten. Ik dus ook.” Willemsen: “Dat soort dingen zoals met Jeffrey in Portugal overkomt mij elke week, haha! In Letland zat de baancommissaris bij de finish gewoon te zuipen. Er zat een achterblijver voor ons, maar er werd geen blauwe vlag gezwaaid. Die jongen ging niet aan de kant, wij slaan over de kop in een zandspoor en worden tweede. Na de finish zag ik die vent staan, heb die blauwe vlag gepakt en duidelijk gemaakt wat hij moest doen. Kwáád dat ik was. Toen moest ik even bij de FIM komen. Dat was toch niet de bedoeling, haha!” (Dit incident leverde een bijna hilarisch filmpje op van een zeer gedreven sportman, kijk op YouTube, FW.) Jeffrey, de wedstrijd na het auto-ongeluk in Rusland won je in Loket. Dat leek me toch geen normale wedstrijd. Herlings: “Ik denk dat ik in die wedstrijd de titel heb gewonnen. Vooral in die tweede manche. Ik kwam moeilijk in mijn ritme en toen reed Tommy me er voor de zoveelste keer af. Daardoor reed hij tien seconden voor me en die heb ik goedgemaakt. Toen heb ik bij het inhalen de motor er voor geparkeerd en even omgekeken en toen ben ik naar koploper Jeremy gereden. Ondanks twee valpartijen won ik die manche nog met voorsprong. Ik denk dat ik Tommy toen heb geknakt. Hij kreeg nog een opleving in Engeland, maar toen stond hij in Lierop op wankelen en daar heb ik hem toen een keer goed omgelegd. Ja, zo zie ik het ook echt. Ik reed hem op een ronde en stak mijn duim omhoog. Dat heeft ‘m denk ik wel pijn gedaan. Hij had wedstrijden dat hij net zo goed was dan ik. Of sterker. Maar hij miste op jaarbasis de snelheid om me te kloppen.” De top in de MX2 wordt in 2013 nog smaller omdat veel huidige toppers volgend jaar 24 jaar oud zijn en naar een andere klasse gaan. Wordt het dan niet lastiger om je te motiveren? Ik heb al gehoord dat je alle manches wilt winnen. En hoe zit het met de plannen in Amerika, dat is toch het paradijs voor een topcrosser? Herlings: “Alle manches misschien niet. Als we achttien wedstrijden hebben, gaat het om 36 manches en als je GP’s hebt waar het hard regent, kan er van alles gebeuren. In Letland viel ik uit omdat de motor te heet was geworden door de modder. Ik ga zeker proberen zo veel mogelijk GP’s te winnen. Maar of ik er nou één win of alle achttien, het gaat om die wereldtitel. Je mag ‘m volgens de reglementen één maal prolongeren. Mocht die regel worden geschrapt, dan ga ik zeker nòg een jaar door in de MX2. Ik ben nu net achttien. Als ik twintig ben, heb ik nog tien jaar de tijd om MX1 te rijden. En wat Amerika betreft, dat verandert bij mij zo ongeveer elke maand. Als die regel over één keer verdedigen van de MX2-titel blijft bestaan, dan is er toch wel een serieuze kans dat ik na 2013 naar Amerika ga, om uit te komen in de AMA-competitie. Ik heb inmiddels aardig wat gewonnen, maar dat nog niet.” Daniël, jij bent er nog niet uit of je na je tiende wereldtitel doorgaat met de zijspancross? Willemsen: “In eerste instantie wilde ik stoppen, puur vanwege de financiën. Het afgelopen seizoen hadden we de sponsoring niet dichtgetimmerd en heb ik er eigen geld in moeten stoppen. Wat dat betreft hebben tien WK-titels me weinig gebracht. Jeffrey heeft het wat dat betreft iets makkelijker, in de solowereld zit gewoon meer geld omdat de grote fabrieken er belang bij hebben. Dat is in de zijspanklasse heel anders. Maar ik ben nog gemotiveerd. Ik wil graag rijden en er hard voor trainen. En we hebben ook goede jongens om ons heen die graag door willen. Bovendien zijn mijn eigen prestaties goede reclame voor m’n bedrijf. Vandaar dat ik er waarschijnlijk toch een jaartje aan vastknoop; dan ga ik rijden met de broer van mijn grootste tegenstander Etienne Bax, Robbie, in het zijspan. Dat geeft het WK in elk geval op voorhand alweer een mooi pikant tintje…” [[streamers]] WILLEMSEN: “IK TREK ZELF DE KAR. IK BEN DE RIJDER, MAAR ZOEK OOK ZELF SPONSORS, MANAGE HET TEAM EN ONTWIKKEL DE TECHNIEK ONTWIKKELT. DAT IS ZWAAR, MAAR DE VOLDOENING IS GROOT. HERLINGS: “MIJN WERK IS HEEL ANDERS DAN VAN DANIËL. IK KOM AAN IN EEN AUTO MET EEN KOFFER CROSSKLEREN. OPSTAPPEN, RIJDEN EN AAN HET EIND VAN DE DAG LAAT JE DE MONTEUR MET HET VIEZE WERK ZITTEN.” WILLEMSEN: “OP HET MOMENT DAT JE DE TITEL BINNENHAALT IS HET: ‘YES’! MAAR DAN IS HET ALSOF JE EEN STOPJE UIT EEN LUCHTBED TREKT: HET LOOPT LEEG EN JE KUNT WEER OPNIEUW BEGINNEN.” HERLINGS: “IK DENK DAT IK MIJN CONCURRENT TOMMY SEARLE PIJN HEB GEDAAN TOEN IK HEM IN LIEROP OP EEN RONDE ZETTE EN TOEN MIJN DUIM OPSTAK!”