+ Plus

Dolf’s Domein MP 23-2012

In motorland heerst nog al eens een ‘vroeger was alles beter romantiek’. Dat is geneuzel. Motoren zijn nog nooit zo goed geweest qua betrouwbaarheid en weggedrag. Bovendien wordt met de komst van fietsen als de CRF250, KTM Duke 200, Ninja 300 en NC700 het motorrijden weer net zo speels en dynamisch (en betaalbaar) als in de tijd dat een 350 cc machine een serieuze middenklasser was en de Norton 99 met zijn 600 cc en 31 pk een pure sportbeul. Niet alleen wat betreft betrouwbaarheid en wegligging heeft de moderne tijd een streepje voor. Denk bijvoorbeeld aan de service-intervallen van weleer, 1.500 tot 2.000 kilometer was gangbaar en in de tussentijd ging er dan ook nog van alles stuk. Een Harley-Davidson Shovelhead had geen remmen en bleef alleen heel als je er niet sneller dan 80 km/uur mee reed. Een bochtig traject rijden op een Laverda SF was even dynamisch en uitputtend als met een eikenhouten vlot tegen een bergstroompje oproeien. Hoe leuk dat ook kan zijn. En het feit dat je aan een moderne motor niet meer zelf kan sleutelen? Wees blij! Sleutelen was vroeger een noodzaak geboren uit arremoei. Roadside repairs doen met een leeg conservenblik, een stuk ijzerdraad en verbrandde vingertoppen? Bah. Je was blij wanneer je thuis haalde. Sleutelen is tegenwoordig gewoon een andere hobby dan motorrijden. Wel een erg leuke, leerzaam ook. Toen ik via via een revisieset met progressieve veer voor de veerpoot van één van mijn brommers kon scoren, was dat feest. Allemaal mooie nieuwe dingetjes in een plastic zak. De demontage van de veerpoot was echter gehannes, motoren vanaf een jaar of vijftien geleden zijn enkel ontworpen om zo effectief mogelijk in elkaar gezet te worden. Japanse engineers en marketeers worden gek bij het idee dat er iemand gaat sleutelen aan een motor die ouder dan acht jaar is. Die moet volgens het Japanse consumptiemodel worden gerecycled, niet gerepareerd. Maar ik wilde reparen en dus moest de oude veerpoot uit elkaar. Wat zoekwerk leerde dat er daarvoor een speciaal stuk gereedschap was bedacht, waarmee je de veer kon indrukken zodat je vervolgens aan de bovenzijde een stel halvemaanvormige sluitstukjes kon verwijderen. Daarna was het een zaak van appeltje-eitje. Dat stuk speciaalgereedschap was op zondag echter even niet te vinden. Maar het idee erachter was duidelijk. Dus besloot ik een prototype te maken van het befaamde Bruynzeel hechthout, het watervaste multiplex waar je hele boten mee kunt bouwen. Als dat zou passen kon ik de zaak vertalen naar iets van ijzer. Het Research & Development proces van het prototype verliep voorspoedig. ‘En als ik daar en daar gaten boor, kan ik de zaak met een stel draadeinden onder spanning brengen.’ Waarom zou je dan bij wijze van grap niet even proberen of het ook daadwerkelijk werkt? In feite ging het zo voorspoedig dat ik dacht dat mijn constructie net afdoende sterk zou zijn voor mijn geplande eenmalige gebruik. Ik draaide de moeren netjes om en om aan en de veerpoot werd steeds korter. Op het moment dat ik echter even wilde kijken of de halve maantjes er al uit konden, vulde een droge knal de garage. Iemand deed het licht uit. Toen ik mijn ogen weer open deed, zat ik op de garagevloer en was de wereld rood gekleurd. Bovendien had ik een nogal raar gevoel aan mijn voorhoofd. Bij het verzetten van mijn hand op het koude beton kwam ik een gebroken stuk prototype tegen. Dat lag precies naast het bovenstuk van de veerpoot waar ik daarnet nog zo lekker mee bezig was. Ik stond op en liep naar de keuken om aan Lief te vragen even te kijken wat er met mijn hoofd was. Ze slikte en zei: “Ik bel wel even de weekenddokter”. Die dokter had later dikke pret. In plaats van te moeten luisteren naar het gezeur van vrouwen met ingebeelde kwalen, mocht hij op de regenachtige zondag een voorhoofd hechten. Een halve maan tot op het bot. Hij was ook een sleutelaar, waardeerde de ambachtelijke insteek en neuriede tijdens het naaien. Prototypes verdienen vaak nog wat uitrijping. En Bruynzeel hechthout is weliswaar heel sterk, maar niet altijd sterk genoeg. Als we nu wat aan onze motoren doen, dan zit het meer in de onderhoudshoek. Bij zo’n rondgang om je motor zie je dingen die aandacht vragen. Dat is prettig en werkt kalmerend. Meditatief. Het door kijkglaasjes naar de niveaus van olie en remvloeistoffen kijken is zinnig. Een missende kuipbout, een glimmende schroefkop in een band. Een passend schroefje zoeken is een leuk klusje. En die band? Daar gaan we mee naar de dealer. Maar rustig kijken en wat poetsen is ook onderhoud. En onderhoud is behoud. Scheelt bovendien veel denkwerk wat betreft het bedenken van eigen specialistisch gereedschap. En tripjes naar de huisarts! .

Lees meer over

Harley-Davidson

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...