Reizen Bulgarije
Bulgarije is niet alleen maar een transito land of goedkoop vakantieplekje voor ongegeneerd strandhangen aan de boorden van de Zwarte Zee. Het jonge EU-lid heeft veel meer te bieden dan enkel op de centen zittende toeristen, de hoogste bergen van de Balkan met fabuleuze stuurwegen bijvoorbeeld, en natuurlijk het sprookjesachtig Rila klooster. Een ware ontdekkingsreis door Oost-Europa! Foto’s kunnen macht uitstralen, gevaarlijk, maar toch aantrekkelijk. De reislustigen onder ons kennen het probleem waarschijnlijk wel: bij het ongestoord bladeren in één of ander blaadje stuit je volledig onvoorbereid op een zo’n pakkend beeld, dat je vanaf dat moment al ‘;eén ding weet: het maakt me niet uit waar het is, daar moet ik heen! Zo verging het ook mij met Bulgarije, een land dat nooit enige aantrekkingskracht op me had uitgeoefend, tot ik ergens in 1997 een foto onder ogen kreeg van het Rila klooster, dat me geheimzinnig, sprookjesachtig en bovenal aanlokkelijk toelachte. Eén blik was voldoende om het klooster op mijn ‘bucket list’, een lijst van dingen die ik gedurende mijn leven absoluut een keer gezien of gedaan moet hebben, te doen belanden. Vijftien jaar later is het eindelijk zover. Robert en ik komen uit het zuiden, verruilen ons Griekse analfabetisme tegen het Bulgaarse. Waar we in Griekenland nog konden redden met tweetalige borden en een beetje Engels en Duits, is dat met het passeren van de grens verleden tijd. Het enige wat we nog verstaan is ‘station’, lezen gaat überhaupt niet meer. Het Cyrillisch schrift zijn we helaas nog niet meester. Alleen in een café kunnen we ons nog redden. Koffie en cola zijn immers internationaal aanvaarde begrippen. Tot onze grote verbazing verrast de mooie serveerster, geheel in tegenstelling tot de nogal mannelijke, achter sporadische baardharen verstopte gewichthefsters uit de jaren ’80, ons echter elk met een lauwwarme mix van koffie en cola. Toch minder universele woorden dan gedacht… Nog altijd enigszins verrast zoeken we de wijde wereld weer op en vinden dit al aan de rand van Simitli. We verlaten de met vrachtwagens overbevolkte E79 en direct keer de rust weer. Met wijdse bochten klimt het wegdek de 1.140 meter hoge Predenpas omhoog, om vervolgens ook meteen weer terug in het Mestadal af te zakken. Er is nauwelijks verkeer, af en toe komt er een oude Lada, Wartbrug of Trabant voorbij, stille (nou ja stil!) herinneringen aan de voorbije socialistische tijden. Veel vaker echter komen we paarden- en ezelskarren tegen. Boeren bewerken gebukt de velden, anderen hameren op witte steken en stapelen deze op aan de straatkant. Vriendelijke oude vrouwen verkopen zelfgemaakte jam en honing, het lijkt erop dat het grote geld van de Europese Unie zijn weg naar hier nog niet heeft gevonden. Toch doet het land alleszins arm aan, eerder authentiek en echt. Plaatsen als Razlog, Dobrinishte of Goce dolèev hebben weinig bezienswaardigs te bieden, naast de obligate moskee bestaan ze voornamelijk uit nuchtere noodzaak gebouwen, ogen daarentegen wel schoon en opgeruimd. Van fraaie architectuur moet de regio het duidelijk niet hebben, iets dat echter ruimschoots gecompenseerd wordt door het werkelijk schitterende landschap. De besneeuwde toppen van het Pirin-gebergte reiken tot een Alpenwaardige 2.915 meter. Op deze zonnige dag laten we ons simpelweg leiden door het landschap en haar al even fraaie wegen. De ééncilinder tokkelt met een berustend toerental over het nog altijd onberispelijke asfalt. Dat verandert evenwel na Dospat, waar we op de 37 richting noorden afbuigen. Het wegdek doet denken aan een lappendeken, eentje die net een binnenhuisbrandje ternauwernood heeft overleefd, dat wel. Gaten van koelkastformaat, zand en stenen maken de piste tot een uitdagend slalomparcours. In eerste instantie nog onderhoudend, maar na verloop van tijd ronduit vervelend. De weg klimt steeds verder de hoogte in door dichte sparren- en dennenbossen, voert daarbij langs ontelbare meren en vijvers. Het lijkt wel wat op Midden-Zweden, is er zelfs even koud. Al gebied de eerlijkheid te zeggen dat we ons nu wel op meer dan 1.200 hoogte bevinden. Maar het gaat nog hoger. Achter Jundola nemen we de kleine eenbaansweg naar het Belmeken stuwmeer in het vizier. Het dichte naaldbos smoort elk uitzicht in de kiem, tot zich plots een bijna subarctisch hoogvlakte voor ons uit spreidt. Een hele andere wereld. Op de grijsbruine weilanden staan krokussen in volle bloei, terwijl metershoge sneeuwmuren de toch al niet brede weg nog verder versmallen. De winter is in de Bulgaarse bergen nooit ver weg. Ver naar het zuiden steekt het witte Pirin gebergte zijn toppen de hoogte in, temidden van een verheven, verlaten en wild landschap. Was het maar niet zou koud, hier op 2000 meter hoogte! Gelukkig is het slechts twintig kilometer naar de warmte in het Maricadal. De hier nog jonge, springlevende rivier heeft een lange reis voor de boeg tot zijn eindbestemming in Turkije waar hij uitmondt in de Egeïsche Zee. De Marica ontstaat op de hoogste berg van Bulgarije, de 2.925 meter hoge Musala in het Rila gebergte. De weg van SaparevaBanja naar Goverdarci belooft alvast een paar uitzichtrijke ontmoetingen met de bijna drieduizenders van dit massief. Wat er op de kaart echter relatief eenvoudig uitziet, ontpopt zich in werkelijkheid tot een op het scherpst van de snede balancerend offroad avontuur. Eerst nog klimt de weg met oneindige bochten een uitgestrekt beukenwoud in, om uiteindelijk te eindigen bij een verlaten skistation. Op onze vraag “Govedarci?” duidt een vriendelijke man ons op een goede piste. De richting is in ieder geval goed. Het gaat verder en verder omhoog. De waterplassen, eerst nog relatief klein, groeien evenwel gestaag uit tot bescheiden meertjes, constant gevoed door smeltende sneeuwresten. Nog een skistation. “Goverdaci?” Daarheen! De eerste sneeuwvelden dienen zich aan. De piste splitst zich, maar borden ontbreken. Gelukkig komt er een Lada Niva met twee boswachters van het nationale park aan. “Govedarci?” “Geen probleem, rechts en dan alsmaar rechtdoor.” Was het pad al geen pretje, het kan klaarblijkelijk nog erger. Zware modder, grove takken, diepe geulen veel verval. Niet bepaald het droomterrein voor een afgeladen volle Ténéré met wegbanden. Niet leuk meer vooral. We glijden en baggeren alsmaar verder, gelukkig wordt onze inzet niet veel later dubbel en dwars beloond. We bereiken een hoogvlakte, bekleed met fris gras en gezegend met een prachtig uitzicht op de majestueuze witte Rila bergen, het hoogste massief van de Balkan. Grandioos. De weg splitst op in vier paden, waarvan er drie uiteindelijk dood lopen. Plotseling horen we gerommel van wat duidelijk twee ééncilinders zijn. Een fata morgana? Welnee, twee lokale offroad enthousiasten op een WR450 en EXC 525, die nogal verbaasd stoppen. In vergelijking met hun hardcore offroad machines hebben onze allroads meer weg van poppenwagentjes. “Govedarci?” “Geen probleem, volg ons maar.” En daarmee beginnen de problemen pas echt. Veredeld geitenspoor in het gras, smal paadje door een modderig bos gevolgd door een smerig steile afdaling, en geen weg terug meer voor ons. Verder dan maar, een alternatief is er niet. Maar het wordt alleen nog maar erger. Écht stijl, nóg diepere sporen en geulen waar een beetje binnenvaartschip zich prima raad mee weet. De aluminium koffers schrapen constant langs de modderige zandwanden, de banden zoeken vertwijfeld naar grip. Zweten en vloeken, twijfel wisselt zich af met hoop. Hoop op iets dat ook maar in de verste verte op een verharde bergweg lijkt. Eindelijk, na wat voor het gevoel een eeuwigheid leek te duren, duikelen we van een laatste steile helling die eindigt op een bestaande weg. Gehaald! Even diep ademhalen en onze twee collega’s oprecht bedanken voor hun begeleiding. Beide lieden grijnzen veelzeggend, draaien om en schieten lichtvoetig de helling weer omhoog. Govedarci? Oh ja, het zijn nog maar een paar ontspannende kilometers naar een luxueus 25 euro hotel, waar we ondanks ons twijfelachtige modderige voorkomen met open armen worden verwelkomd. De zon brandt ons de volgende ochtend al vroeg het bed uit. We omcirkelen het Rila Gebergte en sluipen onder een aangenaam zomerse 26 graden de Struma vallei in. Het is tijd om verder de bergen in te klimmen, op weg naar het Rila Klooster. Van buiten bijna onopvallend, afstandelijk, maar wel uitdagend opent zich na de bont geschilde toegangspoort een andere wereld in een anders tijdsdeel. De mond valt van verbazing open, met dank aan de mysterieuze en rustige sfeer, vooral wanneer de toeristen weg zijn. In het centrum van de enorme binnenplaats, die door een magistrale drie verdiepingen tellende arcade wordt omringd, staat een grote zwart-wit-rood gestreepte kerk met vijf al even kleurrijke torens. Allemaal versierd met meesterlijke houtsnijwerken, fresco’s en schilderingen. Een zwart geklede, vol bebaarde monnik verlaat de kerk en lijkt over het met kinderkopjes versierde plein te zweven. Had hij niet een mobieltje aan z’n oor, dan had het plaatje eeuwenoud kunnen zijn. Goed, dat sommige beelden in de loop der tijd nauwelijks veranderen. Het Rila Klooster ziet er nog altijd verleidelijk, sprookjesachtig en mysterieus uit. Net als op de foto vijftien jaar terug. Gelukkig zijn we er eindelijk! ________________________________________ [INFOKASTEN INFO Bulgarije tref je niet in de Top 10 van gewilde motorbestemmingen aan. Volledig onterecht! Bergen, eenzaamheid, oorspronkelijk leven en achter elke horizon iets nieuws, je vind het allemaal in het zuidwesten van dit kleine land. Ligging: Zuidoost-Europa Buurlanden: Roemenië (noorden), Zwarte Zee (oosten), Griekenland en Turkije (zuiden) en Macedonië en Servië in het westen. Hoofdstad: Sofia Afstand vanaf Utrecht: 1.720 km (Sofia hemelsbreed), 2.075 km (Sofia, weg) Oppervlakte: 110.912 km² (2,7 keer Nederland) Inwonertal: 7,2 miljoen Hoogste punt: Moesala, 2.925 mmeter Toeristische trekpleisters: Boyana kerk, Rila klooster, Nationaal Park Pirin, Nesebar, rotskerken van Ivanovo, Alexander Nevski kathedraal, Veliko Tarnovo (oude hoofdstad van het Tweede Bulgaarse Rijk) en Melnik (wereldberoemde zandformaties) Taal: Bulgaars Schrift: Cyrillisch Munteenheid: Bulgaarse Lev (BGN) Tijdsverschil: +2 uur (zomer +3 uur) Klimaat: Bulgarije wordt voornamelijk gekenmerkt door een landklimaat met warme zomers en koude winters. Ten zuiden van het Balkangebergte, dat Bulgarije van west naar oost feitelijk in tweeën splitst, heerst echter een wat milder mediterraan klimaat. Met gemiddelde temperaturen van 30° aan de kust, in het binnenland oplopend tot plaatselijk 40°, is het in de zomer een behoorlijk warme bedoening. Landschap: Bulgarije staat de laatste jaren voornamelijk op het netvlies van de zon, zee en strand vakantieganger, met dank aan de schitterende Zwarte Zee kust die zich in het oosten over een lengte van 378 kilometer van noord naar zuid uitstrekt. Het noorden van Bulgarije kent een natuurlijke grens in de vorm van de Donau. Het land biedt daarnaast onderdak aan verschillende bergmassieven, onder meer het centraal gelegen Balkangebergte en de meer zuidelijk gelegen Pirin, Rila en Rodope gebergten. Beste tijd: in de bergen van de Balkan zijn de winters lang en hard. Vroeg in november kan de eerste sneeuw al vallen, waarna in mei het voorjaar pas begint en de bergweggetjes sneeuwvrij worden gemaakt. In de zomer kan het er 35 tot 40 graden worden. De beste reismaanden zijn daarom mei, juni of september en oktober. Wetenswaardigheden: de situatie in Bulgarije is sinds de toetreding tot de Europese Unie in 2007 sterk verbeterd. In vrijwel elk dorp zijn er pensions en hotels te vinden, een goede tweepersoonskamer is er al vanaf € 20,-. Spontaan een kamer zoeken zorgt ook bijna nergens voor problemen, behalve in het hoogseizoen. Campings zijn er echter wel zeldzaam, wie er toch één zoekt, heeft het meeste kans net buiten een dorp. De munteenheid van Bulgarije is de Lev, geld wisselen gaat het makkelijkst door te pinnen, automaten zijn er voldoende. Ook goed nieuws, het prijsniveau land ligt beduidend lager dan dat in West-Europa. Een paspoort en rijbewijs zijn voldoende, een visum is niet nodig. Contact: www.bulgariatravel.org ________________________________________ [UNTERSCHRIFTE] 008, 010, 050, 066, 102, 108, 128 Het Rila klooster in het Rila gebergte is één van de meest indrukwekkende gebouwen van de Balkan en behoort tot het Unesco werelderfgoed. Zijn charisma is magisch en mystiek, vooral in de ochtend en avond als er geen toeristen zijn. Het leven in dit orthodoxe klooster is weinig veranderd door de eeuwen heen. 070 De poort naar het Rila Klooster. 080, 084 Campings in de Bulgaarse bergen zijn zeldzaam. In mei kan het hier nog akelig koud worden. 086, 088, 094 In mei ligt er nog altijd sneeuw op de bergen, hier de zuidkant. 140, 144 Legale pistes zijn hier in ieder geval niet schaars, dit was wel zo’n beetje de grens van de volbeladen Ténéré met wegbanden, zat er zelfs iets overheen. 152 De aanvankelijk goede weg naar Goverdarci verandert in een iets te inspannende route. 158, 167, 183 Op weg naar Govedarci bereiken we een uitgestrekte hoogvlakte met een prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van het Rila gebergte. 187 Schat, ik ga even wat hout halen. 193, 195, 209, 202, 212 Bij het Belmeken reservoir op 2.000 meter hoogte lijkt de winter pas net voorbij. Krokussen sieren de bruine weilanden, sneeuwwanden omringen de straat. Op de achtergrond het Pirin gebergte, met toppen van meer dan 2.900 meter hoog. 218 Aan de kant van de weg verkopen vrouwen zelfgemaakte honing en jam. 226 Een mooie blik op Dospat, moskeeën zijn in dit deel van het land niet ongewoon. 236 Geel, groen, blauw, de natuur laat zich van zijn meest kleurrijke kant zien. 238 Je moet het maar begrijpen, de plaatsnamen zijn in het Cyrillisch schrift, hadden net zo goed hiërogliefen kunnen zijn. 246, 250 Mooie, oude stenen brug bij Dospat. 256, 260 De meeste plaatsen herbergen weinig fraaie architectuur, met uitzondering van Dolen, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. 303 Zonder hulp van lokale offroad rijders hadden we Goverdarci gevonden noch gehaald. Een offroad avontuur dat soms letterlijk op het randje balanceerde. 332, 338 Sommige wegen door het bosrijke gebied blijven verrassen, zoals ook deze piste. 367, 383, 385, 471, 527 Het Pirin gebergte en Mesta dal, een ultieme ervaring voor allroadrijders. 376 Ten oosten van het Pirin gebergte wordt het landschap glooiender en zijn de bergen niet hoger meer dan duizend meter. 521, 524 Onderweg in een klein zijstraatje met op de achtergrond het Rila gebergte.