Eerste Test Triumph Speed 400
“Schat, je motor is gekrompen!” Zo zou je partner zo maar eens kunnen reageren als zij of hij bij de dealer voor het eerst oog in oog komt te staan met de nieuwe eencilinder van Triumph. Wij konden de nieuwe Speed 400 niet alleen in levende lijve aanschouwen, maar er ook alvast even mee rijden.
Je kunt Triumph momenteel zeker niet verwijten geen duidelijke productstrategie te hebben. Dat probleem had de Engelse fabrikant vroeger wel toen het probeerde om met de sportieve TT600 en de daar van afgeleide Speed Four naked marktaandeel af te snoepen van de technisch hoogstaande Japanse viercilinders. Die poging faalde hopeloos.
Maar met vallen en opstaan leert men. Tegenwoordig nemen de productontwikkelaars in Hinckley veel goede beslissingen. Dat de kansen in de markt aan de onderzijde, dus richting lichtere motorfietsen en potentieel jongere klanten, liggen en meer specifiek in de retro-hoek, is niet zo verwonderlijk. Het feit dat de typeaanduiding van de nieuwe Speed 400 erg veel doet denken aan die niet bijster succesvolle Speed Four zal alleen bij een enkele oude knar tot een opgetrokken wenkbrauw leiden. Maar de meesten zullen zich die Speed Four waarschijnlijk helemaal niet kunnen herinneren, waardoor de spotlights vol op de nieuwe Speed 400 kunnen. En dat is maar goed ook, want dit pre-productiemodel zorgt al een voor een heerlijk optreden.
We reden deze Speed 400 in de buurt van het Britse Gloucester – lang voor de officiële perspresentatie en lang voor de start van de verkoop. Dat laatste zal vermoedelijk eind 2023 zijn en – dat verklappen we al vast – is het wachten waard. Want de Speed 400, hoe sierlijk ook, presteert beter dan je op basis van het overigens fraaie retro-jasje zou verwachten.
Het eerste contactmoment, zitten en de zijstandaard inklappen, verloopt honderd procent natuurlijk. Met een zithoogte van 790 millimeter is de Triumph ook prima toegankelijk voor kleinere rijders, temeer daar het rijklaargewicht van zo’n 180 kilo de Speed 400 bijzonder lichtvoetig maakt. Als de wielen eenmaal draaien, dan vinden handen en voeten blind hun contactpunten, en dat resulteert in een rechte maar toch actieve zitpositie, waarin het ontspannen sturen is. Het zadel is lekker comfortabel en biedt zowel naar voren als achteren voldoende ruimte om de ideale plek te vinden.
Voor de rest komen we op dit punt niet verder dan wat kleine puntjes van kritiek. Zo doen de niet instelbare rem- en koppelingshendels wat goedkoop aan, maar ze liggen daarentegen wel weer goed in de hand. En zodra je ze gebruikt, gaat het zonnetje ook weer schijnen. De koppeling werkt aangenaam licht en is goed te doseren, terwijl de rem gedecideerd en effectief in de 300 millimeter grote enkele schijf in het voorwiel bijt. Een prima ingrijpend en goed afgesteld ABS van Bosch steekt in noodsituaties de helpende hand toe, zonder je daarbij als rijder te laten schrikken. Ook op de pedalen een verdieping lager valt weinig aan te merken. De achterrem ondersteunt op nuttige wijze en het schakelpedaal bedient een lekker nauwkeurig werkende versnellingsbak, waarvan de eerste drie versnellingen behoorlijk kort zijn en de zesde weer echt lang is.
Pit zit er genoeg in het nieuw ontworpen motorblok met ride-by-wire. Afhankelijk van de gekozen versnelling accelereert de Speed 400 behoorlijk krachtig of bullig als een tractor – voor zover je dat over een 400cc-blok kunt zeggen natuurlijk. De vierkleps-eenpitter loopt mooi zuiver, wordt vanaf zo’n 3.500 toeren al lekker sterk om er vanaf 6.000 toeren nog eens een schepje bovenop te doen. Pas boven de 9.000 toeren gaat het kaarsje uit. Bovendien steken vanaf zo’n 8.000 toeren wat vibraties de kop op, die je er fijntjes aan herinneren dat het weer tijd is om op te schakelen. Onder dit toerental loopt het moderne en van een anti-hop-koppeling voorziene blok opmerkelijk rustig.
Rust is ook het woord dat past bij je eigen gemoedstoestand na een aantal kilometers in het zadel van de nieuwe Speed 400. Het geheel is enorm harmonieus en wordt afgetopt door vering die perfect is afgesteld op sologebruik en maakt de Triumph speels handelbaar. Wel moet je er rekening mee houden dat je niet even snel een voor rijdende vrachtwagen inhaalt, dat moet je echt plannen en schud je niet zo uit de mouw. Maar als je de weg voor jezelf hebt, heeft rijden met de Speed 400 bijna iets meditatieve uitwerking, ontspannend is het absoluut.
En met een passagier? Een korte, statische zitproef met een Britse vrouwelijke collega maakte duidelijk dat pret-voor-twee op deze 400 vooral niet al te lang moet duren. De ruimte op deze sierlijke machine is in die zin aan de krappe kant, zowel in het zadel als voor de voeten. Wat dat laatste betreft raken de laarzen van rijder en passagier al snel. Boven komt de bij sologebruik goed functionerende vering als snel aan de grenzen als je met twee personen van Noord-Europees formaat op pad gaat.
Is de nieuwe Speed 400 een flirt waard? Absoluut! De reacties op deze lichte Triumph waren overwegend erg positief. Wie deze 400 wel in zijn garage ziet staan, moet – zoals al gezegd – een beetje geduld hebben. Een prijs is nog niet bekend, wel zegt Triumph: “It will be reasonable.” Dat is te hopen, aangezien we deze 400 dan veel op we weg tegen kunnen gaan komen. Succes lijkt de Speed 400 na deze eerste korte kennismaking in ieder geval wel te verdienen!