+ Plus

Alpenmasters 2023 – Modern Classics

De nieuwe Caballero 700 is de kroon op de scrambler-reeks van Fantic. Daarbij is logischerwijs wederom een greep gedaan in het motorblokkenassortiment van Yamaha. De vraag: is de combinatie van klassieke vormgeving en modern Japans blok genoeg om de gerenommeerde Scrambler Icon van Ducati op de Stelvio het kleine ronde Fantic-achterlicht te laten zien?

Als 125 en 500 volgen de Caballero’s in het modellenprogramma van Fantic al de formule ‘klassiek getinte vormgeving met modern motorblok’. Met de nieuwe 700 krijgt die serie nu een heus topmodel, want de fraaie scrambler-look is nu doorgetrokken tot de hogere middenklasse. Als motorblok heeft dit model een echt succesnummer met heerlijke eigenschappen: de tweecilinder komt namelijk uit de Yamaha MT-07. Over deze door Yamaha ‘CP2’ gedoopte paralleltwin met 90 graden verzette kruktappen (voor de ontstekingsintervallen 270°-450°, vandaar de vaakgebruikte benaming ‘270°-krukas’) hoeven we eigenlijk weinig meer te zeggen. Het is een van de meest levendige, beheersbare en vermakelijke motorfietsblokken die het afgelopen decennium het licht zagen. Als je dit blok in een tweewieler stopt, heb je bijna vanzelf een leuk rijdende motor. Daarvan biedt Yamaha zelf genoeg voorbeelden: van de reeds genoemde MT-07 tot de Tracer 7, Ténéré 700 of XSR700.

Is daarmee de slag voor Fantic tegen de Ducati Scrambler Icon al gewonnen? Zeker niet. Dat ligt vooral aan het feit dat de Italianen uit Bologna hun reeds jaren bekende Scrambler Icon voor 2023 een verjongingskuur hebben gegeven. Die kuur betreft gelukkig niet het motorblok. In een tijd waarin echte V-twins steeds zeldzamer worden, houdt Ducati voor de Scrambler vast aan de klassieke luchtgekoelde tweeklepper in een stalen vakwerkframe – de traditionele Ducati-kenmerken sinds de jaren 70. En in de Scrambler Icon, die voor dit nieuwe modeljaar een aantal kilo’s kwijtraakte en een nieuw TFT-dashboard kreeg (waarmee de tractiecontrole en de rijmodi gemakkelijker te selecteren zijn), is dit traditionele Ducati-concept zeer smaakvol uitgevoerd. Het klopt gewoon helemaal.

Het plaatsnaambord van Trafoi ligt voor ons, net achter ‘tornante 44’. De Caballero stormt bij een draai aan het gas heerlijk naar voren. Hoewel Fantic de Yamaha-twin met een eigen mapping, luchtfilterkast en uitlaat heeft uitgerust, heeft het blok zijn van Yamaha bekende goede eigenschappen behouden. Ook al kwamen op de vermogensbank niet alle beloofde 74 paarden eruit rollen, de Caballero-versie produceert wel een prachtig brede top en bovendien een uitstekende punch in het middengebied. Precies zoveel als de grof geprofileerde Pirelli Scorpion Rally-achterband nog aan het hobbelige asfalt van de Stelvio-pas weet te brengen. Het mooie daarbij: zelfs in de meest krappe bochten verloochent de paralleltwin nooit zijn goede afkomst. Snel naar z’n één terugschakelen en zonder verder gebruik van de koppeling klimt de Caballero 700 ook op steile hellingen beheerst door de allerkrapste hairpins.

Daar kan zelfs de Scrambler Icon-rijder alleen maar een goedkeurend knikje geven. Reden tot klagen heeft hij echter niet. De luchtgekoelde 90°-V-twin rolt met goede manieren en een gelijkmatige vermogensafgifte door de 180°-bochten en zet tegenover het levendige vermogen van de Fantic een hele goede beheersbaarheid. De man op de Ducati moet echter ook vaststellen dat de Caballero 700 met meer acceleratie richting Bruno’s Bratwursttent op de top van de Stelvio stormt. Als je op de Fantic al de eerste smakelijke geuren van de grill opsnuift, heeft de Ducati-rijder nog wel een aantal haarspeldbochten te gaan.

De Icon neemt die krappe bochten echter wel met een wendbaarheid, goedmoedigheid en gemak die de Fantic enigszins mist. Dat wordt met name duidelijk als we een kort uitstapje maken naar de Zwitserse Ofenpas. De snellere bochten daarvan leggen meer nadruk op het rijwielgedeelte; feedback en stabiliteit worden hier belangrijker. Ook al laat de Fantic op het bochtige Zwitserse asfalt zijn motorblok weer moeiteloos galopperen door de prachtige bochten, hij voelt zich toch niet helemaal in z’n element. Dat heeft meerdere kleine oorzaken, die samen voor een soort merkbaar onbehagen zorgen. Om te beginnen de zitpositie. Het stuur staat ver naar voren, het is vrij laag en breder dan elk deurkozijn. Goed voor een flinke hefboom, slecht voor comfort en het speloverzicht. Voor niemand van de Alpenmasters-testrijders klopte deze zitpositie echt goed. Daar komt nog bij dat de Scorpion Rally-banden op de Fantic noch erg makkelijk insturen, noch zeer helder laten weten hoe het hen in de bochten eigenlijk vergaat.

Dat alles doet de Scrambler Icon als een streber op school. Hij heeft een uitgebalanceerde zitpositie met ideale stuurhoogte en passende afstanden in de driehoek zadel-voetsteunen-stuur. Daarbij laat hij zich met een vertrouwenwekkende handelbaarheid in elke soort bocht leggen, zonder dat je daarvoor een noemenswaardige stuurimpuls hoeft te geven. En onder hellingshoek geven de veel beter rollende Pirelli MT60RS-banden ook veel meer feedback, ze laten je duidelijk weten wat wel en niet kan. Waarbij dat wat niet kan eerder door de krassende voetsteunen wordt bepaald. Die komen vrij snel aan de grond en laten je aldus weten dat het niet meer platter kan. Desondanks heeft de Scrambler Icon de harten van de hairpin-fans binnen de kortste keren veroverd, of ze nou jong of oud, of groot of klein zijn. Daar kan ook de motorische overmacht van de Fantic niks aan veranderen.

Dat komt ook doordat de vering van de Duc met zijn 150 millimeter veerweg een behoorlijk uitgebalanceerd compromis vormt tussen een hobbels absorberend comfort en vertrouwenwekkende stabiliteit. Ook hier doet de Caballero het minder, hoewel hij even lange veerwegen heeft en Fantic met het stevige stalen frame, de dikke aluminium achtervork en een 45mm-Marzocchi-upside-downvork met CNC-gefreesde kroonplaten (met drievoudige bouten onder!) en een achterschokdemper met progressief hevelsysteem qua rijwielgedeelte werkelijk alle registers heeft opengetrokken. Daar doet de 41mm-Kayaba-upside-downvork van de Duc met eenvoudig gehouden kroonplaten al bijna magertjes aan. De werking geeft Ducati echter gelijk.

En aangezien beide qua remmen inclusief bochten-ABS, hulpsystemen en uitrusting op voor deze klasse zeer goed niveau liggen, en de Ducati bovendien was voorzien van de optionele quickshifter met blipper, heet de Alpenmasters-favoriet voor scramblerfans in 2023: Ducati Scrambler Icon.

MOTOPLUS-conclusie
Het sterkste punt van de Caballero 700, zijn van Yamaha afkomstige motorblok, loopt weliswaar minstens zo goed als verwacht, maar na talloze bochten ligt de Ducati Scrambler Icon toch op kop. Het grootste pluspunt van de Duc is zijn uitgebalanceerdheid. En wel in alle opzichten – van het blok tot aan het rijwielgedeelte tot aan de zitpositie. Perfect apparaat voor klassiek aangelegde hairpinliefhebbers, met pleziergarantie.

Gerelateerde artikelen

Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...
Vergelijkingstest 3 power nakeds

Vergelijkingstest 3 power nakeds

3 oktober, 2024

Deze naked bikes behoren tot de sterkste motoren die je gewoon in de winkel kunt kopen. Dat is echter slechts een ...
Alpenmasters 2024 (3) – Finale

Alpenmasters 2024 (3) – Finale

19 september, 2024

Bij de Alpenmasters is het als bij een EK of WK voetbal: iedereen wil uiteindelijk door naar de finale. Acht ...