Reizen Zuidwesten van Amerika
Motorrijden over verlaten wegen, door mooie nationale parken en ruige woestenijen. Met prominent in het vizier niet alleen de Mexicaanse grens, maar ook bizarre plaatsen, excentrieke types, gigantische cactussen, dikke motoren en waanzinnige tegenstellingen. Alle ingrediënten voor een memorabele reis!
Hebzuchtig probeert de wind vat te krijgen op onze rode GS. Zijn turbulente arm sleurt je zo twee meter opzij, ongeacht of daar nou een pick-up rijdt of dat er rotsen liggen, die de rand van de woestijn markeren. Nog maar nauwelijks heeft de boxer allroad zich ontworsteld aan de uren durende, beklemmende houdgreep van Los Angeles, of de onzichtbare vuisten van de wind beuken onophoudelijk los op zijn linker cilinderkop. En die houden pas op met slaan wanneer we op Route 62 de geasfalteerde achtbaan rond het San Bernardino massief in rijden. De brandstofmeter staat al laag, maar het royale koppel duwt het totaalgewicht van zo’n 350 kilo toch bijna achteloos tot duizend meter hoogte. In het vizier zien we al de eerste Joshua Trees. Zo’n 20.000 jaar voordat onze BMW van de band liep, was dit gebied herstellende van de laatste ijstijd. Nomadische indianenstammen trokken door het gebied dat nu het Joshua Tree National Park heet op zoek naar voedsel. Met ruim zevenhonderd verschillende plantensoorten liet zich de knorrende maag hier effectief vullen met onder meer pijnboompitten, eikels en cactusvruchten. In het hedendaagse zijn het echter vooral de Pizza Hut etablissementen en drive-in hamburgerketens die de honger stillen. De Yucca Brevolia, Joshua Tree, daarentegen zorgt al sinds de oertijd voor eten en bescherming aan inheemse woestijndieren. Het zand kraakt onder de Tourance banden van de 1200, in de eerste ronde leidt zij ons door de wereld van deze bizarre wonderbomen. Deze danken hun naam Joshua Tree aan rondreizende mormonen, die rond 1840 de bomen vernoemden naar hun profeet Jozua, die ze herkenden in de takken die als armen naar de hemel reiken. De op gigantische cactussen lijkende bomen doen bij de ondergaande zon ook vandaag de dag nog denken aan vreemde wezens. ’s Avonds in Twentynine Palms: de GS geniet natikkend op een parkeerplaats van een klein hotel van zijn welverdiende rust. Hij torent hoog boven de vele Harley’s en een enkele Victory uit, die ook op de parkeerplaats staan. Ze zijn van Jack en zijn motormaatjes uit Oregon. Eens per jaar maakt het gezelschap op de motor een rondrit door het zuiden. Jack staat net bij zijn Electra Glide en wisselt zijn verstofte rijshirt om voor een schoon en fris ‘stapexemplaar’. Onder het hemd puilt trots een indrukwekkende sixpack in spekjas, geen wonder wanneer je dagelijks een al even indrukwekkende hoeveelheid Budweiser schijnbaar moeiteloos achterover kiept. In een lowbudget restaurant aan de overkant spelen zich minder leuke taferelen af. Een grote familie, duidelijk bestaande uit meerdere generaties, maakt luidruchtig ruzie over de keuze van liedjes voor de jukebox. Daarbij lijkt de patroon van de familie in de Mexicaanse serveerster niet alleen een kortstondige uitvlucht te zoeken in de sleur van het getrouwde leven, maar ook houvast en stabiliteit in de koude wereld van werkeloosheid. Wat hem er overigens niet van weerhoudt om na een paar liter bier de discussie met ons aan te gaan over de superioriteit van de Amerikaanse maatschappij. Snel weg wezen dus maar. Jim, de hotelmanager, presenteert ons de volgende dag trots zijn nieuwe aanwinst: een machine die binnen een minuut een goudbruine pannenkoek uithoest. In combinatie met een laag Ahornsiroop overigens een uitstekende basis voor een dag motorrijden door de straten en zandwegen van Yoshua Tree National Park. Dankzij de grandioze natuur begint zelfs de meest uitgebluste avonturier te glanzen van de kleine stukje aarde. Het rijke zonlicht danst op de immense granieten rotspartijen en in de schaduwen ervan herken je zelfs zonder enige vorm van fantasie nog de meest bizarre schepsels. In een flink tempo slingert de GS zich, voorzien van straatschoeisel, zich door de zanderige passages. Juist onder dit soort omstandigheden prijs je je gelukkig met de goede balans van de machine, die ook ettelijke mijlen verder, aan het strand bij Salton Sea, weer zijn meerwaarde bewijst. Niet zomaar een strand, maar Bombay Beach. Een vervallen stad, zoals waarschijnlijk alle plaatsen er na de Apocalyps uit zullen zien. Door het zeezout aangetaste woonwagens en autowrakken, verloederde trailerparks, dode vissen, een wijdverbreide stank. Alsof het einde der tijden zich heeft gemeld, maar tegelijkertijd ook de ideale vrijplaats voor kunstenaars, hippies en dolende zielen, voor wie de Amerikaanse droom eerder een nachtmerrie is. Tussen de schimmels van hun wegrottende woonwagens spoelen zij de wrange smaak van het Amerikaanse materialisme weg met flessen goedkope drank. Zonder dat ze er zelf schuld aan hebben is het ecologische systeem van het zoutwater meer hier aangetast, het zoutgehalte van het water is sterk gestegen, onder meer door de constante lozing van schadelijke stoffen. Er heerst een massale vissterfte en door de milieuverontreiniging is ook het toerisme volledig ten gronde gegaan. De boel vegeteert als een plant en het leven ebt langzaam weg uit de streek. Deels althans, Bombay Beach is wel een morbide magneet geworden voor freaks. De GS woelt zich door de met zoutkorsten bedekte oever, waar niet veel later mijn oog valt op een fotograaf, die beelden schiet van halfnaakte dames voor het decor van een ondergaande zon, die de buitenaardse omgeving in een luguber verfpallet doopt. Een wat abstract decor, die wel de troosteloosheid van de hele omgeving treffend samenvat. Toeristen zie je hier zelden, op hun weg naar het zuiden worden ze daarom ook niet geconfronteerd met de reusachtige staatgevangenissen, afgetrapte kroegen of de bouwvallige tankstations met Norman Bates caissières. Daarentegen missen ze dan ook El Centro, thuishaven van een enorme US Airforce basis. Niet zomaar eentje, maar de trainingsbasis van de beroemde Blue Angels stuntvlieg formatie. De heren hebben echter vakantie, weet de hoffelijke soldaat bij de toegangspoort ons te melden. Jammer, maar gelukkig is er ook een testvlucht van een nog half geheime straaljager die à la de beroemde Harrier verticaal kan opstijgen en landen, zelfs vanachter de omheining nog imponerend om te zien. Het onderwerp omheining blijkt een rode draad te worden voor de rest van onze reis. Op weg naar het oosten snuffelt de GS met de regelmaat van de klok aan het zogenaamde ‘Tortilla gordijn’ dat twee werelden van elkaar scheidt: Zuid-Amerika in de vorm van Mexico en de westers georiënteerde Verenigde Staten. Het gesodemieter begint al in Calexico. We willen eigenlijk de grens over om de markt in Mexocali te bezoeken, alleen mag de GS niet mee de grens over. We vatten daarom het plan op om te voet te gaan, er is echter nergens een geschikte plaats om een gloednieuwe, fonkelrode R1200GS te parkeren. Althans, niet wanneer je deze bij terugkomt niet volledig gestript van alle belangrijke onderdelen terug wilt vinden. Dat wordt eens temeer duidelijk wanneer ik me kortstondig van Claudia en de BMW afscheidt. Binnen luttele seconden zijn ze volledig omringd door indringend kijkende Mexicanen. Hun lust richt zich echter niet op mijn bevallige vriendin, maar op de zware Duitser, die zelfs in onderdelen letterlijk een fortuin vormt voor de armzalige ‘Braceros’. De Amerikaanse agrariërs in de grensstreek zouden zichzelf economisch gezien niet eens kunnen handhaven, zonder het leger Mexicanen dat iedere dag weer tot hun beschikking staan voor het zware werk op het land. Op speciale werkbemiddelingsmarkten worden de landarbeider door de grootgrondbezitter voor één dag ingehuurd en ’s avonds weer naar de andere kant van de grens gestuurd. Het doet een beetje denken aan de slavenmarkten van weleer. Meerdere keren halen we met de BMW oude gammele Amerikaanse schoolbussen in, waarvan de koppakking akelig dicht aan het eind van zijn bestaan lijkt. Door de ramen kijken bruin gekleurde gezichten richting de horizon, terwijl het wrak een aanhanger met Dixi’s meesleurt. Nauwelijks voldoende als een waardige sanitaire oplossing voor op de katoen- en arbeienvelden, maar blijkbaar toch goed genoeg voor deze werkers. Kort voor de grens met Arizona worden wij en de verkeersborden half gezandstraald. Waar het vandaan komt laat zich niet veel later zien, voor ons strekken zich enorme zandvlaktes uit. De duinenvelden zijn 85 kilometer lang, weet de gepensioneerde Howard uit Wisconsin ons te vertellen. Hij is met zijn enorme camper, waar een gemiddelde MotoGP-coureur jaloers op zou zijn, aan de rand van de duinen neergestreken. Onze eerste kennismakingstocht met de echte woestijn eindigt met een diep ingegraven achterwiel, het zand is te mul, de motor te zwaar, het schoeisel niet goed genoeg geprofileerd. Gelukkig zijn er ook nog wat hardere zand- en grindpistes in het gebied van de Algodones duinen waar ons Tourance schoeisel waarschijnlijk wel raad mee weet. En zo omarmen we een echte Sahara, midden in het zuidwesten van Amerika. Aan de flanken stoffige gravelpaden die naar verlaten goudmijnen en bizarre vulkanische rotsformaties leiden. En middenin het zand het gehucht Glamis. Een enorm woonwagenpark vol ‘petrolheads’, die met hun vette V8 buggy’s flinke duinzand fonteinen de hoogte in spuwen. De Colorado rivier vormt de grens met Arizona, San Luis is de grensstad met Mexico. Achter het hek smachten Mexicaanse ogen naar de aanblik van de glimmende Amerikaanse auto’s. Border Patrol pick-ups vliegen er met piepende banden van hot naar her en terug, de V8-blokken draaien flink toeren en de roodhoofdige beambten staan op scherp. Hun missie: Mexican jagen die het is gelukt het beloofde land te bereiken. De rode BMW dringt achter Gila Bend het wijde Organ Pipe National Park binnen. Op zijn dikke koppelgolf surft de boxer door de eindeloosheid, aan de horizon verschijnen al snel de eerste torenhoge cactussen.Het zal niet lang meer duren voor we door echte wouden van deze Saguaro cactussen. Op zijn laatste druppels benzine rijdt de GS Ajo binnen, een nederzetting bevolkt door half doorgedraaide voormalige mijnwerkers, kunstenaren en woestijnliefhebbers. De pomphouder heeft er zijn tankstation versierd met de koppen van verschillende dieren, terwijl de mensenschuwe vriend van de plaatselijke voddenboer de woningen van al zijn buren heeft opgekocht, simpelweg omdat hij geen buren wil hebben. Zo´n stadje dus, dat echter ook absoluut zijn goede kanten heeft. Ken en Carry bijvoorbeeld, zijn al 50 jaar getrouwd en runnen het kleine motel aan de hoofdstraat. “Een uitdaging”, vertelt Carry, die van oorsprong uit Washington State komt en in het hete Ajo is blijven hangen. Sinds de Border Patrol met 1700 man versterkt is, voelt ze zich er veiliger. Je leert volgens hen leven met coyotes, slangen en Mexicaanse drugssmokkelaars, die bij tijd en wijle hun auto´s en zelfs vliegtuigen in de woestijn achterlaten moeten. Het zal wel. Vliegtuigen in werkelijk elke staat vind je ook in het zuidoosten van Tuscon. Op de stoffige weg erheen worden we meermaals tot stoppen gemaand door de Border Patrol, die waarschuwen voor dronken Indianen, die zonder rijbewijs door de reservaten racen en naïeve toeristen torpederen. De Tohono Oódham Indianenreservaten zijn deels liefdevol onderhouden, maar presenteren zich ook veelvuldig als een afgeleefde alcoholvrijplaats waar een atoombom lijkt te zijn ontploft. Het bestaan van individuen zonder vaderland in een werkelijk fenomenaal mooi landschap. Dat laatste laat zich nog het beste aanschouwen vanaf de 2.095 meter hoge Kitts Peak. In wilde haarspeldbochten baant de GS zich een weg omhoog, puur bochtengeluk. Op de top stuit de GS op een ijsplaat en met een flinke vaart glijdt het richting afgrond. Gaat gelukkig allemaal goed en als beloning voor de prestatie krijgen we een uitzicht voorgeschoteld uit het boekje. Op mooie dagen kun je vanaf hier bijna 300 kilometer ver kijken! In Tucson treffen wij Chuck. Hij heeft zijn eigen vliegtuigkerkhof: honderden vliegtuigboten, gevechtshelikopters en straaljagers wachten hier onder de loodrecht zinkende zon op verdere demontage. Chuck leeft zowel van de verkoop van onderdelen als van het restaureren van vliegtuigen. In zijn vrije tijd werkt de blusvliegtuigpiloot aan de restauratie van een 70 jaar oude NAA T-6 Texan. Ieder schroefje en nietje wordt vervangen en trots toont hij de negencilinder Pratt & Whitney Wasp R-1340 stermotor, die al compleet gereviseerd onder een dekzeil wacht tot hij in het toestel wordt gehangen. Waanzinnig om te zien hoe ver ontwikkeld de militaire techniek destijds al was. Techniek, die in moderne vorm onze nieuwe vriend Blake bijna het leven hebben gekost. We leren de voormalig legerofficier, getrouwd met een Mexicaanse, kennen in een café. Na een paar Pacifizo biertjes vertelt hij over zijn uitzending naar Afghanistan, waar hij zwaar gewond raakte. Hij leeft nog altijd met granaatscherven in zijn hoofd en een kapotgeschoten been. Het leger betaalde enkel de levensreddende operaties, laat de invalide echter verder volledig aan zijn lot over. Voor verdere operaties en revalidatie heeft hij geld en tijd nodig, die hij beide niet heeft. Het geld dat hij momenteel verdient gaat namelijk voornamelijk op aan pijnstillers. Zo groot als zijn afkeer tegen de regering is, zo groot is zijn belangstelling voor de BMW. Hij zag hem staan voor ons hotel, waar hij zelf toevallig ook woont. Hoe graag zou hij niet vluchten met de motor, eenvoudig de vrijheid tegemoet rijden en niet meer omkijken. Net als wij doen. Dankbaar stappen we weer op onze ‘rooie’, die ons met een enerverende trip hier heeft gebracht in de tegenstrijdige wereld rond het ‘Torilla gordijn’. Gepakt door de woestijnwind vervolgen wij onze weg! ________________________________________ [INFOKASTEN] INFO REISDUUR: 10 DAGEN GEREDEN AFSTAND: 3.000 KILOMETER De onconventionele trip door de Nationale Parken van het zuidwesten van Amerika kent zowel sociale als landschappelijke hoogtepunten, mooie routes, eindeloze vertes, echte woestijnen en het betere ‘road movie’ gevoel. Door de nabijheid van Mexico en indianenreservaten een exotische reis, gegarandeerd met kippenvel. WANNEER De beschreven trip startte in december in Los Angeles. Een vlucht met tussenlanding vanaf Schiphol is er dan vanaf een kleine € 850,- per persoon. Ga je liever rechtstreeks, dan betaal je minimaal honderd euro meer. Vliegen vanaf een Duitse luchthaven is aanzienlijk goedkoper, een retourtje met tussenlanding van Düsseldorf is er al vanaf € 730,-. In principe is de beschreven route het hele jaar te rijden, van december tot en met maart kan het in de woestijngebieden echter wel goed koud worden. De zon gaat in december strak om 16.30 uur onder. Goed nieuws, regen is in het grensgebied met Mexico een zeldzaam verschijnsel. MOTOREN In Los Angeles zijn er diverse verhuurbedrijven met motorfietsen in het pakket. De meesten werken samen met Amerika’s grootste motorverhuurder Eagle Rider (www.eaglerider.com). Goedkoop is het niet, reken in het hoogseizoen op ongeveer € 750,00 per week (laagseizoen € 600,00) voor een zware motorfiets. De keuze aan motoren is reusachtig, van een grote Harley-Davidson Electra Glide tot een Honda GoldWing Trike en van een Pan European tot een Vespa LX250. Goed om in de gaten te houden, sommige verhuurbedrijven werken zonder een maximaal kilometrage en bij enkele is het zelfs toegestaan om voor een bliksembezoekje de Mexicaanse grens over te steken. Met verzekeringen en borgstelling gaan de meeste bedrijven heel verschillend om. Hoe compleet het perfecte Amerikaanse plaatje ook lijkt, voor deze toer is een cruiser niet echt aan te raden. GEORGANISEERD REIZEN Wil je in plaats van zelf in de boeken te duiken liever het gemak van een georganiseerde reis, er zijn diverse organisaties met het beschreven gebied in hun programma. Travel 2 Explore 16 dagen € 3.595 www.travel2explore.nl MotorTrails 15 dagen vanaf €3.995,- www.motortrails.nl Crossroads Motortours 20 dagen vanaf € 4.375,- www.crossroadsmotortours.nl BEZIENSWAARDIGHEDEN Het Yoshua Tree National Park in Zuid-Californië biedt 3200 vierkante kilometer aan fascinerende landschappen variërend tussen 305 en 1.772 meter hoogte. De Yoshua Tree kan achttien meter hoog worden en 900 jaar oud. Het park laat zich dankzij fraaie asfaltwegen en enerverende offroad pistes perfect vanaf de motor ontdekken (www.joshua.tree.national-park.com; www.nps.gov). Datzelfde geldt ook voor het Organ Pipe Cactus National Park en het Saguaro National Park (beide Zuid-Arizona) met hun mega cactussen, die tot 5.000 liter water kunnen opslaan, vijftien meter hoog worden en 200 jaar oud. De Algodones duinen bij Yuma zijn wellicht net zo adembenemend, net als het uitzicht van Kitts Peak, de diverse indianenreservaten en het Pima Air & Space Museum in Tucson (www.pimaair.com). Veel meer bizar daarentegen is Bombay Beach, dat figureerde in briljante films als ‘Into The Wild’ van Sean Penn en ‘Bombay Beach’ van Alma Ha’rel. Het gehucht ligt aan de oostkant van de Salton Sea. Het meer ontstond na een dijkdoorbraak van de Colorado River in 1905, waarna het 66 meter onder de zeespiegel liggende dal van Imperial Valley volledig onder liep. Salton Sea werd een populair vakantieoord, maar door vervuiling veranderde het ecosysteem, de vis stierf en daarmee ook het toerisme. Deze apocalyptische oever laat je net zo hard rillen als de berichten over de drugs- en mensensmokkel langs de Mexicaanse grens, die krankzinnig streng bewaakt wordt. KAARTEN/LITERATUUR: De beste kaarten haal je ter plekke. Aan te bevelen zijn onder meer Southwest USA 2 van Borch Maps (ISBN-nummer: 978 386 609 3195, prijs € 9,95) en de reisgids Californië en Zuidwest USA van Lannoo (ISBN-nummer: 978 902 098 7294, prijs € 24,99). ________________________________________ [UNTERSCHRIFTE] Bijschrift pag 87 Fascinerende luchtvaart: in het zuidoosten van Tucson, Arizona, staan ergens in een woestijn duizenden vliegtuigen van verschillende bouwjaren, sommige nog vliegbaar anderen schroot. Een waar eldorado voor techniekliefhebbers, je kunt er uren ronddolen en wegdromen naar een tijd dat de luchtvaart nog iets romantisch had. Chuck Wootan, eigenaar van de “yard” leeft van doorverkoop en schrootverwerking. Hij nam de tijd voor een uitgebreid gesprek, bedankt Chuck! Bijschrift pag 89 Idyllisch in Arizona: Ken en Carry, al 50 jaar getrouwd. Aan de hoofdstraat van Ajo, midden in Organ Pipe National Park in de Sonora woestijn runnen zij het Copper Sands Motel (www.coppersandsmotel.com). Gasten ontbijten bijna altijd in het bureau, de koffie is legendarisch. Wat hier nog meer te koop is: een autoverzekering voor in Mexico en innovatieve mini-fitnessapparaten (www.70andfit.com). Bijschrift pag 91 Into the wild: de Algodones duinen op de grens van Amerika en Mexico zijn bijzonder, nert als de Saguaro-cactussen in het Organ Pipe national park bij Lukeville. De borden vertellen je dat je hier in het Wilde Westen bent, terwijl de manager van het Holiday Inn Hotel in Twentynine Palms samen met zijn dochter trots zijn nieuwe pannekoekenmachine laat zien. Bijschrift pagina 93 Eindeloos rechtuit hoeft helemaal niet eentonig te zijn. Route 86 door het indianenreservaat Tohono O’odham Nation. Chuck toont ons op zijn vliegtuigkerkhof in Tucson een Pratt & Whitney stermotor. De kroeg in Robles Junktion is een stop waard. Net als het snuffelen in de oude vliegtuigen in het luchtvaartmuseum annex vliegtuigsloperij. Bijschrift pag. 95 Roadmovie: in de avondzon crossen we door de stof bij Bombay Beach op weg naar Brawley. Hotels en motels in overvloed en je hoeft er niet echt naar te zoeken. De lokale motordealer in Twentynine Springs heeft een bijzonder uithangbord aan de weg staan. Afganistan-veteraan Blake blijkt eenmaal terug in Amerika aan zijn lot overgelaten…