Reportage Harley-Davidson 120th Anniversary Boedapest
De TT Assen of een roadtrip per Harley-Davidson vanuit het Duitse München via de Oostenrijkse Alpen naar het Harley-festival in Boedapest? Lastige keuze? Welnee. Na twintig jaar onafgebroken TT-bezoek is die keuze snel gemaakt, een prachtige trip voor de afwisseling.
Met een splinternieuwe Road Glide CVO onder het achterste en de zomerzon hoog aan de horizon start mijn motortrip van München naar Boedapest, een uitdagende rit met een totale afstand van dik 1.000 kilometer in drie dagen over grotendeels secundaire wegen. Eerst maar een beginnen met de eerste 320 kilometer sturen naar het Oostenrijkse Fusch. Dit pittoreske dorpje met slechts 697 inwoners ligt aan de voet van de Großglockner Hochalpenstraße, een prachtige panoramaweg die onder motorrijders natuurlijk goed bekend is.
Ik had al gehoord dat er nogal wat sneeuw zou kunnen liggen in dit jaargetijde, maar dat ik met de CVO tussen sneeuwwanden van twee meter hoog door zou rijden, had ik dan weer niet verwacht. Indrukwekkend! Overigens moet je wel eerst € 30,- aftikken voordat je kunt genieten van het spektakel van besneeuwde bergtoppen en de uitdagende pasweg. Het is meer dan de moeite waard, want het berglandschap is adembenemend, en de Harley brengt me via uitdagende haarspeldbochten, de tel raak ik al snel kwijt, naar flinke hoogten. Alsof je op de top van de wereld rijdt….Na alle kilometers op hoogte leidt de route naar Seeboden, een idyllische plek aan het water en perfect voor een heerlijke lunch. Met mijn voeten bungelend in het koele water en een smakelijke maaltijd voor me voel ik me even helemaal de koning te rijk. Dit is motorrijden zoals motorrijden bedoeld is!
Een dag later is het asfalt onder de wielen van de Harley zo strak en glad als een biljartlaken. De temperatuur begint langzaam te stijgen tot standje tropisch en met een zinderende 35 graden Celsius voel ik de warmte als een klamme deken om me heen slaan en de druppels zweet op mijn rug een weg naar beneden zoeken. Het kan me niet deren, het gas blijf er lekker op staan, genieten staat voorop! Na een opnieuw een geweldige dagtocht, dit keer ruim 380 kilometer lang, arriveer ik in Feldbach, een klein dorpje in de deelstaat Stiermarken aan de grens met Hongarije en Slovenië.
De volgende ochtend is het weer vroeg uit de veren om de laatste 320 kilometer te overbruggen. Ik steek de grens over naar Hongarije, en ondertussen tikt het kwik al snel 37,5 graden aan. Pfff… Een contrast met het weelderige Oostenrijkse landschap, is wel de meer zichtbare armoede aan de Hongaarse kant van de grens. Kleine huisjes, slechte wegen. Het verschil met de imponerende bergen is groot, maar het herinnert me er meteen aan dat reizen ook de realiteit van verschillende culturen en leefomstandigheden omvat.
Voor me doemt plotseling het Balatonmeer op. Met 592 km2 is dit het grootste meer van midden-Europa. Met een gemiddelde diepte van slechts 3 meter is het water er zomers al vrij snel warm. Ik parkeer mijn Road Glide om in alle stilte een heerlijke verfrissende duik te nemen, voordat ik begin aan de laatste etappe naar het feestgedruis Boedapest, een heel andere wereld. Maar een lekker feestje na dik 1.000 kilometer toeren, in een prachtige stad bovendien, is ook niet te versmaden.