Royal Enfield Slide School
Het is een ontzettende pure vorm van motorsport, én ook heel toegankelijk. Kernwaarden die Royal Enfield hoog in het vaandel heeft staan en daarom omarmt de Indiase fabrikant het flat tracken nu wereldwijd met haar Slide School. In de BeNeLux doet het dat samen met Maikel Dijkstra en wij haken een dagje aan. Gewoon, om lekker dwars te liggen…
Flat track is volgens Royal Enfield de snelst groeiende motorsport op mondiaal niveau. Of dat inderdaad het geval is, is wat moeilijk te achterhalen, maar dat deze spectaculaire tak van motorsport aan populariteit heeft gewonnen de laatste jaren, dat lijkt wel duidelijk. En dat niet alleen op mondiaal niveau, ook hier in de lage landen mag flat tracken op steeds meer animo rekenen, ziet ook de 31-jarige Maikel Dijkstra. Zoals wel meer noorderlingen begon hij zijn motorsportcarrière in de grasbaansport, maar rond 2010 begon het flat tracken meer en meer zijn aandacht te trekken. Net als grasbaan ook een baansportdiscipline, maar met toch wel enkele grote verschillen. Er wordt onder meer met heel andere motoren gereden, er zijn veel meer rijders tegelijk in de baan tijdens een race en de nadruk ligt vooral op driften en sliden. Noppenbanden die zich in de ondergrond vastbijten zijn bij flat track uit den boze.
De overstap naar het flat tracken heeft Dijkstra bepaald geen windeieren gelegd. De coureur uit Joure heeft sinds zijn officiële overstap in 2016 meerdere (internationale) kampioenschappen op zijn naam gezet. Bovenal echter is hij een liefhebber van de sport, een ambassadeur ook die het flat tracken onder een veel breder publiek bekend wil maken. Reden voor de gediplomeerd KNMV MT-2 motorsportinstructeur om in 2022 officieel te starten met de Flat Track Academy. “Wat de sport zo mooi maakt”, aldus Dijkstra, “is het feit dat het zo laagdrempelig is. In principe kun je met iedere motorfiets meedoen, zonder heel ingrijpende aanpassingen te hoeven doen.” Ter illustratie, zelf rijdt Dijkstra op een aangepaste Royal Enfield Interceptor 650.
Dat mag op z’n minst best opvallend worden genoemd, met een Royal Enfield deelnemen aan zo’n explosieve tak van motorsport. Wanneer je aan het Indiase cultmerk denkt, is ‘sportief’ waarschijnlijk niet het eerste wat in je opkomt. Toch is Royal Enfield de laatste jaren enorm actief op flat track gebied. En daar is volgens Rahul Sinroja, hoofd Custom & Motorsport (EU en USA) van de Indiase firma, een simpele reden voor: “Flat tracken is een heel pure vorm van motorsport. Toegankelijk voor een breed publiek omdat het niet meteen de wereld kost, maar vooral ook een discipline waarbij plezier voorop staat. Precies dat zijn ook onze kernwaarden. Gewoon rijden met je vrienden en lol hebben. Daarvoor hoef je niet per sé een heel dikke portemonnee te hebben, ook met beperkte middelen is het voor bijna iedereen haalbaar.”
Royal Enfield heeft het flat tracken inmiddels op mondiaal niveau omarmt, komt in verschillende nationale kampioenschappen uit, waaronder met twee rijders bij de Super Twins in het officiële American Flat Track kampioenschap. En dat het de fabrikant menens is, blijkt ook uit het feit dat ze een motorische drietrapsraket voor flat track enthousiastelingen hebben ontwikkeld. De FT411 op basis van de Himalayan eencilinder is de basismachine voor beginners en amateurs. De FT650 op basis van de Interceptor 650 twin voor wat meer serieuze rijders en club racers en de heilige graal is genaamd Twins FT, een profesionele flat tracker rond een Harris Performance chassis met een getuned blok in het vooronder. Daarnaast is Enfield begonnen met de internationale Slide School, die onder meer actief is in Thailand, India en Italië.
En de BeNeLux mag zich sinds dit jaar bij dat rijtje voegen. De Royal Enfield Slide School en Maikel Dijkstra’s Flat Track Academy hebben namelijk de handen ineen geslagen om het flat tracken ook in de Lage Landen naar een hoger plan te tillen. Zowel qua actieve beoefenaars als niveau. Daarvoor krijgt Maikel Dijstra onder meer de beschikking over acht FT411’s. De Roal Enfield Himalayan vormt daarvoor zoals gezegd de basis, de sympathieke allroad herken je er door tal van aanpassingen echter totaal niet meer in. Koplamp, verlichting, kentekenplaathouder en alle andere niet strikt noodzakelijke randzaken zijn verwijderd. Verder een grote nummerplaat op voorzijde en beide zijkanten, evenals dikke flat trackbanden. En dan is er nog een laatste, best wel noemenswaardig feitje: ook de enkele remschijf in het voorwiel heeft het veld geruimd. Remmen doe je, mocht het al überhaupt nodig zijn, met de achterrem!
Dat laatste moeten we even onthouden. We zijn in Noordeloos, op het activiteitenterrein van Nol Bikker Motoren, waar de motorzaak komend weekend een grasbaanevenement organiseert. Baan paraat, feesttent paraat; prima voorwaarden om het Nederlandse en Belgische journaille ook eens te laten ruiken aan het fenomeen dat Slide School heet, vindt Royal Enfield-importeur MotoMondo. Waarvan acte!
Het glijdend de bocht ronden oogt extreem spectaculair en moeilijk, toch is het volgens Maikel Dijkstra heel goed onder de knie te krijgen in een relatief korte tijd. De basis uiteraard, voor flat tracken geldt net als voor iedere andere sport: wil je de echte finesses beheersen, dan is dat een kwestie van meters maken. Maar goed, zelfs de marathon begint met één stap, vandaag op de planning dus een kleine inleidende cursus in het dwarsliggen.
Deze begint met het aantrekken van een stalen flat track zool over de linker laars, waardoor de daarop volgende trackwalk voelt als lopen met een klompvoetje. Een beetje obligaat wandelingetje ook, twee keer links, dat is zo ook nog wel te onthouden. De ronde wordt linksom gereden, die stalen zool is puur om de uitgestoken linkervoet makkelijk over de grond te laten glijden.
Na de trackwalk volgen eerste een paar verkennende rondes om het gripniveau van de banden een beetje te leren kennen. Het is immers een kwestie van balanceren op de grens. Voor voldoende grip houden om te kunnen sturen en op twee wielen te blijven, achter net over de gripgrens om lekker te kunnen glijden. Dat glijden met de achterzijde is vooral een kwestie van gedoseerd gas geven, en dan is het best lekker dat de eencilinder met nét geen 25 pk qua vermogen redelijk bescheiden is. Maakt het zoeken naar het kantelpunt tussen grip en glijden net even wat makkelijker.
Voor we echt de baan in z’n totaliteit gaan ronden, heeft Maikel eerst wat oefeningen in petto om zowel motor, houding als gripgevoel wat beter onder de knie te krijgen. Technische oefeningen, waarbij het vooral een kwestie is van zo kort mogelijk afdraaien, waarbij je de motor onder je wegduwt en je de koppeling niet gebruikt, het blok moet blijven trekken. Echt veel profiel heeft een flat track band voor offroadgebruik zo op het oog niet, het is daarom des te verbazingwekkender hoeveel grip met name de voorkant nog heeft. En hoe diep je de motor kunt kantelen. Het is een kwestie van vertrouwen hebben dat het kan en wanneer je het trucje eenmaal doorhebt, draai je de rondjes zo makkelijk dat het je al snel duizelt voor de ogen.
Dan begint het echt werk. De eerste paar ronden is het nog een beetje zoeken met de FT411. Verschillende rijders hebben last met schakelen door de stalen zool en blijven daarom in de één rijden. Gelukkig heb ik daar minder last van en schakel op het rechte stuk daarom toch kortstondig naar twee, omdat je anders wel erg lang in de toerenbegrenzer blijft hangen. Dan een tik terug, insturen, motor onder je wegduwen en zodra je de bocht door kunt kijken, het gas er weer op. Het duurt niet heel lang voordat de eerste voorzichtige driftjes en slides zich aandienen. Voelt in het zadel gruwelijk spectaculair, het publiek is echter minder onder de indruk. Maakt niet uit, het plezier is er niet minder om.
De afsluiter van de cursus is een mini-flat track-toernooi, maar niet voordat we eerst de startprocedure hebben geoefend. Dat is niet zomaar het gas tegen de stuit en vervolgens de koppeling als een malloot loslaten, dat resulteert immers alleen maar in wielspin. Je wilt het liefst dat het achterwiel een klein beetje spint, zodat het blok goed op toeren blijft, maar daarnaast wel zoveel mogelijk tractie genereert. Blijkt in de praktijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar ook hier is het een kwestie van ‘oefening baart kunst’.
En dan is het alweer tijd voor het hoogtepunt van de cursus, het mini-toernooitje. Twee manches van vier rondje met vier rijders, waarvan de eerste twee rijders doorgaan naar de Grande Finale. De start is niet helemaal je-van-het, maar toch duik ik als tweede de eerste bocht in. Na een weergaloze inhaalactie, waar het publiek andermaal érg lauwtjes op reageert, bouw ik gestaag een voorsprongetje op en plaats me zo voor de finale. De eerste manche leerde dat de binnenste startplek duidelijk de beste is, maar dat is een andere finalist helaas ook niet ontgaan. Dan maar het op één-na-beste plekje. Wederom duik ik als tweede bocht in, het inhalen blijkt nu alleen wel wat listiger. In de tweede ronde waag ik een uitrempoging, die in principe geslaagd mag worden genoemd. Ik rem de nummer één er namelijk uit. Ik rem mezelf echter ook grotendeels de baan uit, waardoor de achtervolging weer moet worden ingezet. Om een lang verhaal kort te maken, talrijke heroïsche pogingen brengen niet het gewenste resultaat en als tweede kom ik over de finish. De glimlach is er niet kleiner om. Geslaagde dag dus? Erg geslaagd!