Warmdraaien – Veel drinken, veel smeren
Zo, hij zit er weer op, die verzengend hete Dutch TT Assen. Drie dagen veel motoren, spannende races, veel bier, dik feest en vooral heel veel zon. Veel drinken – water dan – en veel smeren – zonnebrand – luidde het devies voor de fans op de tribune. Wie de hitte trotseerde, werd in ieder geval beloond.
Bijna 180.000 bezoekers trok de 92e Dutch TT Assen om precies te zijn. Dat waren er zo’n 13.000 meer dan het voorgaande jaar. Opvallend was dat er op de zondag iets minder bezoek was dan in 2022, misschien door de temperatuur van meer dan dertig graden, en op vrijdag en zaterdag juist aanzienlijk meer. Dat laatste was op de zaterdag natuurlijk vooral toe te schrijven aan het nieuwe Sprint-format. Vervloekt door de een, bejubeld door de ander. Voor beide valt wat te zeggen, maar die Sprint over de helft van de normale raceafstand wilden velen blijkbaar toch eens in het echt zien, ondergetekende incluis.
En een betere plek om dat donderende geweld langs te zien komen dan een goed gevulde tribune is er dan ook niet. Ja, thuis voor de buis, maar dan mis je toch echt het ‘live’ geluid, de geur, de beleving middenin het publiek. Kortom, het complete spektakel. Dus in de ochtenduurtjes even de plichtplegingen in de paddock, over een steriele en saaie plek gesproken trouwens, daar valt tijdens het WK Superbike beduidend meer te beleven. En dan hebben we het over dezelfde organisator, dus 1 + 1 = 2 lijkt me. Goed, de GT-tribune op en met de ingesmeerde knar de gesel van de koperen ploert ondergaan, een pet was ik uiteraard vergeten. Maar ook dat was ik snel vergeten, want Bezzecchi, Bagnaia, Binder, Quartaro en Espargaro maakten er een heerlijke race van, kort maar krachtig. Opvallend aan de reacties na de race vond ik de bijna openlijke liefdesverklaring van met name Bagnaia en Bezzecchi aan het Asser circuit en vooral het publiek. Geen obligaat bedankje aan team, vrienden en familie, maar een oprecht warm woord voor de mensen langs de baan en de baan zelf.
Met Bezzecchi lijkt er eveneens een nieuwe publiekslieveling opgestaan, wat de MotoGP na het afscheid van Valentino Rossi ook wel broodnodig kon gebruiken. De Italiaan heeft ontegenzeggelijk een portie charisma, en draagt overduidelijk stukjes DNA van zowel Rossi als de betreurde Marco Simoncelli, wiens vriendin tijdens de TT achter de GT-tribune trouwens het piepkleine tentje met Simoncelli merchandise runde, bijna twaalf jaar na de dood van de nog steeds geliefde Italiaan. Waren Rossi en Simoncelli een stel geweest, dan had Marco Bezzecchi zomaar hun zoon kunnen zijn. De krullen van #58 en de flair en vooral het aanstekelijke Italiaanse Engels van #46.
Terug naar de Sprint. Die heeft zoals bekend ook behoorlijk wat invloed op het programma op de zondag. Zo is er geen warm up meer voor de rijders in de Moto2 en Moto3, wat me trouwens bijzonder onprettig lijkt voor de coureurs in die beide klassen, en alleen nog een korte voor de MotoGP-coureurs. Die laatsten werden in Assen na hun warm-up-rondjes veelal met de raceoverall nog aan en bij tropische temperaturen bezweet en al op een platte kar gehesen voor de zogeheten ‘Rider Fan Parade’. Da’s een wel heel fancy benaming voor iets dat me nog het meest deed denken aan de huldiging van het plaatselijke voetbalteam dat kampioen is geworden in de kelderklasse. Ik begrijp dat organisator Dorna de coureurs dichter bij de fans wil brengen, maar wat dat betreft laat het in het WK Superbike zien dat het ook anders zou kunnen. Maar goed, de best stuurlui staan aan wal natuurlijk.
En de Nederlanders? Tja, Bo Bendsneyder was er door een blessure niet bij en Moto2-collega Zonta van den Goorbergh leek na een bizarre crash op vrijdag toch wat van de leg. Gelukkig was er nog Collin Veijer in de Moto3, die het publiek met een geweldige zevende plek op de banken kreeg. De opmaat naar een Nederlandse podiumplek in de lichtste GP-klasse in de TT van volgend jaar?
Jeroen Hidding – hoofdredacteur MotoPlus
