Column Noortje MP 23-2011
Na drie generaties was de tijd aangebroken dat mijn vader zijn familiehuis ging verlaten. Het oude, knoestige huis was de afgelopen eeuw volgestapeld met oude meubels, dierbare herinneringen en spullen die zeker weten nog een keer van pas zouden komen. Toen mijn vader de teleurstelling te boven was dat zijn kinderen niet nog een generatie het huis zouden gaan bewonen om de vervlogen tijden in leven te houden, besloot hij te verhuizen naar een overzichtelijkere woning.Dit voorjaar stonden we op een frisse zaterdagochtend klaar om de spullen uit te zoeken en de zolders rigoureus te ontruimen. Voor de gelegenheid had mijn vader een container laten aanrukken van formaat ruime eengezinswoning. Hij kon toen nog niet vermoeden dat hij twee exemplaren nodig zou hebben. De eerste uren werd ieder meubelstuk nog grondig bekeken en beoordeeld op bruikbaarheid. Later bleek dit de enorme klus vooral te vertragen en werden de beslissingen wat ongenuanceerder genomen. Rond koffietijd, toen het stof de rust had neer te dwarrelen, pakte mijn vader een stapel gerafelde tijdschriften uit een kast. Met een eerbiedwaardige beweging legde hij ze op tafel. “Echte Classic Bikes”, vertelde hij met een trots hoofd. Hij had ze uit de grote chaos gered en wilde zeker weten dat ze een goede bestemming zouden krijgen. Ooit had mijn vader motor gereden samen met mijn moeder achterop. Ze hadden op een Triumph gezeten zonder helm, met de wind door hun haren en harten. Mooie herinneringen waren het, mijn vader die smolt voor Engelse modellen en voor mijn moeder natuurlijk. Het waren zijn jongensdromen geweest die in die tijd uitkwamen. Zijn geweldige motorverhaal eindigt altijd een beetje abrupt. Door stom vergeten verliep zijn auto-, vrachtwagen- en motorrijbewijs en besloot hij alleen het autorijbewijs opnieuw te halen. En daarmee was een einde gekomen aan zijn motortijdperk, aan zijn vrije jongensdromen.Aan de jaartallen van de Classic Bike-bladen te oordelen is het verlangen naar oude motoren nooit echt weggeweest: 1983 en 1984. Ik kan hem zo op de bank zien liggen terwijl hij de ruwe bladzijde omslaat en smelt bij de aanblik van de oude motoren en terug denkt aan zijn eigen, oude Triumph. Het is duidelijk deze tijdschriften hebben waarde, vertegenwoordigen zijn nostalgische verlangen. Naar een lange stilte kijkt hij mij en mijn vriendje aan met een veelbetekende blik. Het was duidelijk, wij waren de uitverkorenen om zijn tijdschriften in ontvangst te nemen en zijn jongensdroom te koesteren. Wij waren de enige telgen in de familie die het motorrijden hadden voortgezet. Zo komt het dat ik nu af en toe zo’n oud blad pak en het ruwe papier voel. Op de voorkant verkleurde foto’s van een Triumph of BSA. Binnenin vergeelde bladzijden met zwart-wit foto’s en getekende plaatjes van motoronderdelen. Een artikel over hoe een zijspan zelf in elkaar te zetten met wat hout, lijm en spijkers. Een sfeerverhaal met kleurenfoto’s over hoe de classic bikebeurs is geweest en een racetest met een Honda 250 cc. Alles ademt nostalgie: de kleuren, vormen en blije gezichten van mannen met grote snorren naast hun trotse bezit. Na wat loom geblader valt mijn oog op een rubriekje onderaan pagina 57 ‘Where are they now?’. Ik verwacht advertenties van verloren puberliefdes aan te treffen en word helemaal vrolijk als blijkt dat het gaat om mannen die op zoek zijn naar hun eerste motorfiets! Echte liefde blijkt uit de oproepen. Ze willen weten wie hun jongensdroom nu berijdt, wie nu s’avonds zorgt dat het trouwe voertuig droog staat en wie de uitlaat oppoetst tot hij glimt als een spiegeltje. Ze willen wat informatie, misschien een fotootje of als het niet teveel gevraagd is nog één keer hun oude trots zien, even met de vingers over de lak glijden, wegdromen naar die mooie momenten of als het mag een klein rondje rijden. ‘… he would be greatful for any information about it’, sluit de oproep hoopvol af. Dit is nostalgie in het kwadraat!Een moment vallen mijn gedachten stil, hoe zal het mij over twintig jaar vergaan. Ik zal ooit een nieuw baasje vinden voor mijn Sophie, de blauw-grijze Honda CBF600. Er zal vast een moment komen dat ik haar inruil voor een stoere Honda Transalp of een rode Suzuki V-Strom. Zal ik ooit op een regenachtige zondagmiddag terugverlangen naar mijn mooie, glimmende Sophie? Misschien zo erg dat ik overweeg een oproep te mailen naar MotoPlus in de hoop haar weer terug te zien of in ieder geval te horen dat ze het goed maakt? Zal mijn band en gemis zo groot kunnen zijn? Ik sluit nog even niks uit, in deze bladen staan toch ook allemaal stoere mannen die hun motor missen, dus waarom zou ik die dans ontspringen? Voor het slapen gaan controleer ik nog een keer extra hoe ze erbij staat, trekt de beschermhoes recht en veeg een stofje weg. Liefde is een ruim begrip. Noortje