Op stap met de luchtmobiele brigade
Een zeer select groepje van 90 militairen, allen behorend tot de Luchtmobiele Brigade, heeft een motorfiets als ‘vervoermiddel’. Majoor Peter Hageman is een van de stuwende krachten achter deze motorrijders op hun legergroene KTM’s. Op een drijfnatte dinsdag in oktober was MotoPlus te gast bij een trainingsdag op het militaire oefenterrein in Havelte.Op 14 september viel de BROTA in onze brievenbus, de ‘Brigade Order Van Tijdelijke Aard’. Zeg maar de militaire opdracht voor een trainingsdag voor de militaire motorrijders op het oefenterrein Havelte, ‘teneinde de rijvaardigheid te trainen en zo de effectiviteit te vergroten en de inzetbaarheid tijdens de inzet te waarborgen’. Die oproep was gericht aan de motorrijders van het 11e, 12e en 13e Infanteriebataljon, plus de rijders van onder meer de 11e Geniecompagnie, 11e Bevoorradingscompagnie, 11e Herstelcompagnie en de Marechaussee om zich op 18 oktober om 9.00 uur te melden op vzpt (verzamelpunt) bij de achterpoort van de Johannes Post Kazerne te Havelte. Voor het lupa (lunchpakket) diende iedereen volgens de BROTA zelf te zorgen, al blijkt er ook niets mis met de eetzaal in de kazerne, kan ik jullie mededelen…En zo stonden er op die regenachtige dag dus ruim twintig militaire motorrijders op hun legergroene KTM’s en een aantal motorrijders van de Marechaussee op oranje KTM’s (die aansloten bij deze trainingsdag) in de stromende regen klaar voor hun trainingsdag in het zware Havelter zand. Over die regen hoorde je trouwens niemand klagen, het maakte meteen duidelijk dat al deze militairen niet alleen motorrijden omdat het moet, maar ook omdat ze dat gewoon mooi vinden en zich absoluut niet door een regenbuitje van de wijs laten brengen. Ruim 45.000 mensen zijn er in ons land werkzaam bij Defensie en daarvan vallen er circa 25.000 onder de landmacht. De ‘soldaten’ dus in de volksmond. Binnen die landmacht is de Luchtmobiele Brigade weer een bijzonder onderdeel. Dat is een snel inzetbare, lichte infanterie gevechtseenheid, die binnen vijftien tot twintig dagen overal ter wereld inzetbaar kan zijn om humanitaire hulp te verlenen of gevechtsoperaties uit te voeren. Het transport van deze Luchtmobiele Brigade wordt doorgaans verzorgd door helikopters. Een zeer select groepje militairen (90) heeft binnen die Luchtmobiele Brigade een motorfiets als ‘vervoermiddel’. En die gaat desnoods ook mee met de helikopter, als het moet. Het kleine aantal zorgt er voor dat deze motorrijders op hun legergroene KTM LC4’s binnen het hele defensie-apparaat een hele bijzondere plaats innemen.Majoor Peter Hageman is één van de stuwende krachten achter het motorteam van de Brigade: “Wij motorrijders vormen een aparte club binnen de landmacht. De Luchtmobiele Brigade is de enige eenheid die nog motoren heeft. Vier keer per jaar komen we bij elkaar voor een trainingsdag om de rijvaardigheid op de motor te trainen. Het gaat op zo’n dag puur om het motorrijden, vandaar dat we vandaag dus niet in volledig gevechtstenue en niet met volledige bepakking onderweg zijn. In gevechtsactie kunnen we in ons gevechtspak rijden met bijvoorbeeld kevlar-helmen met nachtkijkers. Dan zijn we ook bepakt en bezakt, want iedereen van ons moet in vijandig gebied 24 uur in leven kunnen blijven. Vandaar dat we in dat geval dus een wapen, maar ook eten en drinken bij ons dragen. Plus alle bagage die bij het uitoefenen van je functie in het leger nodig is. Want de motor is slechts een stukje gereedschap voor het uitoefenen van de militaire taak. Alle militaire motorrijders hebben namelijk een specifieke taak en de motor speelt daar slechts een kleine rol in als vervoermiddel. Maar wel een belangrijke. Sommigen zijn bijvoorbeeld wapenmonteurs. Die moeten dus snel naar het front kunnen om daar mensen te helpen met kapotte wapens. Anderen werken in de geneeskundige verzorging en moeten dus op de motor snel mensen in het terrein kunnen vinden en verzorgen. En daarnaast hebben we nog steeds echte motorordonnansen: mensen die berichten overbrengen tussen verschillende eenheden. Natuurlijk heeft het leger ook telefoons en zendapparatuur, maar ook als die opties in een echte noodsituatie totaal zijn uitgevallen, moet de onderlinge communicatie overeind blijven en zijn er dus motorrijders die als koerier fungeren. Vandaar dat er dus anno 2011 nog immer een select groepje militaire motorrijders bestaat.”En een aantal van die militaire motorrijders starten in hun vrije tijd onder de vlag van de Luchtmobile Brigade ook nog eens in de ONK enduro-wedstrijden. Hageman: “Maar dat gebeurt in feite buiten defensie om, het enduroteam heeft geen budget vanuit het leger. Die rijders rijden op eigen motoren en zijn zelf verantwoordelijk voor licentie, inschrijfgeld en onderhoud. Maar enduro’s blijken zeer goede trainingsmogelijkheden te zijn voor ons. En de rijders van het enduroteam, met mannen als Jos Bourgondien (beter bekend als ‘Jos van de Cross’) en Bram Olthof verzorgen ook weer de trainingen aan de militaire rijders. En het is ook mooi om de Luchtmobiele Brigade ook op deze manier in beeld te brengen. Daar moet ik wel bij zeggen dat niet altijd iedereen overtuigd is van de nut en de noodzaak. Ik moet regelmatig uitleggen waarom ons team er was en wat we doen. Eigenlijk werkt het in ons nadeel dat het, naast het feit dat het nuttig en functioneel is, ook leuk is. Het feit dat bijna alle militaire motorrijders gek zijn op de motor, wordt soms ook bijna tegen ons gebruikt. Veel van de mannen hebben het motorrijden ook als hobby en rijden ook veel in hun vrije tijd. Dat zorgt ervoor dat mensen binnen defensie daar dan ook meteen iets van vinden. Ik moet dus nog wel eens op de barricaden voor mijn jongens, maar dat is natuurlijk ook inherent aan de grote organisatie waar wij een onderdeel van uit maken. En even voor alle duidelijkheid: je kunt bij de Luchtmobiele Brigade niet beginnen als ‘motorrijder’. Iedereen die je hier vandaag ziet rijden is op een andere functie begonnen, als gewone militair. En iedereen heeft gaandeweg zijn militaire carrière ooit gesolliciteerd naar een vrijgekomen motorfunctie en is toen pas die kant op gegaan. Ook daaruit blijkt dat je in eerste instantie militair bent en pas daarna motorrijder.”Na een bak koffie die wordt aangereikt uit de bekende legergroene bestelbus van het LMB-enduroteam praat Majoor Peter Hageman de trainingsdeelnemers bij over de dag en moet hij de vaste instructeur Jos Bourgondien verontschuldigen: die blesseerde een paar dagen eerder in de ONK enduro van Vorden zijn schouder.De groep wordt opgesplitst in een groepje gevorderden en een groep beginners. De gevorderden draaien al wat jaartjes mee, de beginners hebben het afgelopen jaar hun militaire motor rij-opleiding afgerond en sommigen gaan nu dus voor het eerst echt het veld in met de motor. Hageman neemt bij afwezigheid van Bourgondien deze groep onder zijn hoede, de andere groep gaat op pad onder leiding van sergeant Bram Olthof. Zij rijden de kazerne uit en zetten koers naar een door de Genie gebouwd motorparcours op een deel van de door de regen loodzwaar geworden tankbanen. MotoPlus sluit aan bij de andere groep (onderaan beginnen, nietwaar?), maar daarop is het woordje beginners niet echt van toepassing, want ook met de relatief zware en verlaagde KTM LC4’s wordt er onverdroten door het zand geploegd, alsof de mannen op een echte wedstrijdmotor zitten. Zelfs met hun korte veerwegen en flinke bagagedragers achterop rijden ze er vrolijk op los en wordt geen modderplas geschuwd. Het is meteen overduidelijk: deze zandhazen zijn in de verste verte geen angsthazen!Bovendien stappen ze op met een glimlach en lijkt de regen de mannen niet te deren. Hageman: “Dat maakt de Luchtmobiele Brigade ook zo’n heerlijke groep om mee te werken, deze jongens weten van aanpakken en klagen nooit. Ze gaan door het vuur en voor een beetje regen schrikken ze al helemaal niet terug!” Ik krijg al snel respect voor de mannen, die totaal niets uit de weg gaan. Maar het moet gezegd: de aankleding van de militairen is op deze trainingsdag wel wat ‘vaag’. Hageman: “Zoals gezegd kunnen we bij een militaire actie altijd in ons gevechtstenue rijden met onze militaire kevlar-helm. Maar voor deze training adviseren we juist echte, beschermende, motorkleding. Ook daaruit blijkt dat we binnen het grote Defensie-apparaat eigenlijk een kleine groep gebruikers zijn. We liften voor wat betreft het kledingpakket grotendeels mee met de Marechaussee. Ideaal is dat niet, omdat wij toch wat andere eisen aan het pakket stellen. Veel van ons hebben inmiddels een eigen kledingset verzameld. Er is net toestemming gekomen van hogerhand om een nieuwe set offroad-kleding met goede beschermers en een Shoei-crosshelm aan te schaffen, zodat we er in de toekomst ook in de trainingen weer iets strakker bij staan.”In de ochtend wordt er vooral getraind op een spekglad braakliggend grasveld, waar remproeven en bochtentechniek wordt geoefend. Regelmatig wordt er even aan bodemonderzoek gedaan, maar dat hoort erbij.’s Middags wordt er koers gezet naar een klein bosperceel, waar een smal bochtig traject is uitgezet vol met boomstammen. Voor echte enduromachines – zoals de KTM 250 EXC privé-endurofiets van Hageman – een fluitje van een cent, maar dat wordt anders als je in het zadel van een verlaagde LC4 zit, die op vrijwel elke boomstam met de carterbeschermplaat vastloopt, waarna het achterwiel griploos doordraait. Dat betekent dus hard werken, want bij de dikkere boomstammen moet de machine er met spierkracht overheen geduwd worden. Het neemt niet weg dat de mannen er lol in hebben en ronde na ronde afleggen en steeds handiger worden in deze ‘extreme-proef’. Hageman: “In onze militaire praktijk kan het ook best voorkomen dat je met de motor ooit dwars door een bos en over diverse obstakels moet om je doel te bereiken. Bovendien zijn deze oefeningen erg nuttig voor de coördinatie en rijvaardigheid. De mannen ontdekken zo wat hun motor wel en wat hij niet aankan.”In de loop van de middag houdt het op met regenen en breekt er zowaar een zonnetje door in Havelte. De stoom komt inmiddels onder de helmen vandaan, want de mannen weten niet van opgeven en ploegen lekker voort over de door regenval loodzwaar geworden zandpaden. Rond half vier zit de training er op en wordt er rond de LMB-bus nog even nagepraat. Net zoals iedereen dat ook doet na een recreatieve offroad-rit. Het geeft andermaal aan dat de mannen houden van hun militaire werk en ook van hun motorfiets. Zelfs als dat een weinig charmante, verlaagde en legergroen gespoten KTM LC4 is. Ik heb tijdens deze trainingsdag echter veel respect gekregen voor de motormannen van de Luchtmobiele Brigade. Stoere mannen en ferme knapen die ook onder zware omstandigheden knap overeind weten te blijven met hun dikke KTM’s. Geef acht mannen! En niet te vergeten: Geef gas!