Reportage supermotoschool Marcel van Drunnen
Maar liefst 14 jaar lang was Eindhovenaar Marcel van Drunen één van de vaste waardes in de motocross-GP’s, met als hoogtepunt de zesde plaats in het WK van 1991, drie Duitse titels en het Nederlands kampioenschap in 2001. In 2004 ontdekte Van Drunen de Supermoto en volgde er een succesvolle carrièreswitch die hem vervolgens een Europese en zes Nederlandse titels op slickbanden opleverde. Plus een eigen kledingmerk èn een Supermoto-school waarmee hij iedereen op enthousiaste wijze de fijne kneepjes van het supermoto-rijden leert.“Met de jaren moest ik er steeds meer voor doen om vooraan te kunnen blijven rijden in de motocross en ik was 33 toen ik via Rudy Verstegen eens kennis maakte met de Supermoto. Dat was een schot in de roos, want het is veel minder inspannend, zowel voor je eigen lichaam als voor de motor. En het lag me erg goed, dus na een jaar gecombineerd te hebben met cross en supermoto ben ik in 2005 helemaal overgestapt en werd toen ook meteen Nederlands en Europees kampioen. En het mooiste was: ik heb sinds ik gestopt ben met crossen nooit meer een meter hardgelopen!”‘In de eerste jaren na mijn overstap sprak ik natuurlijk nog heel geregeld crossers en meestal kwam het gesprek er dan op neer dat zij het eigenlijk ook wel eens een keertje zouden willen proberen op een echte supermoto-machine, maar ja om nu voor één keer je crosser helemaal om te bouwen, dat was velen te lastig en te kostbaar. Zo ontstond bij mij het idee om een tweede motor klaar te maken om mensen mee te laten testen. En eigenlijk is dat idee dus uitgegroeid tot de Yamaha Supermotoschool die ik nu al jaren run. In principe heb ik in het seizoen elke woensdag een cursusdag en dan krijgen er 10 mensen les. Daarvoor heb ik dus 10 goede Yamaha 450 cc machines staan, die zijn omgebouwd tot echte supermoto’s, met brede slickbanden en grote remmen.”Om te kijken hoe de ‘masterclass’ van Marcel van Drunen verloopt, schuiven we op een woensdag aan bij een cursus. Om klokslag elf uur worden de deelnemers welkom geheten door Paddy van Lieshout, de supermotorijder die het theoriegedeelte voor zijn rekening neemt. En de rijders ook meteen gerust stelt voor alles wat er komen gaat. Want de cursus is in principe voor iedereen te doen. Je hoeft dus geen motocross-achtergrond te hebben. Marcel: “Zeker niet; de meeste cursisten komen juist vanaf het asfalt. Het zijn vaak gewone wegrijders die eens wat anders willen proberen. Of juist wegracecoureurs die het gebruiken als training voor hun motorcontrole. Vaak zijn het vriendenclubs die samen eens een leuke dag wat anders willen proberen.”“De Yamaha’s doen het erg goed en hebben op het asfalt veel minder te lijden als in het zand. Zelfs ik als Nederlands Kampioen rij in principe het hele seizoen met dezelfde machine en hetzelfde blok. Dat blok wordt bij ons veel minder zwaar belast. De snelheid ligt hoger, dus de koeling is beter dan op een crossbaan. Ik moet zelfs vaak een stuk van de radiateur afplakken, anders blijft het blok te koud onder het rijden.”Terwijl Paddy van Lieshout de grondbeginselen van het supermoto-rijden uitlegt, horen we Marcel van Drunen buiten zijn motor al warm draaien. Als we naar buiten gaan blijkt waarom: Paddy loopt met alle cursisten een rondje langs de supermotobaan in Valkenswaard, terwijl Marcel zijn rondjes draait en zo in elke bocht laat zien wat de bedoeling is. Het is fabuleus om te zien hoe moeiteloos hij dwars een bocht in glijdt en dat sliden naadloos over laat gaan in de bocht uit accelereren. De moed zou je bijna in de schoenen zakken, want dit is motorsport van de bovenste plank. Toch stelt Paddy en later ook Marcel iedereen gerust: “Als je onze aanwijzingen goed op volgt, glijden jullie vanmiddag ook net zo moeiteloos een bocht in, geloof me maar.”De praktijklessen beginnen met wat rustige rondjes om lekker warm te worden en te wennen aan de motor, om daarna eerst een uur lang allerlei oefeningen te doen om de motor goed onder controle te krijgen. Die oefeningen variëren van een slalom rijden tot staan op de motor, één been los, één arm los, staan op de buddyseat en met twee benen aan één kant van de motor rijden. Puur om het gevoel te krijgen. De oefening waar het meeste tijd in gaat zitten is het stapvoets rondjes draaien om een pion, waarbij de motor steeds platter gelegd moet worden. Zo plat dat Marcel de de voetsteunen over het asfalt wil horen schuren. En dan moet je op een YZ450 of WR450 dus al behoorlijk plat gaan. Voor Marcel blijkt dit kinderspel: in het allereerste rondje dat hij maakt, duwt hij de motor met de voetsteun tegen de grond. Marcel: “Met deze oefening merken de cursisten pas hoeveel grip deze slickbanden hebben. Als je de motor mooi constant laat rollen en zelf rechtop blijft zitten, zodat je de motor onder je naar binnen kunt duwen, dan maak je zonder te sturen hele kleine cirkeltjes. En straks op de baan moet je de motor ook onder je vandaan durven duwen, plat de bocht in, Anders ga je immers de bocht uit. Als je dit onder de knie hebt, gaat de rest straks vanzelf.”Na de oefeningen is het tijd voor een geheel verzorgde lunchpauze en kunnen de deelnemers hun eerste ervaringen uitwisselen. Daarna begint het serieuze werk: de baan op en rondjes draaien. Nadat iedereen lekker warm is, stopt Marcel bij een mooie bocht na een recht stuk. Hier zal het gaan gebeuren: hier worden de eerste ‘slides’ straks gemaakt door de cursisten. Want echte supermoto-rijders glijden immers lekker dwars de bocht in, net zoals we dat ook d egrote sterren in de MotoGP zien doen. Van Drunen zegt dat de cursisten niet bang moeten zijn en flink moeten doortrekken op het rechte stuk: “Je hebt flink snelheid nodig, anders lukt het niet. Dus gas helemaal open en doorschakelen naar vier. En zodra je begint met remmen, pak je ook de koppeling er heel licht bij, zodat er net druk op de koppeling staat. En dan is het een kwestie van tak-tak-tak in een paar meter terugschakelen van vier naar één. En de koppeling niet teveel inknijpen, maar ook niet te weinig. Dat gevoel moet je even krijgen. Als je dat doet, voel je dat de motor met de achterband ook heel hard gaat afremmen en een beetje gaat glijden. Zo laat je hem de bocht in glijden en profiteer je van de extra motorrem op het achterwiel. Het sliden is niet alleen leuk, maar helpt je ook om de snelheid omlaag te krijgen. Verder is het dan een kwestie van veel oefenen tot je de balans te pakken hebt en je weet waar je moet beginnen te remmen, zodat met de goede snelheid een bocht ingaat en daar het gas er meteen weer vol op kunt zetten.”Schoorvoetend gaan de cursisten aan de slag, met de grote meester in de berm die aanwijzingen geeft. En allengs krijgen de eersten het spelletje door en komen er steeds meer zwarte strepen op het asfalt. Regelmatig houdt Marcel de hele groep tegen om weer wat aanwijzigen te geven om nog even iets voor te doen. Of om de rijders individueel wat tips te geven. De meesten moeten echt even een drempel over, maar het is verbluffend hoe een aantal nieuwkomers op supermoto-gebied na een uurtje of vier al zowaar een aardig tempo begint te draaien en elke bocht het achterwiel lekker laat glijden.Tegen vieren zijn de tanks leeg en is ook de meeste energie bij de cursisten bijna op. Na de aanvankelijk rustige oefeningen aan het begin rijden ze het laatste uur bijna continu door. De cursusdag loopt ten einde en zeer voldaan worden die lesmachines op de bokken gezet. De nat bezwete helmen kunnen af en alle deelnemers genieten nog even na van een zeer geslaagde en leerzame dag. Zelf ook eens zo een dag meemaken? Kijk dan op www.marcelvandrunen.nl.