+ Plus

Rij-impressie Mutt Razorback

Mud kennen we als een maateenheid voor aardappelen en als een glitterrockband die elk jaar rond kerst weer opduikt, maar met Mutt staat er ook vanuit het niets een gloednieuw motormerk op. De modellen zien er messcherp uit, maar rijden ze ook zo?

Wie voor het eerst oog in oog komt te staan met de Razorback 250 sluit hem direct in het hart. De fraai gestileerde nieuwkomer heeft de gunfactor volledig aan zijn zijde. Het hangt blijkbaar vast aan het merk Mutt want hetzelfde gaat op voor de Mastiff 125 die onze A1-puppy Cris aan de tand voelt. In het zadel heeft de Razorback bovendien het vermogen om je direct weg te laten dromen. Het ideale ritje met deze Mutt komt als vanzelf bovendrijven. Het moet heerlijk zijn om dit hippe ding van de camper af te rollen en dan op zoek te gaan naar dat verborgen strandje op een paradijselijk eiland als Corsica. Met op de terugweg enigszins roodverbrand een tussenstop bij een mooi terras voor een biertje.

Mutt spreadDe waarheid is zoals zo vaak anders dan een droom. In werkelijkheid ploeter ik in het donker door harde wind en regenbuien over een eindeloze en kaarsrechte snelweg. Eerste constatering: dit is dus niet het gedroomde decor voor deze Mutt. Het leuke korte voorspatbordje houdt geen druppel regen tegen. De koplamp belicht feilloos een onafgebroken stroom regendruppels die de Timsum banden omhoog en naar achteren werpt. Direct denk ik te weten waar de naam Mutt vandaan komt. Je moet het modderige blok eens bekijken na een regenbui of tijdens de bietencampagne.

Wie nog volledig in het duister tast over de herkomst en identiteit van de Mutt moet het kader verderop maar even lezen. Laten wij hier ons concentreren op deze kwartliter. Die heeft niet alleen zijn smoeltje mee, maar ook zijn prijskaartje. Voor dit plaatje reken je € 5.290,- af. Dat ligt hoger dan de prijs voor een Mash 250 (€ 4.799,-), maar valt onder Japanse prijzen als de: Kawasaki Z400 (€ 6.849,-), Honda CB300R (€ 6.349,-), Yamaha MT03 (€ 6.799,-) en de prijs is gelijk aan de Voge 300ACX (€ 5.299,-). De verkoopprijs en het gebodene lijken in direct vergelijk met de concurrentie op papier prima met elkaar in overeenstemming.

We hebben lang genoeg om de Razorback gedraaid, het is tijd om uit te vinden wat de Mutt in zijn mars heeft. Een ding valt direct op; bij een kwartlitertje verwacht je een bescheiden zithoogte, maar met een zithoogte van 900 mm is deze 250 cc flink aan de maat. Gelukkig is het zadel smal genoeg om toch probleemloos met de voeten aan de grond te komen. Het zwarte plankje blijkt niet alleen smal, maar ook hard. Ach, het past wel bij zo’n motorfiets en een (te) zacht zadel is vele malen erger. Het rode benzinetankje is al net zo smal en doet voormalig bezitters van een Yamaha FS1 brommer ongetwijfeld naar vroeger terugverlangen. De inhoud van tien liter klinkt niet indrukwekkend, maar een gemiddeld brandstofverbruik van 1:29 doet dat evenmin. Overigens is dat gemiddelde behaald met een maagdelijke motorblok en vooral met snelwegkilometers. Dat moet dus nog beter kunnen.

Het intrekken van de koppeling vraagt meer kracht dan gedacht, maar de versnellingsbak glijdt makkelijk in zijn positie. Het korte uitlaatje ziet er uit alsof hij je gaat trakteren op loeiharde Supertrapp-achtige klappen, maar dat doet hij dus niet. Integendeel zelfs, het blok klinkt zeer bescheiden. Komt de eencilinder je bekend voor? Dat kan, vroeger zat het onder meer in de Suzuki GN250. Het produceert een lome zeventien pk en reageert niet erg gretig op het gas.

Het blok is zoals gezegd amper ingelopen en krijgt hopelijk ‘helemaal los’ nog wat meer noten op zijn zang. Het rood begint bij 9.000 tpm, maar boven de 6.000 tpm nemen de vibraties harder toe dan de snelheid. Tussen de 4.000 en 6.000 tpm voelt de eencilinder zich op z’n best. In vijf – de hoogste versnelling – komt het blokje slechts met de nodige moeite boven de 6.000 toeren uit. Wat geduld brengt 120 km/uur in beeld, maar dat is wel afhankelijk van de windsterkte en het gewicht van de rijder. Twee voordelen: een snelheidsovertreding is ver weg en het blokje loopt wel moeiteloos naar de 100 km/uur. Op de snelweg is de Mutt dus geen rijdende chicane.

Vanzelfsprekend is de Razorback toch meer in zijn element op de provinciale wegen. Al wordt het gros van de motoren waarschijnlijk vooral gekocht door hippe stedelingen. De brochures van Mutt knallen in ieder geval uit hun voegen van übervlotte types met getrimde baarden en tatoeages. Hopelijk woont die beoogde doelgroep niet in steden vol kinderkopjes want op dat soort wegen opereert de injectie met een flink aan/uit-effect. Het systeem kent sowieso zijn kleine eigenaardigheden. Soms reageert het wat traag op bevelen van de rechterpols.

Nog even over de benzine-injectie; de Razorback is een prachtig slanke en lege motorfiets. Zeker het kontje is prachtig rank. Alleen blijft er zo weinig ruimte onder het minimalistische kontje over dat de ABS-regulator vol in beeld zit. Het is bovendien ook nog eens een opvallend aluminium exemplaar en niet een ‘gecamoufleerde’ zwarte. Ook de brandstofinjectie komt rommelig over, maar dat komt dus puur omdat het door het lege ontwerp van de Razorback zo prominent in beeld is.
Ergonomisch steekt de Mutt goed in elkaar. De spiegels bieden een prima zicht naar achter, de benen leunen ontspannen ver naar beneden en het stuur zit op de logische plek. Het dashboard is van het type ‘what you see is what you get’. Naast de informatie die sowieso op het analoge en digitale gedeelte staat, kun je niets anders tevoorschijn toveren.

De Razorback schiet niet direct genadeloos in actie na het verdraaien van het gashendel en hetzelfde geldt – weliswaar in omgekeerde volgorde – voor de remmen. Die vragen een volle hand (en voet) en blinken dan nog altijd niet uit in vertraging en gevoel. Ook de vering heeft een gevoelloze kant. Op hoge snelheid filteren voor- en achtervering inkomende klappen slecht weg. Korte opeenvolgende bultjes verteert de vering beter. Sturen verloopt zoals je mag verwachten van een lichte kwartliter en een stel Timsum-banden. Erg licht en vlot, maar het is ook weer geen motorfiets waarmee je de randen van de banden opzoekt.

Conclusie
Als de Razorback net zo goed als hip zou zijn, heeft Mutt een prijs-kwaliteit-kanon in handen. Maar zoals altijd is alle waar naar zijn geld. Bij zaken als remmen, veerelementen en vermogen merk je dat dit een motorfiets van net vijf mille is. Doet nog altijd niets af aan zijn sprankelende voorkomen en gunfactor. Daar moeten veelrijders doorheen prikken en kiezen voor iets anders, maar hippe types kunnen er terecht gevoelig voor zijn. Bovendien is je geld op de bank ook niets meer waard en druk je de lichte Razorback moeiteloos in de kleinste hoek van je garage.

Lees meer over

Mutt Razorback 250

Gerelateerde artikelen

Rij-impressie Mutt Razorback

Rij-impressie Mutt Razorback

27 april, 2023

Mud kennen we als een maateenheid voor aardappelen en als een glitterrockband die elk jaar rond kerst weer opduikt, ...