Eerste Test Yamaha Niken GT
Een beetje vreemd, maar wel lekker! Dat is misschien nog wel de beste omschrijving voor Yamaha’s Niken. De excentriekeling met zijn opzienbarende LMW-Ackermann ophanging aan de voorzijde maakt al sinds zijn debuut in 2018 de tongen flink los, is het niet om zijn opvallende uiterlijk, dan wel over het functionele nut van die twee voorwielen. Voor dit jaar kreeg de Niken, tegenwoordig enkel nog als GT-versie leverbaar, een flinke kuur. Wij reden ermee op Sardinië!
Carven, een term die onlosmakelijk met bergen is verbonden, alleen dan wel in combinatie met skiën. Ook met betrekking tot Yamaha’s Niken GT komt deze term evenwel behoorlijk vaak voorbij en heel vreemd is dat niet. Een sportief tochtje in het zadel van driewieler brengt namelijk exact hetzelfde gevoel teweeg. Je gooit hem van de één in de andere bocht, waarbij de zijdelingse grip aan de voorzijde net als bij het carven in de sneeuw geen grenzen lijkt te kennen. En dat doet de technisch toch behoorlijk innovatieve motorfiets op een heel natuurlijke manier. Zo natuurlijk dat je jezelf bijna als vanzelf een heel andere rijstijl aanmeet, waarbij je de bochten niet subtiel rondt, maar echt aanvalt. Gewoon omdat het kan.
En precies dat was ook de gedachte achter de ontwikkeling van de Niken: een ultieme bochtenvreter creëren voor het echt serieuze Alpiene werk, met veel grip aan de voorzijde en stabiliteit als belangrijkste kerncompetenties. De eerste generatie zag alweer in 2018 het levenslicht, waarna in 2019 nog een rijker aangeklede GT-versie volgde, die onder meer standaard is voorzien van een set in kleur gespoten zijkoffers met een inhoud van 30 liter. Zoals in het intro al aangestipt is er vandaag de dag enkel nog een Niken GT, die voor dit jaar echter wel flink op de schop ging.
Daarbij werd niet alleen de uitrusting naar een hoger plan getild, niet geheel onverwacht kreeg hij ook het aangepaste Euro5 driecilinderblok, dat eerder al in de MT-09 en Tracer 9 debuteerde. Dankzij een drie millimeter langere slag groeide de cilinderinhoud van 847 naar 890 cc, waarbij het maximale vermogen met 114,9 pk gelijk bleef, terwijl het maximale koppel (van 87,5 naar 90,7 newtonmeter) niet alleen een klein duwtje in de rug kreeg, maar bovendien ook 1.500 toeren eerder beschikbaar is. Hoewel het blok in de basis identiek is aan dat van de Tracer en MT-09, kreeg het wel een specifiek afstelling op het geboogde gebruiksgebied van de Niken. Om de draai-eigenschappen bij met name lage toerentallen te optimaliseren, kreeg het blok overigens ook een 8% zwaardere krukas.
Ook het rijwielgedeelte is op een paar punten gewijzigd. Het frame is uiteraard aangepast aan het nieuwe blok, dat nu bovendien 5 graden meer naar voren is gekanteld. En ook zijn zowel het linksysteem als de veer met een hogere veerconstante van de achterschokdemper aangepast. Dat laatste voor een verbeterd rijgevoel zowel solo als volledig bepakt. Hoewel de zithoogte met 825 millimeter onveranderd is, is het zadel nu iets anders vormgegeven, wat in een iets betere band met moeder aarde zou moeten resulteren.
Rest nog het kopje uitrusting. De Niken GT is nu uitgerust met hetzelfde, 7 inch grote TFT dashboard dat je ook op de nieuwe Tracer 9 GT+ vindt (zie eerste test MotoPlus 9/2023). Een mooi modern scherm met USB-A aansluiting, dat uiteraard voorziet in bluetooth-connectivity. Het dashboard biedt onder meer verschillende stijlthema’s en wordt bediend middels een nieuw, intuïtief te bedienen knoppencluster met joystick op de linkerkant van het stuur.
En net als op de Tracer 9 GT+ kun je een deel van het dashboard ook gebruiken als navigatiescherm, waarbij je dan een beroep moet doen op de (betaalde) Garmin Motorrize App. Voor de volledigheid, die app biedt niet alleen de mogelijkheid om van A naar B te navigeren, je kunt er ook gewoon routes inladen zoals in een regulier navigatiesysteem.
Verder is de quickshifter nu van het up/down type (was enkel opschakelen) en biedt de grotere ruit een nog betere windbescherming. Die ruit is nu gelukkig ook instelbaar, en wel op een bijzonder praktische manier met één hand vanuit het zadel over een bereik van 70 millimeter. Goed gedaan!
Voor de luchthaven van het Sardijnse Olbia staat een hele batterij GT’s klaar voor een eerste rendez vous. Daar blijkt dat de Japanners er qua kleurkeuze dezelfde zienswijze op na houden als de Henri Ford bij zijn Model T: de Niken GT is in iedere denkbare kleur leverbaar, zolang het maar het maar Yamaha Black is, zwart dus. Al moet eerlijkheidshalve wel worden gezegd dat de combinatie glanzend zwart met brons (o.a. frame) domweg erg chique oogt.
De Niken eerste generatie had ook al de nodige elektronische hulpmiddelen aan boord en dat pakket is uiteraard op de nieuwe versie uitgebreid c.q. verfijnd. Zo kun je onder meer kiezen uit drie rijmodi, Sport, Street en Rain, met elk een passende gasrespons/mapping en regelniveau van de tweevoudig instelbare, uitschakelbare tractiecontrole. De vierde Custom-modus kun je naar eigen wens inrichten. Regen wordt er vandaag niet verwacht en de wegen zijn ook niet glad, de Rain-modus met een licht gecastreerd vermogen nemen we daarom maar ter kennisgeving aan, het wordt Street.
Lekker ontspannen zithouding, passend bij een sportieve toermachine, en we zijn weg. De eerste meters de parkeerplaats af voelen nog licht onwennig, je vergeet bijna dat een machine met een dergelijk pompeuze voorzijde met twee wielen hellingshoeken tot 45° kan maken, maar het went héél snel. De spoorbreedte van de voorwielen bedraagt 410 mm en worden daarom wettelijk als één wiel beschouwd. Je móet dus in het bezit zijn van een A-rijbewijs om deze driewieler te mogen besturen. Maar niet alleen de wet ziet de twee voorwielen als één, zo voelt het ook. Qua rijbeleving dan, niet qua beschikbare grip, maar daarover later meer. Ook op lage snelheid al stuurt de Niken heel neutraal en makkelijk, ondanks dat ‘ie met een rijklaar gewicht van 270 kilo toch wel behoorlijk wat spek op de botten heeft. Helemaal onbetuigd laten die kilo’s zich overigens niet, ze hebben echter vooral invloed op de acceleratiebeleving.
Waar de CP3 in de Tracer en MT-09 meer dan voldoende vermogen en koppel aan de dag legt, merk je dat ‘ie er in de Niken toch behoorlijk aan moet sleuren. De bijna vijftig kilo meergewicht ten opzichte van de Tracer 9 GT+ is natuurlijk ook riant. Daarbij is de gasrespons in de Street-modus ook wel aan de erg behoudende kant, omschakelen naar Sport brengt al veel verbetering. Het vermogen is in beide modi gelijk, de veel gretiger gasreactie komt de rijbeleving echter duidelijk ten goede. Onder de streep blijft het blok, dat tussen de zes- en zevenduizend toeren op lichte vibraties in voetsteunen en stuur trakteert, echter een dijk van een aggregaat. Is enorm soepel van onderuit, maar verwent ook met een sterk middengebied en een bescheiden eindschot. Heerlijk blok, dat zijn draaivreugde akoestisch gezien vooral via de airbox tentoonspreidt. Zelf de lusten, de omstanders niet de lasten!
Bergen en bochten zijn zoals gezegd het favoriete metier van de Niken en daar vallen ook echt alle puzzelstukjes in elkaar. Het is domweg fascinerend hoeveel grip de voorpartij biedt en hoe snel je je daaraan aanpast. Waar ik normaal vooral een ‘ronde’ rijstijl hanteer, daalt na een kilometer of wat het besef in dat ik toch wel enigszins lomp aan het hoeken ben. Van rechtop naar krassende voetsteunen en terug. Niks aftasten en/of grenzen verkennen, maar in iedere bocht in één ruk van nul naar honderd. Zoveel grip en daarmee vertrouwen biedt de voorkant. Ook prettig, waar je op de eerste generatie nog wel eens het gevoel had dat de achterzijde de voorkant wilde inhalen (uitbreken kortom), voelt de boel nu veel beter in balans. De stuggere set-up achter lijkt dus een schot in de roos.
Op een stuk weg waar de toplaag van het asfalt op veel plaatsen is verdwenen, met grote lengtescheuren en gaten als gevolg, kan de Niken zijn andere troef uitspelen. De dubbele KYB-vorkpoten aan beide zijden, waarvan de voorste poten geen veerfunctie maar enkel een geleidende rol hebben (alleen in de beide achterste, met 43 mm ook iets dikkere vorkpoten zit een demping cardridge), werken volledig onafhankelijk. De wielen kunnen vrijelijk en zonder frictie op en neer bewegen en dat resulteert op zeer slecht wegdek in een bak rijcomfort van de bovenste plank, je hebt niet eens door dat er gaten in het wegdek zitten. Werkelijk fenomenaal goed hoe de voorwielophanging slecht wegdek verteert.
Kleine minpuntjes zijn er ook. Het hendel van de erg laat aangrijpende koppeling is bijvoorbeeld niet instelbaar. De quickshifter is niet altijd het toonbeeld van souplesse en vraagt vaak een straffe voet, en de remwerking is weliswaar oké, maar wil je echt hard vertragen, dan moet je flink doorknijpen.
Conclusie
Een verkooptopper is de Niken niet bepaald en dat zal hij waarschijnlijk ook nooit worden. Daarvoor is de motorfiets gewoonweg té uitgesproken, zowel qua design, conceptueel gezien als wat betreft de rijeigenschappen. Dat heeft Yamaha er gelukkig niet van weerhouden om deze exoot weer klaar te stomen voor de toekomst. De nieuwe Niken GT heeft zowel motorisch als qua uitrusting een behoorlijke stap gezet en is weer lekker bij de tijd. Nu maar hopen dat meer kopers de weg naar deze technische lekkernij weten te vinden, want het concept is niet alleen uniek, het heeft ook wel degelijk potentie. Je moet ‘m gewoon een keer rijden, om dat te ervaren. Dus als je de kans krijgt: doen!