GP Wegrace Austin, Verenigde Staten
Alex Rins won tien jaar geleden zijn eerste Moto3-race op het Circuit of the Americas, was er drie jaar later de beste in de Moto2 en claimde er in 2019 zijn eerste MotoGP-overwinning. Dit jaar won hij er zijn eerste race op een Honda. Het was meteen het honderdste Grand Prix-podium voor LCR en teameigenaar Lucio Cecchinello. En terwijl hij vier jaar geleden profiteerde van een crashende Marc Marquez voor hem, was het dit keer Pecco Bagnaia die vóór Rins in leidende positie onderuit gleed. Luca Marini en Fabio Quartararo finishten tevreden als tweede en derde.
In het voorseizoen maakte Alex Rins bepaald geen verpletterende indruk met zeer bescheiden bijrollen tijdens de testen in Valencia, Sepang en Portimao. Na zes seizoenen Suzuki bleek de omschakeling naar de veel eigenzinniger Honda niet eenvoudig Ook in de eerste Grands Prix van 2023 gaven Rins’ optredens in Portugal en Argentinië weinig reden om te denken dat de 27-jarige Spanjaard degene zou zijn die voor het worstelende Honda een einde maakte aan een periode van 539 dagen zonder overwinning. Maar op zijn geliefde COTA kwalficeerde Rins zich achter Pecco Bagnaia en voor Luca Marini als tweede en die positie pakte hij ook in de Sprint (zie kader). Met een tweede plaats zou hij op zondag mogelijk ook content zijn geweest. Toen de leidende Bagnaia echter in de negende van twintig ronden een voorsprong van 0,4 seconde glijdend de grindbak in verloor, ging de geschrokken Rins in een nieuwe racerecordtijd op weg naar zijn zesde MotoGP-overwinning, 3,5 seconde voor de sterke Luca Marini en vijf tellen voor een opgeluchte Fabio Quartararo.
Voor het eerst na LCR-rijder Cal Crutchlow in 2018 in Argentinië won weer eens een andere Honda-rijder dan Marc Marquez. Bovendien werd Rins de achtste coureur die op twee verschillende merken een MotoGPrace wist te winnen. De crash van de superieur gedachte Bagnaia bracht zelfs Rins even van zijn stuk. “Na die crash verloor ik een beetje de concentratie, een rondje of anderhalf”, gaf hij toe. “Die mannen achter me kwamen iets dichterbij, maar toen probeerde ik m’n eigen ritme te rijden zoals ik weet dat ik dat kan, en het lukte.” In de winter bezocht hij de workshop van teambaas Lucio Cecchinello. “Lucio liet me een video zien en hij zei ‘we hebben 99 podiums’, en ik zei ‘bedankt voor de druk’. Het is ons gelukt en ik ben zo blij. Maar ook omdat het hele weekend goed was. Pecco was echt heel snel en ik had het een beetje moeilijk in de derde en vierde sector. In de eerste twee sectoren pushte ik heel erg om het gat te verkleinen.” In een waar crashfestijn, waarin onder meer Jorge Martin in de eerste ronde Alex Marquez ongestraft onderuit kegelde, Aleix Espargaro door een haperend ride height-systeem al na een paar kilometer ten val kwam, Jack Miller een derde plaats en zelfs een mogelijke zege verloren zag gaan, was Rins wel de enige finishende Honda-rijder. De Repsol Honda-rijders Joan Mir en Stefan Bradl en ook Rins’ teamgenoot Takaaki Nakagami kwakten tegen de vlakte in kansloze posities en behoorden niet tot de slechts dertien finishers. Het lijkt derhalve veel te vroeg om na Rins’ overwinning in de wederopstanding van Honda te geloven. “Joan en ik kampen met een gebrek aan grip”, constateerde Nakagami.