De Erzbergrodeo van Jurgen van den Goorbergh
Eén massieve, dreigende berg, 500 finalisten, twintig checkpoints en vier uur de tijd om over slopend en nietsontziend terrein de finish te bereiken. En die streep weet slechts een handjevol deelnemers aan de Red Bull Hare Scramble, de finale van de Erzberg Rodeo, te bereiken. Onder die 500 rijders is Jurgen van den Goorbergh, die zich na zijn wegracecarrière helemaal op dit soort extreme enduro’s heeft gestort. MotoPlus volgt de oud-MotoGP-coureur in zijn gevecht met de meedogenloze Erzberg. Plotseling opent het dichte bladerdek boven de lieflijk slingerende bergweg richting het Oostenrijkse plaatsje Eisenerz zich en is ‘ie daar, de Erzberg. Even naargeestig als intrigerend gracieus. Grotendeels kaalgeslagen door jarenlange ijzerertswinning werpt deze 1.466 meter hoge kolos als een onvermurwbare poortwachter zijn bizar geblokte schaduwen over het kleine mijnwerkersstadje in de deelstaat Steiermark. Een aanblik die van een afstandje al flink ontzag inboezemt, laat staan dat je de flanken van deze imposante reus met een motor te lijf zou willen gaan. En dat is precies wat zich hier al zestien jaar lang afspeelt. Eén keer per jaar verzamelen zich aan de voet van deze berg 1.500 deelnemers voor een van de zwaarste enduroritten ter wereld: de Erzberg Rodeo. Via een proloogronde kwalificeren de 500 snelste rijders zich voor de Hare Scramble, de finale en de ultieme beproeving van de Erzberg. Slechts een handjevol rijders weet binnen de tijdslimiet van vier uur de finish te bereiken. De rest gaat al strijdend en ploeterend ten onder op de eindeloos steile hellingen, in de bijna ondoordringbare bossen of op de moordende rotspassages. Plekken die bovendien vaak zijn voorzien van niet al te opbeurende namen als ‘Devil’s Kitchen’, Ghost Town’, ‘Hell’s Exit’ of ‘Dynamite’. Geld of andere prijzen zijn er niet te winnen. Slechts de eer en de uit de Erzberg gehouwen stenen trofee voor de winnaar, wat de strijd om de Erzberg bovenal een strijd tussen no-nonsense bikkels maakt. Bikkels die ook ieder jaar weer blijven terugkomen, want eenmaal in de magische greep van de ‘ijzeren berg’ is er vaak geen weg meer terug.Ook Jurgen van den Goorbergh, Neerlands’ laatste MotoGP-coureur en racewinnaar in het WK Supersport, is al een paar jaar in de ban van de berg en staat voor de derde keer aan de start. In 2008 (Honda 450 viertakt) en 2009 (Honda 250 viertakt) strandde hij beide keren na vier uur strijd bij checkpoint 14. Dit jaar is hij vastbesloten om verder te komen en dat moet gaan gebeuren in het zadel van een ander wapen, een tweetakt KTM 300EXC (zie ook kader). “Die 450 Honda was veel te zwaar voor mij”, verduidelijkt Jurgen aan de vooravond van de Iron Road proloog zijn keuze. “Ik moest met dat ding over honderden meters lange rotsvelden en daar liep ik helemaal op leeg. Het jaar daarop ben ik met een lichtere en beter wendbare 250 Honda gaan rijden, maar dat ging ook niet heel soepel. Ik kwam vermogen te kort in de snelle proloog en ook op de steile hellingen. Nu moet het dus met een tweetakt gebeuren. Deze KTM heeft het vermogen om me door de proloog te sleuren en over de steile hellingen. En hij is lekker licht en dat is precies wat ik nodig heb op om lekker over de vlakkere rotsvlakten en door het bos te kunnen manoeuvreren.”En dit jaar is er ook wat de voorbereiding betreft niets aan het toeval overgelaten, want er is meer getraind dan voor beide voorgaande keren. Jurgen: “Er zit toch een dikke drie maand voorbereiding in. Ik heb veel samen getraind met Henk Knuiman, Alex van den Broek en Sjaak Martens, die ook allemaal mee doen. In België hebben we veel in een steengroeve kunnen rijden, op een parcours met een lengte van vier uur om het maar zo veel mogelijk op de Erzberg te laten lijken. Dat deden we soms twee keer in de week en dan echt tot het gaatje. Na zo’n dag was ik helemaal lek joh en kon ik ’s avonds gewoon niet meer opstaan.” Fietsen en hardlopen staan uiteraard ook op het trainingsschema en na drie maand van intensieve voorbereiding staat Jurgen mentaal en lichamelijk op scherp…tot een voorhoofdsholteontsteking vlak voor de Erzberg Rodeo een spaak in de wielen lijkt te steken. Een week rust en een zware antibioticakuur moeten Van den Goorbergh er weer bovenop helpen. “Zo’n kuur is niet bepaald bevorderlijk voor de conditie”, weet ook Jurgen. “Hoe diep mijn lichaam nu kan gaan, weet ik niet. Ik kan heel diep gaan. Herstel ook snel. Na zo’n proloog ben ik in de regel binnen een half uur hersteld. Maar hoe dat nu gaat, is even afwachten. Ik word ook een dagje ouder, 41 ben ik nu. Ik merk ook dat mijn lichaam er nu meer voor moet doen. En dat maakt dat ik ook harder moet trainen dan in de jaren dat ik nog professioneel coureur was. Dat is niet altijd even leuk, maar het hoort er wel bij als je dit soort extreme enduro’s wilt blijven rijden.” IRON ROAD PROLOOGDe weg naar de Red Bull Hare Scramble, de grote en loodzware finale van de Erzberg Rodeo, loopt ook voor Jurgen via de Iron Road proloog, een kwalificatiewedstrijd over twee dagen op een tot dertig meter breed en 13,5 kilometer lang parcours dat finisht op een hoogte van 1.466 meter. Gas kunnen geven (topsnelheden tot 185 km/uur zijn geen uitzondering!), een haarscherp oog voor de juiste lijn, techniek in het snelle bochtenwerk en moed, veel moed zijn de voorwaarden om op dit traject een snelle tijd te klokken. De 1.500 deelnemers, die steeds met tussenpozen van twintig seconden aan de proloog beginnen, mogen het parcours op beide dagen een keer rijden om hun tijd te zetten. De 500 snelste rijders krijgen uiteindelijk een plekje in dat waar het allemaal om te doen is: de Hare Scramble, het ultieme gevecht met de Erzberg. “Als je in de Scramble wilt finishen, moet je eigenlijk bij de eerste vijftig in de proloog zitten”, is Jurgen vooraf stellig. “Het is geen absolute must, maar je staat dan op de eerste startrij en dat maakt alles net even makkelijker. Het parcours van de Scramble is ontworpen op slechts vijf tot tien finishers, vandaar. Des te meer je in het begin achterop raakt, des te moeilijker het wordt in de lastige passages in het bos. Daar liggen heel veel boomwortels open en bloot en daar ga je heel makkelijk op onderuit, of je blijft er op hangen en komt niet meer verder omhoog. Als er dan nog vijftig voor je rijden krijg je fileverkeer en daar wil je niet in zitten.” Alhoewel Jurgen verwacht in de proloog een goede tijd te kunnen rijden, is de lay-out van het parcours in zijn nadeel. “Dat is breed en vrij vlak en ligt de echte crossers daardoor beter”, is hij reëel. “Ik kan wel een aardige proloog rijden, maar ben meer een triallist en enduro-rijder en moet het dus meer van mijn techniek hebben. Daarnaast ben ik vrij klein en dat is ook niet echt een voordeel.” Toch zet Jurgen in de eerste run een veelbelovende tijd neer: 12.10,68 minuten, goed voor een voorlopige 52e plek en dus dicht bij die felbegeerde eerste startrij. Maar helemaal gerust is hij er niet op en dat bange vermoeden wordt een dag later na de tweede run bewaarheid. Op het zeiknatte en modderige parcours weet Jurgen zijn tijd nog te verbeteren naar 12.04,821 minuten, maar dat doen veel andere rijders ook. Jurgen strandt uiteindelijk op een 81e plek en dus op de tweede startrij. Van de Nederlanders weet alleen Alex van de Broek zich op de eerste rij te kwalificeren (27e in 11.34,626 minuten). Henk Knuiman (58e in 11.58,120 minuten) en Amel Advokaat (79e in 12.04,741) houden Van den Goorbergh gezelschap op rij twee. Nog nahijgend van zijn tweede run valt er wel wat teleurstelling in de stem van Jurgen te bespeuren: “Tja, het was mijn doel om die eerste startrij te halen. Dat is helaas niet gelukt. Heb ik gisteren toch niet hard genoeg gereden, te voorzichtig ook. En ik had de verkeerde voorband gekozen, dat heeft me ook genekt. Dat had ik niet verwacht, maar het pakte toch verkeerd uit. Als ik gisteren zo had gereden als vandaag had ik onder die twaalf minuten kunnen rijden en gewoon op die eerste rij kunnen staan. Stom. Nu moet ik de tactiek voor morgen bijstellen. Ogen dicht bij de start en er volgas tussenuit zien te komen, want ik mag geen tijd verliezen. Dat gaat me op die eerste steile hellingen wel mijn onderarmen kosten, maar dat moet dan maar, ook al heb ik er dan nog maar tien minuten op zitten en moet ik nog 3 uur en 50 minuten. De grootste tegenstander van mezelf ben ik morgen dus zelf.”RED BULL HARE SCRAMBLEEen dag na de proloog wacht de ultieme dans met de Erzberg: de niets en niemand ontziende Hare Scramble. De vijfhonderd snelste rijders verzamelen zich om klokslag 11.00 uur ’s ochtends in het diepste punt van de afgraving. Hier valt om exact 12.00 uur het startschot voor de eerste rij van vijftig deelnemers, die zich vervolgens over de soms bijna 90° steile hellingen een weg naar boven moeten zoeken en daarna de dichte, verraderlijke bossen induiken. Twee minuten later volgt de tweede startrij en na twintig minuten zijn er dan vijfhonderd rijders onderweg, die precies vier uur de tijd hebben om de twintig checkpoints te passeren en te finishen. Atmosfeer en parcours boezemen ontzag in, niet in de laatste plaats bij de rijders zelf. Crossbrillen die met trillende hand op hun plek worden gezet, een nerveus glimlachje, een stem met een snik; het hoort er allemaal bij. Ook Jurgen, met al zijn jaren motorervaring maakt, een gezond gespannen indruk, al zal dat ook met zijn haast om terrein goed te maken op de eerste rij te maken hebben. “Ik moet na de start zo snel mogelijk de aansluiting met de laatste rijders van de eerste rij zien te vinden. Dat zijn de rijders die alleen de proloog maar voor ogen hebben gehad en die in de finale al moeite hebben met de eerste steile hellingen. Als die een paar keer blijven steken op zo’n klim moet ik ze met een paar minuten kunnen pakken. Als ik er zelf op blijf zitten tenminste. Een keer omvallen waarbij de radiateur lek raakt, betekent al einde oefening.” Maar ook Jurgen weet als geen ander dat de eerste hellingen slechts het begin van alle ellende zijn: “Het kost je ongeveer zeven minuten om uit die put te komen. Dan voel je jezelf nog een hele bink en kun je alles, maar dat wordt na een uurtje of twee wel minder als je kramp begint te krijgen op plekken waarvan je nooit hebt geweten dat er spieren zaten. Alles gaat pijn doen. Je voet neer zetten, aan het stuur trekken. En dan zit je ook nog eens op dik 1.200 meter hoogte met ijle lucht. Na een uurtje of drie krijg je de achterkant van de motor al niet eens meer opgetild als je ergens vast staat, alsof ze er vijftien kilo gewicht bij hebben gegooid. En dan heb je nog een vol uur voor de boeg. Zo moet je checkpoint voor checkpoint afwerken. Als je er in slaagt om de eerste tien posten binnen twee uur te passeren, heb je een reële kans om bij de eerste veertig rijders te eindigen.” Het door Jurgen geschetste scenario lijkt zich ook daadwerkelijk te ontvouwen. In de modder van het startterrein, diep in de put, maakt hij een matige start al snel goed door zijn KTM in de eerste bocht bij een groot aantal rijders binnendoor te prikken en op de eerste hellingen worden er ook nog een paar terug gepakt. Op het laatste lastige klimmetje voor de eerste bossectie, waar opvallend veel rijders gaan liggen, heeft Jurgen een mooi spoor te pakken en komt met een sprongetje boven, met Henk Knuiman en Amel Advokaat in zijn kielzog. Bij het tweede checkpoint pikken de drie ook Alex van den Broek op en gaat het richting tweede bospassage. “In dat tweede bos bleven heel veel rijders hangen, maar daar stonden de jongens van de Luchtmobiele Brigade (de Luchtmobiele Brigade reed met een eigen team mee in de proloog en fungeerde als hulpbrigade bij de Hare Scramble, JH) om ons te helpen en dat ging perfect. We waren zo boven”, is Jurgen helder in zijn analyse achteraf. “Daarna bleven we als Nederlanders bij elkaar hangen, er is geen zware competitie onderling. Tuurlijk maak je wel eens wat kleine foutjes waardoor je wat tijd verliest, maar dan haal je elkaar zo weer in. Ondanks dat het terrein echt heel zwaar was, gingen we eigenlijk wel lekker.”Dat ‘lekker gaan’ duurt tot checkpoint 7, dat de toepasselijk naam ‘Drive Away’ draagt. Maar dat werd het allerminst. “Dat was de bottleneck”, blikt Jurgen terug. “Het was een heel hoge en steile helling en een meter onder de top liep de wand haast verticaal omhoog. De meeste rijders lieten zich daar vallen en vervolgens omhoog trekken door helpers en het publiek. Amel was er als eerste, maar moest bij een mannetje of vijftien achteraan sluiten. Ik merkte al snel dat sfeer onder die wachtende rijders wat grimmig was en van achter kwamen er natuurlijk steeds meer bij. Amel en Alex kwamen nog net boven en er zat er op dat moment nog één voor me. Niets aan de hand dacht ik nog, maar toen begonnen er achter me ineens tien man te rijden, op één spoor. Dat is hetzelfde als met dertig man proberen tegelijkertijd door een deur te komen. Dat lukt dus niet.” Van lieverlee begint Jurgen dan zelf ook maar een weg omhoog te zoeken en uiteindelijk moet ook hij de motor laten vallen op het zeer steile laatste stuk naar de top. “Ja, en daar lieten ze me dus doodleuk liggen”, steekt Jurgen zijn ergernis niet onder stoelen of banken. De Polen hielpen de Polen en de Tsjechen de Tsjechen en naar ons keken ze niet om. Misschien had ik een crossshirt aan moeten hebben waarop in alle Europese talen ‘Help me’ stond. Maar goed, Henk lag nog onder me en zijn fiets werd helemaal naar beneden weg getrapt. Hij heeft me nog verder omhoog geholpen en heeft daarna zijn eigen weg gezocht. Ik heb hem in ieder geval niet meer terug gezien.” Na krap veertig meter stuit Jurgen weer op een immens steile helling. “Geen grip en geen helpers. Dan moet je alles zelf doen en dat kost in dit zware terrein ontzettend veel kracht. En in de wetenschap dat je aanvankelijk bij de eerste dertig, veertig rijders reed, is dat enorm frustrerend”, verduidelijkt hij. Jurgen trekt, sleurt en stuurt de KTM nog naar checkpoint 8, maar tegen die tijd klokt een inmiddels fris gedouchte winnaar Taddy Blazusiak (zie ook kader) zijn eerste blikje energiedrank alweer achterover en vindt Jurgen uiteindelijk om klokslag 16.00 uur zijn Waterloo bij checkpoint 9, dat is gezegend met de toepasselijke naam ‘Arch of Pain’. Tussenstand na drie deelnames: Erzberg – Jurgen van den Goorbergh 3 – 0. “Dit is te frustrerend voor woorden”, zoekt een hevig teleurgestelde Jurgen na afloop letterlijk naar woorden. “Ik heb nu drie keer meegedaan en beide keren hiervoor ben ik verder gekomen dan nu. En dat terwijl de voorbereiding beter is geweest dan ooit. Frustrerend man! Ik ben geen opgever, maar ik twijfel nu enorm of ik het nog wel een vierde keer zal proberen. Dat heeft voor een groot deel ook te maken met die grimmige sfeer onderweg. Het leek wel oorlog en dat staat me enorm tegen. Er was gewoon nul respect voor rijders die al eerder stonden te wachten om boven te komen. Maar ja, zeg nooit nooit.” [kasten IMG_0107]DE ERZBERG KTM 300EXC VAN JURGENEen extreme enduro als de Erzberg Rodeo stelt heel specifieke eisen aan de motor en ook de KTM 300EXC van Jurgen is op diverse punten aangepast om het ruige terrein te weerstaan. Opvallend zijn natuurlijk de stevige riemen boven het voorspatbord en aan de achterzijde (1). Hiermee kan er makkelijk aan de voor- en achterzijde worden getrokken als Jurgen ergens vast komt te staan en op de moeilijke passages waar de rijders geholpen mogen worden, kan er makkelijk een karabine aan worden vastgehaakt om de motor naar boven te hijsen. De remschijven voor en achter (2) hebben de standaard diameter maar zijn wel dikker om de vele lange afdalingen goed te kunnen verteren. Achter wordt de schijf nog tegen steenslag beschermd door een extra stevig uitgevoerde ‘haaienvin’ onder de schijf (3). De onderzijde van het blok wordt beschermd door een forsere carterplaat (4), overigens gemaakt door collega-rijder Henk Knuiman. Ook het koppelingsdeksel (5) en de dikke uitlaatbocht (6) zijn van protectie voorzien. Het blok van de KTM (7) is standaard, maar de carburatie staat een stuk armer dan doorgaans om te voorkomen dat de carburateur te snel vol loopt op passages waar je in relatief veel tijd slechts korte stukjes vooruitkomt. Ook is de compressie van het blok een stukje lager door het gebruik van een andere voetpakking. Hierdoor komt het vermogen er wat zachter in, wat nog eens extra wordt versterkt door voor de zwaardere gele en groene veren voor de power valve te kiezen. Met de minder sterkere rode veer opent deze klep zich veel sneller, waardoor het vermogen er veel agressiever in komt. Ideaal voor de Nederlandse modder, maar niet op de gladde bostrajecten op de Erzberg. Om toch goed tegen de steile hellingen op te komen, kan er met een knopje op de linkerkant van het stuur (8) worden geswitcht tussen van de softe naar een iets agressievere motorsetting. Achter de radiateur heeft Jurgen twee kleine elektrische ventilatoren gemonteerd voor een stukje extra koeling, een beetje à la de Dakar-machines. De standaard tandwielverhouding (9) van 13/50 is gewijzigd in een veel kortere 12/52 voor de finale, waarbij de eerste versnelling lekker kort is voor het rustigere trialwerk. In de tweede versnelling is er aansluitend al veel koppel, waardoor er ook veel in deze versnelling kan worden gedaan zonder dat het blok afslaat. In de proloog reed Jurgen juist met langere gearing van 14/49 om vlot over de lange rechte stukken te komen. Ook stond de carburatie daarbij iets rijker en reed Jurgen met een harde mousse in de standaard Metzeler Six Days achterband (10). Die is voor de finale vervangen door een zachtere mousse om meer grip te creëren voor de bospassages. Verder is het achterwiel voorzien van twee bandenklemmen om te voorkomen dat de band om de velg gaat draaien. Omdat Jurgen klein van stuk is, is de KTM verlaagd en aan de voorzijde zelfs 17 millimeter (11). Dat heeft als nadeel dat je sneller vast kan komen te zitten in heel diepe sporen, maar is juist weer een voordeel op de vele trial-achtige passages. De vering (12) is op het gewicht van Jurgen afgesteld en is vrij zacht van karakter, zeker vergeleken met een crosser, omdat de snelheden op het finaleparcours niet zo hoog liggen.[kasten, geen beeld]MEER NEDERLANDERSNaast Jurgen van den Goorbergh probeerden nog meer Nederlandse rijders de flanken van de Erzberg te bedwingen in de ‘Hare Scramble’. Daarvan kwam de met een Roemeense licentie rijdende Rienk Tuinstra het verst. Hij parkeerde zijn KTM EXC300 op een 44e plek bij checkpoint 14. Amel Advokaat (KTM EXC250) en de net van een hielbreuk herstelde Alex van den Broek (Suzuki RMZ450) stranden een post eerder op respectievelijk een 55e en 57e plaats. Henk Knuiman (KTM 300EXC) moest de strijd op een 82e staken bij checkpoint 12. Achter Van den Goorbergh eindigden nog Niels Eefsting (181, checkpoint 7), Davy Aarts (283), Derk-Jan Kram (285), Sjaak Martens (290, allen checkpoint 6), Joey Bakker (344), Albert Mellendijk (352), Gert-Jan Brouwer (362), Jaco van der Maarl (393, allen checkpoint 4) en Michel van Dooren (457, checkpoint 1). [kasten beeld: 240611ED01 + taddy_Erzberg ’11_1080] EN DAT IS VIJF VOOR BLAZUSIAKNa winst in de vier voorgaande edities was de Pool Taddy Blazusiak ook dit jaar weer een klasse apart op de Erzberg, al kwam de zege de KTM EXC250-rijder bepaald niet aanwaaien. Sterker nog: Blazusiak was niet eens de eerste rijder die na de loodzware wedstrijd de finish bereikte. Dat was de Brit Graham Jarvis, die een heftige strijd leverde met de viervoudig Erzberg-winnaar en hem zelfs voorbij stak. Maar in zijn haast reed de Husaberg-rijder voorbij de controlepost bij checkpoint 15, waarna hij reglementair werd teruggezet naar de twintigste plek. Daardoor kwam de winst voor de vijfde achtereenvolgende keer bij Blazusiak terecht en daarmee laat hij Chris Pfeiffer achter zich. De Duitse stuntrijder en ex-trial-rijder won in het verleden vier keer op de Erzberg. Achter Blazusiak, die de Hare Scramble in 2 uur, 12 minuten en 3 seconden aflegde, eindigde de achttienvoudig trial-wereldkampioen Doug Lampkin met GasGas EC300E als tweede (+ 6,38 min.). Achter de Brit eindigde zijn landgenoot Jonny Walker als derde op een KTM EXC300 (+ 27,24 min.). Bijzonder omdat Walker pas 20 jaar oud is en voor het eerst deelnam aan de Erzberg Rodeo. Achter de jonge Walker wisten nog slechts zes andere van de vijfhonderd finalisten binnen de tijdslimiet van vier uur de finish te bereiken, wat nog maar eens onderstreept dat de Erzberg Rodeo een van de zwaarste enduro-ritten ter wereld is.