Toeren langs de Weser
‘Er ligt tussen de Harz en Westfalen een onbekend en onberoerd gebied, het is het dal van de Weser, dat het hart van zijn ontdekker zal verrukken’. De tekst uit de 147 jaar oude reisgids klinkt oubollig, maar weet desondanks mijn interesse te wekken. De gids over het Weserdal, in 1863 gedrukt, maakt van mijn trip bijna een tijdreis. Ik steek het zwartgekafte boekwerk in de tanktas, geef de XT een trap en ga op ontdekkingsreis. Eens kijken wat er de afgelopen 147 jaar is veranderd. In Münden lijkt alles wel zo’n beetje bij het oude gebleven. Hier komen de Fulda en de Werra nog steeds samen om verder te gaan als de Weser. De stad is ook niet veel veranderd. Meer dan 450 vakwerkhuizen, de ene nog wat meer scheef hangend dan de ander, zorgen voor een bijna middeleeuwse omgeving. De beroemdste inwoner van de stad leefde er 285 jaar geleden, de legendarische Herr Doktor Eisenbart. Hij leefde onder het motto ‘De wereld wil bedrogen worden en zo zal het geschieden’. Eisenbart was tegelijkertijd zowel wonderdoener als kwakzalver. Mijn reisgids verhaalt over een mooi voorbeeld. Een patiënt beweerde door een weerwolf te zijn aangevallen en als gevolg daarvan verlamd was geraakt. Voor Eisenbart een duidelijke zaak. “Gebeurde dat bij volle maan?”, vroeg hij. “Jawel, het gebeurde tijdens volle maan.” “Gebeurde het in de lente?” “Nee, het is in de herfst gebeurd, Herr Dokter.” “En u bent er zeker van dat het een weerwolf was die u in uw slaap heeft overweldigd?” “Zeer zeker, hij heeft mijn botten gekraakt en vanaf die tijd heb ik reumatische pijnen in mijn zij.” Daar bleken twee van de vier natuurelementen tegen te helpen: water en vuur. Plus het blad van een kruid waarop een weerwolf bloed had gemorst. Dat kruid moest dan zonder dat er naar gekeken werd in een pot met kokend water worden gedompeld, waarna het extract voor het slapen gaan heet diende te worden opgedronken. En geheel toevallig had de gerespecteerde dokter Eisenbart nog wat van dat spul in zijn bezit, hetgeen hij voor de volle twee Thaler aan de getraumatiseerde patiënt verkocht met daarbij de opmerking dat hij er absoluut niet met iemand over mocht praten, omdat het anders niet werkte. En uiteraard ging het bij dat laatste mis, de beste man kon zijn mond niet houden en bleef verlamd. Dat Herr Doktor hem gewoon slappe vlierbessenthee had verkocht, had er uiteraard niets te maken.Genoeg vertellerij. Het wordt tijd om de Weser te volgen naar de Noordzee. Vooraf waag ik een blik in mijn reisgids. ‘Of het nu een ver dal in Azië is, of het stroomgebied van het rotsachtige rivier in het westen van Amerika, het zal er ongeveer hetzelfde uitzien als het Weserdal’. Dat is een dappere uitspraak. In plaats van de Himalaya of de Rocky Mountains rijd ik hier namelijk tussen de heuvelachtige uitlopers van het Reinhardswald en het Bramwald. Ook de rivier blijft qua spektakel wat achter bij dat van zijn verre collega’s. Maar dat deert me niet, ontspannen bromt de XT stroomafwaarts. Hier en daar wat zwart/witte vakwerkhuizen, en een ooievaar loopt op zijn lange stelten door een nat weiland. Vast op zoek naar een ontbijtje.De smalle weg past goed bij het ontspannen reistempo. Het asfalt vindt het niet nodig om allerlei wilde dingen te doen met scherpe bochten. Ik pak een pontje en rijd het Rheinhardswald in. Daar lopen smalle, hobbelige weggetjes door eeuwenoude bossen. Ik passeer de Sababurcht, waar Doornroosje volgens de legende haar roes heeft uitgeslapen, en rijd rustig verder naar Karlshaven. Waar de huizen van Weser pronkten met het mooiste vakwerk, moet Karlshafen het doen met witgeschilderde stenen huizen. Ook mooi hoor. Landgraaf Karl stichtte de hugenotenstad, voor protestantse geloofsvluchtelingen uit Frankrijk, zo’n driehonderd jaar geleden. Ambitie kon de graaf niet ontzegd worden, zo had hij onder meer het plan opgevat om een kanaal naar Kassel graven om zo de tolhongerige beambten van Münden te omzeilen. Het prestigieuze project kwam niet ver, het kanaal loopt vlak buiten de stad dood en de haven heeft nooit een echt schip gezien.Een paar kilometer verder steek ik de Weser over op een nogal bijzonder scheepje, een gierpont. We kennen ze in Nederland ook. De kleine gierpont mag dan stokoud zijn, hij is de moderne tijd toch nog ver vooruit. Het ding heeft namelijk geen motor, de aandrijving komt enkel en alleen van het stromende water. De pont hangt aan een stevige staalkabel die dwars over de bodem van de rivier ligt. Om over te steken trekt de kapitein zijn schip onder een bepaalde hoek op de stroming waarna de rivier de boot kalm en geluidloos naar de overkant duwt. Geniaal, en dat helemaal zonder elektronica of apps. De zonnige oever langs de Weser is gemaakt om te pauzeren. Eens kijken wat mijn reisgids er van te zeggen heeft. ‘De verrukkelije schoonheid van de rivier ligt aan mijn voeten. De beuken en eiken pronken nog in hun rijkgroene zomerkleed, maar de graanoogst staat al in goudgele schoven op de velden. De fruitbomen bezwijken bijna onder hun pracht en vracht en de stroom met de daarin spiegelende oeverbeelden ligt als een collier in het landschap. Een rijtuig kleppert over de weg langs de rivier.’ Aan de schrijver dezes is blijkbaar een begenadigd dichter verloren gegaan. Zijn rijtuig is inmiddels vervangen door een stevige Mercedes vrachtwagen, maar verder blijft het verhaal overeind. Een rondvaartboot op stoomkracht boetseert symmetrische patronen in het gladde wateroppervlak. De thermometer staat intussen boven de 30°. Dat is me net te hoog voor een excursie naar de vakwerksteden Höxter en Holzmidden. Nee, dan liever rijden en van de verkoelende rijwind genieten. Elke meter die ik in de Solling klim maakt de boslucht frisser en koeler. Voor Dassel zit ik op een hoogte van vijfhonderd meter. Over een met steenslag verhard bospad, dat nu eens bij wijze van uitzondering niet afgezet is, draaf ik door het dichtbegroeide naaldwoud. Ver voor me steken er acht wilde zwijnen de piste over. Ik zou zo urenlang door kunnen rijden, maar de volgende asfaltweg is niet ver weg en maakt een eind aan mijn offroad excursie. Op zoek naar nog meer verkoelende wind ga ik van de Solling terug naar de Weser en via de westkant van het dal weer omhoog naar het lokale hoogtepunt, de Köterberg. Rondom dit populaire motorrijders trefpunt slingeren talloze weggetjes door de bossen. Mijn persoonlijke topper is de Bergstrasse van Ottenstein naar Brevörde, die schotelt je een fantastische combinatie van bochten en vergezichten over het Weserdal voor. Weer beneden stuur ik de XT op een andere sprookjesweg op, die ik tot aan Bremen kan blijven volgen. Maar eerst tijd voor een update van het naslagwerk uit 1863. ‘Er kan niet gezegd worden dat de streek tussen Bodenwerder en Hamelen bijzonder fraaie aspecten biedt.’ Klopt. Het kan daarentegen nog erger. Wat voor de auteur 147 jaar geleden domweg pure fantasie was, is hier de weinig prikkelende werkelijkheid. De monsterlijke kerncentrale van Grohnde overheerst heel het dal, hier lijken de gierponten en vakwerkhuizen museumstukken bij. Gas er op en snel verder gaan dus.Voorbij de rattenvangerstad Hamelen tot Porta Westfalica. Hier breekt de Weser door op de Noord-Duitse laagvlakte. Het Weser berggebied blijft achter en wordt afgelost door een betekenisloze platheid. Maar net daarvoor pak ik nog de laatste paar mooie bochten voor de kust, die zich omhoog kronkelen naar het monumentale Keizer Wilhelm beeldhouwwerk. Als de wereld plat was, dan kon ik van hieruit de vuurtorens aan de Noordzee zien. De dorpen met hun kenmerkende rode bakstenen hebben vanaf hier een heel ander karakter en bochten zijn er zo schaars, dat je een feest wilt geven wanneer je er toevallig één treft. De Weser wentelt zich in luie bochten tussen de weilanden door. Heel anders dan de weg die kaarsrecht naar het noorden loopt. De ruim opgezette boerderijen, vaak verstopt achter geweldige eiken, doezelen in de hitte van de namiddag. Koeien dringen samen in de schaduw onder de bomen. Kraaien snakken met open snavels naar verkoeling en de olietemperatuur van de XT is ook wel eens lager geweest. Hartje zomer op de laagvlakte.Nienburg, Verden, Achim. De rivier wordt breder, het landschap saaier. Net als ik Bremen voorbij ben verandert de Weser voor de derde keer van gezicht. De rust is voorbij, de rivier wordt een speelplaats voor pleziervaart kapiteins, jetski piloten en rondvaartboten. De provinciale rust van het Weser bergland is hier ver te zoeken. Ook hier in het noorden zijn er daarentegen verlaten landschappen. Het Teufelsmoor (Duivelsveen) bijvoorbeeld. Dichte nevelsluiers waaien over vochtige weides, verlenen het landschap een sprookjesachtige rust. Niet spectaculair, wel heel mooi. Langzaam rijd ik over oeroude berkenlanen, verschuil ik me in de zachte mistbanken en volg de eindeloos lange kanalen die ter bevordering van de afwatering van de veengronden werden gegraven. De huizen zien er hier ook weer heel anders uit. Ruime boerderijen met bontgekleurd vakwerk, gecombineerd met rode bakstenen. Heel mooi.Veel te snel brandt de zon gaten in de mystieke nevelen van het veen. Ik stuur de XT maar weer naar het noorden om de laatste kilometers Weser te pakken. Simpel gezegd, moeilijk gedaan, want Bremen verstopt de rivier achter groene dijken die de stad tegen stormvloeden van de Noordzee moeten beschermen. Pas achter Bremerhaven vind ik weer een weg die over de dijk naar het strand loopt. Is dit nog de Weser of is het al Noordzee? De grens tussen rivier en zee vervaagt. De tegenoverliggende oever ligt zo’n tien kilometer verder, bijna verstopt in de nevel van de middaghitte.Ik zoek een prettig plekje en scoor een voor de streek kenmerkend broodje vis. Intussen zie ik hoe een kolossaal cruiseschip, de Norwegian Sun, zich langzaam vanaf de Weser in de Noordzee laat glijden. Ik pak mijn oude reisgids er nog één keer bij en blader naar de tekst over de monding van de Weser. ‘Daar vaart één van die reusachtige schepen naar Nieuw York. Het is als een kleine stad op zich, een drijvende lusthof vol geraffineerd comfort.’ In 147 jaar is er dus niet zo gek veel veranderd. En dat is helemaal prima!________________________________________[INFOKASTEN]WESERLigging: Noord-Duitsland, NedersaksenStroomgebied: van Hannoversch Münden tot de Noordzee bij BremerhavenBron: samenkomst van de Werra en Fulda nabij MündenHoogte bron: op 116 meterTotale lengte: 730 kilometerPlaatsen aan de rivier: Münden, Höxter, Hameln, Bodenwerder, Porta Westfalica, Minden, Bremen, Bremerhaven en Brake (Unterweser)Afstand vanaf Utrecht: 370 kilometer (Münden)Toeristische trekpleisters: Münden, de vakwerksteden Höxter, Holzminden en Hamelen, natuurpark Weserbergland en Solling-Vogler, porseleinfabriek Fürstenberg, Porta Westfalica met zijn kolossale gedachtenismonument aan Keizer Wilhelm, het Teufelsmoor, scheepvaartmuseum in Bremerhaven, Bremen (vanuit hier en Bremenhaven varen de veerboten naar Helgoland).Taal: DuitsValuta: EuroTijdsverschil: geenWetenswaardigheden: de Weser is Duitslands langste rivier die op eigen grondgebied zowel begint als eindigt. Niet alleen bij motorrijders is de rivier populair, ook bij fietsers, die zelfs een eigen weg, de Weserradweg, tot hun beschikking hebben.Klimaat: het klimaat van Nedersaksen verschilt niet drastisch met dat van Nederland. De winters kunnen iets kouder zijn, de zomers weer net iets warmer. Over het algemeen komt het klimaat echter redelijk overeen met dat van ons.Geografie: vanaf de bron bij Münden stroomt de Weser door het Weserbergland tot aan de Porta Westfalica. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is het een echt heuvellandschap. Na Porta Westfalica wordt het landschap vlak en blijft dat ook tot aan het begin van het estuarium van de Weser bij Bremen.Beste tijd: je kunt er zelfs in de winter naar toe, maar tussen mei en oktober is de streek op zijn mooist, en warmst.Contact: www.reiseland-niedersachsen.de (ook in Nederlands)________________________________________[UNTERSCHRIFTE]1Karlshaven bestaat uitsluitend uit witte, stenen huizen. In het Weser bergland is dat uitzonderlijk.2De sluwe spreuk op de steen markeert het begin van de Weser in Münden.3Een oud vakwerkhuis in Höxter.4Doktor Eisenbart bekijkt Münden vanaf een bord.5 / 6In Münden7In Münden heeft de Fulda nog een paar meter te gaan voordat hij samen met de Werra de Weser wordt.8Een laan aan de oever van de Weser In Münden.9 Zomer aan de Weser bij Lauenförde.10Ze zijn er zowaar nog: openbare steenslagpistes in de Solling.11•Zomer hoog in het Reinhardswald12Door het Reinhardswald kronkelen veel weggetjes.13Op het binnenhof van Slot Fürstenberg, de beroemde porselein fabrikant.14idem15Het gierpontje bij Grohnde16Picknick aan de Weser bij Heinsen.17De Bergstrasse van Brevörde naar Ottenstein is zeker de mooiste in het Weserbergland.18XT on tour19Baron Münchhausen, een beroemdheid in zijn tijd, vereeuwigd in Bodenwerder.20Het gedenkteken voor Kaiser Wilhelm in Porta Westfalica.21Bij Minden vind je veel oude windmolens, zoals deze bij Südhemmern.22idem23Een laan in het Teufelsmoor, het Duivelsveen.24Op smalle wegen door het Duivelsveen, aan het Oste Hamme kanaal.25Aan de Boven Weser vinden ooievaars prima huisvesting en een goed leven.26Helemaal vlak, met toch één bocht!27XT on tour28Aan de Noordzee. In Fedderwardersiel dobberen de vissersboten in de haven.29Allemaal romantiek. Ach, ach, ach, wat is dat mooi.30Einde Weser. Vanaf hier is het allemaal Noordzee. Plus de schepen die daar bij horen.