Reportage Zijspan rijden
Op zondag 15 mei wordt bij het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg de allereerste Landelijke Motor Zijspan Dag georganiseerd. Een initiatief van ‘zijspanofielen’ Clemens Löwensteijn en Mark Biere, die hiermee de bijna vergeten zijspan weer eens in het voetlicht willen plaatsen. Als voorbode op deze dag mochten wij zelf ook eens proeven van deze eigenzinnige vorm van motorrijden, die achteraf gezien een lekker krachtige nasmaak had. M’n eerste échte kennismaking met de zijspan staat me nog net zo helder voor de geest als het eerste memorabele rondje op Zündapp GTS50 van mijn buurjongen. We waren op vakantie, ergens in voormalig Joegoslavië meen ik, toen er tijdens een potje badminton plots een span naast de Alpenkreuzer tot stilstand kwam. Een span waar doodgemoedereerd een pa, ma plus twee kinderen uit- c.q. afstapten. Geen alledaags tafereeltje en m’n op dat moment nog redelijk bekrompen kindergeest kwam bij een eerste vraag aan de nieuwbakken buurjongen ook niet verder dan ‘hebben jullie geen auto?’. Hadden ze wel. Of die dan misschien kapot was? Was ook niet het geval. De keuze voor het zijspan was veel elementairder dan ik op dat moment kon bevroeden: het was in hun ogen simpelweg de leukste manier van vakantie vieren.Een stigma waar zijspanrijders zelfs vandaag de dag nog wel eens mee te maken hebben. Mark Biere: "Er heerst zo’n verkeerd beeld over het zijspanrijden, alsof het alleen maar nadelen kent. Hoe vaak mij niet gevraagd wordt of ik het niet onhandig vindt, je kunt er bijvoorbeeld niet eens mee tussen de files door. Maar je zoekt op je vrije zondag met de motor de file toch ook niet op? En voor woon-werkverkeer kies je zo’n ding ook niet, dus wat is dan het nadeel? Als ik mensen vertel dat ik zijspan rij puur en alleen omdat ik het leuk vind, dan zie je aan hun ogen dat ze me niet geloven, maar er is geen woord van gelogen. En dat ondanks dat de keus voor het zijspan eigenlijk uit nood is geboren. Trouwen, kinderen, maar nog lang niet klaar met de motor, dat verhaal. Toen heb ik me gewoon in België een bak voor aan de solo motor gekocht zodat de hele familie mee kon. En dan ben je verkocht hè!"Het verhaal Mark Biere is er één van velen. Werd het zijspan in de jaren vijftig nog vooral gezien als een redelijk betaalbaar alternatief voor de auto, met de economische vooruitgang waren het uiteindelijk nog vooral fanatieke motorrijders met een jong gezin die hun heil tot het span zochten. Toeren of op vakantie per solomotor zat er immers niet meer in en dit was dan nog een alleszins acceptabel alternatief. Het zijspan rijden verwerd daardoor meer en meer tot een niche bezigheid, een status die het tot op de dag van vandaag nog geniet. En dat terwijl Nederland een meer dan goede reputatie op zijspanbouwgebied hoog te houden heeft. Tuurlijk, buitenlandse constructeurs zijn er ook, maar onder de mondiale zijspanrijder staat één ding als een paal boven water: wil je iets goeds hebben, ‘buy Dutch’, want ons land kent opmerkelijk veel goede zijspanbouwers.Blijkbaar heeft het Nederlandse motorvolkje dus toch een bijzondere band met het zijspan, al lijkt dat door het zeer selecte groepje praktiserend rijders allesbehalve zo. Clemens Löwensteijn: "We zijn een klein clubje inderdaad, ik denk dat de meeste Nederlandse zijspanrijders elkaar ook wel kennen. Dat is jammer, want het is echt een heel andere, maar net zo leuke manier van motorrijden. Ik heb naast het span bijvoorbeeld ook nog een Ducati solomotor, maar wanneer ik alleen op pad ga, wil dat niet per definitie zeggen dat ik die ook pak. Het rijden met span geeft me een ander, meer voldaan gevoel, dat nauwelijks met een pen is te beschrijven. Om dat te ervaren zou je je er gewoon eens een keer aan over moeten geven, dan weet je wat ik bedoel. Vandaar dat Mark en ik de Landelijke Motor Zijspan Dag organiseren, om eens een breder publiek kennis te laten maken met het zijspan. Van dat imago als ondergeschoven kindje van de motorwereld willen we af."Dat ‘kennismaken’ met het zijspan is, wil je het goed doen tenminste, meer dan even opstappen en wegrijden, zo ervaar ik niet veel later. Strikt genomen is een motorrijbewijs voldoende om de weg op te duiken, maar verstandig? Nee, integendeel. Rijschoolhouder en zijspan-instructeur Rob Teffer kent de klappen van de zweep: "Zijspan rijden is niet moeilijk, maar je moet er wel even de tijd voor nemen om het te willen leren. De praktijk leert dat bijna 90% van de mensen die zonder enige vorm van les op een zijspan stappen, al tijdens het eerste ritje een schuiver maken. Hoeveel motorervaring je ook hebt, gooi dat allemaal maar op één hoop en schuif die aan de kant, want je moet echt even helemaal opnieuw beginnen."Daar lijkt inderdaad na mijn première meters met een zijspan weinig van gelogen. In tegenstelling tot de motor, die je voornamelijk door middel van hellingshoek de hoek om beweegt, begint iedere verandering van rijrichting op een zijspan met het verdraaien van het stuur. En dat gaat zwaar, een uurtje gewichtheffen in de sportschool is er niets bij. Het wiel wringt echt en je moet echt duwen en trekken tegelijkertijd op beide stuurhelften om ook daadwerkelijk een stuurbeweging in te zetten.Maar zodra je het spelletje een beetje in de gaten krijgt, merk je dat je een zijspan ook met het gashendel de bocht om ‘stuurt’. Linksom stuur je in en je laat vervolgens het gas los, zodat de machine afremt op de motor. Op dat moment duwt het gewicht van de bak je als het ware de hoek om. En bij rechterbochten is het juist zaak om al ruim voor de bocht vaart te minderen en behoedzaam in te sturen, om op dat moment juist het gas er weer op te zetten zodat de motor begint te trekken en het achterwiel het hele span als het ware rechtsaf om de bak heen duwt. Dit samenspel zorgt voor een ‘derde dimensie’ in het zijspanrijden, maar hierin schuilt ook precies het gevaar. Door gas te geven in rechterbochten neemt de snelheid toe, waardoor – door de middelpuntsvliedende kracht – het zijspanwiel omhoog wil komen van het asfalt. Voor de ervaren rijder is dat spelen met het evenwicht een uitdaging, maar als beginner kun je niet veel anders doen dan tegensturen om het bakje weer aan de grond te krijgen. Maar dan ga je dus linksaf, terwijl de weg naar rechts afbuigt…Rustig opbouwen en ervaring opdoen lijkt bij zijspanrijden nog belangrijker dan bij gewoon motorrijden. Nog veel meer dan motorrijden blijkt het toeren met een zijspan een fijngevoelig samenspel van sturen, remmen, gas geven en spelen met het evenwicht om bochten goed en veilig te ronden. Maar in alle eerlijkheid: het is ook absoluut superuitdagend! En inspannend, na een half uurtjes ‘lessen’ onder leiding van Rob Teffer, waarbij de snelheid niet boven de 50 km/uur is uitgekomen, kan ik m’n onderkleding al bijna uitwringen. En tot drie dagen nadien voelde ik de spieren in m’n schouders. Desalniettemin een meer dan prettige eerste kennismaking die ook zonder twijfel in de toekomst een vervolg zal krijgen. Maar dan wel weer eerst een rijlesje. Zijspanrijden: één wieltje extra, maar een wereld van verschil!________________________________________[KASTEN LANDELIJKE MOTOR ZIJSPAN DAG]LANDELIJKE MOTOR ZIJSPAN DAGZou je graag meer willen weten over het zijspan rijden, op zondag 15 mei wordt van 12.00 tot 16.30 uur bij het Militaire Luchtvaart Museum te Soesterberg de eerste Landelijke Motor Zijspan Dag (www.landelijke-motor-zijspan-dag.nl) georganiseerd. Naast alle grote Nederlandse zijspanbouwers zijn er naar verwachting honderden enthousiaste zijspanrijders, de echte ambassadeurs, aanwezig zijn om hun ervaringen met je te delen. De toegang is gratis.Kijk voor meer informatie over Nederlandse zijspancombinaties eens op:EZS: www.ezs-sidecar.comLAK Sidecars: www.laksidecars.nlLBS-Sidecars: www.lbs-zijspantechniek.nlEML: www.emltrike.comTripTeq: www.tripteq.com