Column Noortje MP 03-2011
Na mijn eerste motorervaringen achterop de motor bij mijn lief deed ik een grote ontdekking: motorrijders hebben een eigen cultuur! En nog fascinerender: deze motorcultuur is weer onderverdeeld in een enorm aantal subcultuurtjes. Het werkt ongeveer net zoals bij mijn guppen. Guppen zijn vissen, behoren tot de karperachtigen en zijn dus gup. Binnen het guppendom bestaat vervolgens een grote verscheidenheid aan kleurtjes, staartjes, streepjes en stipjes. En toch… in de basis blijven ze allemaal gup en hebben ze ongeveer dezelfde flirterige omgangsvormen.Zo is het ook bij motorrijders. Motorrijders behoren tot de grotere groep gemotoriseerde weggebruikers en waaieren uit in een enorme diversiteit: stoere racers met knietje aan de grond, bebaarde Harley-Davidson liefhebbers met konijnenpootjes en pothelmpjes, excentrieke sleutelaars met moertjes en boutjes, de woon-werk-in-alle-seizoenen bikkels, fanatiekelingen die alleen zweren bij Suzuki, Ducati of Honda, oldtimer liefhebbers, tuffende cruisers of de man/vrouw-in-pak motorrijder. Het is ongelofelijk hoeveel soorten motorrijders er bestaan! Langzaamaan begon ik erachter te komen hoe de verdeling ongeveer in elkaar zit. Mijn vriendje begon me met het grootste geduld van de wereld de geheimen van de motor en zijn eigenaar uit te leggen, het gaat allemaal om pk’s en cilinders. Avonden luisterden we op het balkon van mijn flatje naar de langsrazende motoren en na een kleine maand had ik het verschil tussen een twee- en viercilinder aardig onder de knie. Naaimachine versus tuftrein. En zoals het vaak gaat als je iets onder de knie hebt, wordt het niveau zonder dat je het door hebt wat opgeschroefd. De volgende stap was de theorie over de V-opstelling en de boxermotor. Ik moet zeggen dat ik dit verhaal half door heb, maar het meest fascinerende vond ik wel dat subculturen een link hebben met het aantal cilinders en pk’s! Wat een ontdekking! Het is ongeveer zoals met honden die direct conclusies verbinden aan een halve seconde snuffelen aan elkaars poepgat, dat is op zich al verbazingwekkend! Motorrijders kunnen dat ook. Alleen wordt er niet aan poepgaten geroken, maar geluisterd en gekeken naar cilinderopstellingen en -inhoud. Na het vaststellen van de technische feiten kunnen dan weer conclusies worden getrokken tot welke groep de eigenaar ongeveer behoort. Is het een snelle Zandvoort racer, of een stoere globetrotter, een oldtimer freak of een jonge waaghals? Ik kan het ook al een beetje, al voeg ik ook nog wat andere zaken toe om mijn conclusies wat te verfijnen. Ik let bijvoorbeeld op kleur. Voor mij is dat misschien wel het meest doorslaggevende element. Mensen met een rode motor houden van een beetje opvallen. Mogelijk vallen ze in het dagelijks leven niet zo op, maar met een rode motor kan niemand om ze heen. Nog één: een groene motor. Overwegend zoeken deze motorrijders veiligheid in het lidmaatschap van de ANWB, vast ook mensen die van buiten rijden houden, tussen landerijen en prachtige graslanden. Uit mijn eigen, niet wetenschappelijke, onderzoekje blijkt dat ik toch in 65% van de gevallen gelijk heb. Dat is toch een percentage waar je niet om heen kan!Het mooiste van motorrijders in alle vormen en maten vind ik dat ze in de basis toch allemaal motorrijder zijn. Dat iedere motor bestaat uit schroefjes, boutjes en cilinders. En dat de baardman met pothelm net zo enthousiast zijn hand opsteekt als de buikschuiver die in grote vaart passeert! Het zijn net guppen die motorrijders![UNTERSCHRIFT]Volg Noortje ook op twitter: www.twitter.com/noortjemotoplus