Column Peter de Boer (5)
Zo ik kan eindelijk op pad. Na het halen van mijn rijbewijs, het kopen van een motorpak en de aanschaf van mijn Suzuki Bandit 1200, zoals beschreven in de vorige vier columns, kan ik op pad. Tenminste, nadat ik mijn motor voor elk ritje heb geïnspecteerd…De auto die ik rijd, is compact, vijf jaar jong, goed onderhouden en zeker geen barrel. Die auto breng ik ongeveer eenmaal per jaar naar de garage voor een beurtje en periodieke keuring. Soms wordt er iets vervangen, zoals een paar banden of de olie; verder heb ik er geen omkijken naar en dat doe ik dus ook niet. Ik stap in, draai de sleutel om en ga zorgeloos de weg op.Bij de motor blijkt dat toch een heel ander verhaal. Je bent meer afhankelijk van de techniek, vooral wat je eigen veiligheid betreft. Dus is het een stelregel dat je regelmatig – zelfs het liefste voor elk ritje – de motor inspecteert. Vooral de banden zijn belangrijk, dus voor elk ritje moet je de bandenspanning controleren, kijken of er geen beschadigingen zijn of spijkers in zitten. Ook check je even alle vloeistofpeilen. Menig ervaren motorrijder doet dit in de anderhalve minuut dat zijn machine staat warm te draaien en gaat dan met een vertrouwde gedachte op pad, maar als beginner in de motorwereld weet je natuurlijk niet waar je moet beginnen. Uiteraard zat er bij mijn motor, zoals bij veel oudere occasions, geen instructieboekje meer, dus daar kon ik ook niet wijzer van worden. Heel even bekroop mij de gedachte: ‘Had ik hem nu toch maar bij een dealer gekocht, dan had ik in elk geval wat instructie gekregen.’Na de eerst ritjes toch maar eens op internet op zoek naar de exacte bandenspanning van mijn Suzuki, want ik had inmiddels wel begrepen dat dat één van de belangrijkste en meest vergeten aspecten is. Ook werd me in die zoektocht duidelijk dat de ketting op de tweede plaats staat wat aandachtspunten betreft. Door die frequent te smeren, wordt de levensduur flink verlengd. Maar hoe frequent moet je dan smeren? En met wat? De echte kenners (andere motorrijders) kwamen niet met eensluidende adviezen. De één roept: smeren na elk ritje, de ander: smeren als de ketting gaat glimmen en nummer drie smeert pas als hij ziet dat de ketting gaat roesten…Nu weet ik niet veel van motoren af, maar gelukkig compenseer ik dit dan wel met mijn mensenkennis en een trip naar de lokale motor knutselsmurf leerde mij dat je ongeveer om de 500 km moest smeren, maar dat het sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden waar je in rijd. Bij het rijden in de pekel en bij slecht weer moet je eigenlijk na elke rit smeren, in de zomer kan het wat minder. En dan nog de vraag waarmee? Er zijn zoveel verschillende spuitbussen kettingvet te koop, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Gelukkig brengt MotoPlus uitkomst, begin december hadden ze nog een uitgebreide test van 11 verschillende kettingspray’s.Omdat ik steeds meer begon te beseffen dat ik eigenlijk veel te weinig van mijn eigen motor afwist, besloot ik toch maar om een Haynes werkplaatshandboek te kopen van de Bandit. Daar staat heel veel informatie in en wordt met duidelijke foto’s uitgelegd hoe je de motor moet onderhouden. Met het boek in de hand zou ik zelfs de nokkenassen of krukaslagers kunnen vervangen, maar aangezien ik twee linkerhanden heb, is dat zeker niet de bedoeling. Maar het is best leerzaam als je in ieder geval ongeveer weet wat er onder je in het motorblok allemaal draait en beweegt. Daarnaast heb ik een goede bandenspanningmeter gekocht, zodat ik die thuis kan checken. Nu alleen nog een goed pompstation in de buurt zien te vinden waar ik mijn banden kan bijvullen, want ik ben er al wel achter dat niet alle benzinepompen een luchtslang hebben die op mijn ventielen past. Vanwege de grote remschijven kom je daar namelijk moeilijk bij met zo’n luchtpistool met een lange metalen snuit.Omdat ik steeds meer besef dat ik meer van de techniek van mijn Suzuki af wil weten, besluit ik deze winter ook een workshop motoronderhoud te volgen, die een lokale dealer op een avond geeft. Je kunt daarbij zelfs je eigen motor meenemen en die wordt dan op de brug gezet om alle punten na te lopen en te bekijken. We gaan onder andere de remmen controleren, het achterwiel eruit nemen en weer terug plaatsen en nog veel meer van dit soort wetenswaardigheden. Hopelijk hoef ik dat nooit echt op mijn eigen motor toe te passen, maar je wordt er nooit dommer van en als ik ooit in de toekomst nog eens een andere motor ga kopen, weet ik dan in ieder geval veel beter waar ik op moet letten.Peter de Boer[[bijschrift herhalen]]