Motorfietstechnicus opleiding
Vroeger leerde je het vak van motorfietstechnicus simpelweg door het te doen. De basis werd gelegd door een opleiding autotechniek, waarna de monteur zich alle motorspecialistische klusjes eigen maakte in de praktijk. Die praktijk is nog altijd de beste leerschool, maar tegenwoordig kunnen leerlingen zich op de MBO-opleiding al gericht laten scholen tot motorfietstechnicus. Wij liepen een dagje mee op het Deltion College in Zwolle.
Met een bijna onbegrensd aanbod aan beroepsopleidingen kun je je eigenlijk bijna niet voorstellen dat er tot een paar jaar terug in Nederland geen mogelijkheid was om je te laten scholen tot motorfietstechnicus. Inmiddels zijn er voldoende erkende leerbedrijven waar je de opleiding motorfietstechnicus kunt volgen. De roep om goed gekwalificeerde monteurs, zowel vanuit werkgevershoek als bij studenten, werd echter groter en groter. Voor de richting Motorvoertuigen-, Carrosserie- en Tweewielertechniek van het Deltion College in Zwolle reden om vier jaar geleden een nieuwe studie in het leven te roepen, die van motorfietstechnicus. Een beroepsopleiding tot motorfietsmonteur, waar studenten middels het ‘werkend leren’ principe vier dagen werken afgewisseld met één dag studie, beter bekend als een BBL-opleiding (Beroepsbegeleidende Leerweg), de fijne kneepjes van het vak worden bijgebracht.
Verder als motormonteur
Daarbij is de studie opgedeeld in verschillende niveaus. Het gros van de studenten heeft een VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs) vooropleiding van technische aard, vaak autotechniek, hetgeen overeenkomt met niveau 1. Van daaruit stromen ze dan door naar een MBO-opleiding (Middelbaar Beroepsonderwijs), in dit geval naar de studierichting motorfietstechniek, waar ze in blokken van gemiddeld twee tot drie jaar worden opgeleid tot Motorfietstechnicus (niveau 2) en eventueel aansluitend Eerste Motorfietstechnicus (niveau 3). Zoals gezegd is de opleiding opgedeeld in een theorie- en praktijkgedeelte, en daarin schuilt volgens docent BPV (Beroeps Praktijk Vorming) Dennis Post ook de kracht van de opleiding. “Leerlingen kunnen hier enkel terecht wanneer ze een erkend leerbedrijf hebben gevonden.” De sociaal maatschappelijke relevantie van deze opleiding is dan ook bijna honderd procent, bijna elke leerling gaat na het behalen van het diploma verder in dit werk. “Het is dus anders dan bij een reguliere opleiding waar studenten na het behalen van het diploma nog maar moeten afwachten of ze een baan kunnen vinden die aansluit op de studie.”
Opleidingsmanager Klaas Bakker vult aan: “Het is ook een wisselwerking tussen drie partijen: de school, de leerling zelf natuurlijk, en het leerbedrijf. Allemaal investeren ze iets, maar krijgen daar ook wat voor terug. Het leerbedrijf moet bijvoorbeeld een leermeester aanstellen die de leerling begeleidt. Dat is niet zomaar een kwestie van even iemand aanwijzen, want diegene moet wel eerst een cursus volgen in hoe hij zo’n jongen goed moet begeleiden. Daarvoor in ruil krijg je wel een gemotiveerde en gedreven arbeidskracht die graag het vak wil leren. En eentje die na het afronden van de opleiding in negen van de tien gevallen blijft. “In feite investeren dus zowel leerling als leerbedrijf in hun eigen toekomst.” De opleiding tot (tweede) motortechnicus vormt daarvoor de eerste stap. In deze opleiding leer je het meer doorsnee sleutelwerk, je monteert accessoires en lost eenvoudige storingen op aan mobiele werktuigen. Bij de opleiding tot eerste motormonteur ligt de focus daarentegen vooral op complexe reparaties – bijvoorbeeld revisies of het vervangen van een big end lager – en meer nog het zoeken naar oorzaken van schades, oftewel diagnoses stellen. Tijdens deze opleiding word je dus verder opgeleid tot technisch specialist.
Een dag naar school
Momenteel zijn er een kleine veertig leerlingen die het traject volgen tot tweede technicus en zo’n tien die doorleren voor eerste motorfietsmonteur. De opzet van beide opleidingen is in de basis evenwel hetzelfde. Naast de vier dagen bij het leerbedrijf, gaan de leerlingen iedere week één dag naar school. Daarbij is het de ene week ouderwets bivakkeren in de klas voor theorieles, niet alleen in technische vakken, maar ook in algemene vakken als Nederlands en wiskunde, waarna de daarop volgende week het geleerde in de praktijk wordt gebracht. Daarvoor hebben de leerlingen een professioneel ingerichte werkplaats tot hun beschikking, uiteraard met motoren. En dat zijn geen voertuigen die ze zelfs in Polen niet wilden hebben, op de hefbrug staan onder meer een hagelnieuwe Harley-Davidson V-Rod en Honda Deauville. “Gekregen van de importeur”, vertelt Dennis Post met gepaste trots. “De werkplaats is één van de belangrijkste peilers van een moderne motorzaak en gelukkig onderkennen sommige importeurs dat niet alleen, maar zien dat ook als motivatie om hun eigen steentje bij te dragen aan goed gekwalificeerd personeel. Van KTM heb ik bijvoorbeeld onlangs nog een paar blokken gekregen. Dat is voor ons van groot belang, wil je als opleiding met de tijd meegaan, dan moet je daar wel de juiste middelen voor in huis hebben. We hebben daarom ook net een Husaberg crosser gekocht omdat je daarvan de kenvelden van het injectiesysteem met de laptop kunt herprogrammeren, dat is toch de toekomst. “Alleen ongelimiteerd geld om zelf in nieuwe motorfietsen te investeren is er gewoonweg niet, daarom zijn we maar wat blij met initiatieven als die van Harley en Honda.”Dat is overigens niet de enige manier waarop sleutelprojecten zich aandienen. “Het komt ook wel eens voor dat een leerbedrijf met een probleem zitten waar ze zelf niet uitkomen. Dan neemt een leerling zo’n motor mee en proberen we hier het euvel te vinden. Prachtig is dat, wanneer zo’n groep enthousiast samenwerkt op zoek naar een defect. “Heel leerzaam vooral, ook voor mezelf, want ik weet natuurlijk ook niet alles.”
Proeve van bekwaamheid bij Innovam
Zowel de opleiding tot tweede als eerste monteur is opgezet rond het behalen van een aantal competenties. Niet alleen wat betreft kennis, inzicht en vaardigheden, maar ook wat betreft gedrag. “Er komen hier leerlingen binnen met een enorm technisch inzicht, maar die moet je echt leren hoe ze netjes moeten sleutelen.” Niet alles altijd maar op het gevoel doen, maar bijvoorbeeld een momentsleutel pakken wanneer dat nodig is. Dat is voor velen helemaal niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.” Wanneer een leerling deze competenties allemaal voldoende heeft afgerond, iets dat voornamelijk wordt bepaald door de leermeester, volgt een proeve van bekwaamheid bij Innovam, het kennis- en opleidingscentrum voor de mobiliteitsbranche, in Nieuwegein. Alle bekwame studenten van erkende leerbedrijven vind je hier. Bij deze praktijktoets moeten leerlingen bijvoorbeeld een beurt of reparatie uitvoeren. Doen ze dit naar behoren, dan mogen ze zich tweede of eerste motorfietstechnicus noemen. Zeker voor eerste motorfietstechnicus toch een behoorlijk pad dat moet worden afgelegd, maar toch zijn er uit sommige hoeken nog altijd kritische geluiden te horen over het niveau van de gemiddelde motormonteur. Ze zouden niet meer echt kunnen sleutelen, enkel een laptop bedienen en onderdelen vervangen. Kritiek die ook Dennis Post niet vreemd is. “Dat verwijt horen we wel vaker, maar dit is ook gewoon een gevolg van tijden die veranderen, en meer specifiek de techniek. Veel onderdelen zijn tegenwoordig dichtgegoten, die kun je simpelweg niet repareren, enkel vervangen. Bovendien is er ook het economische aspect, een klant zal het niet echt waarderen wanneer er vier uur arbeidsloon wordt doorberekend voor het repareren van een onderdeeltje dat nieuw een paar tientjes kost. ” Het accent voor de moderne monteur is verschoven, maar geloof mij, sleutelen kunnen ze wel degelijk.”