Nieuws

60 Jaar Bond-motoren

Eigenlijk is elke James Bond-film te bekijken als een parade van mogelijke manieren van voortbewegen. In vergelijking met de auto komt de motor er bij James Bond wat bekaaid af. De elegante, op luxe gestelde held prefereert zijn geliefde Aston Martin en rijdt alleen motor als het niet anders kan. Meestal is het de schurk die zich op twee wielen beweegt. In 25 films zit 007 zes keer op een motorfiets. Pas in 1983 zit Bond (Sean Connery) zelf voor het eerst op een tweewieler, maar dan krijgt hij de smaak te pakken. Ter ere van zestig jaar James Bond op het witte doek (sinds 1962) en zeventig jaar James Bond-romans (sinds 1953) een overzicht van de motoractie in negen films.

Thunderball (1965)
Elke James Bond-film is een eresaluut aan de mobiliteit. In Thunderball begint het meteen al met Bonds ontsnapping met behulp van een ‘jet pack’, een raketrugzak waarmee hij door de lucht zweeft. Weer terug op aarde stapt hij in zijn Aston Martin DB5. Het defilé van vervoersmiddelen wordt voortgezet met een straaljager, helikopters, een draagvleugelboot, speedboten, parachutes, een mini-onderzeeër, een zeeschildpad, onderwater-scooters… En auto’s. Heel veel dure auto’s. De motor is in deze film het vehikel van het kwaad.
De terroristen van Spectre beramen de diefstal van twee atoombommen. Curieus is de rol van de schurk Graaf Lippe. Die naam was een knipoog van Bond-schepper Ian Flemming (1908-1964) naar zijn vriend Bernhard Lippe Biesterfeld, beter bekend als Prins Bernhard. Graaf Lippe besluit op eigen houtje James Bond uit te schakelen. Maar wat hij niet weet, is dat de meedogenloze Nr. 1 van misdaadorganisatie Spectre ontevreden is over zijn functioneren en opdracht heeft gegeven om hem uit de weg te ruimen. Die taak wordt volbracht door Fiona Volpe, gespeeld door de Italiaanse actrice Luciana Paluzzi (1937). De in zwart leer gestoken helleveeg, op haar gouden BSA Lightning, is één van die onvergetelijke Bond-personages. Volpe brengt een droom tot leven. Met dat leer en haar rode lokken, maar toch eigenlijk vooral door de raketwerper op haar motor.

The Spy Who Loved Me (1977)
Samen met een KGB-agente onderzoekt James Bond de verdwijning van Britse en Russische onderzeeërs met atoomraketten. The Spy Who Loved Me bevat een vermakelijke achtervolging langs de bochtige kust van Sardinië, met Bond in een Lotus en zijn tegenstander op een zwart-gele zijspancombinatie (Kawasaki Z900). De zijspan blijkt een hittezoekende raket, die in plaats van de Lotus een met kussens geladen vrachtwagen treft. De motorrijder duikelt met zijn Kawasaki, in een wolk van veren, van het klif. “Al die veren en hij kan nog niet vliegen”, zegt Bond (Roger Moore) in een poging de Russissche agente naast hem aan het lachen te maken (een rol van Barbara Bach – sinds 1981 de vrouw van ex-Beatle Ringo Starr.)
Het werk van Geheime Uitivinder Q blijkt superieur aan het geknutsel met de Kawasaki. Als Bond de Lotus de zee inrijdt, ontpopt die zich onder water tot mini-onderzeeër. De motoren van Thunderball en The Spy Who Loved hebben de filmopnames niet overleeft en ontbreken dan ook jammerlijk op de tentoonstelling van Bond-voertuigen – Bond in Motion – momenteel te zien in Brussels Expo.

For Your Eyes Only (1981)
De ski-achtervolging in For Your Eyes Only is zonder meer een klassieker. James Bond baant zich een weg over een skischans, door bossen, over skipistes, over een après ski-terras en over een bobsleebaan, achterna gezeten door twee schurken op Yamaha XT500-motoren, met machinegeweren op de plek waar de richtingaanwijzers behoren te zitten. De XT500 is een van de meest geliefde motoren van de jaren zeventig. Een betrouwbare ééncilinder-terreinmotor, die een heerlijk geluid voortbrengt. Yamaha introduceerde het model in 1975 en een paar jaar later bewees het zijn functionaliteit tijdens de eerste Parijs-Dakar Rally’s (1979 en 1980).
Het kijkplezier wordt overschaduwd als ik naderhand lees dat de 23-jarige stuntman Paolo Rigon tijdens die winterse achtervolging is verongelukt. Op 17 februari 1981 zat hij in de voorste positie van de bobslee. Het was de bedoeling dat de viermansbobslee uit de bocht zou vliegen, maar dat gebeurde later dan gepland en de slee knalde tegen een boom. Het is het enige dodelijk ongeval geweest in zestig jaar Bond-geschiedenis. Maar de lijst botbreuken, ernstige brandwonden en bijna dodelijke ongevallen is ook niet mis. Tijdens de opnames van Thunderball kreeg een medewerker een harpoen in zijn been. En bij You Only Live Twice verloor iemand zijn been door een ongeluk met een helikopterschroef.

Never Say Never Again (1983)
Na de verfilming van Diamonds Are Forever (1971) had Sean Connery aangekondigd nooit meer James Bond te spelen. Maar in 1983 was hij terug en dat verklaart de filmtitel. In Never Say Never Again laat Agent 007 in de straten van Nice voor het eerst zien dat hij zelf ook goed overweg kan met een motorfiets. De Yamaha XJ650 heeft een soort turbo-raketmotor voor sprongen en extreme acceleratie. Alleen al het kijken waard vanwege de scène waarin Bond zijn motor over het asfalt onder een dwars geplaatste vrachtwagen laat schuiven, de motor weer overeind manoeuvreert om zijn weg te vervolgen. Net zo makkelijk.

GoldenEye (1995)
De beeldbepalende stunt in GoldenEye is zo ‘over the top’ dat hij een geslaagde zelfparodie vormt. James Bond (Pierce Brosnan) steelt een Russische legermotor. Dat is opmerkelijk genoeg een Italiaanse Cagiva 350T4. Met die motor stort hij zich van een berg. Een neerstortend vliegtuigje achterna. Tijdens zijn vrije val klautert hij de cockpit in en weet net op tijd de vliegtuigneus omhoog te trekken. Geen computeranimatie maar vakwerk van de stuntlieden Jacques ‘Zoo’ Malnuit en B.J. Worth.

Tomorrow Never Dies (1997)
In de loop der decennia weerspiegelt de Bond-filmcyclus de verschillende trends op de motormarkt: de hegemonie van de Britse motorindustrie halverwege de jaren zestig, de opkomst van offroadjes en Japanse motoren in de jaren zeventig, de populariteit van zware cruisers in de jaren 90 en in de onze tijd de retrotrend en het hervonden succes van Triumph. De BMW R1200C waarop James Bond in Tomorrow Never Dies rijdt, is nooit ook maar in de verte een bedreiging geweest voor Japanse cruisers als de Kawasaki Vulcan en de Suzuki Intruder. Laat staan voor Harley-Davidson.
Bond (Pierce Brosnan) en zijn Chinese medespion Wai Lin (Michelle Yeoh) zitten met hun handen aan elkaar geketend en proberen aan hun achtervolgers te ontkomen op een ‘geleende’ BMW. Er volgt een halsbrekende achtervolging door de straten en over de daken van Bangkok. Als een acrobatische Siamese tweeling moeten de twee spionnen de motor zien te besturen. Als je de achtervolging vergelijkt met die in Never Say Never Again valt op dat de cinematografische trukendoos in veertien jaar tijd een stuk geavanceerder is geworden. Zo had de helikopter die het tweetal door de drukke stad achtervolgt in werkelijkheid geen draaiende schroef. Die is er later middels computeranimatie aan toegevoegd. Over gewonden gesproken. Pierce Brosnan moest na de opname van een vechtscène, zijn lip laten hechten.

Quantum of Solace (2008)
De oorspronkelijk James Bond behoort tot de generatie van Ian Fleming (1908), Prins Bernhard (1911), Bruce Wayne/Batman (1915) en Frank Sinatra (1915). Mannen in smoking met een voorliefde voor comfort en glamour. De acteurs Sean Connery, Roger Moore en Pierce Brosnan gaven Bond vorm zoals auteur Ian Fleming hem had bedoeld: elegant en op luxe ingesteld.
Daar kwam pas verandering in met de komst Daniel Craig in 2006. Zijn James Bond is de minst gepolijste tot nu toe. Een gekweld mens, die bier drinkt in plaats van wodka-Martini, verliefd wordt en motor rijdt. Een man met de zwakheden van een babyboomer. Daniel Craig rijdt in drie van zijn vijf James Bond-films op een tweewieler. Pierce Brosnan twee keer, Sean Connery één keer en Roger Moore niet.
In Quantum of Solace, de 22ste Bondfilm en de tweede met Daniel Craig in de hoofdrol, demonstreert James Bond hoe je met een ferme opstoot je tegenstander én zijn motor onderuit haalt. Met de buit gemaakte trialmotor (een Spaanse Montesa Cota 4RT) springt hij in een Midden-Amerikaanse haven van schip naar schip. Tijdens de opnames van de film raakten vijf mensen gewond. Een stuntman liep hoofdletsel op. Daniel Craig kneusde zijn ribben.

Skyfall (2012)
Nog voor de openingstitel gaat Skyfall van start met een achtervolging door de drukke straten van Istanboel, die de kijker tien minuten lang, breed grijnzend op het puntje van zijn stoel laat zitten. Agent 007 (Daniel Craig) zit een Franse huurling op de hielen, die een harde schijf heeft gestolen met foto’s van NAVO-infiltranten in terroristische organisaties over de hele wereld. Wanneer ze hun auto’s in de prak hebben gereden, zetten ze de achtervolging voort op Honda CRF250R offroad-motoren. Vooral de scène waarin ze over de daken van de middeleeuwse Grote Bazaar rijden, is van een adembenemende schoonheid.
Het special effects-team van de Brit Chris Corbould bracht voor de achtervolging twintig Honda’tjes op maat, zodat men na elke valpartij weer over een reservemotor kon beschikken. Corbould heeft sinds 1981 zijn naam verbonden aan de James Bond-cyclus. Het motorstuntwerk voor Daniel Craig werd waargenomen door de Australische freestyle motorcrosscoureur Robbie Maddison. Maddison heeft onder meer een sprong over het Griekse Kanaal van Korinthe en een achterwaartse salto (‘backflip’) over de Londense Tower Bridge op zijn naam staan.

No Time to Die (2021)
25ste Bond-film. Vijfde en hoogstwaarschijnlijk laatste film met Daniel Craig als 007. Net als Sean Connery, vijf decennia eerder, had Craig aangekondigd nooit meer James Bond te spelen. “Ik snij nog liever mijn polsen door,” zei hij in The Guardian (2015). Maar het was kennelijk opnieuw ‘no time to die’.
Bond heeft een punt gezet achter zijn loopbaan als geheim agent en leeft een rustig bestaan op Jamaica. Tot een oude CIA-makker hem vraagt een ontvoerde wetenschapper te helpen bevrijden. De missie brengt hem op het spoor van een schurk die beschikt over een gevaarlijke nieuwe technologie.
No Time to Die bevat twee achtervolgingen met motoren. In de eerste wordt Bond met zijn Land Rover in Noorwegen (de scènes zijn opgenomen in Schotland) achternagezeten door een heel schurkenleger met Range Rovers, een helikopter en motoren: waaronder een Triumph Scrambler 1200 en een Triumph Tiger 900. Vooral het einde van de achtervolging in een mistig bos is sprookjesachtig spannend.
De tweede achtervolging is spectaculairder en vormt in de trailers het uithangbord van de film. In het Zuid-Italiaanse stadje Matera probeert Bond met zijn Aston Martin een achtervolger op een motor af te schudden. Oog in oog met de berijder mept hij die traditiegetrouw uit het zadel, waarna 007 zijn vlucht voortzet op de tweewieler. Een historisch en opmerkelijk moment. Het is de eerste keer in zestig jaar dat de oer-Britse held in de oer-Britse filmcyclus op een oer-Britse motorfiets rijdt: een Triumph Scrambler 1200 XE. Er volgt een dolle rit door de smalle straatjes en over de steile trappen van het stadje, waarna Bond met een sierlijke sprong ontkomt aan zijn achtervolgers. Op YouTube staat een montage van amateurfilmpjes waarin de achtervolging, inclusief de sprong, vanuit alle mogelijke hoeken in beeld is gebracht. Net niet helemaal overstemd door het gebrul van de tweecilinder klinken kreetjes als ‘madonna’ en ‘mamma mia’ van de toekijkende inwoners (zoek op YouTube met: “James Bond – No Time To Die: Extended edit with bike stunt riding”) Overigens zijn van de meeste in dit overzicht besproken motorstunts beelden te vinden op YouTube. Een speurtocht die de moeite dubbel en dwars waard is.
Beide Triumphs in No Time to Die zijn in een gelimiteerde editie op de markt gebracht: de Triumph Scrambler 1200 Bond Edition en de Triumph Tiger 900 Bond Edition En ter ere van het zestigjarig jubileum van de Bond-filmcyclus werd onlangs ook de Speed Triple 1200RR Bond Edition gepresenteerd.

Bond in Motion (2022-2023)
Bij het vijftigjarig jubileum van de James Bond-filmcyclus in 2012 presenteerde het National Motor Museum in het Engelse Beaulieu de tentoonstelling Bond in Motion, gewijd aan de voer-, vaar- en vliegtuigen in het 007-universum. Vanaf 2014 was Bond in Motion te bewonderen in The London Film Museum. Bij het diamanten jubileum biedt Brussels Expo (vlakbij het Atomium) onderdak aan de tentoonstelling (9 december 2022 – 14 mei 2023). Bond in Motion bevat meer dan 45 originele voertuigen die werden gebruikt in James Bond-films, waaronder auto’s, vliegtuigen, helikopters en motoren. De Cagiva 350T4 uit GoldenEye, de BMW R1200C uit Tomorrow Never Dies, de Honda CRF250R uit Skyfall en de Triumph Scrambler 1200 uit No Time to Die. Maar vooral heel veel auto’s, door Q uitgerust met wapentuig of andere snufjes. Met als pronkstuk uiteraard Bonds Aston Martin DB5.

Gerelateerde artikelen

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

Compacttest Can-Am Pulse/Origin

12 december, 2024

Can-Am en motorfietsen, dat was toch ooit? Inderdaad, ooit produceerde de Canadese firma best succesvolle ...
Roadtrip – Everest Challenge

Roadtrip – Everest Challenge

12 december, 2024

Zegt de Everest Challenge u iets? Wij introduceren het sportieve fenomeen in de motorwereld met twee gemotoriseerde ...