Reporatge Agostini’s Yamaha OW23
Hoe kon Giacomo Agostini, kind van de natie, MV Agusta verlaten voor Yamaha? In Gallarate, nee, in heel Italië sprak men er schande van. Ago volgde zijn verstand en werd in 1975 Yamaha’s eerste 500 cc-wereldkampioen. Over hoe een held een verrader werd en hoe een verrader held werd. MotoPlus blikt terug op Ago’s seizoen nog eens en bekijkt zijn legendarische Yamaha OW23. Na 120 Grand Prix-overwinningen kan Giacomo Agostini wel leven met een tweede plaats, een tweede plaats met een gouden randje. Op het podium in Brno wordt hij gefeliciteerd door winnaar Phil Read, zijn teamgenoot bij de fameuze MV Agusta-renstal uit Gallarate in 1973. Na het verlies van de 500 cc-titel in dat jaar aan Read heeft Ago zijn keuze gemaakt. Het is tijd voor een overstap. Een vaarwel naar de viertakt, een nieuw begin op de Yamaha-tweetakten. Op zijn 31e meent de Italiaanse legende na dertien wereldtitels nog wel een toekomst te hebben met een fabriek die in 1971 aan een nieuw ambitieus project begonnen was. In de 125 cc en 250 cc veroveren Yamaha-coureurs van 1964 tot en met 1973 negen wereldtitels. Maar de 350 cc en de 500 cc, de Koningsklasse, zijn al jaren het domein van het oppermachtige MV Agusta. In 1972 is Chas Mortimer op het circuit van Montjuich bij Barcelona weliswaar de eerste Yamaha-coureur die een 500 cc-GP wint, maar de Brit profiteert van de afwezigheid van MV’s wereldkampioen Agostini en hij rijdt bovendien op een YZ634A, een opgeboorde luchtgekoelde 350-twin. In 1971 polst Takehiko Hasegawa regerend 500 én 350 cc-wereldkampioen Giacomo Agostini al eens bij het Italiaanse fenomeen thuis in Bergamo. Of hij misschien…? “Te vroeg en te gevaarlijk”, oordeelt Ago. De 500 cc-tweetakt-viercilinder die Yamaha op stapel heeft staan, is nog een jong project. Ago durft het niet aan, bang ook voor vastlopers. Twee jaar later, eind 1973, is het tijd. Graaf Domenico Agusta draait zich om in zijn graf. Dat Ago in eigen land voor verrader uitgemaakt wordt, omdat hij MV Agusta verlaat, het merk dat hem alles gaf en maakte tot wat hij was, ach…. Een paar maanden later wint Ago op een Yamaha OW19, een razendsnelle maar brute 700 cc-viercilinder tweetakt, de Daytona 200. Het volk juicht mee met “Ago Nazionale”. Als hij niet lang daarna tijdens de Imola 200 in winnende positie zijn machine door een lege tank stilvalt, huilt het volk mee met “Il Magnifico”. Wrang is het wel. In feite is Ago de vervanger van Jarno Saarinen, die in 1973 in Monza samen met Renzo Pasolini de dood vindt tijdens de kwartliterrace. De Finse 250 cc-wereldkampioen geeft in de eerste 500 cc-GP’s van 1973 als debutant een masterclass, start in de eerste drie races vanaf de pole en wint er twee. Maar de splinternieuw OW20, een machine ontwikkeld door Takashi Matsui, de man die in de jaren 60 betrokken was bij de succesvolle 250- en 125 cc-viercilinders, is een machine met potentieel, zo is ook het tot dan oppermachtige MV duidelijk. Matsui maakte geen “dubbele” 250, maar neemt de OW19, Yamaha’s TZ700, en neemt de vier in lijn als uitgangspunt voor de 500. In het begin van de jaren 70 ziet Yamaha voor haar grote “brommers” het meeste in watergekoelde viercilinders in lijn, iets wat de fabriek in 1971 ook tijdens de Tokyo Motorshow bewijst met het prototype van de GL750, een 750 cc-tweetakt-straatmachine. De GL750 komt nooit verder dan het prototypestadium. Saarinen test zijn OW20 begin 1973 in het Belgische Zolder. “We hadden daar twee dagen”, herinnert Ferry Brouwer zich, destijds Saarinens monteur en tegenwoordig eigenaar van het Yamaha Classic Racing Team. “De eerste dag was er veel pers en daarom lieten we Jarno en Hideo Kanaya (de Japanse testrijder, FW) expres niet met de 500 rijden. De tweede dag was er geen journalist te bekennen en toen haalden wij de 500 uit de bus.”Na Saarinens fatale ongeluk in Monza trekt Yamaha zich terug uit de racerij, in 1974 is de fabriek er weer bij. Ook in de 500 cc, met Ago en met de OW20. Terwijl de 250- en 350-twins van Yamaha allemaal zuigergestuurd is, kiest Yamaha voor de 500 cc-machine voor een membraangestuurd blok. Tweetaktnieuweling Ago begint in februari 1974 met urenlange testdagen op de OW20. “Alsof ik in de fabriek stond”, zegt hij later. De schakeling is voor de Italiaan naar rechts omgezet zoals hij gewend was op de MV, de handvatten en rem en koppeling zijn voorzien Ago’s karakteristieke rode tape. Zijn eerste 500 cc-tweetaktoverwinning komt tijdens de derde race op de Oostenrijkse Salzburgring. Na zijn overwinning bij de Dutch TT, komt de OW23, de opvolger met een nieuw rijwielgedeelte. De twin shocks zijn vervangen door een aangepast monoshocksysteem dat Yamaha al in de cross gebruikt. Als Ago in Zweden echter met de nieuwe OW23 crasht over de voor hem gevallen Suzuki-coureur Barry Sheene belandt de maestro in de ziekenboeg; de kans op de titel is verkeken. Een vierde plaats in het kampioenschap – ruim achter oud-teammaat Read – is niet iets om blij van te worden. Zonder de pech had hij wereldkampioen kunnen worden, is Agostini’s vaste overtuiging. Samen met teamgenoot Teuvo Länsivuori verovert hij op de OW23 voor Yamaha de eerste constructeurstitel. De eerste stap is gezet. En bovendien, in zijn eerste contractjaar in Japanse dienst prolongeert Agostini op de OW16-twin de 350 cc-titel die hij een jaar eerder nog binnen MV Agusta-gelederen hield. Het is Yamaha’s eerste 350 cc-wereldkampioenschap en de eerste 350 cc-titel op een tweetakt. De focus voor 1975 ligt bij Yamaha nu helemaal op het 500 cc-kampioenschap. De OW23 van dat jaar is een duidelijk andere machine dan de OW20 waarmee Saarinen de concurrentie twee jaar eerder de stuipen op het lijf joeg. De OW23 heeft nu een chroommolybdeen dubbel wiegframe van 1,2 mm dik buis. De OW20 had nog een stalen frame van 2,0 mm dik buis dat ook dienst deed voor voor de OW19, Yamaha’s 750 in 1973. De framebuisdiameter van 28,6 mm blijft onveranderd, de 18 inch magnesium wielen van Shelby (met daar omheen voor een 3,25-Dunlop, achter een 3,50/5,25) zijn een stuk lichter dan de spaakwielen waar Saarinen mee reed. De balhoofdshoek wordt van 26 graden op de OW20 veranderd tot 27,3 graden, de wielbasis wordt ingekort. Door een andere blokophanging en door de bovenste framebuis door te laten lopen naar het balhoofd in plaats van naar beneden te laten afbuigen, heeft de fabriek extra stabiliteit gewonnen. Waar het frame van de OW20 afboog, is bij de OW23 bovendien een extra verstevigingsbuis naar de onderste buis van de wieg aangebracht. De 300 mm-schijven in het voorwiel blijven gehandhaafd, net als de standaard Yamaha-remklauw, Kayaba levert vóór een telescoopvoorvork, achter de imposante monoshock waarvan de veervoorspanning echter niet instelbaar is: is Ago niet tevreden, dan moeten zijn Japanse monteurs Saito-san en Maekawa-san een andere veer monteren. De twee monteurs werkten in Japan mee aan de ontwikkeling van de machine en kennen de OW23 goed. De nieuwste OW23 oogt voor aanvang van het seizoen 1975 mede door een sierlijk kontje niet alleen een stuk slanker dan de oer-OW20, hij weegt ook beduidend minder. Die gewichtswinst komt onder meer door de magnesium carters, het gebruik van veel titanium – zo was het rem-schakel setje van de OW20 nog van ijzer, op de OW23 is het van titanium – het gebruik van een kleinere (200 in plaats van 300 mm) achterremschijf. Yamaha’s eerste 500/4 woog volgens opgave in 1973 nog 175 kilo, de 1975-OW23 weegt tussen de 140 en 145 kilo. Het blok doet 46 kilo op de weegschaal. Binnenin dat gillende tweetaktblok is er ook het een en ander gewijzigd. Om te beginnen is het magnesium carter van de OW23 gewijzigd. De cilinders hangen zowel bij de OW20 als bij zijn opvolger onder een hoek van 25 graden, maar ze verschillen in grote mate van elkaar. De boring maal slag die bij Saarinens OW20 56 x 50 bedroeg, is bij de OW23 54 x 54. De cilinderinhoud stijgt ook een paar cc, van 492,6 naar 494,7. De machine uit 1975 heeft een maximum toerental van 10.500, bij de OW20 is het 10.000 tpm. De OW23 heeft twee aluminium cilinderblokken: in de eerste en de vierde gaan de zuigers tegelijk op en neer en in de tweede en de derde. De zuigers en krukas zijn na zo’n 500 kilometer aan revisie toe, de cilinders hebben een levensduur van zes tot zeven wedstrijden. De 34 mm Mikuni-carburateurs vergen veel werk, merken de monteurs. Elke wedstrijd weer moet de carburatie aangepast worden. De OW23 is een nogal dorstig type en Yamaha experimenteert met maar liefst zes verschillende tankmaten tot 36 liter en kiest uiteindelijk voor 25 liter, vier liter kleiner dan de 750’s van dat jaar. De machine is er ook een stuk sterker op geworden, van 84 pk vroeg in 1973 naar zo’n 100 in 1975. Bij de MV Agusta is de toegenomen dreiging van Yamaha serieus genomen. De loeiende luchtgekoelde vier in lijn-viertakt van wereldkampioen Read heeft nog een laatste technische oppepbeurt gekregen en is nu goed voor nu goed voor 102 pk bij 14.600 toeren. Net als Yamaha een jaar eerder komen de mannen van technisch opperhoofd Arturo Magni met een monocrossveersysteem; minder succesvol dan dat van Yamaha, zal gedurende het seizoen blijken. Ago heeft maar één doel en dat is de 500 cc-wereldtitel. Zelfs het verdedigen van het 350 cc-kampioenschap is van minder belang. Het vermogen van zijn OW16 is in de winter van 72 naar 77 pk gestegen – maar toch kan de Italiaan bij de seizoensopener in Frankrijk de 18 jaar jonge sensatie Johnny Cecotto op zijn eigen reservemachine van 1974 lang niet bijhouden. Heeft Ago zijn hoofd al bij de 500 cc-race? Kunnen hij en Hideo Kanaya Read verslaan? De 36-jarige Brit, nooit vies van wat psychologische oorlogsvoering, prikkelt Ago door te zeggen dat hij ex-Yamaha-man Länsivuori op de Suzuki als zijn grootste concurrent ziet – Ago en Kanaya zetten Read op het circuit van Paul Ricard met hun gillende tweetakten op een halve minuut achterstand. Op de Salzburgring strandt Ago met ontstekingspech, maar Kanaya wordt dankzij zijn eerste 500 cc-race-overwinning de nieuwe WK-koploper. Ook Länsivuori blijft Read nog voor. Op de Duitse Hockenheimring komt het tot het eerste rechtstreekse treffen tussen Ago en Read. Het wordt een geweldig duel, waarin beide mannen beurtelings de leiding in handen hebben. De Yamaha-coureur wint. “Het was een heel belangrijke race”, zegt Ago. “De MV was heel snel, maar ik wilde winnen.” Dat doet hij ook voor eigen publiek in Imola, een minuut voor de zwijgzame Read. Bovendien ziet de MV-coureur nu in de WK-stand niet alleen Kanaya maar ook Agostini voor zich staan. Na de race in Imola keert testrijder Kanaya terug naar Japan; Ago zal het nu alleen moeten doen. In Assen, waar hij al dertien keer een GP won, vergroot hij zijn voorsprong op Read met twee punten. En toch lijdt Ago een gevoelige nederlaag. Polesitter Barry Sheene is op zijn snelle maar fijngevoelige Suzuki in bloedvorm. Ago verkijkt zich op Sheene. In de laatste ronde kijkt hij over zijn schouder, ziet dat hij een redelijk gaatje heeft geslagen en waant zich winnaar. Te vroeg. “In de laatste paar bochten was ik niet snel genoeg. Barry zat plotseling achter me. Uit de laatste bocht was hij sneller. Ik keek rechtsom, hij kwam links voorbij….”In België wordt de OW23 voorzien van een futuristisch ogende achterzijde die op het een razendsnelle Francorchamps voordelen moet bieden. In de nacht van zaterdag op zondag krijgt het team nog laatste informatie na testritten van Kanaya in Japan, maar alle werk blijkt voor niets. Ago noteert zijn tweede DNF van het jaar en verliest zijn koppositie in het kampioenschap aan Read die in Spa pas zijn eerste Grand Prix van het jaar wint. Op de grid van de Zweedse GP in Anderstorp laat Ago nog een andere band monteren als hij merkt dat de natte baan opdroogt. Als hij later in de race achter Sheene de tweede plaats bezet komt hij, net als een jaar eerder, hard ten val. Door een defect ventiel loopt de band leeg. Read vergroot zijn voorsprong in de tussenstand dankzij een tweede plaats tot 24 punten op Ago. Die weet dat van de tien races er echter slechts zes tellen. Maar dan moet hij nu wel gaan scoren en de regelmatig punten pakkende Read moet eens pech krijgen. Na drie opeenvolgende poles voor Sheene is Ago weer eens de snelste in de tijdtraining op het stratencircuit van Imatra. En alles zit mee. In de 350 cc-klasse ziet hij weliswaar zijn kansen op titelprolongatie tot een minimum slinken als hij achter de sensationele Cecotto tweede wordt, maar in de Koningsklasse schrijft Ago zijn 120e GP op zijn naam en krijgt na de finish te horen dat Reads MV het einde niet gehaald heeft. Plotseling zijn de kansen volledig gekeerd. Ago weet dan dat hij in Brno aan een zesde plaats genoeg heeft voor zijn vijftiende wereldtitel, Yamaha’s eerste in de 500 cc-klasse- waar het allemaal om begonnen was. Als blijkt dat de Tsjecho-Slowaakse organisatie de race tot zeventien ronden heeft verlengd, weten Ago en zijn monteurs dat de dorstige OW23 voor problemen kan zorgen. De 350 cc-titelstrijd kent een bizarre ontknoping als Cecotto en Agostini beide uitvallen en zo de titel terecht komt bij de Venezolaan. De 500 cc-race is tumultueus met Read, Sheene en Länsivuori om beurten aan de leiding, terwijl Ago vooral de benzineconsumptie van de Yamaha in de gaten houdt. In de elfde van de zeventien ronden meldt hij zich tot ontzetting een kwart miljoen mensen langs de baan bij zijn monteurs. Die kennen de besproken racetactiek en vullen de tank van de Yamaha bij. Nog zes ronden vertrouwen op de techniek van de tweetakt en de missie is geslaagd. Drieëndertig is Ago inmiddels, maar ook bij hem is de spanning voelbaar. Een plaats bij de eerste zes moet toch lukken? Als hij in de voorlaatste ronde ook nog tweede man Länsivuori stil ziet staan, weet hij dat er niets meer mis kan gaan. Read mag winnen, maar ook bij MV Agusta weet men het: hier, op zondag 24 augustus 1975, in Tsjecho-Slowakije is definitief het viertakttijdperk afgesloten. De 500 cc-titel is hen ontnomen door de man uit Bergamo die samen met hen dertien wereldtitels had gevierd. Een zonderlinge sensatie, erkent ook Ago zelf die met Yamaha ook de constructeurstitel prolongeert. “Na mijn vertrek bij MV wilde ik laten zien dat ik ook met een 500 cc-tweetakt wereldkampioen kon worden. In 1974 ging het nog mis, in 1975 lukte het wel. Het was extra speciaal, omdat het Yamaha’s eerste 500-kampioenschap was.” Ago verdedigt zijn titel in 1976. Niet echter op een verbeterde versie van de OW23. Yamaha besluit namelijk om het fabrieksteam terug te trekken uit de 500 cc-klasse, net nadat die eerste titel is behaald. Agostini zet zijn eigen team op met … oud MV Agusta-materiaal. En voor de geschiedschrijving kan het niet mooier. Hoewel de bulderende viertakten zowel in de 350 cc en in de 500 cc-klasse hun houdbaarheidsdatum hebben overschreden, wint Ago in Assen de 350 cc-wedstrijd – de enige keer dat de 350-viercilinder heel blijft – en bij de seizoensafsluiting op de Duitse Nürburgring gaat hij definitief de boeken in als de laatste viertaktwinnaar van een 500 cc-Grand Prix. Yamaha komt weer terug in 1977. Agostini, Steve Baker en Johnny Cecotto krijgen de beschikking over OW35, een 120 pk-sterke zuigergestuurde viercilinder. Cecotto wint twee GP’s, Baker wordt vice-wereldkampioen achter Suzuki’s Barry Sheene, maar de prestaties vallen tegen. Ago breekt bij een val zijn schouder en komt niet verder dan een zevende plaats in het WK. In Tsjecho-Slowakije, waar hij twee jaar eerder op de Yamaha OW23 de eerste tweetaktwereldkampioen in de 500 cc werd, staat hij achter winnaar Cecotto voor het laatst op een GP-podium. Ago merkt dat zijn motivatie verdwenen is en dat het geluk hem in de steek heeft gelaten. “Tijd om te stoppen”, oordeelt hij. “Het was goed geweest.” Het verraad van Gallarate had men hem al lang vergeven.Met dank aan Ferry Brouwer en het TT Circuit AssenKaderGiacomo Agostini is een van de belangrijkste publiekstrekkers tijdens de Centennial Classic TT op 18 en 19 september. Ago rijdt in Assen op zijn Yamaha 350 cc-kampioensmachine uit 1974 en een MV Agusta 500/3. StreamersAgo wordt als volkomen tweetaktnieuweling meteen vol in het diepe gegooid met urenlange testdagen. “Alsof ik in de fabriek stond”Read prikkelt Ago door te zeggen dat hij Länsivuori op de Suzuki als zijn grootste concurrent ziet. Ago en Kanaya zetten Read op het circuit van Paul Ricard op een halve minuut Als blijkt dat de Tsjecho-Slowaakse organisatie de race tot zeventien ronden heeft verlengd, weten Ago en zijn monteurs dat de dorstige OW23 voor problemen kan zorgen BijschriftenOpener – opener_alternatief – opener_alternatief2De Yamaha OW23 waarmee Giacomo Agostini in 1975 Yamaha’s eerste 500 cc-titel veroverde, oogt nog als nieuw. Zij_rechtskuipDe OW23 oogde een stuk slanker dan de OW20 waarmee Jarno Saarinen in 1973 de eerste twee GP’s van het seizoen won. CarburateursDe vier 34 mm Mikuni-carburateurs vergden veel afstellingswerk. DashOp de toerenteller begint het kritische gebied bij 10.500 toeren. De viercilinder leverde rond de 100 pk. AchterMet name door een ander kontje kreeg de OW23 ook van achteren een ander aanzicht dan de OW20. MonoshockYamaha adopteerde gedurende het seizoen 1974 het monocross-veersysteem uit de cross. Zij_linksAchter de polyester stroomlijn bevindt zich de zeer compact gebouwde viercilinder in lijn. De uitlaatdempers zijn niet meer origineel, maar aangepast aan geluidseisen….Zij_rechtsDe Yamaha heeft 18 inch magnesium wielen van Shelby, met 300 mm-schijven in het voorwiel. Na experimenten met verschillende tankgroottes en koos Yamaha uiteindelijk voor een 25 liter tank. Ago_actieTijdens de Dutch TT van dit jaar reed Agostini nog een demonstratieronde op de OW23 waarmee hij 35 jaar geleden wereldkampioen werd.