Do’s & don’ts: motorrijden in de herfst
Voor veel motorrijders is de herfst de mooiste periode om te rijden. Bontgekleurde bossen, mistige weiden en nauwelijks verkeer op de weg. In de herfst kun je het er nog een keer uitgebreid van nemen. Hieronder een aantal tips om ook in dit jaargetijde veilig op pad te gaan.
Grip
De woonwerkers onder de motorrijders hebben het al lang gemerkt, de zomer zit er al een poosje op. Wie ’s ochtends op de motor stapt, voelt de kou en de dauw. De zon staat lager en het wegdek wordt stukken minder snel droog. Toch is de herfst een prachtige jaargetijde om de motor te pakken. Mooie trajecten liggen er vaak verlaten bij en het plezier kan nog groter worden als je je rijgewoonten op het jaargetijde afstemt. Dat begint met het rijden van bochten. Met het dalen van de temperatuur daalt tegelijkertijd ook de mogelijkheid om forse hellingshoeken te rijden. Zelfs op zonnige herfstdagen biedt het asfalt al lang niet meer de grip die het hoogzomer heeft. Ook de banden hebben meer tijd nodig om op de optimale bedrijfstemperatuur te komen. Dat wordt ook op een andere plek van de motor zichtbaar: wie op het dashboard de koelwater- of olietemperatuur kan aflezen, zal vaststellen dat het langer duurt eer het motorblok op temperatuur is. Bij temperaturen onder de tien graden vertanden banden en asfalt niet heel vanzelfsprekend meer met elkaar. Daarom luidt een van de belangrijkste tips: voorzichtig met het gas! En daar zijn meerdere redenen voor. Denk bijvoorbeeld aan gevallen en aangekoekte bladeren, takken en modder op de weg.
Een van de meest heikele punten is rijden in de regen. De grip van het asfalt daalt, wat er in de praktijk op neerkomt dat er minder grote hellingshoeken gereden kunnen worden en met name dat de remweg langer wordt. Oorzaak: de grip van de banden is afhankelijk van de microruwheid van het straatoppervlak. Dat zijn de kleine, deels slechts een tiende van een millimeter hoge topjes in het wegdek, waaraan het rubber van de banden zich vastgrijpt. Het tegenovergestelde daarvan is macroruwheid; grof straatoppervlak met afgeronde kanten – bijvoorbeeld kinderkopjes. Optisch is moeilijk vast te stellen hoeveel grip het wegdek biedt. Op asfalt met microfijne topjes kunnen de banden zich zelfs bij een gesloten waterfilm beter vertanden dan op grof wegdek. Dat zou er op het oog droger uit kunnen zien, maar door de gladde, ronde structuur is de grip vaak beduidend minder. Door gedoseerd ‘overremmen’ met het achterwiel kun je een indruk krijgen hoeveel grip de ondergrond daadwerkelijk biedt. Dat kan natuurlijk alleen als het verkeersbeeld het toelaat. Train je dat regelmatig bij langere herfstritten, dan leer je beter te begrijpen hoe je in de toekomst een natte weg moet ‘lezen’.
De rijdynamiek zelf verandert door de koele, natte herfst niet in vergelijking met droge en hete zomerse dagen. Uiteraard moet er wel voorzichtiger worden omgesprongen met acties als accelereren, remmen, insturen en het rijden van bochten. Met name de keuze van de juiste lijn in een bocht is ontzettend belangrijk. Kies je de bochtapex te vroeg, dan krijg je bij de bochtuitgang moeite om op de eigen rijbaan te blijven. De speelruimte om vervolgens corrigerend op het stuur te drukken, is door de mindere gripreserves natuurlijk een stuk beperkter. Als vuistregel om ook in de herfst lekker te sturen geldt: vroeg remmen, wat later insturen en beheerst accelereren.
De mens
Wie het koud heeft, die verkrampt. En daarmee heb je op een regenachtige dag, waarop soepel rijden de hoogste prioriteit heeft, slechte kaarten in handen. De luchtige en lichte zomerkleding kan worden opgeborgen. Doe je zelf een plezier door onder het waterdichte textielpak technisch ondergoed als basis te dragen, dat een goede ademende werking heeft. Het kan daarnaast ook geen kwaad om naar een verlaten industrieterrein te rijden om wat te oefenen. Belangrijkste oefening: remmen in de regen, ook al heb je een motorfiets met ABS. Probeer het juiste gevoel te ontwikkelen om op een natte weg veilig tot stilstand te komen. Relatief zonder gevaar kun je uitpluizen hoe snel het achterwiel bij regen de blokkeergrens bereikt. Voluit remmen is dan de beste leerschool. Daarbij moet je je wel bewust zijn van de dynamische wiellastverdeling. Als de remdruk plotseling enorm wordt verhoogd (bijvoorbeeld bij een paniekreactie), blokkeert het voorwiel en is een crash haast onontkoombaar. Train dat voluit remmen, waarbij je de remdruk aan de voorzijde binnen een krappe seconde op je persoonlijke maximum brengt – achter moet dan altijd en zonder vertraging worden meegeremd.
Bij regen en op koude dagen moet de motor natuurlijk meer de bocht om gedwongen worden en is het luchtige stuurwerk van de zomer passé. Abrupte manoeuvres zijn uit den boze, gevoelige en soepele stuurbewegingen zijn het belangrijkst. Gebruik de training daarom ook om uit te puzzelen hoeveel hellingshoek je zelf en ook de motor onder deze omstandigheden aan kunnen. Je zult nog versteld staan van de mogelijkheden.
De motor
Een technisch fitte motorfiets is een voorwaarde voor iedere rit die je maakt. Voor de herfst moet je echter nog een paar extra zaken in acht nemen. Zien en gezien worden is voor motorrijders van levensbelang. De eerste controle betreft dan ook het voor- en achterlicht. Een eerste maatregel om de lichtopbrengst te vergroten, is het reinigen van de koplamp. Als je het vaak troebele laagje weg wast, heb je zo maar twintig procent aan lichtkracht gewonnen. Aangezien modderige straten en regenritten onlosmakelijk met de herfst zijn verbonden, is dit een klusje dat je regelmatig moet verrichten. Doe het bijvoorbeeld even bij een tankstop.
Zonder te investeren in dure mistlampen of pseudo-xenon-schijnwerpers, kun je door het simpel wisselen van de lampen al een veel betere lichtopbrengst realiseren. Alleen al door over te stappen op hoogwaardige lampen van een goed merk kun je tot 100 procent winst boeken.
Volgende stap: de controle van de banden. Als het profiel al op de slijtagegrens zit, doe je er goed aan om de banden alvast te vervangen. Banden met goede natte eigenschappen zijn onmisbaar als je bij regen en op koude dagen onderweg bent. Kijk wat dat betreft ook onze laatste bandentesten van dit jaar nog even goed na op het onderdeel ‘prestaties op nat wegdek’ (MotoPlus 7/2022 & MotoPlus 8/2022).
Op koude dagen gaat een deels opgeladen accu al snel door de knieën. Controleer, voor zover mogelijk, het niveau van de accu en laad hem bij. Ideaal zijn laders met een snelkoppeling, die je ’s nachts op de accu kunt aansluiten.
Het materiaal
Rijp op het zadel, regendruppels op de tank en het windscherm. Dat maakt allemaal niet uit als je de persoonlijke uitrusting voor herfstritten maar goed in orde hebt. Als het regenwater je na vijf minuten al in de laarzen staat, draai je om en ga je naar huis. Dat geldt ook voor de handen. Met klamme vingers kun je immers niet de ideale stuurbewegingen maken. Neem de proef eens op de som: kijk voor de volgende rit eens goed of de handschoenen en laarzen nog wel waterdicht zijn. Want ook hiervoor geldt dat het materiaal aan slijtage onderhevig is. Met een dompelbad merk je al snel waar het water de handschoenen of laarzen binnenkomt. Sla niet aan het experimenteren met rubber overtrekken voor handen en voeten. Deze beperken de bewegingsvrijheid in belangrijke mate. Doe je zelf een plezier en koop een paar andere laarzen of handschoenen.
Wanneer is je textielpak voor het laatst in de wasmachine geweest? Ook hier blijft veel straatvuil in hangen. Haal voor het wassen de protectoren uit de kleding, gebruik een fijn of speciaal wasmiddel en laat de wasmachine een extra spoelgang uitvoeren. Gebruik in ieder geval geen wasverzachter, want dat tast de werking van het waterdichte klimaatmembraan aan. Mag het pak volgens het wasvoorschrift in de droger? Prima, dat is goed voor de impregneerlaag. Dat kan ook, indien toegestaan, met het strijkijzer. Als ook dat niet meer helpt, dan kun je de buitenlaag zelf met een impregneermiddel behandelen om hem weer waterafstotend te krijgen.
Dan een blik door het vizier. Ziet dat er uit of er een schuurspons overheen is gegaan? Weg er mee, want de kans dat je bij een laagstaande zon compleet wordt verblind is zeer groot. Ook een sterk getint vizier kun je in de herfst beter thuis laten. In de herfstkleuren van het bos zijn zwijnen en herten in deze tijd van het jaar zeer actief en die zie je met zo’n vizier altijd te laat. Zeker in de schemering is opperste waakzaamheid gevraagd en dat vereist een heldere blik. Het kan in die zin zeker geen kwaad om een Pinlock binnenvizier aan te schaffen om beslaan tegen te gaan. Zo’n vizier wordt tegenwoordig standaard bij nagenoeg iedere helm meegeleverd en is anders voor ongeveer € 30,- te krijgen.