Reizen Thailand
Thailand: land met een glimlach, mooie stranden, geweldige cultuur en heerlijk eten. Bovenal echter ook een land met prachtige stuurwegen, die je niet beter kunt bedwingen dan per motor. En dus vertrokken we met twee Honda Phantoms vanuit Bangkok voor een rondrit die voerde naar de grens met Birma (Myanmar), Noord-Thailand en weer terug. Een reis vol verrassingen, maar vooral eentje door een totaal andere wereld. Na een vlucht van zo’n elf uur landen we op de luchthaven van Bangkok. Dat valt op zich nog mee, maar het contrast tussen onze westerse beschaving en de oosterse hier kan bijna niet groter. Voor we aan de motorreis beginnen, blijven we dan ook eerst een paar dagen in Bangkok. Om te acclimatiseren, maar ook om boodschappen te doen. We wandelen wat door het Lumphini Park, waar de Thaise bevolking al om 6:00 uur in de ochtend Tai Chi oefeningen aan het doen zijn. Via de metro en een ferry over de Chao Phraya rivier, bezoeken we de grootste en oudste tempel van Bangkok, de Wat Pho. Naast de grote gouden Boeddha bevindt zich hier ook de oudste massageschool van Thailand, met leerlingen van over de hele wereld. Misschien voor later, eerst gaan we nog wat cultuur snuiven bij het moderne Ratchaprasong shopping centre, waar we twee prachtige helmen kopen voor slechts 15euro per stuk. Echte Spark helmen ook nog, waarvan de producent niet alleen qua naam, maar ook qua logo heel goed heeft gekeken naar een meer gerenommeerde naam in helmenland. Driemaal raden welke. De pasvorm blijkt overigens niet direct ideaal. Kleinigheidje, met wat zakdoeken en een spons in de binnenschaal zitten ze in ene als gegoten.Op de vierde dag worden we bij het hotel opgehaald door de motorverhuurder en maken we kennis met onze Honda Phantom motoren. Na wat formaliteiten worden we door een gids het drukke Bangkok uitgeloodst en rijden we met ruim 35 graden en een dikke laag smog over de snelweg richting noorden. Meer precies richting het plaatsje Tak, vanaf waar we binnendoor verder gaan en daarom afslag 105 naar het westen nemen. De weg kronkelt zich tussen rijstvelden en heuvels door en brengt ons in Mae Sot, dicht bij de grens met Birma. Na het opnieuw spannen en invetten van de ketting rijden we verder naar de grensovergang en tevens het meest westelijkste puntje van Thailand bij de Moei rivier. Daar aangekomen worden we direct belaagd door smokkelaars die ons drank en hasj willen verkopen. Wanneer ze merken dat we niet geïnteresserd zijn in hun contrabande zwemmen ze weer door de rivier terug naar Birma.De volgende dag rijden we lang de Birmese grens op en zien immens grote en drukke vluchtelingenkampen. Birma, dat officieel sinds 1989 eigenlijk Myanmar heet, is een militaire dictatuur en meer dan 400.000 mensen zijn de afgelopen jaren al naar Thailand gevlucht. Hier worden ze echter officieel niet erkend, waardoor ze genoodzaakt zijn zich terug te trekken in de kampementen. Met duizenden wonen op een klein oppervlak in kleine hutjes gemaakt van teak en bananen bladeren. Zover je kunt kijken zie je de hutjes strak tegen elkaar en mensen hangen verveeld rond of lopen met grote pakken bladeren of emmers water over de weg. Zodra we de drukste kampen zijn gepasseerd stoppen we op een rustig plekje om wat te drinken. Nog voor we onze fles water open hebben, komen er al twee mannen onze motoren bewonderen. Engels kunnen ze niet, maar met handgebaren maken ze duidelijk dat ze uit Birma komen en onder de indruk zijn van onze “grote” motoren. Vooral de banden die net zo breed zijn als hun kuiten maken indruk. Als we onze weg richting Mae Sariang vervolgen verandert het mooie strakke asfalt ineens in een onverharde piste. De eerste vijf kilometer gaan goed, maar bergop in het losse zand zakt één van de motoren in een nat spoor. De motor schuift achter weg en duikt in het zand. Wanneer we pogen de motor weer overeind te zetten horen we plots uit het niets een Nederlandse stem achter ons, of hij kan helpen. We maken kennis met Hans, een Rotterdammer die jaren geleden emigreerde naar Thailand en het land nu offroad met zijn Honda aan het verkennen is. We drinken samen wat water in de volle zon en horen dat de weg over drie kilometer weer is voorzien van een mooie laag asfalt. Daarvan blijkt gelukkig geen woord gelogen en na een tijdje en slingert de harde weg zich ruim 100 kilometer door een heuvelachtig dicht junglelandschap. Bij Mae Sariang aangekomen besluiten we, wegens tijdgebrek, het noordwesten over te slaan. We draaien de neuzen daarom naar rechts en zetten koers in oostelijke richting. Na nog eens ruim 100 kilometer alleen maar mooie bochten, vinden we een prachtige, ruime paalwoning in Mae Chaem. En dat voor het luttele bedrag van 12 euro per dag, dat zijn nog eens prijzen. We trakteren onszelf op een lekkere douche en genieten vanaf ons terrasje van een schitterend uitzicht over de uitgestrekte rijstvelden en de ondergaande zon…..De volgende dag staat in het teken van de beklimming van Thailand’s hoogste berg, de Doi Inthanon met een hoogte van 2.565 meter. De weg aan de westzijde is niet meer dan een landweggetje met hellingspercentages van soms dik 30 procent. Zelfs in de eerste versnelling blijft het regelmatig spannend of de Honda’s het wel trekken. Het grootste gedeelte ervan loopt ook nog eens door een dichte jungle, waardoor het bij elke haarspeldbocht weer een verrassing is wat er na de bocht gaat komen.Bijna bovenaan staan twee tempels die door de Thaise luchtmacht zijn gebouwd als eerbetoon aan de Thaise vorst en vorstin. De tempels zijn volop voorzien van goud en marmer en liggen in een schitterende botanische tuin. Hier boven blijkt ook dat aan de oostkant van deze berg een vierbaans autoweg loopt, waarover dagelijks vele busladingen toeristen aankomen. Daar gaat ons overwinningsgevoel van de beklimming. Tijdens de afdaling lunchen we met wat chips bij de Mae Klang Watervallen en rijden even later het drukke Chiang Mai binnen, waar we een aantal dagen zullen blijven. We laten onze kleren wassen bij het hotel en genieten ’s avonds van een heerlijke Italiaanse pizza en een cappuccino bij Starbucks. Vanuit Chiang Mai bezoeken we onder meer het handwerkers dorp Bo Sang en de oude binnenstad, waar de motorzaakjes strak naast elkaar zitten. We laten hier even gratis de ketting spannen en zien dat een nieuwe Honda Phantom 200cc al vanaf 1800 euro te koop is. Ook brengen we een bezoek aan de Phrathat tempel op de Doi Suteph berg, extra leuk vanwege de mooie kronkelweg naar boven. Minder leuk zijn daarna de 309 traptreden omhoog om bij de tempel te komen. Normaal heb je vanuit deze tempel een prachtig uitzicht over Chiang Mai, maar vandaag zien we alleen een dikke laag smog. ’s Avonds brengen we een bezoek aan de Night Bazaar, een enorme markt waar je werkelijk van alles kunt kopen, variërend van kleding tot ventieldopjes. Ook proberen hier de hill tribe vrouwen in klederdracht, het liefst met een baby op de arm, je de grootste rotzooi te verkopen, zoals kettinkjes en muzikale houten ratelkikkers.We eten bij een kraampje een lekker bordje nasi en Pad Thai noedels, voor de inmiddels vertrouwde prijs van één euro per persoon inclusief een blikje cola. Ter afsluiting nemen we als toetje een zoete roti, een samengevouwen pannenkoek gevuld met bijvoorbeeld verse banaan of choco pasta. Na de paar dagen sightseeing vertrekken we weer uit Chaing Mai en rijden naar het noordoosten voor een bezoekje aan het Elephant Conservation Centre. Het eerste olifanten ziekenhuis ter wereld en regelmatig komen er olifanten uit Birma en Cambodja die op een landmijn zijn gaan staan en daardoor een poot missen. Ook bevinden zich hier een aantal heilige witte (albino) olifanten, maar die zijn voor ons helaas niet toegankelijk. Met het olifantencentrum achter ons stoppen we bij de bosmarkt van Lampang voor een lunch. Hier liggen naast medicinale kruiden ook lekker gegrilde insecten, zoals knapperige sprinkhanen waarvan de pootjes kunstig zijn vastgebonden. Wij houden het toch maar bij een bordje nasi en rijden even later Lampang binnen. Al enige dagen dacht ik dat de remblokjes op waren, en dat vermoeden blijkt bij het aanremmen voor een stoplicht inderdaad juist. De remblokken zijn volledig weg, het voorwiel blokkeert en ik schuif dik twintig meter over het asfalt. Dankzij de beschermende motorkleding heb ik alleen een brandplekje op mijn elleboog, maar het windscherm van de Honda ligt in stukken. We rapen de stukken bij elkaar en vinden na een korte zoektocht een Honda dealer waar tien monteurs tegelijk aan de reparatie beginnen. Na een half uurtje hebben ze het windscherm met plakband aan elkaar geplakt en zijn er nieuwe remblokjes gemonteerd. Kosten zeven euro.Vanuit Lampang rijden we via een mooie verbindingsweg, de 101, langs de Yom rivier richting Ayutthaya. De weg loopt door uitgestrekte rijstvelden en het aantal auto’s dat we tegenkomen is op een hand te tellen. Vanuit Ayutthaya bezoeken we het Sukhothai National Parc, de eerste hoofdstad van Thailand en in 1991 door Unesco op de werelderfgoedlijst gezet. Het park, met ruines van onder meer het oude paleis uit de 13e eeuw, is zo groot dat je bij de ingang fietsen kunt huren, Wij vertrouwen liever op onze eigen motoren. ’s Avonds worden we verrast door een groot feest in de binnenstad, met volop praalwagens, vuurwerk en muziek. Wij installeren ons midden op straat tussen de uitlaatgassen en maken bij een klein eetkraampje met handen en voeten duidelijke welk gerecht we graag in de wok zien gaan. We genieten van de straattaferelen en het wederom lekkere Thaise eten. Aan alles komt een eind helaas, en voor ons wordt het tijd weer terug te gaan richting Bangkok. We nemen de drukke A1 snelweg naar het oude vliegveld van Bangkok, waar we hebben afgesproken met een gids van het verhuurbedrijf. Hij escorteert ons de laatste veertig kilometer door de drukke binnenstad. Deze kilometers hebben weinig met motorrijden te maken, is meer een kwestie van overleven. Tweewielers zijn hier het laagste in de rangorde, zowel auto’s als vrachtwagens negeren je volledig en regelmatig snijden ze je de weg af. Strak in formatie rijden en veel toeteren is het enige wat hier lijkt te werken. In Bangkok gaat het met de rugzakken en helmen met de monorail naar het oude Hualamphong treinstation. We sluiten onze reis af met een weekje strand en voor een euro per persoon brengt de trein ons naar de luxe badplaats Cha-am/Hua Hin. De coupe´s zitten vol, een oude vrouw naast me legt rustig haar hoofd op mijn schouder en gaat slapen. Hoort erbij, is ergens zelfs wel charmant. En helemaal passend bij de rest van het land. ________________________________________[INFOKASTEN]THAILANDLigging: Zuidoost-AziëAfstand vanaf Utrecht: +/- 9.300 km Buurlanden: Laos, Cambodja (oosten), Myanmar (voorheen Birma), Andamanse Zee (westen), Maleisië (zuiden ) en de Golf van Thailand (zuidoosten)Hoofdstad: BangkokOppervlakte: 513.115 km² (kleine 12,5 zo groot als Nederland)Inwonertal: 66 miljoenHoogste punt: Doi Inthanon, 2.590 mToeristische trekpleisters: Chiang Mai, Phuket, Bangkok en vele schitterende tempelsTaal: ThaiSchrift: Thai (44 medeklinkers, 11 klinkers)Munteenheid: BahtTijdsverschil: 7 uur laterKlimaat: Thailand kent een tropisch klimaat in combinatie met moessonwinden. Dat betekent warmte en een hoge luchtvochtigheid. Het land kent drie seizoenen: het hete seizoen (maart t/m mei), regenseizoen (mei/juni t/m oktober) en het overgangsseizoen.Landschap: Het noorden is bergachtig met regenwoud, rijstvelden en teakwouden, terwijl het toeristische zuiden wordt gekenmerkt door tropische vegetatie. Daartussen bevindt zich het centrale laagland en het rivierengebied. Beste tijd: Afhankelijk van het gebied dat je gaat bezoeken. Laat je niet afschrikken door de term regenseizoen, het regent niet de hele dag, maar één á twee keer per dag kort maar hevig. Land is dan in volle bloei. Wetenswaardigheden: De verbinding tussen Bangkok en het bergachtige noorden wordt gevormd door een saaie snelweg. Tenzij je de rondreis op een zware BMW wilt maken, die alleen in Bangkok te huur zijn, kun je de reis beter beginnen in Chiang Mai. Ook handig om te weten, boek enkel een vlucht en een hotel voor de eerste dagen en regel de huur van de motor ter plaatse. De gloednieuwe 200cc Phantoms kostten ons € 200,- per week.Contact: www.thaisverkeersbureau.nl________________________________________[STREAMERS]WE KOPEN TWEE PRACHTIGE HELMEN VOOR SLECHTS 15EURO PER STUK, ECHTE ‘SPARK’ HELMEN OOK NOGDAAR AANGEKOMEN WORDEN WE DIRECT BELAAGD DOOR SMOKKELAARS DIE ONS DRANK EN HASJ WILLEN VERKOPENWANNEER WE POGEN DE MOTOR OVEREIND TE ZETTEN, HOREN WE PLOTS EEN NEDERLANDSE STEM ACHTER ONS, OF HIJ KAN HELPENNAAST MEDICINALE KRUIDEN LIGGEN ER OOK KNAPPERIG GEGRILDE SPRINKHANEN WAARVAN DE POOTJES KUNSTIG ZIJN VASTGEBONDEN