GP Wegrace Misano, San Marino
Pecco Bagnaia verlegde grenzen in Misano. Met een foutloos optreden tijdens de Grand Prix van San Marino werd hij de eerste Ducati-coureur ooit die vier races op rij wist te winnen. Om dat historische feit te bereiken, moest de Italiaan ook zijn eigen grenzen verleggen. Want het verschil tussen hem en Enea Bastianini, volgend jaar zijn nieuwe teamgenoot, bedroeg slechts 0,034 seconde. Maverick Viñales volgde knap als derde, Fabio Quartararo berustte in zijn vijfde plaats.
Nadat hij voor het eerst in ruim vier jaar weer eens een pole-position had gepakt, sprak Jack Miller zich uit over zijn strijdplan voor de race. Ja, in Oostenrijk had hij al even geprobeerd om zijn teamgenoot Pecco Bagnaia achter zich te laten en in Misano zou hij zeker een tweede poging willen doen. Maar, aldus Miller: “We weten wat er hier op het spel staat. Ik weet waar hij voor rijdt en waar ik voor rij.” Johann Zarco had enkele dagen eerder al uitgelegd wat de Ducati-rijders hadden meegekregen over hun strijdwijze. “Gigi (dall’Igna, Ducati Corse-baas, red.) heeft ons gezegd dat we voor de overwinning moeten gaan als dat kan, maar als je vierde of vijfde rijdt, dan is het misschien verstandig om na te denken als je Pecco kunt helpen”, was Zarco duidelijk. Op de wedstrijddag belandde Zarco na een onbedoeld duwtje van Brad Binder samen met Pol Espargaro en wild card-rijder Michele Pirro al in de eerste bocht spectaculair in de grindbak, Miller ging na ruim één ronde zelf in de fout terwijl hij leidde. Dat bracht Enea Bastianini, een andere Ducati-rijder op kop. “Het is moeilijk om in de race met andere Ducati’s te vechten, want we hebben allemaal hetzelfde sterke punt”, had de Gresini-kopman na zijn derde tijd in de kwalificatie nog gezegd. “Om dan het verschil te maken, dat is moeilijk.” Op zondag maakte Bagnaia dat verschil.
Pecco is niet perfect, naast de baan niet en er op evenmin: na zijn overwinning in Assen, stuurde hij in beschonken toestand zijn auto een sloot in, in Misano achtte hij het een goed idee om met zijn helm een eerbetoon te brengen aan de omstreden ex-basketballer Dennis Rodman en op de baan ging hij op vrijdag in de fout door voor de aanstormende Alex Marquez het gas dicht te draaien. In de veronderstelling dat de trainingsessie voorbij was. Het kwam hem op een gridpenalty van drie plekken te staan; een straf die hij zonder mokken accepteerde, nadat hij direct op het circuit al zijn fout erkende en zich verontschuldigde bij Marquez. In de kwalificatie klokte Bagnaia de tweede tijd, waardoor hij als gevolg van zijn straf vanaf de vijfde plek op de tweede rij aan de wedstrijd moest beginnen. Die vijfde plaats was nog steeds oké, volgens hem.
En dat bleek, want Bagnaia startte uitstekend en passeerde in de derde ronde Bastianini. Tot en met de negentiende van 27 ronden leek toen de grootste bedreiging te komen van Misano-fan Maverick Viñales. Toen de Aprilia-coureur echter fouten begon te maken, zag Bastianini zijn kans schoon om het Bagnaia moeilijk te maken. Het duel bereikte een apotheose in de laatste ronde, toen Bastianini zijn aanval leek te willen plaatsen in de vierde bocht. Om een botsing te vermijden, moest hij vol in de remmen. Bij het uitkomen van de laatste bocht kreeg hij een tweede kans: het verschil bleef beperkt tot 0,034 – in het voordeel van Bagnaia. Het feit dat hij in de laatste ronde een nieuw ronderecord klokte, toonde aan dat Bastianini niet de rode loper wilde uitrollen voor Ducati’s grootste hoop op een wereldtitel sinds 2007. Viñales pakte op 4,2 seconden zijn derde podium van het seizoen.
Zo hield Bagnaia zijn bijzondere statistiek van 2022 in ere: zijn enige plek op het podium is de eerste – en dat inmiddels zes maal. De laatste MotoGP-rijder die zes races won en toch naast de titel greep, was in 2017 de in Misano afscheid nemende Andrea Dovizioso, destijds op een Ducati.
Een makkelijke race was het geenszins geweest, benadrukte de zeer opgeluchte Bagnaia die in tegenstelling tot twee eerdere races in Misano (2020 en 2021) nu niet bezweek onder de druk. “Vanaf de eerste ronde voelde ik dat de (harde) voorband onder me vandaan wilde”, vertelde de 25-jarige Italiaan in zijn analyse. “De volgende ronde crashte Jack en in dezelfde ronde was ook Enea de voorkant kwijt. Dus aan het begin van de wedstrijd was het om bang van te worden. Bij mij was de voorkant weg in bocht 11 (de snelste bocht van het circuit, red.). De omstandigheden waren vandaag zeker anders dan tijdens de kwalificatie, zeker na de Moto2-race (met Dunlop-rubber, red.). In het begin was het heel moeilijk en ik voelde me langzaam. Maar in de laatste zes, zeven ronde was de pace heel goed.”
Bagnaia was zich de hele race bewust geweest van de dreiging van achteren. Zijn verdedigingstactiek was opmerkelijk. “Als ik overal het gat dicht zou gooien, zou dat volgens mij eerder meer kansen bieden aan degene achter me. Om competitief te zijn, zou het het beste zijn om mijn eigen lijnen te rijden. Dat heeft me geholpen om de hele race snel en constant te zijn.” In de belangrijke laatste ronde besloot Bagnaia om zijn bochtensnelheid zo hoog mogelijk te houden. “Ik had geen tractie meer. Daarom ging ik wat wijd bij het uitkomen van de bocht, maar Enea had een erg goede ‘pick up’ uit de laatste bocht. Hij had een geweldige acceleratie. Mijn lijn was vooral om geen acceleratie te verliezen. Als ik daar mijn normale lijn had gehouden, had ik ‘m verloren. Daarom koos ik daar voor bochtensnelheid.”
Net als Bagnaia had ook Bastianini gemerkt dat de harde voorband tijd nodig had om op temperatuur te komen. Halverwege de race voelde de Gresini-rijder zich sterker. Zijn aanvallen in de laatste ronde waren niet slechts voor de bühne geweest. “Ik heb alles geprobeerd, maar Pecco had net iets meer”, aldus Bastianini na zijn vierde podium van het jaar. “Het was ook gekkenwerk geweest om te proberen in te halen, want we hadden allebei kunnen vallen. Het was goed zo.”
Op de racedag in Misano was het exact zes jaar geleden dat Maverick Viñales op een Suzuki zijn eerste MotoGP-race won. Een eerste overwinning op Aprilia bleek tijdens de Grand Prix van San Marino nog net te hoog gegrepen. Terwijl teamgenoot Aleix Espargaro op een circuit dat hem niet bijzonder ligt met een zesde plaats naar eigen zeggen ‘niet happy maar wel tevreden’ was, moest Viñales erkennen dat Bagnaia en Bastianini te snel waren geweest. “Zij hadden iets extra’s”, vond een glimmende en trotse Viñales. “In het begin probeerde ik het, omdat ik steeds de race van 2020 in m’n hoofd had toen ik Pecco constant onder druk hield en hij een fout maakte (en Viñales won, red). Maar hij is sterker geworden. Hij reed foutloos en tegen het einde kreeg ik het moeilijker. Toen zei ik ‘oké, vandaag is het een derde plaats. Het is wat het is’.”
Twee weken voor de San Marinese Grand Prix maakte Fabio Quartararo een ijzersterke indruk toen hij zich op de Ducati-vriendelijke Red Bull Ring slechts winnaar Bagnaia niet kon passeren. In Misano, waar Yamaha met acht overwinningen sinds 2007 de meest succesvolle contructeur is, stond Quartararo na een teleurstellende achtste plaats in de kwalificatie – op slechts 0,3 seconde – al voor een zware taak. “Dit jaar is de kwalificatie het belangrijkste. Als ik niet de pace heb, kijk ik al waar ik kan inhalen”, zei de Fransman op zaterdag. “Ik wil niet klagen, want iedereen weet wat het probleem is. Maar als je altijd voor de winst of de pole vecht, dan is het een stuk leuker. Ik wil ergens voor vechten waarvan ik weet dat het kan. Ik heb het potentieel om het beter te doen.” Die quasi voorspelling kwam slechts ten dele uit.
“Op mijn pitboard zag ik G5 staan, het teken dat we een groep van vijf man hadden”, vertelde Pecco Bagnaia na afloop. “Ik dacht dat Fabio dichtbij zat. Het hele weekend was zijn pace ongelooflijk. Ik dacht dat hij mee zou doen voor de overwining. Misschien helpt het soms om meer snelheid te hebben.” Die laatste constatering was een steekje naar Quartararo, die een halve seconde achter de sterke Luca Marini niet verder kwam dan de vijfde plaats – zijn slechtste finish in negen GP’s. Dat de Yamaha-coureur daar hard voor had gereden, werd bewezen door zijn overtredingen van de track limits. Terwijl de volledige top 3 na drie overtredingen een waarschuwing kreeg, was Quartararo met vier fouten slechts één overtreding verwijderd was van een Long Lap Penalty. Bagnaia winnende tijd was 5,1 seconden sneller dan zijn eigen wedstrijdrecord van vorig jaar. Quartararo werd in die race tweede op 0,364 seconde.
Dit jaar was de wereldkampioen 0,3 langzamer dan vorig jaar en met die zijn elf punten leverde hij ook weer veertien punten in op de naar de tweede positie gestegen Bagnaia. “Dit was de grens”, was Quartararo resoluut. “Ik was meer gefrustreerd dan boos. Meer zat er niet in.” Een probleem had hij tijdens de race niet gehad – en juist dát was het probleem, vond Quartararo. “Ik zal niet zeggen dat ik me zorgen maak, maar kalm ben ik ook niet. Ik heb voor mezelf een goede race gereden maar het was maar een vijfde plaats op iets meer dan vijf seconden. We zitten niet in een hele goede situatie. We zijn wat constanter dan Pecco maar kijk je naar de snelheid, dan zijn we erg langzaam.”
Nadat voor hem Miller en de vanaf de derde plaats gestarte Marco Bezzecchi crashten, was concurrent Espargaro de enige die Quartararo nog kon passeren. “Met de anderen had ik geen enkele kans. Ik kon niks proberen en ik heb het niet meer zo naar mijn zin als normaal. Ik zit op de limiet, maar het is niet genoeg. Als ik nog meer probeer, lig ik er af. Ik had het mes op de keel.”
De komende Grand Prix in Aragon is er een waar hij de schade beperkt moet houden, verwacht Quartararo: vorig jaar won Bagnaia er zijn eerste MotoGP-race na een zinderende strijd met Marc Marquez; Quartararo werd slechts achtste – en hoopt nu op hulp van buitenaf. “Ik hoop dat Marc zo snel mogelijk terug komt. Zodat hij het plannetje van de rode machines een beetje kan dwarsbomen.”