GP Wegrace Spielberg, Oostenrijk
In de eerste vijf wedstrijden van het seizoen scoorde Pecco Bagnaia een magere 31 punten. In de acht daarna verzamelde hij er dankzij vijf overwinningen 125 bij. De overige drie races eindigde hij in de grindbak. Op de Red Bull Ring leidde de Ducati-coureur al weer voor de vijfde keer dit jaar alle doorkomsten. Maar hoe knap Bagnaia’s race ook was, de meeste lof oogstte Fabio Quartararo. De wereldkampioen werd tweede op minder dan een halve seconde en zette – volgens het slachtoffer zelf – derde man Jack Miller voor gek. Marc Marquez kwam op bezoek.
Toen in 2016 de Red Bull Ring in aangepaste vorm terugkeerde op de kalender – eerder stond het circuit onder meer bekend als de Österreichring – bleek meteen dat Ducati een nieuw favoriet circuit had gevonden. Fabriekscoureur Andrea Iannone maakte een einde aan een periode zonder overwinningen die na het vertrek van Casey Stoner in 2010 was begonnen. Daarna volgden dankzij Andrea Dovizioso (drie maal) en Jorge Lorenzo en Jorge Martin nog twee zeges. Pecco Bagnaia zorgde voor Ducati’s zevende overwinning in negen races – telkens twee in 2020 en 2021 – op het schilderachtig gelegen hogesnelheidsparcours met sinds dit jaar elf bochten. Bagnaia en teamgenoot Miller brachten het aantal podiumplaatsen op veertien, maar nog niet eerder finishte een Yamaha-coureur als tweede op de Red Bull Ring.
Fabio Quartararo, in 2019 en vorig jaar als eens derde, reed een briljante race en toonde aan dat de veelbesproken toevoeging van een chicane voor hem geen nadeel was gebleken. Zijn inhaalactie vier ronden voor het einde op tweede man Miller tussen de eerste en de tweede slinger van de rechts-links-chicane verdiende de schoonheidsprijs. Zelfs Miller complimenteerde de Fransman; het was al het tweede schouderklopje dat Quartararo van een collega kreeg. Aleix Espargaro zei op zaterdag dat de verdedigende wereldkampioen verreweg de beste coureur van het stel was. “Moeilijk te zeggen. Ik geloof dat ik beter dan ooit rij”, lachte Quartararo ongemakkelijk. “Ik wil niet pretentieus klinken, maar het is een mooi compliment.”
De Aprilia-rijder zelf kende een lastig weekend en slaagde er net als teamgenoot Maverick Viñales maar moeilijk in om de speciaal voor de Red Bull Ring meegebrachte Michelin met een harder karkas werkbaar te houden tot het eind. Door het vele spinnen was de band in de slotronden op, en meer dan een zesde plaats was voor hem onder die omstandigheden niet haalbaar geweest, zei de toch niet ontevreden Espargaro. Hoewel hij in de openingsfase het duel met Quartararo aan leek te kunnen gaan, verspeelde Espargaro tien punten op de klassementsleider en vijftien op de steeds dichterbij kruipende winnaar Bagnaia. Net als eerder in Assen en Silverstone begon de 25-jarige Italiaan aarzelend aan het weekend, omdat hij met zijn rijstijl, waarbij hij de achterrem veel gebruikt, aanvankelijk moeite had met het hardere karkas van de achterband. Maar op de zaterdagmiddag begon het te lopen en met een tweede plaats achter polesitter Enea Bastianini had Bagnaia een prima uitgangspositie. Direct na de start pakte hij de kop maar toen hij na enkele ronden gepasseerd werd door de pushende Miller, sloeg Bagnaia direct terug. Uit noodzaak. Na eerder contact met mentor Valentino Rossi koos hij tegen diens advies in voor de zachte compound voorband. “Dat was niet de beste keus, want ik was de voorkant vaak kwijt. Toen Jack me inhaalde wist ik dat de druk in de voorband te veel zou worden. Dus toen hij zo makkelijk voorbij kwam, probeerde ik te versnellen en ik kon een gaatje slaan.”
Dat gaatje bedroeg na 28 ronden slechts 0,492 op Quartararo, wat betekende dat Bagnaia voor het eerst in zijn carrière drie opeenvolgende MotoGP-races won – de eerste keer voor een Ducati-rijder sinds Casey Stoner in 2008 én de eerste Italiaan sinds Valentino Rossi. Om zover te komen, remde Bagnaia zich in Oostenrijk letterlijk de gaten in de zolen van zijn laarzen. Evenals in Silverstone contacteerde hij op de Red Bull Ring de hulplijnen met niet alleen Rossi – “hij zal wel wat zeggen van die softe voorband” – en ook Stoner. “Ik denk dat ik ook maar eens bel met Casey. Misschien heeft hij ook wel tips voor mij”, grapte Quartararo. Yamaha’s paradepaardje kwam matig weg, zag in de eerste ronde voor zich Joan Mir met een highsider door de lucht vliegen (de Spanjaard liep fracturen op in zijn linker enkel) en had een paar ronden nodig om zijn banden op te warmen.
Daarna was Quartararo fenomenaal. “Ik was super agressief, ik maakte heel veel fouten, maar ik kwam er mee weg. Het was een zware race, maar wel een goede”, zei de WK-leider met veel gevoel voor understatement. Dat hij zich als enige ‘Japanner’ trots staande hield tussen de Ducati’s was ‘mentaal goed’ en ‘een boost’. De over het algemeen verrassend goed ontvangen chicane bleek goed in Quartararo’s strijdplan te passen, omdat hij voorheen veel verloor in het razendsnelle stuk naar de overhaakse derde bocht. Om de Ducati’s uit de chicane bij te houden, maakte Quartararo gebruik van een ‘super korte gearing’. “In de laatste ronden kon ik in de tweede en derde versnelling bij Jack blijven, maar vanaf de vierde trok hij weg. In vier, vijf en zes missen we vermogen. Maar de chicane nader je in de vierde. Dus die superkorte gearing hielp ons om bij ze in de buurt te blijven.”
Nadat Enea Bastianini met een deuk in zijn voorvelg moest opgeven – de Gresini-coureur had na een ‘momentje’ een kerb hard geraakt – kreeg Jack Miller vooral te maken met Quartararo – die te snel bleek: “ik reed op ‘granny speed”, aldus Miller – en Jorge Martin. De laatste probeerde in de laatste ronde Miller van de derde plaats te verdringen maar crashte. Hij finishte nog als tiende. “Ik weet niet of hij op de baan wilde blijven of niet, maar ik remde expres harder en kon achterlangs kruisen”, vertelde Miller na zijn derde derde plaats in vier races. Tijdens de eendaagse test na de Grand Prix van Catalonië vond de vertrekkende Ducati-rijder duidelijk snelheid. “We hadden vandaag een machine die goed genoeg was voor de winst”, gaf de nummer 5 in het kampioenschap toe. “Sinds die test zitten we er bij.”
Later in de race kreeg hij het moeilijker, waarna Miller vooral teamgenoot Bagnaia en ook tweede man Quartararo complimenteerde. “Fabio zette me voor gek. Petje af voor hem. Hij reed fantastisch. Pecco ook. Het vergt heel veel mentale kracht en concentratie om zo te rijden; zeker op een circuit waar een klein foutje je veel kan kosten.”
Luca Marini pakte in de laatste ronde heel knap Johann Zarco en noteerde met een vierde plaats zijn beste resultaat in de MotoGP. In de top 10 finishten zes Ducati’s.
Op donderdag keerde Marc Marquez terug in de paddock nadat hij zich na de Grand Prix van Italië had afgemeld om een vierde operatie aan zijn in 2020 gebroken rechter bovenarm te ondergaan. Marquez vertelde zich goed te voelen en zei te hopen dat hij na een check in de week na de Oostenrijkse Grand Prix zou horen dat hij met zwaardere gewichten mag trainen en wanneer hij weer op een motor zou mogen stappen. Marquez plant om in 2022 nog ‘een paar races’ te rijden. “Als ik me 70, 80 procent voel, als ik het gevoel heb dat ik op een min of meer goede manier een MotoGP-machine kan berijden, dan kom ik terug”, verbaasde Marquez. “Want de beste manier…. het laatste stukje van de revalidatie is om de machine te rijden; dat is het beste.” De achtvoudig wereldkampioen stelde optimistisch te zijn, maar gaf toe ondanks het goede herstelproces nog wel twijfel te voelen. “Want ja, nu lijkt alles goed te werken, maar pas wanneer je op een MotoGP-machine stapt snap je meteen of iets oké is of niet.”
Marquez onderhield tijdens zijn herstel contact met zijn tem, maar kwam naar Oostenrijk om te praten met het management en de engineers. “Het is duidelijk dat Honda een moeilijke tijd doormaakt. Niet één rijder, maar allemaal en dat betekent dat het met het project niet goed gaat”, constateerde hij. “Natuurlijk kan ik niet besluiten wat we moeten doen, maar ik wil bij het project betrokken zijn. Iedereen moet dezelfde kant op en als we in een moeilijk parket zitten, is het onmogelijk dat één iemand het verschil maakt.”
In een weekend waar de Repsol Honda-coureurs Pol Espargaro en Marquez’ vervanger Stefan Bradl als zestiende en zeventiende finishten, Takaaki Nakagami crashte in zeventiende en zijn broer Alex met een veertiende plaats de enige scorende Honda-rijder was, hield in navolging van teammanager Alberto Puig in Assen nu ook Marquez een pleidoor voor een aanpassing van de benadering van het project. “Het belangrijkste is voor mij niet de motor maar meer het project, op het gebied van de coördinatie. We zien dat veel Europese teams op een andere manier werken. Bij Honda is het budget er en er wordt hard gewerkt”, loofde Marquez de Honda-leiding. Zijn boodschap was ondanks zalvende taal helder. “Ik wil niet zeggen dat Honda meer als de Europeanen moet werken, want het is ook zo dat de Japanse stijl goed heeft gewerkt in de laatste jaren en we hebben de afgelopen tien jaar veel kampioenschappen gewonnen. Maar de wereld verandert, het kampioenschap ook, jonge rijders komen er aan en de rijstijlen veranderen ook. Je moet dat onderzoeken en proberen om de best mogelijke manier te vinden om daar mee om te gaan en om beter te worden. Het is belangrijk om niet in paniek te raken. Paniek is nu de grootste vijand.”
Marquez realiseerde zich ook dat hij zichzelf zou moeten aanpassen om zijn doel – ‘samen met Honda weer aan de top te komen’ – te kunnen bereiken. “Ik wil een winnende machine. Maar misschien werkt een machine niet meer met de Marquez-stijl, de ‘oudere’ stijl van een paar jaar geleden. Dat moeten we dus samen begrijpen.”
In Oostenrijk kwam ook het opzienbarende nieuws dat Marquez – met broer Alex – gebroken had met persoonlijk manager Emilio Alzamora, met wie hij enkele decennia samenwerkte. De ingreep lijkt nu plots onderdeel uit te maken van een aanstaande grote schoonmaak.