Per Enfield op wereldreis
Alsof 43.000 duizend kilometer dwars door Afrika reizen nog niet bijzonder genoeg is, deden Benno en Thecla Graas dit ook nog eens op een oude Enfield Bullet met aanhangwagen. De echtelieden reden vanaf Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika naar Nederland en stuitten daarbij op de verborgen wetmatigheid van schijnbaar toevallige gebeurtenissen.Benno en Thecla Graas zijn nog maar net aan hun reis begonnen als ze in Zuid-Afrika een markante persoon ontmoeten die wolven houdt. Ze mogen van hem binnen de omheining hun tent opslaan en horen ’s nachts de beesten huilen. Wolven? In Afrika? De man, Leah genaamd, legt uit dat hij paranormaal begaafd is en ooit samen met de Zuid-Afrikaanse regering een project is gestart om met behulp van wolven vermiste personen op te sporen. Het project faalde jammerlijk omdat wolven te eigenwijze dieren bleken te zijn. Op zich al een bijzondere ontmoeting, die echter naarmate de reis vordert een nog veel diepere lading krijgt. Wat eerst onbegrijpelijke opmerkingen van de ‘wolvenman’ leken, blijken achteraf voorspellingen van gebeurtenissen waar Benno en Thecla direct bij betrokken raken. Dat zorgt voor huiveringwekkende, droevige maar ook komische situaties. In Namibië komen ze langs het plaatsje Solitaire, waar de Nederlander Ton van der Lee een jaar of wat geleden een boek over schreef. Net als Van Der Lee raken ook Benno en Thecla op het Afrikaanse continent in de ban van de enorme rust en ruimte die er heerst. Met name in de uitgestrekte woestijn van Namibië voelen beide zich goed en valt de westerse haast en stress meer en meer de westerse van hen af. Langs de grens met Angola rijdt het echtpaar op de Enfield verder naar Botswana, waar ze in de natuur van de Okavango-delta huiveringwekkende gebeurtenissen meemaken. In hun hoofden galmen nog de woorden van de wolvenman uit Zuid-Afrika na. Zo krijgt hun motorreis steeds meer een filosofisch karakter. Voor Benno reden genoeg om het boek ‘Het Aarden Beest’ te schrijven over al hun belevingen. Een boek dat inmiddels alweer aan zijn tweede druk toe is. Ondanks dat het geheel in eerste instantie wat zweverig klinkt, heeft Benno het reisverhaal in zuivere bewoordingen weten te samen te vatten en op luchtige toon de spirituele zaken net zo treffend beschreven als ontmoetingen met mensen, dieren en het natuurschoon in Afrika.Een mooi voorbeeld daarvan is het kwikstaartje. Benno kent zo’n vogeltje dat nestelt op een eilandje in het Guisveld, een natuurgebied in de Zaanstreek waar hij vaak met zijn bootje doorheen vaart. En gedurende de reis door Afrika komt er elke dag eventjes een kwikstaartje bij hun op bezoek. Het vogeltje wordt zo een beetje de mascotte van ‘Uitgeverij Graas’. Benno en Thecla geven het boek Het Aarden Beest namelijk in eigen beheer uit en hebben zich daarvoor als uitgeverij bij de kamer van koophandel ingeschreven. Half werk, dat zit er bij de Zaankanters niet in. ‘Do it yourself’ lijkt hun motto, wat onderstreept wordt door de naast de bank opgestapelde flessen wijn gemaakt van druiven uit eigen tuin. Daar blijft het niet bij, in de garage staat naast de Enfield nog een motorframe waarin Benno een Lister dieselblok heeft gehangen, en ook de aluminium koffers en aanhangwagen van de Enfield zijn natuurlijk eigenbouw.Niet echt de bekende weg die Benno Graas bewandelt, iets dat ook van toepassing is op zijn keuze voor het merk Enfield. Iets dat hij niet direct van huis uit met de paplepel ingegoten kreeg trouwens. Zijn meeste familieleden rijden Honda, slechts een enkeling is aan oude Engelse motorfietsen verslingerd is. De Zaankanter haalt zijn motoren echter liever van nog verder weg, al kwam zijn eerste tweewielerliefde van veel dichter bij huis. Als kleine jongen mocht hij samen met een vriendje een oude Zündapp motor ergens uit een schuur ophalen. Triomfantelijk werd het ding naar huis geduwd om er daar fijn aan te sleutelen. Die hang naar techniek is hij nooit kwijtgeraakt, van beroep is Benno dan ook vrachtwagenmonteur geworden. Bijkomend voordeel van deze achtergrond is dat technisch inzicht op zo’n onvoorspelbare reis natuurlijk goed van pas komt. Niet alleen om de eigen motorfiets te repareren, maar ook om een auto of vrachtwagen van anderen onderweg weer aan de praat te krijgen. De Enfield komt oorspronkelijk uit India, maar Benno heeft hem hier in Nederland gekocht. Hij ziet er zo op het eerste gezicht wat scharrig uit, maar tijdens hun reizen zitten ze er gewoon samen op. Thecla heeft haar rijbewijs wel en reed vroeger zelf op een Jawa, maar doet het tegenwoordig op een Triumph. Tijdens de lange reizen zit ze evenwel achterop. “We zijn een drie-eenheid”, is haar antwoord op de vraag waarom. Praktisch gezien bracht die ‘drie-eenheid’ echter wel een probleem met zich mee. Door de hoeveelheid bagage moest er een aanhangwagentje komen. Thecla: “Er moet zeker twintig liter benzine mee, vijftien liter water, motorolie, gereedschap, slaapzakken en het tentje. Ik heb eigenlijk maar een klein plastic tasje met kleren bij me. Op de motor zitten wel twee koffers, maar de ene is voor het eten en de andere voor kaarten, boeken en het fototoestel. Voor luxe zaken als een grote toilettas is er al helemaal geen ruimte. Vergeleken met al die BMW GS- en KTM Adventure-rijders komt de Enfield misschien wat Spartaans over, maar het kan altijd erger. In Soedan kwamen we een eigenbouw zijspan aan een Yamaha crossmotor tegen. De vrouw zat gewoon op een soort kratje, die mensen waren duidelijk nog veel basaler bezig dan wij.”Het is wel duidelijk dat het echtpaar Graas een behoorlijke recht door zee mentaliteit aanhangt. Met weinig tevreden zijn en gewoon zien waar het schip strandt. “We gingen en gaan nog altijd gewoon op pad met de motor waarmee we in Nederland ook rondrijden. Ander reizigers die we ontmoetten waren daarover stomverbaasd. Die hadden dan drie jaar lang zitten uitvogelen welk voertuig het meest geschikt voor hun reis zou zijn.” Benno vervolgt: “Ik heb altijd met die oude Engelse motorfietsen gerommeld. Voortdurend pech met die dingen, altijd een dynamo doorgebrand, of lekkage. Het is zoals ze zeggen, je bent er voor je leven aan verslingerd of je doet zo’n motor binnen een jaar weer de deur uit. Gaandeweg leerde ik de Enfield echter beter kennen en als er weer iets stuk ging dan maakte ik zelf wel wat. Zo gaat dat ook in Afrika. De mensen daar zijn ware kunstenaars in het improviseren. Het ziet er misschien allemaal heel knullig uit, maar het werkt wel. En stukje bij beetje bedenk je zelf ook steeds meer van dat soort oplossingen. Zoals de afdekdoppen voor de as van de aanhangwagen, daar passen precies van die lege blikjes van de tomatenpuree op. En die hebben overal dezelfde afmeting.”De Enfield is een simpele motor: ééncilinder, contactpuntjes, carburateur, meer is het feitelijk niet. Behoorlijk simplistisch en je moet dan ook niet de illusie hebben flink kilometers te kunnen maken. De Enfield neemt voor alles zijn tijd. Volgens Benno een tempo dat goed past bij Afrika. “Negen van de tien problemen waar wij in het dagelijks leven tegenaan lopen zijn gerelateerd aan tijd. Maar wat blijkt, geef een probleem voldoende tijd en het lost zichzelf op. In Soedan brak de dissel van de aanhangwagen. In het westen zijn we dan genegen direct koortsachtig aan de slag te gaan om zo snel mogelijk het euvel weer op te lossen. In Afrika is dat anders, daar werden we door een vriendelijke man uitgenodigd om eerst eens bij hem thuis uit te rusten en lekker te eten. We schikten ons hierin en dat was maar goed ook, want uiteindelijk diende de oplossing zichzelf aan. Er kwam iemand langs en die wist weer ergens in een hutje een lasapparaat te staan, waarmee de dissel gelast kon worden.”Benno vervolgt: ”We zijn ook wel een vreemde verschijning. Als we bij een controlepost of grens aankomen kijken de mensen ons eerst wat vreemd aan. Maar dan gaan ze vaak lachen. Zo´n stoffige motor met twee personen erop, de aanhangwagen, het mombakkes voor op de koplamp. Dat vinden ze wel mooi.”Ondanks dat Benno en Thecla geen glimmende nieuwe motorfiets of dure terreinwagen rijden, proberen veel Afrikanen toch een slaatje uit hun afwezigheid te slaan. Het gevolg van de verschillen in cultuur weet Benno. “Een Zuid-Afrikaanse grap vat het verschil tussen de rijke blanken en arme negerbevolking nog wel goed samen: `Jullie hebben het horloge, wij de tijd`. En zo werkt het ook in de praktijk, de meeste westerse reizigers zeggen weinig tijd te hebben. Dat weten Afrikanen ook, dus als je bijvoorbeeld snel de grens over wilt, moet je betalen. Want geld hebben de meeste westerse reizigers wel. Wij laten in zulke situaties altijd merken dat we alle tijd van de wereld hebben. En dan krijgen we op een gegeven moment gewoon de afgestempelde paspoorten naar ons toe gesmeten.” De reis leverde veel voer voor verhalen op, maar de belevenissen toevertrouwen aan het papier bleek toch een heel andere tak van sport dan Benno tot nog toe altijd had bedreven. “Ik was iemand die altijd met z’n handen werkte. Sleutelen, rommelen met dingen, altijd in de weer met metaal of hout”, zegt hij. “Dus ik was wel verbaasd over mijn gedrevenheid om alsmaar door te gaan met het schrijven. Maar dankzij het schrijfproces beleefde ik het hele Afrika avontuur weer overnieuw. De sfeer, het zweten, het geploeter.” Dat Graas überhaupt een boek ging schrijven was in eerste instantie niet eens de bedoeling. De Zaankanters hadden al vaker lange reizen gemaakt, maar nog nooit was er achteraf de behoefte de ervaringen op te schrijven. “Het kwam ook door de schijnbaar toevallige ontmoetingen en gebeurtenissen die achteraf gezien allemaal met elkaar verband leken te houden. Dat gaf een extra impact, alsof we in een film hebben gezeten. Zo echt en intens kwam de reis op ons over. Als ik ergens sterk aan dacht, dan gebeurde het ook. Daar werd ik op een gegeven moment bijna bang voor, want ik moest mijn eigen gedachten onder controle houden. Ik probeerde dus maar zo positief mogelijk te denken, hahaha!”Een bizar gegeven, zo onderkent ook Benno zelf, maar wel prachtig. “De ratio kan met zulke onverklaarbare zaken niet veel beginnen. We werden er zelf wel steeds alerter op, die gebeurtenissen. Ook door het vele wildkamperen met die stilte ’s avonds en ’s nachts, dan stel je je er op een gegeven moment toch meer open voor. En de sterrenpracht helpt natuurlijk ook een handje mee. Ik vond het wel belangrijk dat het boek niet echt de spirituele kant zou opgaan, maar af en toe ontkom je er niet aan die gebeurtenissen er doorheen te vlechten. Wat ik wel met mijn boek een beetje naar voren wil brengen is dat je je heel goed bewust moet zijn van je eigen gedachten. Dat je daarmee je eigen werkelijkheid kunt creëren. Zo werkte het bij mij tenminste, ik kreeg er onderweg steeds meer vertrouwen in dat het wel goed zou komen.”Die onzichtbare helpende hand kwam met name tevoorschijn op momenten dat Benno en Thecla, bewust of onbewust, om hulp verlegen zaten. Zo ontmoetten ze onder andere in de Kaukasus de Nederlandse wereldfietser Frank van Rijn, die meerdere boeken over zijn reizen had gepubliceerd. Hij vormde een soort inspiratiebron voor Benno wanneer het schrijven even niet wilde vlotten, omdat ook de inmiddels ervaren auteur vijf jaar over zijn eerste boek had gedaan. Dat vormt toch een geruststelling. Naast de vele mooie herinneringen bevat ‘Het Aarden Beest’ ook anekdotes over de mindere facetten van het reizen. Thecla: “Benno en ik zeggen wel eens uit gekkigheid, als je wilt trouwen, ga dan eerst maar eens een half jaar met elkaar op reis. Je leert elkaar zonder twijfel goed kennen als je maanden dag en nacht op elkaars lip zit. Als je moe bent, ziek of chagrijnig. Wanneer je weer eens slecht hebt geslapen, bestolen bent of nauwelijks wat te eten hebt. Als corrupte beambten je de doorgang weigeren, terwijl de bloedhete zon genadeloos doorbrandt. Wanneer er te weinig water is om je te wassen, je geen plek kunt vinden voor de tent, of je de motor moet duwen door zand of bagger. Als je relatie bestand is tegen al die tegenslagen en je daarna zelfs nog kunt zeggen ‘ik hou van je’, dan heeft je huwelijk wel een redelijke kans van slagen. Dat van ons houdt inmiddels al veertien jaar stand.”Door dik en dun gaan ze, Benno, Thecla en de Enfield. Ze hebben eigenlijk een driehoeksverhouding, vindt Thecla. Een band overigens, die er niet altijd is geweest, met de Enfield althans. Benno herinnert zich hun eerste gezamenlijke reis nog als de dag van gisteren. “Die hebben we liftend gedaan”, blikt hij terug. “Dat kwam zo, op vrijdagavond dronken we op mijn werk wel eens een biertje na, met kroketten erbij. Omdat ik wist dat er wat werd gedronken ging ik met de trein. Vaak werd het dan zo gezellig dat ik de laatste trein miste. Dan liep ik huis, maar als voetganger mocht en kon ik niet door de Coentunnel. Dus ging ik liften. Staand met de duim omhoog bedacht ik me op een avond, als ik nou aan de ándere kant van de weg ga staan, vijftien meter verderop, dan ligt de hele wereld voor me open. Waarom ga ik toch steeds naar hetzelfde punt terug? Daarop hebben we samen de knoop doorgehakt en ben ik met Thecla een keertje aan de andere kant van de weg gaan staan. In het begin vonden we het wel eng, onwetend over hoe het er elders in de wereld allemaal aan toe ging. Maar uiteindelijk blijken de mensen overal te leven als wijzelf, mensen die eten, die naar de WC gaan, die kinderen krijgen enzovoorts.”Volgens Benno is het mooie van reizen ook dat je de vooroordelen over andere mensen, hun gewoonten en cultuur overboord leert gooien. Als je er eenmaal midden tussenin zit blijken, net als in Nederland, 99% van alle inwoners van zo’n ver land echt geweldige mensen te zijn, allemaal gastvrij en hulpvaardig. De zoektocht van Benno en Thecla staat niet op zich, velen gingen hen voor en nog meer zullen in de toekomst een vergelijkbare tocht maken. Het bijzondere is dat ze niet het geijkte pad kozen, maar het op hun eigen manier deden. Op een wijze waar ze zichzelf goed bij voelden, maar waarvan direct al duidelijk was dat dit niet de meest voor de hand liggende en gemakkelijke manier was. Je zou door alle media-aandacht voor Le Dakar en de Long Way Down bijna vergeten dat je ook heel simpel door Afrika kan reizen. Op een ‘Neanderthaler onder de motorfietsen’ zoals Benno zijn Enfield zelf noemt. Krap 350 cc, 18 pk. Een model motorfiets die je tevergeefs zult zoeken in de catalogi van Touratech, Wunderlich en al die andere aanbieders van hightech toeters en bellen, die ons willen doen geloven dat avontuur enkel mogelijk is met hun spullen. Benno en Thecla bewijzen het tegendeel. Zonder GPS, zonder satelliettelefoon, zonder camel-bags. Gewoon met een kompas en een jerrycan voor water. Vrij als een kwikstaartje door Afrika reizen, zonder tijdsdruk, zonder schema, zonder afspraken of ook zonder volgauto met onderdelen en filmcrew aan boord.‘Leef in het nu’ is het motto van Benno en Thecla. In zijn boek staan daarover een aantal aardige, bijna filosofische vragen. ‘Waarom had ik de gedachten over gisteren, niet gisteren?’ ‘En waarom ben ik nu over morgen aan het nadenken? Doe dat morgen.’ Niets is er volgens het echtpaar fantastischer dan bezig zijn met iets dat je plezier brengt in de volle onderdompeling van je aandacht. Om je volledige ‘zijn’ in dat ‘nu’ te trekken. Het is ook dé manier om onbeperkt te genieten van een zo bijzondere reis en optimaal rendement te halen uit de vele wonderlijke rendez-vous’ en andere pakkende gebeurtenissen, zowel de leuke als minder fraaie. En juist daarom misschien ook wel de enige juiste manier van reizen!INFO:‘Het Aarden Beest’ van Benno Graas kost € 29,95 (paperback). Het ISBN-nummer is 978 904 840 7385, uitgeverij Graas (www.graasuitgever.nl).