Reizen Roemeni
Ondanks dat Roemenië en Bulgarije alweer enkele jaren lid zijn van de Europese Unie, hangt er toch een sfeer van het grote onbekende rond beide buurlanden. Op twee dagen rijden van Nederland ligt het natuurlijk ook niet voor de hand om eventjes langs te gaan om te buurten, maar misschien zou je die stap toch eens moeten zetten. Het zijn namelijk twee pareltjes die het verdienen om ontdekt te worden.Net voor de grens met Roemenie, op een stille maar goed onderhouden weg in Hongarije, valt mijn oog op een oude, zwarte motorfiets die vermoeid tegen een hek leunt. ‘Elado’ staat er op een bordje geschreven dat op de tank van de tweetakt is geplakt. Hmm, zou hij soms te koop staan? In een flits zie ik me onderhandelen, Panonia’s zijn dun gezaaid aangezien het merk lang geleden reeds ter ziele is gegaan. Maar ik moet me beheersen en rij, enigszins in twijfel dat wel, toch door. Roemenië roept en het is niet ver meer.Roemenië en ook Bulgarije zijn nooit gezegend met een trotse eigen motorindustrie, maar dat maakt de landen niet minder aantrekkelijk om er een paar weken rond te reizen. Aan de grens wacht ons een bijna uitgestorven procedure, we moeten onze paspoorten laten zien. “Lang geleden dat ik dat heb moeten doen”, lacht reisgenoot Paul. We laten het gezapige Hongarije met zijn keurige rijgedrag achter ons en dompelen ons in de Roemeense drukte die het Latijnse temperament van dit volk verraadt. De grensstad Satu Mare ligt eigenlijk hinderlijk in de weg, want door het ontbreken van een rondweg moeten we dwars door de stad. De drukte maakt nerveus, jammer want Satu Mare heeft een prachtig centrum en is zeker een stop waard. Maar dan wel een andere keer, want wij moeten verder richting Sighet. Het is een belangrijke plaats in het Marumares district dat tegen de Oekraïne aanligt. Een grensgebied dus, en dat merk je, het gebied blijft economisch gezien duidelijk achter bij de rest van Roemenie. Het dure en moderne Boekarest is in alle opzichten heel ver hier vandaan. Hier wordt het straatbeeld nog bepaald door paard en wagen en is het dragen van traditionele kleding geen folklore, men weet domweg niet beter.Wanneer we de natuurlijke barrière van de uitlopers van de Karpaten hebben bedwongen ligt een vlak landschap voor ons open. Het is een prachtige dag en rijdend door de vele kleine dorpen dompelen we ons samen met de Roemenen in het zonlicht. Kinderen spelen, de oude van dagen praten over vroeger. In Sapanta stoppen we bij het ‘Vrolijke Kerkhof’ dat in de vorige eeuw door een lokale priester werd gesticht. Op de vele houten, blauwgeschilderde kruizen staat het leven van de overledene beschreven, compleet met afbeeldingen van hun bezigheden en soms zelfs de oorzaak van het verwisselen van het aardse bestaan voor het eeuwige. “Het lijkt erop dat achter een spinnenwiel zitten vooral voor vrouwen dodelijk is”, merk ik op. “En drinken voor mannen”, inventariseert een ander.Een half uur later rijden we Sighet in. De stad, een belangrijk centrum voor de regio, draagt nog altijd de sporen van veertig jaar communistische onderdrukking met zich mee. In een zijstraat ligt een van de meest beruchte gevangenissen uit die donkere periode. Het is nu een museum. “Ik heb er gevangen nog gezeten,” vertelt gids Iljescu wanneer we door het complex lopen. “Wat nog het meest pijn doet is dat ik tot op de dag van vandaag nog steeds de beulen op straat tegenkom, die nooit enige vorm van verantwoording hebben hoeven af te leggen.” Een triest relaas, blijkbaar heeft Roemenie nooit echt goed afgerekend met zijn donkere verleden.Na Sighet proberen we nog wat meer op te snuiven van de speciale atmosfeer die in Maramures hangt. De weg naar Barsana, waar een vrij nieuw klooster de status van bedevaartoord heeft, is er een van uitzonderlijke klasse. Daarbuiten is het of de tijd heeft stilgestaan. De huizen met prachtig versierde houten poorten, de vrouwen die buiten voor de poort zitten te spinnen, ze lijken uit een andere tijd te stammen. Het klooster zelf, dat zonder ook maar een spijker te gebruiken is gebouwd, past er wat dat betreft mooi tussen.We vervolgen onze weg naar Sighisoara, maar niet zonder nog een klein uitstapje in de omgeving te maken. De motorfietsen hebben we ervoor en helemaal de Yamaha Tenere kwispelt van plezier als we een aantal onverharde wegen kiezen om wat meer van het binnenland te zien. Presenteert het leven langs de geasfalteerde weg zich al van een ongekend rustige kant, hier in het bos lijkt de wereld volledig uitgestoreven, op wat schaapherders na is er geen levende ziel te bekennen.We rijden door een prachtig natuurgebied zonder ook maar iets te verstoren. Dat vraagt om meer en dus gaan we na een bezoek aan het sfeervolle stadje Sighisoara, met haar fenomenaal mooie citadel, op ontdekkingsreis via het verlaten achterland naar Brasov. Natuurlijk, we kunnen de gewone weg volgen, die is allesbehalve saai, maar niet te vergelijken met de omgeving waarop we nu worden getrakteerd. Een paradijs van weggetjes die zich in de meest bizarre bochten wringen om je maar zo lang mogelijk vast te houden. En kom je wat tegen, dan is het ook meteen raak. Het stadje Biertan bijvoorbeeld, dat naast een aantal intrigerende bont geschilderde huizen ook een van de mooiste gefortificeerde kerken van Roemenie herbegt. In Rusland worden dergelijke bouwwerken Kremlins genoemd, maar hier dragen ze de naam ‘weerkerken’.Op het ruime plein voor de kerk drinken we een kop koffie en delen kauwgum uit aan kinderen. Ze zijn blootsvoets, arm blijkbaar, maar maken desondanks niet de indruk ongelukkig te zijn. Blijkbaar heb je niet veel nodig om gelukkig te zijn. Nadat de slaapspieren door het robuuste kopje koffie weer flink zijn wakker geschud zetten we koers richting Voila (wat een mooie naam). Deels over verharde en deels ook over onverharde pistes, maar nergens moeilijk. We volgen ons gevoel en dat blijkt de enige juiste graadmeter, dan weer rijden we over prachtige passen, die zonder enige aanleiding plaats maken voor uitgestorven vlaktes waar de kerktorens in de verte lijken te zijn weggezakt in de omgeving. Bij de afdalingen doemen de dorpen dan plots in al hun pracht op.Het imposante Bran kasteel, de woning van Vlad Tepec alias Dracula, is door de vele winkeltjes aan de voet van de burcht enigszins ondergesneeuwd in prullaria. Maar zodra je de weg vervolgt wacht je om de hoek een prachtig uitzicht op het gewelf. De weg zelf is ook een parel van de zuiverste soort en kan zo wedijveren met de mooiste wegen in Oostenrijk en Zwitserland. Belangrijk is dan wel om vroeg op pad te gaan, want vanaf een uur of negen in de morgen nemen de vrachtwagens op weg naar Boekarest het domein over. Een andere mogelijkheid is om via Brasov naar Sibiu te rijden en dan de 7c naar het zuiden te volgen.Brasov zelf is gezegend met een hoofdstraat vol gezellige terrasjes die een aangenaam vertoeven moeten garanderen. Het is er dan ook gezellig druk met flanerende mensen. De stad maakt zich blijkbaar op voor een popfestival, niets mis mee, maar daardoor valt de beroemde zwarte kerk wel weg achter de torenhoge podiuminstallaties. Verder dan maar.De weg naar Sibiu is ‘under construction’ wat voor de nodige files zorgt. We rijden geen motor om in de file te staan en weten snel onze weg langs de rijen auto’s te vinden. Op de kaart staat de 7c als een kleine en smalle gele weg afgetekend en dat weerhoudt gelukkig veel verkeer ervan om deze route te kiezen. Het is dus heerlijk rustig op de weg. Links en rechts doemen de pieken van de Negoiu en Moldoveanu op, beide kolossen reiken ruim 2.500 meter hoog en zijn het grootste deel van het jaar bedekt met sneeuw. De uitzichten zijn niet alleen ontelbaar, maar veel belangrijker, ook bizar mooi. Tijdens het beklimmen van de Caprei worden we bocht na bocht getrakteerd op adembenemende panorama’s.Even verderop worden we plots verrast door een kudde schapen. De beesten hebben schijnbaar weinig last van de zwaartekracht en werpen zich zonder enige vorm van terughoudendheid de steile helling af. De weg zelf heeft de vorm van een bord spaghetti. De Tenere is hier duidelijk in zijn element en glijdt opgewekt door dit aardse stuurparadijs. Rechts van ons ontvouwt zich niet veel later het Vidraru stuwmeer. De aanblik vanaf de dam doet een beetje aan de Hoover Dam in Nevada denken. Ook hier vind je namelijk dramatisch in het water wegzinkende, lichtgeel gekleurde rotsformaties. Gelukkig laat McDonalds zich hier niet zien. Dit in tegenstelling tot een heuse Dracula camping. De verzonnen graaf blijkt een trekpleister van formaat en zijn naam wordt letterlijk voor alles ge- en misbruikt. We laten er ons niet door afleiden en volgen de weg door Pitesti. Dit knooppunt van wegen – er komen maar liefst vijf belangrijke wegen tezamen – lijdt onder de niet aflatende druk van verkeer. Eigenlijk een plek om te mijden, snel doorrijden dus.Via de 65a belanden we snel op de 65c, een kleine smalle weg dat door vele dorpjes voert. Toch mooi die kleine gemeentes waar de tijd lijkt stil te staan en mensen de dagelijks beslommeringen lijken te bespreken op de bankjes voor hun huis. Niks geen door de welstandscommissie bepaalde uniformiteit, het geijkte Nederlandse baksteen is taboe, hier worden hele kleurenwaaiers op de gevels losgelaten. Het kleurt de dorpen fleurig en fris. Zo ook het Alexandria, dat we laat op de avond binnenrijden op zoek naar ons hotel.De plaatselijke kermis is al in volle gang. Dat we de bergen achter ons gelaten hebben en op de Donauvlakte zijn beland, waar men voornamelijk leeft van de akkerbouw, is zelfs op de kermis te merken: de regionale Land- en Tuinbouw Organisatie heeft er een eigen stand. De grootste combines en tractoren staan er uitgestald, die vol ongeloof worden aanschouwd en betast door de lokale boertjes die hun zaakjes nog met paard en ploeg draaiende moeten zien te houden. Ook hier zal de mechanisatie het verleden uiteindelijk inhalen, al lijkt dat voor het gros van de ‘boerkes’ nog een ver van mijn bed-show.Heel ver weg lijkt ook Bulgarije, wanneer we vergeefs in Zimnicea proberen het veer te vinden dat op de kaart aangegeven staat. Volgens een oudere heer vaart het pont nog altijd, maar neemt deze tegenwoordig alleen nog maar voetgangers mee. En dus zit er niets anders op dan zestig kilometer oostwaarts te rijden richting Giurgiu, dat als havenplaats lokaal een belangrijke functie schijnt te vervullen. Daar is maar weinig van te merken, want de kranen die hoog boven de havenloodsen uitsteken vertonen echter geen enkel teken van leven. De grens naar Bulgarije is gelukkig snel gevonden, het betreft een grote brug die in 1954 is gebouwd. Aan de Bulgaarse kant volgt andermaal het ritueel met de paspoorten. Het is drukkend warm en we zijn dan ook blij dat we de snelheid er een beetje in kunnen houden. Dat was nog niet zo lang geleden wel anders. Net als in veel voormalige Oost Europese landen wordt ook hier hard aan de weg gewerkt, letterlijk in dit geval. De meeste wegen zijn vandaag de dag van een uitstekende kwaliteit en dus kun je probleemloos lekker meters maken, ook dankzij het gebrek aan verkeer. Wat wel even wennen is, het Cyrillische schrift van de Bulgaren. Langs de grote, doorgaande wegen staan de plaatsnamen vaak ook in het Latijnse schrift vermeldt, op de kleine, vaak uitgestorven landweggetjes is het echter een heel ander verhaal. Dat vergt dus wel enige voorbereiding, wil je niet hopeloos verdwalen.Ook het landschap is veranderd, we hebben de vlakte achter ons gelaten en rijden de heuvels in tussen maïsvelden en aardappelakkers door. En even later ook wijngaarden. Veeteelt is hier schaars, op enkele kleine boerderijtjes met een handvol koeien na lijkt Bulgarije ‘rundvrij’ verklaard.Het stadje Lovec ligt in een door bergrotsen omgeven dal waar de rivier de Osam doorheen stroomt. De aanhoudende droogte van de afgelopen weken heeft ervoor gezorgd dat het waterniveau tot een absoluut minimum is gezakt, met als gevolg dat de beroemde houten brug, gebouwd in 1874, zijn functie lijkt te verliezen. Even ten noorden van de stad, gelegen op een uitloper van het massief, ligt een rommelig gerestaureerde Citadel. Naast de middeleeuwse vesting staat trots en onverschrokken een stalinistisch groot beeld van de in 1873 door de Ottomanen vermoorde verzetsheld Vassili Levski. Geen uitzondering trouwens, beelden van gevierde mannen uit de strijd van de Bulgaren tegen de Ottomanen zie je overal in het land. Ze ogen groots, indrukwekkend en onverschrokken, maar helaas is het onmogelijk om te achterhalen welke belangrijke rol de mannen hebben gespeeld, aangezien de lofuitingen op de voet van de beelden steevast in het Cyrillische schrift zijn. Abracadabra dus, al gebied de eerlijkheid te zeggen dat we er wat wegbewijzering betreft al best aardig uitkomen. Zo goed dat we af en toe ook van de geplande route durven af te wijken en dat blijkt allesbehalve een straf, het is hier overal gewoon smullen geblazen. De vele bergketens die het land rijk is, zorgen voor de fraaiste uitzichten en bovendien hebben de wegenbouwers er juweeltjes van wegen over aangelegd. Vlakbij Velingrad, een kuuroord waar volgens de overlevering zelfs Orpheus gewoond zou hebben, liggen een aantal prachtige stuwmeren, onder meer het Batak en het Belmeken meer. De laatste wordt omringd door een aantal 2.500 meter hoge bergen waar smalle, prachtige wegen hun route doorheen zoeken. De stilte wordt alleen door onze motoren verdrongen en we komen soms uren lang geen anderen tegen. De bewolking hangt laag, zo laag dat ze soms enkele reismaten volledig opslokken. Je bent hier zowel letterlijk als figuurlijk in de wolken, de wonderschone omgeving werkt als een nieuwe dimensie. Ten noorden van Sofia volgen we eerst de rivier de Iskar, links en rechts van ons doemen opeens zandstenen rotsformaties op. Ze zijn rood en geel en veranderen constant van kleur in de ondergaande zon. Vanaf het plaatsje Mezdra besluit ik wat meer het onverhard op te zoeken. Dat is het mooie aan zowel Roemenie als Bulgarije. Het maakt niet uit of je nu op een toermachine, allroad of offroad onderweg bent, het krioelt er van de mooie wegen, zowel verhard als onverhard. En wanneer je de luxe van een allroad hebt moet je eigenlijk proberen om zoveel mogelijk facetten van beide landen in één toer te combineren. Gewoon niet keer op keer de kaart volgens, maar jezelf ook eens de vrijheid gunnen links of rechts een pad in te duiken. Gegarandeerd dat je wordt verrast, hetzij met prachtige uitzichten, hetzij met pittoreske dorpjes vol kleurrijke inwoners. We maken een kleine omweg naar het plaatsje Ciprovci, dat van oudsher enige bekendheid geniet door de naar eigen zeggen onverslijtbare tapijten die er vroeger werden gemaakt. De fabriek is echter helaas failliet, da’s natuurlijk de donkere keerzijde van het fabriceren van onverslijtbare producten. De nederzetting maakt een trieste indruk. Er is weinig te beleven en veel jongeren trekken dan ook weg naar de grote stad, zo krijgen we te horen. Enigszins begrijpelijk denk ik bitter. Jammer ook, want de natuur is hier prachtig en het toerisme zou hier welig kunnen tieren, maar niets is minder waar. Het natuurschoon heeft ook een prettige bijkomstigheid, het is warm en we moeten veel drinken. Een koud kunstje aangezien het zuivere bronwater hier gewoon langs de bergwanden stroomt. De door ezels getrokken karretjes met oude aan de teugels zijn kleiner dan in Roemenie. En het tempo ligt (nog) lager, zoals het hele leven wat rustiger lijkt in Bulgarije dan in Roemenie. In de verte doemen de door erosie gevormde rotsformaties op, de volgende stop op onze planning. Het plaatsje Belogradcik ligt midden in Siroka Planina gebied en vormt met zijn natuurkasteel een hoogtepunt in dit ruige gebied. En alsof rechte wegen verboden zijn slingeren we er weer lustig op los richting de Donau, die als natuurlijke grens fungeert tussen Bulgarije en Roemenie. Bij Orjahovo neem ik het pont naar Beket en bij het binnenrijden van Roemenie valt de bedrijvigheid direct op. Niets vergeleken met de drukte in Nederland, maar na de rust is Bulgarije roept de aanblik van twee auto’s als doembeelden van verkeerschaos op. De bebouwing is hier ook typerend, net als het rijke leven zo direct langs de weg. Je verveelt je geen moment.Via Craiova rijden we over een aantal machtige passen naar Sibiu, ook wel Hermanstadt genoemd. De invloed van de vele Duitsers in dit gebied laat zich aflezen aan de huizen en kerken. Het is een heel prettig stadje met een prachtig centraal plein in het oude centrum, dat binnen de oude gerestaureerde stadsmuren valt. De stad was in 2007 nog culturele hoofdstad van Europa.Ons rest nog de laatste rit naar de grens met Hongarije en dan zit de reis er weer op. Roemenië en Bulgarije, the best of both worlds. ‘Drum bun’ staat er op een bord bij het verlaten van het land, oftewel ‘goede reis en tot ziens’. Daar sluit ik me graag bij aan!________________________________________[INFOKASTEN]INFORoemenie is ruim vijf maal zo groot als Nederland en heeft 22,3 miljoen inwoners. Het land kent een landklimaat dat wordt gekenmerkt door hete zomers en koude winters. Beste periode om te reizen zijn daarom de maanden mei/juni en september. Naast dat juli en augustus extreem warm kunnen zijn is het er dan ook erg druk. Bulgarije meet qua oppervlakte maar de helft van Roemenië, maar is nog altijd 2,5 keer maal zo groot als Nederland. Met acht miljoen inwoners is het beduidend dunner bevolkt dan Roemenie en dat merk je ook onderweg. De beste tijd om erheen te gaan zijn eveneens de maanden mei, juni en september.VALUTAOndanks dat Roemenië sinds 2007 lid is van de EU heeft het land nog altijd een eigen munteenheid, de Roemeense Leu. Eén euro is omgerekend zo’n 4,29 Roemeense Leu (RON) waard. In de toekomst zal ook Roemenië de Euro als nationale munteenheid gaan hanteren, maar dat zal na verwachting op z’n vroegst in 2014 het geval zijn. Ook Bulgarije heeft nog altijd een eigen munt, en wel de Bulgaarse Lev. Voor één Lev krijg je om precies te zijn 0,51 eurocent. TAALZowel voor Roemenië als Bulgarije geldt dat de jongeren over het algemeen een aardig woordje Engels spreken, terwijl de ouderen weer beter met de Duitse taal uit de voeten kunnen. De Roemeense taal is net als het Nederlands gebaseerd op het Latijnse schrift, zelfs voor leken redelijk goed te volgen daarom. Heel anders is het gesteld met het Bulgaars, dat gebruikt maakt van het Cyrillische schrift (vergelijkbaar met bijvoorbeeld Russisch). Dit kan bijvoorbeeld met bewegwijzering voor problemen zorgen omdat je de tekens eenvoudigweg niet kent. Op de grotere wegen zijn de wegwijzers doorgaans tweetalig, plaatsen staan dan ook in het Latijnse schrift vermeld. Dit in tegenstelling tot kleine binnendoor wegen. Klein beetje kennis van het schrift kan geen kwaad, zeker omdat op kleinere wegen lang niet altijd een wegnummer staat vermeld. Bulgarije is echter momenteel bezig met het moderniseren van de bewegwijzering, het wordt dus allemaal een stuk duidelijker.VOORBEREIDINGEigenlijk de gangbare zaken, zorg alleen wel dat je vertrekt op (bijna) nieuwe banden en dat je motor een service beurt heeft gehad. Het motorrijden in zowel Roemenië als Bulgarije is behoorlijk populair, maar dat betekent helaas nog niet dat het aanbod van goede motorzaken rijkelijk is. In tegenstelling zelfs, alleen in de grote plaatsen vind je ze en dan nog moet je goed zoeken.CONTACTRoemeense AmbassadeCatsheuvel 552517 KADen HaagT 070-354 3796E bce_hague@yahoo.comI https://haga.mae.ro Bulgaars Verkeersbureau / Bulgaarse AmbassadeDuinroosweg 92597 KJ Den HaagT 070-350 3051 E info@embassy-bulgaria.nl I www.bulgaarsverkeersbureau.nl________________________________________[STREAMERS]AAN DE GRENS WACHT EEN BIJNA UITGESTORVEN PROCEDURE, WE MOETEN ONZE PASPOORTEN LATEN ZIENDE STAD DRAAGT NOG ALTIJD DE SPOREN VAN VEERTIG JAAR COMMUNISTISCHE ONDERDRUKKING MET ZICH MEEWE VOLGEN ONS GEVOEL EN DAT BLIJKT DE ENIGE JUISTE GRAADMETERDE VELE BERGKETENS ZORGEN VOOR DE FRAAISTE UITZICHTEN EN BOVENDIEN ZIJN ER JUWEELTJES VAN WEGEN AANGELEGD________________________________________